8
'Karlstadt zegt dat hij bereid is je twintig miljoen te geven,' zei Jan van Beek. 'En geen dollar meer.'
'Als hij tot twintig wil gaan, gaat hij ook tot vijfentwintig. Hou maar gewoon vol.'
'Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Karlstadt is geen doetje.'
'Dan moet je maar wat meer moeite doen om je dertig procent te verdienen.'
'Zijn mensen zouden er geen been in zien om me mee te nemen naar een stil plekje en te proberen jouw verblijfplaats uit me los te krijgen.'
'Wat een mazzel dat je niet weet waar ik zit, hè?'
'Mazzel voor jou.'
'Wat ben je van Henri Claron te weten gekomen?'
'Niets definitiefs. Ik ben hem nog steeds aan het bewerken.'
'Dus hij weet wel iets?'
'O ja. Henri is geen goeie acteur en hij is heel bang. Bijna net zo bang als zijn vrouw. Aan haar gezicht te zien scheen ze te denken dat ik Henri zat te martelen.'
'Als hij zo zenuwachtig is, snap ik niet waarom ze hem niet uit de weg hebben geruimd.'
'Misschien heeft hij zich op de een of andere manier ingedekt.'
Hij veranderde van onderwerp. 'Karlstadt begint knap zenuwachtig te worden. Hij heeft iets over de Russen gehoord en hij denkt dat je misschien ook met hen onderhandelt.'
'Het kan geen kwaad dat hij zich zorgen maakt.'
'Ja, dat kan het wel, vooral als ik daar het slachtoffer van word.'
'Ik beloof je dat ik je niet in de steek zal laten.'
'Als hij tot vijfentwintig miljoen wil gaan, kun je er maar beter voor zorgen dat dit zaakje snel afgerond wordt.'
'Dan moet je meer druk op Henri Claron uitoefenen.'
'Houdt het een dan verband met het ander?'
'In alle opzichten. Maar dat moet eerst bewezen worden voor ik terugkom naar Amsterdam. Kom op, Jan, dat krijg je best voor elkaar.'
'Ik heb al genoeg te stellen met Karlstadt. Ik heb gewoon niet genoeg tijd. Misschien kan ik iemand anders vinden die Henri de duimschroeven kan aanleggen.' Hij zuchtte. 'Ik zal mijn best doen, Michael.'
'Er is nog iets. Kun je iets meer te weten komen over de Winddanser?'
'Wat? Ik ga je niét helpen dat standbeeld te stelen, Michael.'
'Ik wil het helemaal niet stelen. Ik wil alleen weten welke veiligheidsmaatregelen ervoor genomen zijn en of het binnenkort misschien ergens anders tentoongesteld zal worden.'
'Dat klinkt me allemaal heel verdacht in de oren. Vergeet het maar. Ik heb meer dan genoeg te doen.'
'Nou ja, dan wachten we daar maar even mee.' Travis stopte zijn telefoon weer weg en ging bij het raam staan. Karlstadt was niet de enige die nerveus begon te worden. Hij had nog nooit meegemaakt dat Jan zich zoveel zorgen maakte en de Nederlander was niet iemand die zonder reden over zijn toeren raakte. Misschien had hij niet over de Winddanser moeten beginnen. Maar omdat hij Cassie aan de voet van het standbeeld had aangetroffen, was hij plotseling op het idee gekomen dat het de moeite waard kon zijn om ook in die richting te gaan zoeken. Normaal gesproken zou Jan nauwelijks bezwaar hebben gemaakt, maar nu had hij die opdracht kortaf geweigerd. Het was duidelijk dat hij bijzonder bezorgd was. Maar ze hadden nog tijd genoeg. Zolang er nog onderhandeld werd, zou Jan niets overkomen. Karlstadt zou pas gevaarlijk worden als de deal rond was. Als het zover was, zou Travis razendsnel moeten reageren, om te voorkomen dat Karlstadt het idee kreeg dat hij bij de neus was genomen.
