18

'Wakker worden, Melissa.'

Ze deed haar ogen open en zag dat Travis over haar heen gebogen stond.

'Etenstijd. Het is al bijna donker. Je hebt urenlang geslapen.'

Ze twijfelde er niet aan. Ze was doodmoe geweest na die laatste woordenwisseling met Cassie. Ze wierp een blik op het kind. Ze lag ook te slapen. Melissa kon haar later wel iets te eten geven.

'Tien minuten. Ik wil mijn gezicht wassen en mijn tanden poetsen.'

'Doe maar rustig aan. Galen heeft een paar stoofschotels klaargemaakt voor hij wegging. Ik heb er net een in de oven gezet.'

Ze zwaaide haar benen uit bed. 'Is hij weg?'

'Hij moest iets voor mij doen.' Hij liep de kamer uit. Dat was een ontwijkend antwoord. Ze waste zich snel en liep haar gezicht nog af te drogen met een handdoek toen ze de keuken binnenkwam. 'Waar is hij naar toe?'

'Hij probeert erachter te komen of iemand weet waar Danielle Claron is gebleven.'

'Danielle Claron? Wie is dat?'

'Ga zitten.' Hij haalde de stoofschotel uit de oven. 'Onder het eten zal ik je alles over haar vertellen.' Hij schepte twee borden vol en zette die op tafel. 'Galen zou het me nooit vergeven als ik dit koud liet worden voordat je echt had genoten van zijn vakmanschap.'

'Ik wil weten...' Hij schudde zijn hoofd en ze ging aan tafel zitten en pakte haar vork op. 'Ik eet. Vertel me nu maar wie Danielle Claron precies is.'

Ze had haar bord halfleeg toen Travis klaar was met zijn verhaal. Ze fronste nadenkend. 'Denk jij dat ze iets weet dat ons zal helpen Deschamps te vinden?'

'Dat zou kunnen. Het is ons enige aanknopingspunt. Ook al kan ze ons niet vertellen waar hij uithangt, dan is ze nog altijd getuige geweest van de moord op haar man en Deschamps houdt niet van getuigen. Het zit er dik in dat hij haar zal willen opsporen.'

Hij stond op en schonk voor hen allebei een kop koffie in. 'Dus misschien hebben we de Winddanser niet eens nodig om hem in de val te lokken.'

'Danielle Claron heeft duidelijk geen zin om als getuige op te treden als ze al een paar weken ondergedoken zit.'

'Als we beloven dat we haar zullen beschermen, verandert ze misschien van mening.' Hij haalde zijn schouders op. 'En het ergste dat haar kan gebeuren is dat ik haar overdraag aan Andreas zodat de cia kan proberen om haar aan de praat te krijgen. Als ik hem een getuige op een presenteerblaadje aanbied, wil hij misschien wel twee keer nadenken voordat hij mij in de nor laat smijten.'

'Waarom heb je wel geld om naar die vrouw op zoek te gaan, als je niet genoeg hebt om achter de verblijfplaats van Deschamps te komen?'

'Als Galen de juiste contactpersonen benadert, kan hij haar misschien vinden zonder een cent uit te geven.'

'En ik twijfel er niet aan dat hij precies dat soort contacten heeft,'

zei ze droog. 'Hij is kennelijk in staat om alles te doen waar een luchtje aan zit. Maar ja, jij hebt dezelfde contacten, hè? Van jou is ook bekend dat je inlichtingen hebt verkocht.'

'Ja. Maar we hebben niet dezelfde bronnen. En dat kan af en toe heel praktisch zijn.'

'Ik dacht dat je contact moest opnemen met Karlstadt. Waarom ben je dan nog hier?'

'Ik heb een telefoon. En ik kan wel wachten tot Galen weer terug is, voordat ik een afspraak met hem maak.'

'Omdat je denkt dat wij bescherming nodig hebben?'

