21
St. Ives
De antieke kerk op de heuvel moest eeuwen geleden gebouwd zijn en het kerkhof erachter zag eruit alsof het de laatste rustplaats was van generaties dorpelingen. In de ramen van het gebouw zat geen glas meer en alle treden van de stenen trap naar de massieve eiken deuren waren gebroken.
Melissa was niet van plan die trap op te lopen, want in het heldere maanlicht zou ze een duidelijk doelwit vormen. Haar hand sloot zich om het pistool in haar jaszak terwijl ze zich verder terugtrok in de schaduw onder de grote eik. Maar ze kon hier niet de hele nacht blijven staan. Ze slikte even en riep: 'Danielle. Danielle Claron.'
Geen antwoord.
'Ik ben Melissa Riley. Michael Travis heeft me gestuurd.'
Geen antwoord.
'Hij wist niet zeker of hij hier op tijd zou kunnen zijn. Maar ik heb de bevoegdheid om ervoor te zorgen dat je het geld krijgt dat je nodig hebt.'
Geen antwoord.
'Goeie genade, hij zou toch geen vrouw hebben gestuurd als hij je kwaad wilde doen?'
'Als hij slim is wel.'
Melissa draaide zich met een ruk om en keek naar de vrouw die vanaf het kerkhof om de kerk heen liep. Ze was heel klein, donkerharig, midden dertig en gekleed in een paarse trui en een lange, gebloemde rok. 'Mijn man was niet zo slim. Hij wilde nooit luisteren. Hij heeft me altijd onderschat.'
Ze hield een pistool op Melissa gericht.
'Daarom heeft die smeerlap hem ook kunnen vermoorden. Ik onderschat nooit iemand. Daarom ga ik ook niet dood. Steek je handen op.'
Ze stak langzaam haar handen in de lucht. 'Ik ben hier niet gekomen om je kwaad te doen. Ik ben hier om je alles te geven wat je wilt.'
'Kun je mij m'n man teruggeven?'
'Ne, maar ik kan je genoeg geld geven om jezelf in veiligheid te brengen.'
'En wat wil je daarvoor in ruil?'
'Edward Deschamps. Weet je waar hij is?'
Stilte. 'Misschien wel.'
Melissa's hart begon te bonzen. 'Je weet het wel of je weet het niet.'
'Misschien wel,' zei ze nog een keer. 'We praten wel verder als ik geld te zien krijg. En daar zou ik maar niet te lang mee wachten. Denk je soms dat ik het leuk vind om hier al wekenlang ondergedoken te zitten?'
'Waarom berg je dat pistool niet op? Je kunt toch wel zien dat ik geen bedreiging vorm.'
Ze bleef haar nog even peinzend aankijken en zei ten slotte: 'Nee, je bent veel te week.' Ze liet het pistool zakken. 'Ik dacht dat je misschien door Deschamps was gehuurd om me uit mijn schuilplaats te lokken.' Haar mond vertrok. 'Die klootzak staat erom bekend dat hij vaak vrouwen gebruikt. Jeanne Beaujolis bijvoorbeeld, dat kreng. Het is haar schuld dat ik nu zo in de penarie zit.'
Melissa liet haar handen zakken. 'Heeft ze jou verteld wat er in Vasaro zou gebeuren?'
'Nee, alleen dat ze dankzij Deschamps een fortuin in handen zou krijgen. De rest kon ik zelf wel bedenken toen ik hoorde wat zich daar had afgespeeld.' Ze kreeg een harde trek op haar gezicht.
'In het begin was ze stapelgek op hem en daarna maakte ze zich alleen nog druk over al dat geld dat ze zou krijgen.'
'Heb je hem voor Vasaro weleens ontmoet?'
'Een of twee keer.'
'Waar?'
Ze schudde haar hoofd. 'Het geld.'
'Hoeveel?'
'Travis heeft mijn man vijfhonderdduizend dollar beloofd. Ik wil zevenhonderdduizend.'