Vanavond brandde er geen licht in Cassies kamer. Hij was deze week al drie keer bij haar geweest. Inmiddels had Jessica zich aangewend om meteen te bellen als de aanvallen begonnen en de laatste keer was het hun gelukt om er binnen een kwartier een eind aan te maken.
Wat zou er met Cassie Andreas gebeuren als hij weg was?
En hoe moest hij hier in vredesnaam wegkomen als hij er niet in slaagde om Henri Claron die inlichtingen over Vasaro te ontfutselen? Anders zou Andreas er niet over piekeren om hem te laten gaan. Hij had bepaalde plannen gemaakt voordat hij hier was gekomen, het werd tijd om die wat beter uit te werken. En Cassie?
Hij wilde niet weg voordat hij zeker wist dat het kind veilig was. Maar wat zou hij doen als hij echt voor de keus werd gesteld?
Zover hoefde het niet te komen. Hij moest gewoon een manier zien te vinden om het kind weer normaal te krijgen, dan was dat probleem uit de wereld. Misschien zou Andreas dan wel zo dankbaar zijn dat hij zijn pogingen op zou geven om uit te vinden wie achter de overval op Vasaro zat. Dat zou de allerbeste oplossing zijn als...
De telefoon rinkelde.
'Je moet meteen komen,' zei Jessica gespannen. 'Het is weer begonnen.'
Hij wierp een blik op het huis. Hij was zo in gedachten geweest, dat hij niet eens had gezien dat het licht in de slaapkamer aan was gegaan. 'Ik kom eraan.'
'Blijf,' smeekte Cassie. 'De monsters blijven toch niet lang meer, Melissa.'
'Ze zouden helemaal niet komen opdagen als jij terugging en Jessica de kans gaf om je te helpen.'
'Ik ben bang. Het is hier veel fijner.'
'Nee, dat is niet waar. Buiten is het heerlijk. Weet je nog wel? Ik kan je zoveel fantastische dingen laten zien.'
'Bang. Hier is het ook mooi. Ik zal je iets laten zien... alleen kan ik het niet vinden.'
'Wat kun je niet vinden?'
Cassies opwinding nam toe. 'Ik kan het niet vinden. Het moet hier ergens zijn, maar ik weet niet waar.'
'Wat?'
'Het had hier ook moeten zijn.'
Melissa was bang dat ze Cassie weer een nachtmerrie zou bezorgen als ze aandrong. Kon ze zich weer bij het kind binnendringen om erachter te komen waar ze aan dacht? Dat was heel riskant. De laatste paar keer had het haar niet zoveel moeite gekost om zich van haar los te rukken, maar ze wist niet wat er zou gebeuren als ze Cassie haar zin gaf.
Ach barst.
Behoedzaam kroop ze naar haar toe, steeds dichterbij. Ze voelde Cassies opwinding in golven over haar heen slaan. Nog dichterbij.
Ik moet het vinden.
Wat moet je vinden?
Een gedachte laaide op als een vlam en likte langs Melissa. O god.
'Nee!' In paniek rukte ze zich los en tolde de duisternis in. Maak dat je wegkomt. Weg. Weg.
'Kom terug! Zo alleen...'
Melissa had het gevoel dat haar hart uit haar borst zou springen. Word wakker. Zorg dat je jezelf weer in de hand krijgt. Jessica en Travis konden ieder moment binnenkomen om te vragen of ze hun iets bijzonders over deze aanval kon vertellen. Liegen. Ze moest liegen. Ze kon niets over die verschrikking zeggen. Ze moest diep ademhalen en proberen weer tot rust te komen. Ze zou hun vertellen hoe goed alles was gegaan. Dat de band tussen Cassie en haar steeds sterker werd, ook al waren ze niet bij elkaar. Dat ze goede hoop had dat ze Cassie zou kunnen overhalen om terug te komen. Als ze dat hoorden, zouden ze zo blij zijn dat ze haar angst misschien zouden aanzien voor haar gebruikelijke vermoeidheid.