'Jij niet,' zei hij luchtig. 'Jij kunt in je eentje Andreas en Deschamps best aan. Maar we moeten ook rekening houden met het kind.' Hij wierp een blik op haar bord. 'Wil je nog iets te eten? Galen heeft meer dan genoeg gemaakt voor een paar maaltijden.'

Ze schudde haar hoofd. 'Ik heb geen honger. Maar het was wel erg lekker. Hij is wel heel veelzijdig, hè?'

'Dat weet je nog niet half. Of misschien juist wel. Hij heeft gezegd dat jij dwars door hem heen keek. Iets in de trant van broer en zus?'

Ze schoot in de lach. 'Ik wist op het eerste gezicht dat we heel veel op elkaar leken.'

'In welk opzicht?'

'Nou, we geloven allebei dat je geen minuut van dit leven verloren mag laten gaan.'

'En jullie zijn allebei sterk en heel opmerkzaam. Misschien zelfs iets te opmerkzaam?'

'Dacht je dat ik dit had opgeduikeld uit die spiritistische grabbelton waarmee ik ben opgezadeld? Dat zou kunnen. Of misschien kan ik mensen gewoon goed inschatten.' Ze tilde haar koffiekopje op. 'Net als jij.'

'De laatste tijd heb ik daar anders niet echt in uitgeblonken.' Zijn ogen dwaalden naar de deur van de slaapkamer. 'Hoe gaat het met het kind?'

'Ze slaapt.'

'Weet je dat zeker?'

'Ja.' Ze aarzelde. 'Ik kan tegenwoordig niet alleen contact met haar maken als ze slaapt, maar ook als ze wakker is. En ik kan het ook als ik zelf wakker ben.'

'Wat?'

'Ik heb het voor het eerst in het vliegtuig geprobeerd en dat lukte.'

'Waarom heb je me dat niet verteld?' Hij schudde zijn hoofd.

'Laat maar zitten. We stonden niet bepaald op goede voet met elkaar.'

'Nee, en als ik het aan jou had verteld had ik het ook tegen Jessica moeten zeggen. Ze had me vast niet geloofd, en als dat wel het geval was geweest zou ze bang zijn geworden.' Ze keek naar de koffie in haar kopje. 'En ik wist niet hoe ik er gebruik van moest maken. Ik was er niet van overtuigd dat Jessica Cassie op de juiste manier aanpakte. We waren allemaal zo voorzichtig en lief...'

Hij keek haar nadenkend aan, maar hij zei niets.

'Cassie is geen zachtaardig kind. Ze is levendig, ze is sterk en ze is heel intelligent. En voor de gebeurtenissen in Vasaro was ze zeker geen kasplantje. Dat ze zich voor de wereld afsloot, paste helemaal niet bij haar karakter.'

'Shock.'

'Ja, maar ik heb zo'n flauw vermoeden dat het verraad van haar kindermeisje haar daarna eerder boos heeft gemaakt dan verdrietig.'

'Je klinkt alsof je haar heel goed kent.'

'Ik weet alleen wat Jessica van haar ouders heeft gehoord en wat me zelf is opgevallen.'

Hij glimlachte flauw. 'En misschien lijk je zelf ook heel veel op Cassie. Ik hoop het niet. Het heeft zes jaar gekost om jou van die zware psychische schok te genezen.'

'Maar ik heb een voordeel dat Jessica bij mij niet had. Ik weet op welk punt Cassie nu is.'

'Wat wil je daarmee zeggen?'

'Dat je, nadat de eerste schok verwerkt is, echt hard aangepakt moet worden om ervoor te zorgen dat je die wereld die je voor jezelf hebt gemaakt weer opgeeft. Jessica heeft dat bij mij nooit gedaan. In plaats daarvan gaf ze me liefde en vriendelijkheid. Dat had bij sommige kinderen misschien gewerkt, maar het duurde heel lang voordat ze erin slaagde om door te dringen tot zo'n eigenwijs kreng als ik was. En het houdt ook in dat ik weet dat Cassie niet echt een slachtoffer is,' voegde ze eraan toe. 'Dat was ze wel in het begin, maar nu zit ze alleen in die tunnel omdat ze dat wil. Ze heeft zichzelf gedwongen om daarnaar toe te gaan en het is veel gemakkelijk om daar te blijven zitten.'