'Het kan wel even duren voordat we dat bedrag bij elkaar hebben.'
'Ik kan niet lang meer wachten. Ik moet hier weg. Ik geef je tot morgenavond de kans om... Wat was dat?' Ze tilde haar hoofd op en keek naar de bossen achter Melissa. 'Hoorde jij dat ook?'
Melissa draaide zich met een ruk om. 'Wat?'
'Geritsel. Er zit iemand in het bos.' Ze keek Melissa weer aan. Haar ogen spoten vuur. 'Je hebt tegen me gelogen. Je bent wel door Deschamps gestuurd.'
'Nee, dat zal Travis wel zijn. Hij zei dat hij...'
'Leugenaar.' Ze sprong op Melissa af. 'Het is Travis niet. Het is Deschamps.' De kolf van haar pistool zwiepte omlaag, in de richting van Melissa's hoofd. Melissa dook weg, greep de arm van de vrouw vast en draaide die op haar rug.
'Laat me los, vuil kreng.'
Ze liet haar los, maar trok tegelijkertijd de Smith and Wesson uit haar jaszak. 'Als je naar rede wilt luisteren.' Ze drukte het pistool tegen Danielles rug. ' a: ik heb geen geritsel gehoord, en b: ik ben de laatste om samen te spannen met Deschamps. Hij heeft mijn zuster vermoord. Ik ben er net zo op gebrand om hem te vinden als jij.'
'Nog meer,' zei een mannenstem achter haar. 'Nog veel meer, mevrouw Riley.'
Ze voelde een felle pijn in haar hoofd.
Langzaam zakte ze in elkaar.
'Is ze dood, Edward?'
Dat was de stem van Danielle Claron, besefte Melissa vaag.
'Ik hoop het niet.' Hij bukte zich om het pistool op te pakken dat uit haar hand was gevallen. 'Ik heb andere plannen met haar. Nee, volgens mij is ze alleen buiten westen.'
'Je bleef wel erg lang weg. Ik heb precies gedaan wat je zei. Ik heb geprobeerd haar om de tuin te leiden.'
'En je hebt het keurig gedaan, Monique. Als ik niet had geweten dat Danielle dood was, zou ik er zelfwaarschijnlijk ook ingetrapt zijn. Het spijt me dat ik je in moeilijkheden heb gebracht. Ik zocht de omgeving af naar Travis.'
'Is hij er niet?'
'Nog niet.'
'Maar ik hoef toch niets meer te doen? Ik kan het niet helpen dat zij kwam in plaats van Travis. Krijg ik mijn geld wel?'
'Natuurlijk. Dat heb ik je toch beloofd? Ga maar mee naar de kerk, dan kan ik mijn zaklantaarn aandoen om het voor je uit te tellen.'
'En wat doen we dan met haar?'
'We zijn binnen een tel klaar.'
Ze liepen weg. Op de een of andere manier klopte er iets niet... Maar dat maakte niet uit. Daar zou ze later wel over nadenken. Ze moest opstaan. En zich uit de voeten maken voordat hij terugkwam. Ze hees zich moeizaam op haar knieën.
Jezus, wat deed haar hoofd zeer.
Toch doorgaan. Opstaan.
Pas bij de tweede poging slaagde ze daarin.
Ze strompelde naar de weg. Ze moest naar de auto toe. God, wat was ze misselijk.
Eerst maar een plek zoeken waar ze even uit kon rusten. Ze moest overgeven. Ze wankelde naar een boom en hield zich eraan vast terwijl ze haar maag omkeerde.
Een hand pakte haar schouder vast.
Deschamps!
Ze draaide zich met een ruk om en plantte haar vuist in zijn gezicht.
'Jezus, wat is er in vredesnaam...'
Het was Travis.
Ze viel in zijn armen. 'Hij is hier. We moeten terug...'
Hij verstijfde. 'Deschamps?'
