15

16.15 uur

 

'Edward Deschamps.' Galen keek op van het dossier dat hij net had gelezen. 'Weet je het zeker?'

Travis knikte. 'Alleen als ik hem opnieuw onder ogen zou krijgen, zou ik het nog zekerder weten.'

'En jij denkt dat hij de leider was van die bende in Vasaro?'

'Dat is een logische conclusie. Hij kende me en zei iets dat erop wees dat ik hem in het verleden voor de voeten had gelopen. Hij kwam me bekend voor, maar ik kende hem niet van gezicht. Waarschijnlijk herkende ik zijn manier van lopen.'

'Ik stond buiten op de binnenplaats, dus ik heb hem niet gezien. Hoe bewoog hij zich dan?'

'Vrij opvallend. Snel, verend, op de bal van zijn voeten, net als een tennisser.'

'Dus Karlstadt had niets te maken met de moord op Jan?'

Travis schudde zijn hoofd. 'Dat zit er niet in. Die overval op Vasaro speelde zich af voordat ik met Karlstadt en de diamanten in de slag ging. Trouwens, Deschamps was alleen uit op het geld en niet op de diamanten, die voor Karlstadt juist het belangrijkst waren.'

'Dus nu zitten zowel de Russen, Deschamps als Karlstadt achter je aan?'

'En dan vergeet je de cia en de geheime dienst nog,' zei Melissa vanuit de hoek waar ze opgerold in een stoel zat. 'Dat vind ik heel bemoedigend. Met zoveel achtervolgers zit het er dik in dat iemand je te pakken krijgt.'

'Daar mag je best op blijven hopen,' zei Travis. 'Maar als jij je zuster vertelt dat Deschamps weer op het toneel is verschenen, kan het best zijn dat ze bij nader inzien toch afziet van de Winddanser. Misschien vindt ze het risico dan wel te groot.'

'Ik ga het haar meteen vertellen.' Ze stond op. 'Maar ze verandert toch niet van gedachten, tenzij er direct gevaar voor Cassie bestaat.'

'Dus je hebt je er eindelijk bij neergelegd?'

'Om de dooie dood niet,' zei ze fel. 'Ik heb alleen de eerste stap geaccepteerd. Dat wil nog niet zeggen dat ik me niet tot het uiterste zal verzetten tegen elke volgende stap.'

'Daar twijfel ik geen moment aan. Dus je bent wel van plan om met ons mee te gaan?'

'Je hoopte vast dat ik dat niet zou doen. Sorry. Ik zou het voor geen geld ter wereld willen missen.'

Galen zat de politiefoto fronsend te bestuderen. 'Ik geloof dat ik hem ook een keer tegen het lijf ben gelopen. Ergens in Portugal. Zou dat kunnen?'

'Hij is nooit lid geweest van een Portugese bende, maar dat wil niet zeggen dat hij daar nooit iets heeft uitgespookt.' Travis zat de profielschets te lezen. 'Hij is Amerikaans staatsburger, maar hij is heel Euopa doorgetrokken. Hij is nogal een fijnproever. Gek op dure kleren... hij laat zijn pakken in Rome maken.' Hij sloeg een paar regels over. 'Zijn moeder is van zijn vader gescheiden en toen hij zes jaar was, ging ze samen met Edward naar Parijs. Daar trouwde ze met Jean Detoile, de eigenaar van een kunstgalerie. Detoile had geld en stuurde de jongen naar een dure kostschool. In het begin haalde hij prima cijfers en bleek over een zeer hoog IQ te beschikken. Maar toen hij twaalf jaar was, beschuldigde zijn stiefvader hem van diefstal en gaf hem aan bij de politie. Hij heeft twee jaar in de jeugdgevangenis gezeten.'

Hij keek snel de rest van de bladzijde door. 'Na zijn vrijlating ging hij de straat op... drugs, oplichting, diefstal. Dat leverde kennelijk niet genoeg op, want rond zijn twintigste werd hij huurmoordenaar. Hij werd een expert op het gebied van afluisterapparatuur.' Hij keek op. 'Dat klopt met wat Jan me vertelde over de microfoons die hij in zijn appartement had gevonden.' Hij richtte zijn blik weer op het dossier. 'Daarna zocht hij het hogerop en werd terrorist. Hij is lid geweest van verschillende groeperingen en heeft vervolgens zijn eigen beweging opgericht. Maar die was geen lang leven beschoren, want hij werkt eigenlijk het liefst alleen en de bende viel uit elkaar.'

'Wat is er met zijn ouders gebeurd?'