'Gemakkelijker! En die nachtmerries dan?'

'Die heeft ze nodig om te rechtvaardigen dat ze in die tunnel blijft.'

Ze liet haar tong over haar lippen glijden. 'Vandaar dat ik haar die ga afpakken.'

'Hoe?'

'Ik heb haar al verteld dat ze geen nachtmerries meer heeft omdat de monsters buiten de tunnel staan te wachten tot ze naar buiten komt om het tegen hen op te nemen.'

Hij fronste.

'Ik weet wat je denkt. Ja, het was riskant en ja, het kan ook verkeerd uitpakken en tot gevolg hebben dat ze de rest van haar leven in die tunnel blijft zitten.' Haar hand begon te beven, maar ze onderdrukte dat door haar kopje op te tillen. 'Dat is mijn nachtmerrie.'

'Ik weet niet of ik dat risico had durven nemen.'

'Ze is een knokker. Van nature. Ze moet alleen gedwongen worden om het gevecht weer op te pakken.'

'Hoe kun je er zeker van zijn dat die nachtmerries niet terugkomen?'

'Daar ben ik niet zeker van. Ze kan zichzelf nog steeds dwingen om ze wel te krijgen. Maar ik hoop dat het idee dat ik heb geopperd wortel schiet. Ik zal er iedere keer als ik bij haar ben op door blijven hameren. En dan kunnen we alleen maar afwachten en kijken wat er gebeurt.' Ze zette haar kopje neer. 'Waarschijnlijk zal ze ontzettend haar best doen om mij in alle opzichten tegen te werken. Momenteel vindt ze me helemaal niet aardig.'

'En je zou je ook kunnen vergissen.'

'Ja, maar als ik het bij het rechte eind heb, krijg ik haar zover dat ze haar angst trotseert en weer terugkomt. Ik ben nu sterker dan zij en ik word iedere dag sterker. Ik zal haar aan haar kop blijven zeuren en alles wat ze bedenkt de grond in boren.'

'Wie men liefheeft, kastijdt men?'

'Ik hou echt van haar. Je weet niet half hoe sterk de band tussen ons is. Ze is bijna... mijn andere ik.' Ze sloot haar ogen. 'Ik weet dat ik hard ben, maar ik moet haar dwingen om terug te komen. Voor haar eigen bestwil en voor Jessica. Want ik heb nog een voordeel dat Jessica bij mij niet had, zie je. Ik ben tot alles bereid.' Ze opende haar ogen, waar inmiddels hete tranen in brandden. 'Want ik ben niet zo'n heilige als zij was, Travis.'

'Dat hoeft ook niet.' Hij bedekte haar hand op tafel met de zijne. 'Je doet het zelf ook prima.'

'Laten we het hopen.' Zijn hand voelde warm en troostend aan en ze stond zichzelf toe om even van dat gevoel te genieten voor ze haar hand terugtrok. 'Ik hoop dat ik niet overhaast te werk ga met Cassie, want ik wil haar gebruiken om Andreas zover te krijgen dat hij ons helpt met Deschamps.'

'Dat idee heb ik niet.'

'Maar we zijn er geen van beiden zeker van.' Ze schoof haar stoel achteruit. 'Ik ga even een eindje over het strand lopen voordat ik Cassie wakker maak en haar te eten geef.'

'Dat zal ik wel doen.'

Ze schudde haar hoofd. 'Dat is mijn taak.'

'Ik vind het niet erg om te helpen. Of kom ik er niet meer aan te pas?'

'Als het me echt is gelukt om van die nachtmerries af te komen, dan kom je er inderdaad niet meer aan te pas. Je zou juist blij moeten zijn dat je van die verantwoordelijkheid bent verlost.'