'Hij is in de kerk. Met een vrouw... maar het is niet Danielle Claron. Hij noemde haar Monique. Volgens mij is Danielle Claron dood. Hij geeft die vrouw nu haar geld.' Ze duwde hem weg. 'We moeten terug.'
'Jij moet even helemaal niets, alleen gaan zitten anders val je zo meteen om.' Hij fronste. 'Bloed je?'
'Dat weet ik niet. Hij heeft me een klap gegeven.' Ze keek naar de top van de heuvel. 'We moeten naar die kerk toe. Hij is samen met die vrouw...' Ze hield op. 'Nee, er klopt iets niet. Hij heeft helemaal niet gekeken of ik echt bewusteloos was. En hij weet vast precies hoe hard hij iemand moet slaan, hè? Hij heeft niet eens gekeken...' Ze wreef over haar slaap en voelde iets nats op haar vingers. Ze bloedde inderdaad. 'Hij wilde dat ik weg zou lopen om jou te zoeken. Hij wil dat jij halsoverkop naar die kerk toe komt. Het is een valstrik.'
'Maar als we weten dat het een valstrik is, zijn wij in het voordeel,' zei hij langzaam. Ze raakte volkomen in paniek. 'Nee, hij staat op je te wachten. Hij zal je vermoorden.'
Travis luisterde niet. 'Denk je dat je weer naar boven kunt lopen? Ik ga wel alleen naar binnen, maar ik wil niet dat jij hier in je eentje achterblijft.'
'Verdomme, hij staat op je te wachten!'
Zijn gezicht stond grimmig. 'Dit is mijn kans om hem te pakken te nemen. Die laat ik niet lopen. Kun je mee naar boven lopen?' vroeg hij opnieuw.
'Dat lukt me wel.' Ze liep met hem mee. Natuurlijk speelde ze dat klaar, ze mocht barsten als ze hier achterbleef. 'Maar misschien heeft hij wel... Ruik jij ook iets?'
'Shit.'
Boven op de heuvel stond de oude kerk in lichterlaaie. De vlammen sloegen uit de ramen en de deur.
'Heeft hij hem in brand gestoken?'
Travis knikte en staarde naar de kerk die inmiddels in een vuurzee was veranderd. Die stank...
Jezus, ze werd er misselijk van.
Want het was plotseling tot haar doorgedrongen waarom die lucht haar zo bekend voorkwam.
Een afschuwelijke lucht, zo uit een nachtmerrie. De stank van verbrand vlees.
'Kom.' Travis pakte haar elleboog vast. 'Laten we maar weggaan.'
Ze kon haar ogen niet van de vlammen afhouden. 'Deschamps.'
'Hij is echt niet zo stom om hier te blijven. Er komen al dorpelingen naar de kerk toe rennen.'
Ja, nu zag zij ze ook. Een oude man die alleen een broek en schoenen droeg, en een vrouw met een emmer. Wat kon je met een emmer water beginnen tegen die vuurzee?
'Er is iemand binnen. Ik ruik...'
'Ik weet het. Maar het is al te laat om haar te redden. Ze was waarschijnlijk al dood voordat hij het vuur aanstak.'
Hij had het over de vrouw die net had gedaan alsof ze Danielle Claron was. 'Heeft hij haar vermoord?'
'Dat verbaast me niets. Hij houdt niet van getuigen.' Hij draaide haar om en duwde haar de heuvel af. 'Hij heeft het huis van de Clarons ook in brand gestoken om alle bewijsmateriaal te vernietigen.'
'Maar hij had best kunnen wachten. Dit slaat nergens op. Ik weet zeker dat hij je in de val wilde lokken, Travis.'
'Dat zou best kunnen.' Hij bleef naast het busje staan. 'Ben je in staat om te rijden? We moeten de beide auto's hier weghalen. Er zal wel een onderzoek volgen en ik wil niet dat ze ons hiermee in verband brengen.'
'Ik kan wel rijden.' Ze trok het portier open.
'Wacht even.' Hij stapte in en controleerde de achterbank. 'Oké. Nu kun je instappen.'