En anders zou ze moeten liegen.
Travis stond de volgende middag om vier uur voor de deur van het landhuis. 'We moeten praten,' zei hij tegen Jessica. 'Waar is Melissa?'
'Die zit op haar kamer te studeren. Wat is er aan de hand?'
'We verspillen tijd. We moeten een manier vinden om Cassie weer gezond te maken.'
'Waar zijn we volgens jou dan mee bezig?'
'Maar het gaat niet snel genoeg.' Hij liep naar de trap en brulde:
'Melissa!'
'Weet je wel hoe weinig kans ze heeft gehad om te studeren sinds ze hier is?'
'Ze is intelligent genoeg om dat later in te halen. Verrek, ze is slim genoeg om ons allemaal voor gek te zetten.' Hij liep naar boven. 'Ze heeft me niet gehoord. Ik vergat hoe dik die eiken deuren zijn. Kom op, dan gaan we naar haar toe.'
'En wat gaan we dan doen?' Ze liep achter hem aan. 'We boeken vooruitgang. Je hebt zelf gehoord wat Mellie gisteravond zei.'
'Ja, ze liep echt over van enthousiasme.' Hij klopte op de deur van de blauwe kamer. 'Zie je nou hoe beleefd ik ben?'
Melissa deed de deur open. 'Ik zit te studeren.'
'Dat kan straks ook.' Hij liep naar binnen en ging in een stoel zitten. 'Je hebt me verteld dat Andreas Cassie allerlei spullen heeft meegegeven. Wil je die even ophalen, Jessica?'
'Ik sta ervan te kijken dat je dat als een verzoek weet in te kleden. Maar je vergat wel alsjeblieft te zeggen.' Jessica liep de kamer uit.
'Jessica vindt het niet leuk om gecommandeerd te worden.' Melissa ging op het bed zitten en sloeg haar benen over elkaar. 'Je mag van geluk spreken dat ze doet wat je zegt. Wat ben je van plan, Travis?'
'Cassie. We moeten het geval eens grondig doorpraten. Het gaat allemaal veel te langzaam.'
Ze keek hem strak aan. 'Wat is er aan de hand?'
'Wil jij dan niet dat Cassie zo gauw mogelijk beter wordt?'
'Wat is er aan de hand?'
Hij glimlachte. 'Laten we het er maar op houden dat ik geen jaren kan wachten tot Cassie weer bij ons terugkomt en jij hebt tegen me gezegd dat ik pas weg mocht als ze weer beter was.'
'Je houdt iets achter.'
'Datzelfde geldt voor jou. Dat was gisteravond maar al te duidelijk.'
Ze verstijfde. 'Jessica heeft niets gemerkt.'
'Omdat ze je wil geloven. Wil je er met mij over praten?'
Ze gaf geen antwoord.
'Dan moet je ook ophouden mij het hemd van het lijf te vragen, Melissa.'
'Hier is alles.' Jessica kwam weer binnen met vier fotoalbums en een paar aantekenboekjes. 'Maar ik heb al die dingen al grondig bestudeerd.'
'Dan hoeven we niet in herhaling te vallen.' Hij bladerde door een van de albums. 'Vertel eens wat je met deze dingen hebt gedaan.'
'Niet veel. Ik heb bepaalde foto's uitgezocht die ik haar heb laten zien om te kijken hoe ze daarop reageerde.'
'Met welk resultaat?'
'Geen enkel bij haar familieleden. Maar bij een van de foto's...'
Ze bladerde verder tot ze de foto vond. 'Cassie en het standbeeld van de Winddanser. Ik dacht dat die een soort... trilling veroorzaakte.'
'Ik heb haar in Vasaro bij de Winddanser aangetroffen. Is dat de enige foto die ze herkende?'
