35
Donderdag 2 juni
Uit het oosten kwam een vage gloed, een roze licht dat de regen leek te verjagen en de duisternis van de vroege ochtend een fosforescerende rand gaf. Quinn vloog omlaag naar het oppervlak van het meer en veroorzaakte een rimpelende roos van golven onder hen. Toen ze onder de vijftien meter kwamen, zagen ze de gestalte van een man in de kano, als een mummie omzwachteld in witte stof. Alleen zijn gezicht stond bloot aan de elementen. Het regenwater had de boot tot aan zijn kin gevuld. De bloedige zijkanten van zijn hoofd en de roze vlek waar de stomp van zijn pols in de stof was gebonden bevestigde dat ze de juiste persoon hadden gevonden. Eldwins ogen zaten dicht en hij had niet gereageerd op het geluid van de helikopter of hun stemmen die zijn naam riepen. Calberson trok zijn pak aan en deed een masker voor, maar hij ging het water in zonder zuurstoftank want het zou een eenvoudige klus worden. Hij dook als een pijl in het water en kwam direct weer boven en zwom met krachtige slagen naar de kano. Tegelijkertijd verankerde Tate de reddingsmand en liet hem zakken met behulp van een lier die zich aan boord bevond.
Calberson kwam bij de zijkant van de kano en stak er een arm in en voelde met twee vingers langs Eldwins torso. Hij drukte zijn vingers hard onder de kin van de man en gaf toen een teken aan de helikopter dat hij de mand wilde hebben. Die zweefde boven het oppervlak van het meer naar hem toe. De vier andere agenten zaten opgepropt aan één kant naar buiten te kijken, zonder ook nog maar een spoortje angst te voelen. Quinn moest iets achteruit naar rechts gaan om het toestel recht te houden. ‘Leeft hij nog?’ riep Hazel, maar Calberson kon haar niet verstaan boven het harde gedreun van de motoren uit. Hij sleurde de mand naar zich toe, greep de haak vast en trok hem omlaag. Hij maakte hem los van het touw en bevestigde hem aan de metalen ring voor op de kano en zwom daarna naar de achtersteven. Met zijn handen aan weerskanten van de romp hees hij zich uit het water de kano in. De rotorbladen veroorzaakten concentrische cirkels. Eldwin had niet gereageerd op het plotselinge gewicht van een ander lichaam op het zijne en Hazel wendde haar blik af. Een dode man die schuldig was, was heel wat beter dan een dode man die onschuldig was, maar er had nog niemand gebeld en ze vreesde het niet-weten van de uitkomst.
Ze keken hoe Calberson door de kano gleed terwijl hij zijn best deed zijn evenwicht te bewaren, en schrijlings op de ingezwachtelde man ging zitten. Het water in de boot stroomde over de randen toen hij zich naar voren bewoog. Hangend boven Eldwins buik, controleerde de agent nogmaals of de man een hartslag had, maar ze wisten nog altijd niet wat hij had gevoeld. ‘Hij kan hem niet zo op de brancard krijgen,’ zei Tate. ‘Dat is te gevaarlijk.’
‘Blijf in de machine,’ riep Quinn door de microfoon. ‘Je hebt niet de juiste uitrusting.’
‘Nee, ik ga naar beneden,’ zei Tate, en zonder er verder nog een woord aan vuil te maken, rukte hij zijn koptelefoon af en sprong uit de helikopter.
‘Hij maakt zich veel te veel zorgen,’ zei Wingate.
‘Zorgen?’ vroeg Hazel.
‘Jij zat niet bij hen in de boot op het Gannonmeer. Hij was bijna in tranen.’
‘Het is ook zwaar werk,’ zei ze, terwijl ze naar Tate keek die naar de kano zwom. Ze konden hem net de naam van zijn partner horen roepen.
‘Volgens mij speelt er meer.’