De rillingen liepen haar over de rug toen ze besefte wat hem door het hoofd had gespeeld. Deschamps had zich in de auto kunnen verstoppen om haar op te wachten. 'Hij heeft al een kans gehad om me te pakken te nemen en die heeft hij laten lopen.'
Hij keek onder het busje. 'De omstandigheden zijn gewijzigd.'
'Waar staat jouw auto?'
'Verderop, om de bocht.'
Ze ging achter het stuur zitten. 'Stap in. Ik rijd je er wel heen en blijf wachten tot we zeker weten dat hij niet meer in de buurt is.'
'Probeer je me in bescherming te nemen, Melissa?'
'Hou je mond en stap in.'
'Mij best.'
De Peugeot scheen leeg te zijn en er hing ook niemand in de buurt rond. Althans op het eerste gezicht. Ze had vanavond aan den lijve ondervonden dat schijn bedriegt.
Ze stopte naast de auto. 'Schiet op, stap in.'
Zijn ogen dwaalden over de bossen naast de heuvel. 'Zo meteen. Ik denk niet dat hij er tijd voor heeft gehad, maar de kans bestaat...' Hij deed de motorkap open, controleerde de motor en liep toen naar de achterkant waar hij op zijn knieën ging liggen om onder de auto te kijken. 'Hij weet alles van explosieven af en het plaatsen van een simpele bom kost niet veel tijd.' Hij richtte zich op en binnen een paar seconden zat hij achter het stuur. 'Rij maar door. Ik kom achter je aan. Als je duizelig wordt, moet je stoppen, dan laten we de bus langs de weg staan. Galen zal wel zorgen dat iemand hem ophaalt.'
Ze was nu al duizelig. Duizelig, misselijk en overstuur. Bommen, bedrog en moord...
En die afschuwelijke stank van verbrand vlees... Galen stond hen op te wachten toen ze bij het huisje stopten.
'Je hebt geluk dat ik geen wraakzuchtig type ben. Het was helemaal niet aardig van je om... Je bloedt.' Hij tilde haar uit de bus en riep naar Travis die net uit de Peugeot stapte: 'Deschamps?'
'Ja.' Hij bleef naast Melissa staan. 'Alles in orde?'
'Ja.'
'Dat verdien je niet.' Hij liep weg en liet haar staan. Galen floot zacht. 'Het lijkt me beter dat ik die wond verzorg,'
zei hij tegen Melissa. 'In de stemming waarin hij nu is, zou Travis je waarschijnlijk dood laten bloeden.'
Het was helemaal niet tot haar doorgedrongen dat hij inwendig ziedde van woede. Ze was zich alleen maar bewust geweest van gevoelens van teleurstelling en afschuw... en van die stank van verbrand vlees.
Mama. Pappie.
Het bos, dat haar beschermde tegen alle gruwelijke gebeurtenissen en waarin de stank van dood en brand niet door kon dringen.
Jessica.
Maar er was geen Jessica meer om haar over te halen uit het bos te komen.
'Melissa?'
'Er is niets met me aan de hand. Maar hij heeft gelijk, eigenlijk verdien ik dat niet. Ik heb me door haar om de tuin laten leiden.'
'Dat is geen misdaad, alleen een fout. En je hebt er niemand kwaad mee gedaan, alleen jezelf.' Inmiddels waren ze in de woonkamer aanbeland. 'Ga maar zitten, dan zal ik wat desinfecterende zalf op die wond smeren.'
'Dat kan ik zelf wel.'
'Maar het gaat sneller als ik het doe. Jij staat nog niet echt vast op je benen.' Hij duwde haar in een van de stoelen. 'Travis heeft me vanuit de auto gebeld en me alles verteld. Wil je erover praten?'
Verbrand vlees...
Ze moest even slikken. 'Het was een valstrik. Het was Danielle Claron niet. Ze was zo... geloofwaardig. Ik weet niet hoe ze achter jouw nummer en al die andere bijzonderheden is gekomen.'