'Dat weet ik niet. Het is de enige waarbij ik instinctief het gevoel kreeg...' Ze haalde hulpeloos haar schouders op. 'Het is moeilijk uit te leggen.'
'Dan is het best mogelijk dat je je hebt vergist,' zei Melissa. 'Wie weet nu wat Cassie precies voelt? Was er sprake van spierspanning of een veranderde gezichtsuitdrukking?'
'Zoiets. Heel licht. Maar het was niet meer dan... een indruk.'
'Dus de kans bestaat dat je het mis had.' Ze stak haar hand uit en sloeg de bladzijde om. 'Welke foto's heb je haar nog meer laten zien?'
Travis bladerde weer terug. 'Laten we nog even bij de Winddanser blijven, goed?'
Melissa kneep haar lippen op elkaar. 'Waarom? Het is maar een standbeeld.'
'Maar wel een schitterend kunstwerk. Het wordt beschouwd als een van de meest waardevolle voorwerpen ter wereld. De familie Andreas beweert dat er historische aanwijzingen zijn waaruit blijkt dat het standbeeld in handen was van Alexander de Grote tijdens zijn eerste veldtocht in Perzië, dat het later in het bezit was van Karei de Grote en dat het in de loop der tijden aan een aantal beroemde historische personen heeft toebehoord. Er zijn legenden die verhalen dat mannen en naties hun opkomst en ondergang te danken hadden aan het feit dat het standbeeld ter plekke was.'
'Belachelijk.'
'Dat zijn de meeste legenden.' Hij lachte. 'Maar dat voorkomt niet dat de meeste mensen ze heel boeiend vinden en ik weet zeker dat al die verhalen de waarde van het standbeeld nog fors opgedreven hebben. Onze cultuur is dol op sprookjes.'
'Ik niet. Wat wil je nu eigenlijk zeggen?'
'Ik weet niet of ik echt iets specifieks te zeggen heb. Ik weet alleen dat Cassie die avond vanuit haar slaapkamer rechtstreeks naar de Winddanser moet zijn gehold.'
'Wat een onzin.' Melissa stond op van het bed. 'Iedereen weet dat ze naar haar kindermeisje is gerend om bescherming te zoeken.' Ze sloeg haar armen over elkaar en wierp hem een boze blik toe. 'Je moet wel heel stom zijn om ervan uit te gaan dat ze op een dergelijk moment naar een levenloos voorwerp zou rennen.'
'Dat zou ik niet durven zeggen.' Jessica fronste. 'Haar vader heeft gezegd dat ze er echt stapelgek op was. Ze verzon altijd allerlei verhalen over dat standbeeld en speelde vaak in de bibliotheek waar hij het had staan.'
'Het is wel stom,' zei Melissa fel. 'Het standbeeld heeft hier helemaal niets mee te maken.'
'Hoe weet je dat?' Travis keek haar onderzoekend aan. 'Heeft ze je bij een van jullie onderonsjes tijdens die nachtmerries in vertrouwen genomen?'
'Het is gewoon een kwestie van logisch nadenken. Jullie schijnen geen van tweeën te begrijpen hoe belangrijk...' Ze liep met grote passen naar de badkamer. 'Excuseer me alsjeblieft.'
Jessica knipperde met haar ogen toen de deur achter Melissa dichtsloeg.
'Nou, je kunt in ieder geval niet zeggen dat mijn zuster er geen uitgesproken mening op na houdt.'
'Heb je het weleens met haar over de Winddanser gehad?'
'Alleen maar tussen neus en lippen door. Ik heb haar natuurlijk precies verteld onder welke omstandigheden Cassie die psychische schok heeft opgelopen.' Ze schudde haar hoofd. 'Ik weet zeker dat het niet haar bedoeling was om zo uit te vallen. Ze heeft de laatste tijd behoorlijk onder druk gestaan en ze vond het niet prettig dat ze bij haar studie gestoord werd.'