'Ik ben er niet van verlost. Het heeft alleen andere vormen aangenomen.' Hij trok een gezicht. 'En dat bevalt me eigenlijk helemaal niet. Ik blijf liever toeschouwer.'

'Dat was me al opgevallen. Misschien zit jij net zo goed als Cassie in een tunnel.'

Hij lachte. 'Misschien wel. Dat is een interessante gedachte. Zie je nog meer overeenkomsten tussen mij en dat kind?'

'O ja, hoor. Maar jij bent veel complexer. Het zou heel moeilijk zijn om...' Ze hield op en keek hem aan. Hij zat daar nog steeds te glimlachen, maar toch voelde ze instinctief iets van... ja, wat eigenlijk? Verdriet? Eenzaamheid? Ze wist het niet zeker, maar hij was opnieuw heel lief voor haar geweest. Ze wilde iets doen, ze wist alleen niet wat. 'Ik... ik vind het heel naar voor je dat je vriend is gestorven.' Het kwam er hakkelend uit. 'En het spijt me dat ik daar zo lelijk over deed. Aangezien je de meeste mensen op afstand probeert te houden, moet het je veel verdriet hebben gedaan dat je hem kwijt bent.'

'Ja, dat is zo.'

'Misschien wil je me later weleens wat meer over hem vertellen.'

'Misschien wel.'

Want nu was het verdriet nog te groot en hij was geen man die met zijn gevoelens te koop liep.

'Wist hij dat je van hem hield? Heb je hem dat verteld?'

'Nee, dat heb ik nooit tegen hem gezegd. Maar volgens mij wist hij dat wel.'

'Dan is het goed. Dat was een regel die ik mezelf heb opgelegd toen Jessica me terug had gebracht. Het leven is te kort om je gevoelens niet te uiten. Als mensen je liefde waard zijn, dan verdienen ze het ook dat je hun vertelt dat je van ze houdt.'

'Dat is een heel gevaarlijke filosofie.'

'Het is nog veel gevaarlijker om niet tegen mensen te zeggen dat je van hen houdt. Ik zou er mijn leven lang spijt van hebben gehad als Jessica niet had geweten dat ik...' Ze schraapte haar keel om van die rare heesheid af te komen en liep naar de deur. 'Ik blijf niet lang weg, ik wil alleen even uitwaaien. Een halfuurtje of zo...'

Ze liep heel snel over het strand, met een kaarsrechte rug en opgeheven hoofd. Ze ziet eruit als een soldaat die op weg is naar het strijdperk, dacht Travis.

Ze is een knokker.

Dat waren de woorden die ze gebruikt had om Cassie te beschrijven, maar die waren net zo goed van toepassing op Melissa. Een veteraan die zich opmaakte om Cassies monsters te bestrijden. Waarom stond hij haar hier in vredesnaam na te kijken? Eigenlijk nam ze zijn aandacht veel te veel in beslag, terwijl hij zich juist alleen bezig zou moeten houden met het opruimen van de puinhoop waarin hij verzeild was geraakt en met de jacht op Deschamps. Hij kon het niet eens afschuiven op begeerte, hoewel daar tussen hen beiden vanaf het eerste begin sprake van was geweest. Hoe kon je nu een vrouw begeren die tegelijkertijd het verlangen bij je opriep om haar te helpen en te beschermen? Vooruit, geef het nou maar toe, hij was een man en verdraaid nog aan toe, ja, hij wilde met haar naar bed. Dat zij verdriet had en dat hij verscheurd werd door medelijden maakte niets uit. Misschien omdat seks de minst gevaarlijke relatie was die hij met haar kon hebben. Elke andere verstandhouding zou zoveel van hem eisen dat zijn hele leven overhoop zou worden gegooid, en hij had al lang geleden besloten dat de weg die zij volgde niets voor hem was. En hij had er echt geen behoefte aan om de ridder uit te hangen die achter een jonkvrouw aanhobbelt om elke draak te verslaan die zich in haar buurt waagde. Hij had zijn eigen monsters die hij moest overwinnen en dat gevecht had niets met idealisme te maken. Het zou er smerig aan toe gaan, gepaard met een grote dosis hebzucht en geweld. En het werd hoog tijd dat hij eraan begon. Hij pakte zijn telefoon en toetste het nummer in van Stuart Thomas dat Galen hem had gegeven.