'Misschien zat er een microfoon in het huis van de Dumairs. Deschamps wist dat we op zoek zouden gaan naar Danielle Claron.'
Hij bette de wond. 'Travis zei dat hij ook afluisterapparatuur in Jans huis had aangebracht en dat Jan had gezegd dat het verdomd vakkundig was gedaan.' Hij smeerde een beetje zalf op de wond. 'Dit wondje heeft niets te betekenen.'
Omdat Deschamps haar eigenlijk geen pijn had willen doen. Een valstrik. Een valstrik die was mislukt. 'Ik ben een beetje duizelig, maar verder voel ik me prima. Hoe is het met Cassie?'
'Ook prima.' Travis kwam Cassies slaapkamer uit lopen. 'Maar niet dankzij jou.'
'Je hoeft me geen schuldcomplex op te dringen. Ik wist dat Galen goed voor haar zou zorgen. Ik dacht dat ik hooguit een paar uurtjes weg zou blijven.'
'En het scheelde maar een haar of je was nooit meer teruggekomen,' zei hij fel. 'Ik heb toch tegen je gezegd dat je niet achter hem aan moest gaan.'
'Dan had je me maar moeten beloven dat je me mee zou nemen. De enige reden waarom ik alleen ben gegaan, is omdat ik wist dat jij me op een zijspoor zou zetten.'
'Dus het is mijn schuld dat je bijna vermoord bent? Je hebt mazzel dat je niet samen met die vrouw in die kerk geroosterd bent.'
Verschroeid vlees.
Mama, word wakker. Word alsjeblieft wakker. Het zweet brak haar uit. Ze moest naar buiten. 'Ja, volgens mij heb ik echt mazzel gehad.' Ze sprong op en liep naar de deur. 'Ik ga even de veranda op. Ik ben zo terug.'
'Heb je haar niet een beetje al te hard aangepakt?' vroeg Galen.
'Ze maakt het zichzelf al zo moeilijk.'
'Ze had vermoord kunnen worden.' Hij liep naar de deur. 'Ze gaat als een torpedo op haar doel af zonder te beseffen dat ze dan zelf uiteindelijk ook opgeblazen zal worden.'
'Waarom laat je haar niet even met rust? Misschien wil ze liever even alleen zijn.'
'Ik kan haar niet met rust laten, verdomme.'
'Nee?' Galen zat hem even aan te kijken en knikte vervolgens langzaam. 'Je bent er dus van overtuigd dat hij in de buurt is?'
'Toen ik je vanuit de auto belde, zei ik al tegen je dat Melissa ervan overtuigd was dat het een valstrik was en er mankeert niets aan haar instinct. Ze heeft gewoon niet ver genoeg doorgedacht. Deschamps heeft het op mij voorzien, maar hij wil ook de Winddanser hebben. Hij heeft ons alleen maar naar die kerk laten komen om ons hierheen te kunnen volgen. Heb jij de mannen die dit huis bewaken al gewaarschuwd?'
Galen knikte. 'Wanneer zal hij volgens jou in actie komen?'
'Zodra hij zeker weet dat de Winddanser hier is. Dus moeten we hem zien wijs te maken dat Winddanser ergens anders is en dat we van plan zijn het beeld binnenkort op te halen. We bellen gewoon een van jouw mannen een paar keer met een smoes op om Deschamps op het verkeerde been te zetten. Wie is de slimste?'
'Joseph.'
'Vertel hem dan wat er aan de hand is. Deschamps heeft hier geen afluisterapparaten zitten, dus waarschijnlijk zal hij wel richtmicrofoons gebruiken. Volgens mij kost het hem tussen de acht en twaalf uur om die te plaatsen. Jouw jongens moeten maar proberen uit te vissen waar hij zit. Dat kan aan de wal zijn, maar net zo goed op een boot.'
'Hoe moeten we dan communiceren?'
Hij trok een gezicht. 'Heel voorzichtig. We moeten de laptop gebruiken voor alles wat hij niet mag horen. Heeft Joseph er ook een?'