'Ik 'voel me heus niet gekwetst.' Hij leunde achterover. 'Heb je weleens overwogen om terug te gaan naar Vasaro en Cassie weer met de omstandigheden daar te confronteren?'
'Alleen als het niet anders kan. Dat zou veel te traumatisch zijn. Het zou kunnen dat het middel in dat geval erger is dan de kwaal.'
'Maar je hebt er dus wel over nagedacht?'
'Ik heb alle mogelijke maatregelen overwogen. Maar ook al zou ik Cassie mee willen nemen naar Vasaro, dan weigert haar vader toch pertinent daar toestemming voor te geven.'
'O, dat zou een probleem zijn.' Hij zat even na te denken. 'En hoe zit het met de Winddanser? Dat beeld speelde ook een rol.'
'Andreas heeft het uitgeleend aan het Musée d'Andreas in Parijs.'
'Ik probeer na te gaan of het standbeeld binnenkort misschien ergens anders naar toe wordt gestuurd.'
'O ja?' Ze keek hem verbaasd aan. 'Dan denk jij dus dat er een verband bestaat.'
'Ik weet het niet. Ik grijp me aan elke strohalm vast, maar als we haar mee zouden kunnen nemen naar Parijs en regelen dat ze...'
'De president zal nooit toestemming geven dat ze ergens naar toe gaat voordat de mensen die de overval op Vasaro hebben gepleegd zijn opgepakt.' Ze keek hem veelbetekenend aan. 'Daar moet jij toch voor zorgen?'
'Ik doe m'n uiterste best.' Hij glimlachte toen hij bedacht dat Melissa dat zinnetje ook had gebruikt. 'Misschien kunnen we Melissa vragen om het onderwerp van de Winddanser aan te snijden als Cassie weer een aanval krijgt.'
'Na die reactie van haar?'
'Jij moet haar maar zien over te halen.' Hij stond op. 'De tijd dringt. Als we niet snel een doorbraak forceren, kunnen we weleens gedwongen worden tot het nemen van radicale maatregelen.'
'Radicale maatregelen? Maar het gaat juist heel goed. Ik wil het een beetje rustig aan doen.'
Hij wierp haar een ernstige blik toe. 'Zet de sokken erin, Jessica.'
Ze moest overgeven.
Nee, daar hoefde ze niet aan toe te geven, hield Melissa zichzelf voor. Het was immers niet de eerste keer dat haar dit overkwam. Ze moest er niet denken en gewoon haar gang gaan. Ze boog zich over de wasbak en plensde koud water over haar gezicht. Maar eigenlijk was haar dit nog nooit overkomen. Niet op deze manier. Dromen waren dromen. Dit was de werkelijkheid. Die verdomde vent. Ze had kunnen weten dat Travis net zo lang zou wroeten tot hij een aanknopingspunt had gevonden. Maar hij zou er niets mee opschieten. Ze zou hem tegenhouden en dan bleef het hier gewoon bij.
Ogen van smaragd die baar aanstaarden...
Lieve heer...
Ze holde naar de wc en gaf over.
'Wat ben je bleek.' Jessica fronste bezorgd toen ze naar Melissa keek die de trap af kwam. 'Voel je je wel goed?'
'Ik voel me prima.' Melissa glimlachte. 'Ik zal wel te diep met mijn neus in de boeken hebben gezeten. Ik zit al de hele dag in die kamer opgesloten. Als je medelijden met me hebt, schenk dan een glaasje fris voor ons in en kom gezellig bij me op de veranda zitten. Ik moet een frisse neus halen voordat ik weer ga zitten blokken.'
'Daar heb ik zelf ook wel zin in.' Ze liep naar de keuken. 'Ga maar vast naar buiten. Ik kom zo bij je.'