'Ik heb een spoor gevonden,' zei Galen toen Travis de volgende avond zijn telefoon opnam. 'De ouders van Danielle Claron, Philip en Marguerite Dumair, wonen nog steeds in het dorp waar ze is opgegroeid. Jeanne Beaujolis woonde een straat verder en ze was kind aan huis bij Danielles ouders toen ze nog klein was. Ze kwam zelfs nog regelmatig bij hen op bezoek toen ze al kindermeisje van Cassie was. Uit gesprekken met de buren heb ik begrepen dat ze nogal opschepte over haar mooie baan en een beetje uit de hoogte deed tegen de dorpelingen.'

'Ben je al bij de Dumairs geweest?'

'Nog niet. Ik heb de hele buurt uitgekamd om erachter te komen of iemand in het dorp misschien een vent heeft gezien die voldoet aan de beschrijving van Deschamps.'

'En?'

'Ik ben geen meter opgeschoten.'

'Ga dan met de Dumairs praten en laat je telefoonnummer achter. Als ze het zaakje niet vertrouwen, hoeven ze ons niet te vertellen waar hun dochter is. Ze moeten haar alleen de boodschap doorgeven dat we haar geld aanbieden en haar tegen Deschamps in bescherming zullen nemen als ze uit haar schuilplaats te voorschijn komt en ons alles vertelt wat ze over hem weet.'

'Hoeveel geld?'

'Het hoogste bedrag.'

'We zitten min of meer op zwart zaad, tenzij je de diamanten wilt gebruiken.'

'Als het nodig is, haal ik het wel van de Zwitserse bankrekening.'

'Met de kans dat je meteen daarna de cia op je nek krijgt?'

'Ik kan de diamanten niet gebruiken en ik heb Thomas ook al contant geld beloofd in ruil voor die diamant. Zou je hem alsjeblieft tienduizend uit je eigen middelen willen sturen?'

'Natuurlijk. Je weet dat ik mensen graag een plezier doe. Waarom?'

'Dat is veiliger dan mijn eigen rekeningen aan te spreken. Voor zover we weten, heeft Andreas nog niet door dat jij er ook bij betrokken bent.'

'Maar dat zal niet eeuwig duren.' Galen zuchtte. 'Danley moet zo langzamerhand toch ook op de hoogte zijn van mijn intelligentie en briljante vernuft. Iemand die zo volmaakt is, blijft niet onopgemerkt. Het is gewoon een kwestie van tijd voordat hij tot de conclusie komt dat ik de enige ben die heeft kunnen voorkomen dat hij je in zijn klauwen kreeg.'

'Dat is waar.'

'Dat zeg je alleen maar omdat je wilt dat ik Thomas dat geld stuur.'

'Ook dat klopt.'

'Heb je Karlstadt al gesproken?'

'Dat doe ik pas nadat jij die diamant van Thomas hebt opgepikt. Ik wil tegen Karlstadt kunnen zeggen dat ik die steen terug heb.'

'Desondanks kan hij toch besluiten je om zeep te laten helpen.'

'Niet zolang ik de rest van de diamanten nog in mijn bezit heb.'

'Met uitzondering van die waar de cia beslag op heeft gelegd.'

'Daar zal ik ook over moeten onderhandelen. Maar jij hoeft je nergens druk over te maken, je moet alleen met de Dumairs tot overeenstemming komen.'

'Dat lijkt me een stuk veiliger.' Het was even stil. 'Ik heb nog meer nieuws. Volgens mij sta ik op het punt te ontdekken waar Deschamps uithangt als hij in Parijs is.'

'Wat?'

'Je had toch tegen me gezegd dat ik mijn voelhoorns uit moest steken? Ik heb contact opgenomen met Pichot, die rond dezelfde tijd als Deschamps bij de Rode Brigade heeft gezeten. Hij zal me wel iets meer kunnen vertellen.'