'Zijn moeder is overleden toen hij in de gevangenis zat. Zijn stiefvader werd vier jaar na de vrijlating van Deschamps vermoord.'

'Door Deschamps?'

'Waarschijnlijk wel. Maar dat is nooit bewezen. Er is geen spoor van bewijsmateriaal gevonden. Maar het was een bijzonder smerige moord.' Hij zweeg even. 'Het is wel interessant dat hij zijn stiefvader niet meteen na zijn vrijlating heeft vermoord. Hij wachtte, leerde er van alles bij en sloeg toen toe. Het is een koelbloedige smeerlap.'

'Maar wel bijzonder intelligent.'

'Niet echt. Hij heeft Jan uitsluitend vermoord om mij te kwetsen. Dat is een fout die hem duur zal komen te staan,' voegde hij er zacht aan toe.

'En jij zult met het grootste genoegen met hem afrekenen,' zei Melissa.

'Zeker weten. Zal ik je nog iets meer over Deschamps vertellen?

Volgens mij ontdek je dan vanzelf dat ik er, vergeleken bij hem, nog redelijk goed vanaf kom.'

Ze liep naar de slaapkamer. 'Wat mij betreft, valt alleen de vergelijking met een massamoordenaar in jouw voordeel uit.'

Travis keek Galen aan toen de deur achter haar dichtviel. 'Heb je hier genoeg aan om hem op te kunnen sporen?'

'Als dat het geval was, hadden de cia of Interpol hem al lang geleden in zijn kraag gevat.' Hij pakte het dossier van Travis aan en keek het snel door. 'Hij is drie keer in verschillende periodes in zijn leven in Parijs gearresteerd. Het schijnt hem hier goed te bevallen. Het is een aanknopingspunt. Ik zal meteen mijn voelhoorns uitsteken. Maar het kan wel even duren.'

 

00.35 uur

 

'We kunnen ieder moment vertrekken, schattebout,' fluisterde Jessica. Ze wikkelde Cassie in de dunne deken. 'Het wordt heel spannend. Je zult een oude vriend weerzien.' Ze keek Melissa aan.

'Travis zei dat we direct na het bezoek aan het museum uit Parijs vertrekken. Hij wil dat alles in de bus wordt gezet. Ga jij maar even kijken of ik echt alles uit de badkamer meegenomen heb, dan zet ik een kop koffie voor ons.' Ze trok een gezicht. 'Eigenlijk snap ik niet waarom ik zo'n behoefte heb aan cafeïne als ik toch al zo zenuwachtig ben.'

Melissa schudde haar hoofd. 'Jij bent nooit zenuwachtig.'

'Vanavond wel.' Jessica liep naar de zitkamer waar Travis en Galen zaten te wachten. 'Is het al bijna tijd?'

Travis knikte. 'Hoe gaat het met de kleine meid?'

'Ze is wakker.'

'Zorg dat ze wakker blijft. Anders zou het weleens een heel duur tukje kunnen worden. Waar is Melissa?'

'Aan het pakken.' Ze liep naar de keuken en schonk een kop koffie in. 'Waar gaan we straks naar toe?'

'Als Cassie hier baat bij heeft, breng ik jou en Melissa ergens op een veilige plaats onder. Dan kunnen jullie zelf met Andreas onderhandelen.'

'Waar zouden we veilig zijn?'

'Wat dacht je van de Rivièra?' vroeg Galen.

'Geen idee. Daar ben ik nog nooit geweest. Maar het lijkt me moeilijk om daar onder te duiken.'

'Dat zijn meestal de beste plaatsen.'

'Veel tijd zullen we toch niet meer hebben. Ik snap niet waarom Andreas ons nog steeds niet gevonden heeft.'

'We hebben niet lang op één plaats gezeten en we hebben Galen.'

'En wie moet voor jou onderhandelen?'

Travis schudde zijn hoofd. 'Ik denk niet dat Andreas bereid is om het met mij op een akkoordje te gooien.'

'Klaar.' Melissa kwam met de weekendtassen de slaapkamer uit.

'Laten we maar gaan, dan is het ook snel gebeurd.'

Arme Mellie. Ze was zo bleek en gespannen dat Jessica een steek in haar hart voelde.

'Ik rij de bus naar de achterkant en ik zal goed opletten dat er niemand in de buurt is.' Galen liep naar de deur. 'Als ik je niet bel, kun je Cassie over vijf minuten naar beneden brengen.'

Jessica gaf Melissa de kop koffie. 'Drink maar op. Je ziet er belabberd uit.'

'Ik heb er geen zin in.'

'Drink op, Mellie.'