'Voel je je wel goed? We leven in de eenentwintigste eeuw, hoor.'
'Zeg dan maar tegen die jongens van je dat ze hun instructies per e-mail krijgen.'
'En als Deschamps nou eens niet doet wat je van hem verwacht?'
Daar wilde hij niet eens over nadenken. 'Volgens mij heb ik 't bij het rechte eind. Hij is intelligent en hij heeft al heel lang gewacht. Zorg jij nu maar dat Cassie en Melissa voldoende bescherming hebben.'
Galens ogen dwaalden naar Melissa. 'En je vertelt haar niets?'
'Nee.'
'Maar haar leven loopt gevaar.'
'Dat geldt voor ons allemaal. Daar kan ik niets aan doen.' Hij kneep zijn lippen op elkaar. 'Ik moet een manier vinden om hem in de val te lokken, Galen. Ik moet hem te pakken krijgen.'
'Hoe?'
'Ik zal gewoon mijn uiterste best moeten doen.' Het drong plotseling tot hem door dat hij het zinnetje van Melissa had gebruikt, de woorden die de fundering vormden van haar karakter. 'Jij houdt als eerste de wacht, goed?'
Galen knikte. 'Als ik jou was, zou ik er wel voor zorgen dat ze niet gaat lopen ronddwalen. Alleen maar voor het geval dat. En je zou ook kunnen proberen wat aardiger voor haar te zijn. Ze voelt zich behoorlijk belazerd.'
'Ik wil helemaal niet aardig voor haar zijn. Ik wil dat ze ophoudt...' Hij haalde even diep adem. 'Bel die kerels van je op en laat ze op zoek gaan naar Deschamps.'
'Kom binnen, Melissa.'
Travis stond achter haar.
'Zo meteen.' Ze sloeg haar armen over elkaar. God, ze wou dat er een eind kwam aan dat beven. Ze moest zichzelf in bedwang zien te krijgen. Hij mocht niet zien...
'Nu.'
Ze schudde haar hoofd.
'Ik weet dat ik je heb afgesnauwd, maar je kunt niet buiten blijven zitten.'
'Denk je dat ik zit te mokken?'
'Dat is een woord dat ik in verband met jou nooit zou gebruiken. Ik weet dat je overstuur bent.' Hij zweeg even. 'En ik heb het nog erger gemaakt.'
'Je hebt het juist minder erg gemaakt.'
'Hoezo?'
'Je bent in leven gebleven.' Ze sloot haar ogen. 'Ik heb een verschrikkelijke fout gemaakt. Dat had jouw dood kunnen betekenen.'
'En had je dan een paar traantjes voor me geplengd?'
'O ja.'
Hij kwam een stapje dichterbij. 'Melissa...'
'Raak me niet aan.' Haar ogen sprongen open en ze week achteruit. 'Ik wil niet dat iemand...'
'Christus, je staat zo te beven dat je tanden klapperen.'
'Dat houdt vanzelf op.'
'Shit.' Hij kwam nog dichterbij en sloeg zijn armen om haar heen.
'Is dat mijn schuld?'
'Vlei je maar niet met die gedachte.' Maar haar armen kropen om hem heen. Warm. Veilig. Hier. Nu. Levend.
'Deschamps?'
'Niet Deschamps.'
'Waarom hou je dan in vredesnaam niet op met beven?'
Ze drukte haar gezicht tegen zijn schouder. 'Die stank.' Haar stem klonk gesmoord. 'Die vrouw in de kerk... Die stank...'
Hij stond als aan de grond genageld. 'Christus, daar heb ik helemaal niet aan gedacht. Je ouders...'
'Het is de eerste keer sinds ik terug ben dat ik een neiging voelde om weer weg te kruipen in mijn fijne, kleine bos. Ik was zo bang... ik wilde weer terug. Daar heb ik me altijd zo veilig gevoeld.'