'Voor veel geld?'

'Nee, hij is me nog het een en ander verschuldigd.'

'Wanneer weet je meer?'

'Dat kan nog wel even duren. Pichot wil er zeker van zijn dat Deschamps er niet achter komt dat de inlichtingen van hem afkomstig zijn.' Hij veranderde van onderwerp. 'Hoe gaat het met Melissa en Cassie?'

'Beter dan verwacht. Cassie heeft geen nachtmerries meer. Melissa denkt dat de kans groot is dat ze die ook niet meer krijgt.'

'En zij kan het weten. Onze Melissa is een tikje helderziend.'

'Waarom zeg je dat?'

'Jij mag die kleine afwijkingen van haar dan heel gewoon vinden, maar mijn moeder heeft me geleerd om altijd goed uit te kijken voor dingen die je koude rillingen bezorgen.'

'Je hebt je moeder nooit gekend.'

'Jij weet altijd hoe je een mooi verhaal moet verpesten.' Hij zweeg even. 'Melissa... begrijpt te veel, Travis.'

'Er zijn mensen die hetzelfde van jou zeggen.'

'Maar ik bezorg mensen geen koude rillingen.'

'En als je dat wel doet, hebben ze niet eens in de gaten dat jij de oorzaak bent.'

Hij grinnikte. 'Is het je weleens opgevallen dat je altijd voor haar in de bres springt? Misschien heeft ze je wel gewoon ouderwets behekst.'

'Doe niet zo idioot.'

Het gegrinnik maakte plaats voor een uitbundige lach. 'Ik wou je daar alleen maar even op wijzen. Ik val haar niet aan. Ik mag haar heel graag. Dat kan toch niet anders? Afgezien van die paar kleine afwijkingen lijkt ze precies op mij. Doe haar maar de groeten. Ik spreek je nog wel, Travis.'

'Bel me als je met de Dumairs hebt gesproken.' Hij verbrak de verbinding.

'Ben je zover?' Galen stopte de telefoon in zijn zak na zijn gesprek met Travis. 'Dan gaan we nu op weg, Pichot.'

'Je hebt tegen hem gelogen.'

'Mijn moeder heeft me nooit geleerd dat ik altijd alles met anderen moet delen.' Hij liep naar de auto. 'Cardeau was een van mijn jongens en Deschamps heeft hem vermoord.' Hij glimlachte. 'En trouwens, ik ben hier veel beter in dan Travis. Dit is een van mijn specialiteiten.'

'Dat weet ik.' Pichot trok een gezicht. 'Daar reken ik ook op. Ik wil het er graag levend vanaf brengen.'

'Maak je maar geen zorgen.' Galen startte de auto. 'Goed, waar is dat huis?'

'Rue Lestape nummer 15.'

'Had je daar Galen aan de telefoon?' Travis draaide zich om en zag Melissa een metertje verderop staan. Haar haar zat in de war en ze had een donkerblauw Sorbonne-nachthemd aan.

'Ja.'

'Heeft hij Danielle Claron gevonden?'

Hij schudde zijn hoofd. 'Hij probeert haar ouders over te halen om haar een boodschap door te geven, als ze tenminste weten waar ze zit. Ze wonen in St. Ives, een dorpje in de buurt van Lyon, vlak bij de boerderij van Henri Claron.'

'Zouden ze dat dan weten?'

'We klampen ons toch allemaal aan onze ouders vast? Het is heel natuurlijk om bij je vader en moeder bescherming te zoeken. Sommige mensen beweren dat we in ons leven nooit een sterkere band zullen hebben.' Hij keek naar de slaapkamer achter haar. 'Cassie?'

'Alles in orde.' Ze wreef over haar nek. 'Zo koppig als wat. Het is verrekt moeilijk om bij haar te komen en nog moeilijker om haar zover te krijgen dat ze luistert. Ik moet mezelf echt schrap zetten en constant blijven praten.'