Melissa ging op de schommelbank zitten en zette hem langzaam in beweging. Het was een warme, drukkende avond en in de vijver achter het huis hoorde ze de kikkers kwaken. Zomergeluiden. Levende geluiden. Heerlijk...
'Zit je te dagdromen?' Jessica overhandigde haar een glas en ging naast haar zitten. 'Je ziet er een stuk beter uit.'
Melissa lachte. 'Ik weet niet of dat wel een compliment is. Het is hier knap donker.'
'Maar de maan schijnt.'
Melissa keek omhoog. 'Ja, dat is waar.'
Stilte.
'Mellie, waarom heb je vanmiddag eigenlijk je geduld verloren?' vroeg Jessica aarzelend.
'Ik vroeg me al af wanneer die vraag zou komen. Ik heb je aan het schrikken gemaakt, hè? Je vond dat ik me onredelijk gedroeg en gezien het feit dat je nog steeds niet zeker weet of ik wel echt zo evenwichtig ben, was...'
'Dat is niet waar. Ik weet heel goed dat er niets mis is met je. Ik vroeg me alleen af waarom je zo overstuur raakte.'
'Je zult Travis wel allerlei verklaringen aan de hand hebben gedaan voor mijn plotselinge inzinking.'
'Ja, natuurlijk. En sommige daarvan waren misschien nog terecht ook.' Ze nam een slokje limonade. 'We hebben nooit geheimen voor elkaar gehad. Vertel het me nou maar, Mellie.'
Dat was niet waar. Sinds ze terug was van die andere plek had ze een groot aantal geheimen voor Jessica gehad, maar ze was blij dat Jessica zich nooit bewust was geworden van dat gebrek aan vertrouwen. 'Je zou me toch niet geloven als ik je vertelde dat ik in feite...' Ze schudde haar hoofd. 'Goed, ik wil niet dat Travis te veel belangstelling krijgt voor de Winddanser.'
'Waarom niet?'
'Hij is net een stoomwals. Als hij eenmaal zijn zinnen ergens op heeft gezet, is hij niet meer te houden.'
'Dat is niet per definitie een slechte eigenschap.'
'Soms wel. Soms sleep je daardoor mensen mee in situaties die ze niet aan kunnen. Dan is er maar één zetje nodig om de bal aan het rollen te brengen.'
'Maar wat heeft dat met de Winddanser te maken?'
'Dat is waar Cassie in die tunnel naar op zoek is.'
Jessica verstarde. 'Weet je dat zeker?'
'Nou en of.'
'Maar het is toch mooi dat we dat weten? Daar kunnen we op voortbouwen. Misschien was het idee van Travis om de Winddanser te gebruiken zo gek nog niet. Als we een manier kunnen bedenken om...'
'Nee.' Melissa probeerde de scherpe toon uit haar stem te weren.
'Je begrijpt het niet. Het is geen... het is een akelig... gevoel. Door daarop in te haken zou je Cassie kwaad kunnen doen.'
'Is ze er bang voor?'
Ze gaf geen rechtstreeks antwoord op die vraag. 'Je moet je niet in dat mierennest steken.'
'Ik weet dat je je zorgen maakt over Cassie, maar je begrijpt niet alle psychologische gevolgen die haar toestand met zich meebrengt. Je zult erop moeten vertrouwen dat ik daar een oplossing voor vind.'
'Vergeet dat standbeeld.'
'Als het iets is waarmee Cassie geholpen kan worden, mag ik dat niet vergeten. En jij ook niet, Mellie. Je moet meewerken.'
'Maar als ik je iets over Cassies nachtmerries vertel, geloof je me maar half.'
'Nou ja, met dat soort dingen heb ik toch nog wat moeite. Maar ik geloof je wel als je zegt dat Cassie op zoek is naar de Winddanser, want toen ik haar die foto liet zien heeft ze...'
'Je hebt me zelf verteld dat je niet echt een reactie hebt gezien.'
Ze glimlachte spottend. 'Wou je beweren dat je net zo'n griezel bent als ik?'