Melissa glimlachte flauw. 'Jawel, mevrouw.' Ze nam een paar slokjes en gaf haar de kop terug. 'Ben je nu tevreden, Sint-Jessica?'

'Ja.' Ze keek Travis aan. 'Hoe krijgen we Cassie ongezien het museum binnen? Als we haar dragen, zal dat zeker iemand opvallen.'

'We zetten de bus in een steeg en gaan aan de achterkant naar binnen. Galen zegt dat de restauratieruimte aan het eind van de gang is.'

'Zijn er bewakers?'

'Twee, en die zijn allebei omgekocht. Eén bij de achteringang en één bij de deur van de ruimte. Daarbinnen is een deur die toegang geeft tot een trap naar de opslagkamers in de kelder. Voor alle zekerheid zal Galen die deur door een van zijn eigen mannen laten bewaken.'

'Christus, ik hoop dat alles van een leien dakje gaat.'

'Jessica...'

Jessica draaide zich om en keek Melissa aan. De ogen van haar zuster stonden glazig en ze zette een wankelende stap vooruit.

'Jessica...'

'Vang haar op, Travis,' zei Jessica.

Travis sprong naar voren toen Melissa's knieën begonnen te knikken en ze in elkaar zakte. Melissa's ogen bleven vol afschuw op Jessica's gezicht gericht.

'Nee... Jessica.'

'Ssst.' Jessica schudde de kussens van de bank op. 'Maak je geen zorgen, Mellie.'

'Lieve hemel. Je weet niet wat...' Ze zakte bewusteloos in de armen van Travis in elkaar.

'Verrek, wat krijgen we nu?' mompelde Travis.

'Een verdovend middel in de koffie,' zei Jessica. 'Leg haar maar op de bank.'

'Heb je haar verdoofd? Waarom?'

'Dit zou veel te moeilijk voor haar worden. Je hebt toch zelf gemerkt hoe druk ze zich maakte over de Winddanser. Op deze manier wordt ze pas wakker als alles voorbij is.' Ze legde een plaid over Melissa. 'En het is best mogelijk dat ze van plan was tussenbeide te komen. Cassie verdient deze kans.'

Travis floot zacht. 'Je bent wel een harde.'

'Jij wist ook dat ze ons moeilijkheden kon bezorgen. Wou je me vertellen dat je zelf niet met dat idee hebt gespeeld?'

'Ik ben wel in de verleiding gekomen.' Hij keek op Melissa neer.

'Maar ik kon het niet opbrengen.'

'Waarom niet?'

'Het leek me zo'n smerige streek. Zo'n knokker als zij verdient het dat je haar met open vizier bestrijdt.' Hij streek het haar van Melissa's voorhoofd. 'Ik mag die feeks graag als ze me niet met haar giftige pijltjes bestookt. Ik ben tot de conclusie gekomen dat ik het probleem minder erg vind dan de oplossing.'

'En ik kwam tot de slotsom dat ik dat risico niet wilde lopen en zowel Mellie als Cassie in bescherming moest nemen.' Jessica keek op haar horloge. 'Het is tijd om Cassie naar beneden te brengen.'

'Hoe lang blijft Melissa onder zeil?' Hij liep naar de slaapkamer.

'Ze heeft maar een paar slokjes genomen.'

'Ik had niet anders verwacht. Ik heb haar een stevige dosis toegediend. Vier of vijf uur.' Ze drukte vol genegenheid een kus op Melissa's wang en fluisterde: 'Het is voor je eigen bestwil. Welterusten, Mellie.'

 

0.45 uur

 

Paul Guilliame was een slanke, elegante, donkerharige man van achter in de vijftig. Hij was bovendien bijzonder nerveus.

'Kom binnen. Kom binnen.' Hij knikte tegen de bewaker die voor de restauratieruimte stond en gebaarde driftig dat ze door moesten lopen. 'Ik ben stapelgek dat ik hieraan begonnen ben. Vier uur. Hooguit.'

'Meer vragen we niet. Zorg dat er een stoel komt voor de dame,' zei Galen. 'En ga dan maar een borrel drinken om je zenuwen in bedwang te houden.'

'Ik ga het gebouw niet uit,' zei Guilliame. 'En wat moet dat kind hier? Daar heb je me nooit iets over...'

'De klok tikt door. Als je ons zo gauw mogelijk kwijt wilt zijn, laat ons dan alleen en bemoei je met je eigen zaken,' zei Travis.

'Waar is de Winddanser?'

'Op de werktafel tegenover de sarcofaag.'

Jessica stond al naar het standbeeld te staren. 'Mijn god,' fluisterde ze. 'Ik heb er foto's van gezien, maar in werkelijkheid is het toch heel anders. Wat schitterend.'