'Waar praat je dan over?'

'De buitenwereld. Over haar vader en moeder. De Winddanser.'

Ze ging in een stoel zitten en trok een van haar benen onder zich.

'Over jou.'

'Over mij?'

'Jij bent de brug tussen de tunnel en de buitenwereld.' Ze trok een gezicht. 'Ze vertrouwt je nog steeds. Momenteel ben ik de vijand.'

'Wil ze je niet begrijpen?'

'Ze is pas zeven. Ik zou net zo eigenwijs zijn geweest als Jessica dezelfde tactiek had toegepast.'

'En je bent er nog steeds van overtuigd dat het de juiste aanpak is?'

'Dat moet wel, anders weet ik echt niet meer wat ik moet doen. Er moet binnenkort een doorbraak komen.' Ze liet haar hoofd tegen de rugleuning van de stoel zakken. 'Ik ben net zo ongeduldig als jij. Ik kan ook niet wachten tot ze weer beter is.'

'Ik heb nooit gezegd dat ik ongeduldig was.'

'Dat hoeft ook niet. Dat kan ik vóélen.'

Hij lachte. 'Ik ben blij dat Galen er niet is. Hij had het over het feit dat jij een tikje helderziend was.'

'O ja? Ik dacht wel dat hij het in de gaten had toen ik een keer mijn mond voorbijpraatte. Hij vindthet niet leuk als iemand hem een beetje te goed begrijpt.'

'Hoezo heb je je mond voorbijgepraat?'

Ze schokte niet op haar gemak met haar schouders. 'Af en toe weet ik... dingen.'

'Telepathie?'

'Goeie genade, nee. Als ik met zo'n molensteen om mijn nek liep, zou ik de neiging krijgen om in de rivier te springen.'

'En Cassie dan?'

'Dat is anders. Alles is anders, waar het Cassie betreft. Meestal is het... af en toe pik ik gewoon bepaalde dingen op.'

'En nu heb je opgepikt dat ik ongeduldig ben.'

Ze ging even verzitten in de stoel. 'Dat kun je moeilijk verbergen. Je hebt het volste recht om ongeduldig zijn. Je wilt van ons af, zodat...'

'Je hebt gelijk, ik wil van je af.' Hij haalde even diep adem. 'En wel meteen. Ga weer bed, Melissa.'

'Over een paar minuten.'

'Nu.'

'Volgens mij kunnen we dit beter uitpraten. Er hangt te veel...'

Ze hield plotseling haar adem in toen hun blikken elkaar kruisten. 'Travis?'

'Nu heb je niet echt een bijzondere gave nodig om mijn gedachten te lezen, hè?'

'Nee.'

'Maak dan dat je weer in bed komt en geef me de kans om aan iets anders te denken dan aan die verrukkelijke lange benen en wat ertussen zit.'

Ze kwam langzaam overeind uit de stoel. 'Ik kan niet... Dit is niet het goede moment, Travis.'

'Dat weet ik.' Hij probeerde de ergernis in zijn stem te onderdrukken. 'Zo stom ben ik echt niet. Maar we weten allebei dat dit vanaf het eerste begin heeft meegespeeld.' Hij trok een gezicht.

'En mijn verstand mag me dan bepaalde dingen ingeven, maar mijn lichaam schijnt een rouwproces geen geldige reden te vinden om aan een winterslaap te beginnen. Dat is alleen geïnteresseerd in de voortplanting van het menselijk ras. Dus wil je alsjeblieft maken dat je wegkomt?'

'Ik ga al.' Maar ze bleef nog steeds staan. 'Dat wil niet zeggen dat ik...'

'Ik weet het. Dit is het verkeerde moment.' Hij pakte het boek dat op tafel lag. 'En waarschijnlijk ook de verkeerde man. We zouden hartstikke veel plezier met elkaar kunnen hebben, maar ik kan me niet voorstellen dat jij trek hebt in een scharreltje. Je hebt te veel van Jessica weg.'