'Dat is niet eerlijk. Ik heb jou nooit een griezel genoemd.' Ze zweeg even. 'De Winddanser is ons enige aanknopingspunt. Daar moeten we op doorgaan, Mellie. Je moet me beloven dat je Cassie niet tegen zult houden als ze over dat onderwerp begint.'
Melissa zei niets.
'Alsjeblieft.' Jessica slaakte een zucht. 'We moeten Cassie helpen en ik weet gewoon niet welke kant ik op moet.'
Ach, wat maakte het ook uit, dacht Melissa vermoeid. De sneeuwbal was al aan het rollen gebracht en die kon ze niet meer tegenhouden door net te doen alsof ze niets zag. 'Ik zal haar niet aanmoedigen, maar ik zal me er ook niet tegen verzetten. Is dat genoeg?'
'Dat is genoeg.' Jessica boog zich naar haar toe en drukte een kus op haar wang. 'Dank je wel.' Ze stond op. 'Nu ga ik nog even naar Cassie kijken en dan naar bed. Ga je mee naar binnen?'
'Ik kom zo.'
'Blijf niet te lang studeren.'
'Nee hoor.' Ze leunde achterover op de schommelbank. 'Slaap maar lekker.'
'Laten we hopen dat dat voor ons allemaal geldt.' Jessica liep naar binnen.
Het gesprek was op een volslagen fiasco uitgelopen, dacht Melissa wanhopig. Ze had gegokt dat Jessica onmiddellijk bakzeil zou halen als ze er maar op zinspeelde dat de Winddanser Cassie misschien in gevaar kon brengen. Maar ze had geen rekening gehouden met het dwangmatige verlangen van Jessica om Cassie terug te halen. Als Melissa het onderwerp gewoon had laten rusten, zou Jessica's belangstelling misschien niet eens zijn gewekt. Of was het gewoon het noodlot?
Het noodlot kon barsten. Dat was een defaitistische gedachte. Travis zou zijn lot nooit van het toeval laten afhangen. Hij was al op zoek naar een manier om van twee walletjes te eten. En omdat Melissa zo'n stomme streek had uitgehaald, bestond de kans dat Jessica nu zijn partij zou kiezen. In haar hart zou Jessica Melissa altijd blijven zien als het afhankelijke kind dat ze al die jaren was geweest. Er brandde licht in het portiershuis. Vaak bleef het de hele nacht aan. Het was haar de afgelopen paar dagen opgevallen dat Travis zelden meer dan vier uur per nacht sliep en dat hij ontzettend veel las. Zat hij nu die stapel boeken door te spitten die gistermiddag bij hem afgeleverd was? Een onverzadigbare nieuwsgierigheid en een onlesbare dorst naar kennis konden bij een vijand gevaarlijke eigenschappen zijn.
Het was de eerste keer dat ze bereid was te erkennen dat Travis een tegenstander zou kunnen worden. Ze was voor hem op haar hoede geweest, maar ze had niet het idee gehad dat hij haar boven het hoofd zou kunnen groeien. Op een of andere rare manier had ze een soort band met hem gevoeld. Idioot. Dat was waarschijnlijk de weerslag van het feit dat Cassie zo'n vertrouwen in hem had en hem als haar redder beschouwde. Maar ze had het leuk gevonden om zich in geestelijk opzicht met hem te meten en ze had bewondering gehad voor zijn scherpe verstand en zijn intuïtie. Daar was nu echter een eind aan gekomen. Hij had intuïtief op het juiste paard gewed en de Winddanser aan het licht gebracht. Ze zou zich er wel uit redden. Ze moest die paniekgevoelens gewoon onderdrukken. Als ze niet sterk genoeg was, zou ze zich nog meer concentreren, meer te weten zien te komen en zich verder ontwikkelen. Ze hoopte alleen dat ze genoeg tijd zou hebben.