'Waar wilt u die stoel hebben?' Guilliame had er een van de andere kant van de kamer gehaald.

'Op een paar meter van het standbeeld,' zei Jessica. Hij zette de stoel neer op de plek die ze aanwees en liep haastig de restauratieruimte uit.

Jessica ging zitten en stak haar armen uit. 'Zet Cassie maar op mijn schoot, Travis.'

'Ik wil haar ook wel vasthouden.'

'Nee.'

'Ze vertrouwt me.'

'Maar ik ben degene die probeert haar zover te krijgen dat ze terugkomt. Jij bent alleen een veiligheidsklep. Ik wil dat ze beseft dat er iets veranderd is.'

Hij zette Cassie op Jessica's schoot, met haar gezicht naar de Winddanser. 'En nu?'

'We blijven gewoon zitten en wachten af.' Ze trok Cassie dichter tegen zich aan. 'Doe je ogen open, lieverd. Hij is hier. Hij is zo mooi, dat de adem me in de keel stokt. Ik begrijp waarom je zoveel van hem houdt. Doe alsjeblieft je ogen open...'

'Hij is hier.' Cassies kreet van blijdschap drong door de nevel die Melissa omgaf. 'Ik heb hem gevonden. Ze zegt aldoor dat ik mijn ogen open moet doen om hem te zien, maar ik weet dat hij hier is. Kom maar gauw, dan kunnen we samen naar hem kijken.'

Duisternis. Een waas voor haar ogen. Dodelijke vermoeidheid.

'We kunnen hier wel blijven. Hij zal ervoor zorgen dat ons niets overkomt. Ze wil dat ik naar buiten kom, maar dat hoeft helemaal niet. We gaan nog dieper de tunnel in. Hij heeft me al eerder weggebracht. Dat kan hij nu weer doen. En dan gaat hij vast met ons mee. Dat weet ik zeker.'

Ze moest iets zeggen, maar ze kon niet denken. Waarom kon ze niet denken? Er hing een dichte mist om haar heen, het leek wel stroop. 'Waar heb je het over?'

'Over de Winddanser, dommerd.'

Een flits van angst sneed door Melissa heen en scheurde de mist aan flarden. 'Wat?'

'Dat heb ik toch gezegd. Hij is hier. Ik heb hem gevonden.'

Haar hart ging als een moker tekeer. 'Waar?'

'Jessica heeft me naar hem toe gebracht.'

Jessica.

De koffie.

Néé!

'Melissa, kom nou hier. Ik heb hem gevonden, maar ik wil jou niet achterlaten. Ga met me mee.'

Ze moest haar ogen opendoen.

'Melissa.'

'Ga niet met hem mee, Cassie.'

Doe je ogen open. Doe je ogen open. Doe je ogen open. Eindelijk kropen haar zware oogleden omhoog. Blauwe gordijnen. Het appartement. Wazig. Alles was wazig. Ga zitten. Sta op.

Het kostte te veel inspanning.

Sta op.

Ze deed er vijf minuten over om te gaan zitten en nog eens vijf minuten om op te staan.

Eén ding tegelijk. Ze moest bij de deur zien te komen. Maar stel je voor dat ze het niet haalde? Ze moest Jessica tegenhouden.

'Melissa, waar ben je?'

'Ik kom eraan. Wacht op me.'

Ze zocht in haar broekzak naar het nummer dat ze uit het adresboekje van Jessica had overgeschreven. Nu moest ze naar de telefoon toe. Jezus, ze kon de cijfers niet eens onderscheiden. Ze moest drie keer opnieuw beginnen voordat ze het goede nummer had ingetoetst.

'Hallo,' zei Andreas.

'Cassie... Jessica. Musée d'Andreas.'

'Wat? Met wie spreek ik?'

'Melissa. Nu. U moet er meteen naar toe.' Ze verbrak de verbinding. Misschien kwamen ze niet op tijd. Misschien kwamen ze helemaal niet.

Haar handtas... daar zat het pistool in dat ze van Galen had gekregen. Naar buiten. Het museum was maar vier straten verderop. Dat redde ze best. Stapje voor stapje.

'Melissa, ik ga mijn ogen opendoen. Ik wil hem weerzien. Hij is zo mooi.'

Een gevoel van paniek schoot door Melissa heen. Als Cassie die smaragdgroene ogen zag, zou Melissa ze ook zien. Ze wist niet of dat verschil zou maken, maar ze durfde het risico niet te nemen.

'Nee. Je mag je ogen niet opendoen. Wacht op mij.'