'Ik lijk helemaal niet op Jessica.' Haar tong gleed over haar lippen. 'Maar je hebt gelijk, ik moet niets hebben van vluchtige avontuurtjes. Tegenwoordig wil ik weten wat ik aan de mensen heb.'

'In dit geval weet je dat ook. Vanaf het moment dat we elkaar leerden kennen heb je dwars door me heen gekeken. En wat je zag, beviel je doorgaans totaal niet.'

'Dat is niet waar. Maar de hele toestand was al zo ingewikkeld en jij maakte het nog erger. Ik moest wel...' Ze liep naar de deur.

'Welterusten, Travis.'

Ze was weg.

Hij ook met zijn grote mond. Verdomme, hij had zijn bek moeten houden. Maar verdraaid, ze zaten bijna op elkaars lip en hij was nooit het type geweest om in stilte te lijden. Door sympathie te tonen en zich als haar broer te gedragen deed hij al genoeg zijn best. Zij kon ook haar steentje bijdragen. Nu ze het wist, zou ze wel uitkijken. Want dat wilde hij toch?

Vergeet het maar.

Wat hij wilde, was dat ze bij hem op schoot kroop, die lange benen om hem heen sloeg en geluidjes maakte die... Hij moest Melissa uit zijn hoofd zetten. En dat verdomde boek gaan lezen. Of plannen maken waardoor er een eind kwam aan deze toestand.

En niet meer aan haar denken.

Ze moest niet aan hem denken.

Mijn god, ze was op de vlucht geslagen. Niet te geloven. Nadat Jessica haar had teruggehaald, had ze gezworen dat ze nooit meer voor iets weg zou lopen. Maar ze was er als een schoolmeisje vandoor gegaan. Waarom? Ze was toch echt geen blozende maagd meer. Ze had vol enthousiasme met seks geëxperimenteerd. Seks was vreugde en genot en ze vond het heerlijk. Ze vergeleek het altijd met dat euforische gevoel dat je kreeg als je je flink had uitgesloofd in de fitness.

Maar we weten allebei dat dit vanaf het eerste begin heeft meegespeeld.

Vanaf de dag dat ze hem op Juniper had zien hardlopen. Ze had grapjes gemaakt tegen Jessica over hun sexy buurman, maar die waren toch half gemeend. Als ze niet zo bang was geweest dat ze weer zou gaan dromen, was ze misschien wel om een andere reden bij Travis op bezoek gegaan. Ze had die tinteling zelf ook gevoeld, maar ze wenste er toen geen aandacht aan te schenken. En dat moest ze nu ook niet doen.

Maar dat kon niet, want ze had zichzelf bezworen dat ze voortaan elke vorm van angst onder ogen zou zien. En toch was ze voor Travis weggelopen.

Omdat ze vond dat het ongepast zou zijn als ze tijdens haar rouwproces voor Jessica met Travis naar bed zou gaan? Nee, want het leven ging door en Jessica zou nooit hebben gewild dat ze zich uit fatsoensoverwegingen ook maar één minuut van geluk zou ontzeggen.

Een scharreltje.

Dat was het natuurlijk. Ze was bang dat ze misschien meer zou willen dan een vluchtig avontuurtje. Ze voelde zich in te veel opzichten tot Travis aangetrokken. Er was inmiddels een veel te sterke band tussen hen ontstaan en ze had hem van een andere kant leren kennen. Hij had gelijk: af en toe kon ze dwars door hem heen kijken en wat ze dan zag, was niet wat hij dacht. Ze had humor, geduld en medeleven gezien achter die koele, analytische fa?ade waarachter hij zich verschool. Hij had iets dat haar... ontroerde. Die gedachte bezorgde haar weer een rilling van paniek. Ze was op het ogenblik veel te kwetsbaar en ze had al meer dan genoeg hindernissen die ze moest omzeilen. Ze had echt geen zin om over die schutting te klimmen die hij gebruikte om mensen op afstand te houden.

Dus voortaan bleef ze gewoon bij hem uit de buurt.