'Barst met je veilige gevoel.' Zijn armen sloten zich nog vaster om haar heen. 'Je was halfdood. Hou daar meteen mee op. Je gaat helemaal nergens heen.'
'Nee, natuurlijk niet. Alleen... ik moest het gewoon even verwerken. Ik ben blij dat Jessica me niet heeft gezien. Dan was ze duizend doden gestorven.'
'Ik word er ook bang van.'
'Echt waar?' Het beven werd minder. 'Je mag me nu wel weer loslaten.'
'O ja?' Hij bewoog zich niet.
'Nee, eigenlijk nog niet. Dit is zo'n... fijn gevoel.'
'Ja.'
'Jij geeft me een fijn gevoel.' Alsof het zo hoorde. Alsof er niets mis mee was. De spanning gleed uit haar weg. 'Dank je wel.'
'Graag gedaan... denk ik.'
Er kropen nog een paar minuten voorbij voordat Travis haar wegduwde. 'Je kunt nu maar beter naar binnen gaan.'
Ja, ze kon beter bij hem weggaan. Dit was veel te fijn. 'Je mag me niet meer op een zijspoor zetten. We moeten over Deschamps praten.'
Ze kon de spanning in zijn lichaam voelen. 'Niet nu, Melissa.'
Nee, niet nu, dacht ze vermoeid. Ze had veel te veel om over na te denken. Veel te veel emoties die geordend moesten worden. Ze trok zich terug. 'Morgenochtend dan.'
Hij keek naar de lucht. 'Dat is het zo.'
Ze keek naar de glanzende grijze strepen die de nachtelijke hemel oplichtten. 'Inderdaad. Jessica vond dit altijd de fijnste tijd van de dag. Ze heeft me verteld dat ze, in de tijd dat ze nog co-assistent was, altijd een wandelingetje in het park maakte als haar nachtdienst erop zat. Alles was dan zo helder, stralend en nieuw dat ze er moed uit putte om aan de volgende dienst te kunnen beginnen.'
'Jessica zou willen dat je veilig was.'
Ze schudde haar hoofd. 'Je mag Jessica niet gebruiken om me naar je hand te zetten. Welterusten, Travis. Het spijt me dat ik je in gevaar heb gebracht.'
'Misschien heb je me juist wel gered. Je bent niet echt goedgelovig, dus die vrouw moet wel heel overtuigend zijn geweest. Misschien was ik er ook wel ingetrapt.'
Ze dacht er even over na en begon toen te lachen. 'Je hebt volkomen gelijk. Eigenlijk moet je me verdomd dankbaar zijn.'
Ze liep naar haar slaapkamer waar Galen naast Cassie zat. Ze legde haar vingers tegen haar lippen en gebaarde dat hij weg kon gaan. Hij knikte en verdween zonder geluid te maken. Ze ging naast Cassie liggen en sloot haar ogen.
'Je hebt me in de steek gelaten,' zei Cassie.
'Maar niet lang.'
'Ik was zo alleen.'
'Kom dan naar buiten, dan hoef je nooit meer alleen te zijn.'
Stilte. 'Je was bang. Je wilde hard teruglopen naar je bos.'
Hoe had Cassie dat op kunnen pikken? 'Maar ik heb het niet gedaan. Ik ga daar nooit meer naar terug.'
'Je had ook naar mijn tunnel kunnen komen.'
'Maar daar zit jij ook niet lang meer in.'
'Dat zeg je telkens weer.'
'Omdat het waar is. Ja toch?'
Stilte. 'Wil je echt nooit meer terug?'
'Waarom zou ik? Kijk eens naar me. Wat zie je dan?'
Stilte. 'Ik ga slapen.'
'Stijfkop.'
'Maar je was bang. Dat heb ik zelf gezien.'
'En wat heb je nog meer gezien?'
'Michael. Ik heb Michael gezien.'
Melissa lag nog een hele tijd wakker nadat Cassie in slaap was gesukkeld.
Had je dan een paar traantjes voor me geplengd?
Ik heb Michael gezien...