'Ik zal het proberen. Maar je moet wel opschieten.'

De eerste straat.

Ze haalde het gewoon niet. Ze was veel te moe.

'Ik kan niet meer wachten, Melissa.'

'Jawel, dat kun je best. Als je het maar echt wilt, dan kun je alles.'

Twee straten.

Ze wankelde en viel tegen de stenen muur van het gebouw naast haar.

Rechtop gaan staan. Verder lopen.

'Ik doe mijn ogen open.'

'Nee.'

'Ik kan niet anders.'

En toen zag Melissa het standbeeld.

Ogen van smaragd keken de wereld in met een blik vol oeroude wijsheid. Het standbeeld stond op een gehavende werktafel in een grote, volgepakte ruimte. Een loopbrug. Schilderijen. Travis stond opzij van de werktafel, naast een Egyptische sarcofaag.

'Zie je nou wel.' Cassies opwinding kolkte als een wolk vol statische elektriciteit om hen heen. 'Hij is hier. Hij is hier.'

Nog een straat verder. Ze was bijna bij het museum. De ogen van smaragd, maar geen plas bloed. Misschien ging het anders. Het moest gewoon anders gaan.

Ze liep de steeg in.

'Jessica is blij. Ze denkt dat ik terugkom, omdat ik mijn ogen open heb gedaan. Ze praat tegen me en ze zegt dat de Winddanser ook wil dat ik dat doe.'

'Ze heeft gelijk, Cassie.'

'Hoe weet jij dat nou? Hij beeft me zelf weggebracht. Hier is het veilig.'

'Maar daar kun je de Winddanser niet zien en nu wel.' Praatte ze nu onzin? Ze was zo bang dat ze niet goed na kon denken. Het enige dat ze zag, waren die smaragdgroene ogen. Maar geen plas bloed. Geen plas bloed. Laat het anders gaan. Alsjeblieft, geen plas bloed.

Ze hield zich aan de leuning vast terwijl ze de trap naar de achteringang op liep. Wat was dat inspannend, zo'n lang stuk naar boven. Ze leunde tegen de deur om haar krachten te verzamelen. Nog een minuut, dan was ze in de gang. Alles was in orde. Ze had het gehaald en er was niets gebeurd. Ze was niet eens door de bewakers tegengehouden. De bewakers.

Waar waren de bewakers?

Ze duwde de deur open.

Bloed. Starende ogen. Twee lijken.

De bewakers.

'Waarom zeg je niets tegen me, Melissa?'

'Doe je ogen dicht, Cassie.' Ze zwalkte door de gang. Jezus, nog een lijk, naast de deur van de restauratieruimte. Een blauw pak, geen bewaker. Guilliame? 'Luister naar me. Ik wil dat je je ogen dicht doet.'

'Waarom? Dan kan ik niet meer naar het... Wat was dat voor geluid?'

'Welk geluid?'

'Een zacht plofje. Heb ik eerder gehoord. Heb ik eerder gehoord.'

Melissa kon de paniek in haar stem horen. 'Michael rent naar beneden, naar de andere deur. Hij laat me alleen.'

'Doe je ogen dicht.'

'Winddanser. Ik kan hier niet blijven. Hij moet me meenemen.'

Doodsangst. 'Melissa, ik val.'

'Waarom val je? Ben je gewond?'

'Dat weet ik niet. Ik lig op de grond. Ik doe mijn ogen dicht. Ik ga weg...'

'Waarom lig je op de grond?' Ze gooide de deur open. 'Wat is er aan de...'

En toen zag ze het.

De smaragdgroene ogen die omlaag keken.

De plas op de grond die steeds groter werd tot het bloed de schoen van het kind bereikte.

Melissa's keel werd schor van het schreeuwen.

Ze wist niet hoe ze aan de andere kant van de ruimte was gekomen, maar ze liet zich op haar knieën vallen. Ze moest het bloed stelpen. Het bloed dat uit Jessica's borst gutste.

'Mellie?' Jessica keek naar haar op. 'Help... Cassie.'

'Met Cassie is niets aan de hand.' Ze drukte haar handen op de wond. 'En met jou komt alles ook weer in orde.'

'Ze was bijna... terug. Ik weet het zeker. Het is me... gelukt, hè?'

'Ja, natuurlijk.' O god. Al dat bloed. 'Hou nu je mond maar.'

'Hij is prachtig...' Jessica keek omhoog naar de Winddanser. 'Ik kan best begrijpen waarom Cassie...' Een dun straaltje bloed sijpelde uit een van Jessica's mondhoeken. 'Schitterend...'

Haar hoofd viel opzij.

'Nee!'