Langzaam draaide ze zich naar hem toe. Hij haalde flauwtjes zijn schouders op. ‘Ach, jij zult het wel weten.’
Tate was bij de boot en Calberson schreeuwde naar hem en maakte handgebaren. Daarna schudde hij zijn hoofd en maakte de mand los van de voorkant van de kano. Tate duwde de mand langs de kant van de kano en hield hem stil. Zijn partner sloeg zijn been van Eldwin af en ging in het water naast de bewusteloze man liggen. Vervolgens zagen ze dat Eldwin rechtop ging zitten, alsof hij in een lijkkist lag in een horrorfilm. Calberson zat achter hem om hem over de rand van de kano te tillen. Tate stak zijn arm uit en greep de voorkant van de witte stof beet om de man stil te houden terwijl Calberson de rest van Eldwins lichaam op de achtersteven van de kano hees.
Hazel keek gebiologeerd toe. Dit was een manier waarop je een lichaam uit een boot kon gooien. Maar het was niet de enige.
Tate stak zijn hand uit naar de brancard, met Calberson als tegenwicht in de kano, en samen lieten ze Eldwin voorzichtig in zijn cocon op de brancard zakken. Quinn liet het touw voor hen zakken om het harnas weer aan te haken, en na zijn duim te hebben opgestoken, begon hij het gevaarte met de lier vanaf het wateroppervlak omhoog te hijsen.
‘Laat mij hem maar binnenhalen.’ Wingate legde zijn arm op Hazels schouder. Ze stapte opzij toen de witte gestalte aan het einde van het touw centimeter voor centimeter verder omhoogkwam. Ze rook brandende olie toen de boordmotor zich moest inspannen om het gewicht omhoog te takelen.
Quinns stem klonk in hun oren. ‘Willen de mensen die niet betrokken zijn bij het in ontvangst nemen van het pakket alsjeblieft naar de andere kant van de cabine gaan? Dan blijft de boel in evenwicht en kunnen we die kerel binnenhalen.’
Wingate hield zich stevig vast aan de binnenkant van de deur en boog zich naar buiten. Ondertussen duwde hij tegen het touw om de brancard niet tegen de staartsteunen te laten komen. Hij verwonderde zich over zijn pas ontdekte vermogen om uit een vliegend toestel te hangen. David zou trots op hem zijn geweest. Toen Eldwin dichter bij de helikopter kwam, werd het hem bang te moede. Het gezicht van de man was spierwit. Hij moest wel dood zijn. Wingate hield het touw op armlengte afstand en wilde zich bukken om de mand te grijpen zodra die voorbij de staartsteunen was. Opeens was er een flits tegen een van de steunen en voelde Wingate een brandende pijn in zijn wang. Met zijn hand tegen zijn gezicht gedrukt tuimelde hij achteruit de cabine in en hij hoorde het metalige geluid opnieuw, luider ditmaal, en toen hoorden ze Quinns paniekerige stem: ‘Er schiet iemand op ons...’
De piloot had het nog niet gezegd of de voorruit explodeerde en het hele toestel helde opzij, waardoor ze door de deur het meer onder hen zagen. Eldwins lichaam slingerde wild in de mand tussen de helikopter en het water. Wingate voelde zich naar de lege ruimte glijden die steeds groter werd omdat Quinn de helikopter snel omhoog liet gaan om buiten schootsafstand te komen, en de loodrechte val werd algauw vijftig meter. Hij spreidde zijn armen uit in een trage paniek en voelde toen dat iemand zijn onderarm stevig beet greep. Hij keek achterom en het was Hazel die zich met opeengeklemde kaken schrap zette achter een van de vastgenagelde banken, haar andere hand in die van Childress. Hij keek omlaag en zag de regen in een kegelvorm langs Eldwins onbeweeglijke lichaam vallen en onder hen in een kolkende duisternis verdwijnen.
‘Hou je goed vast,’ riep Quinn toen hij recht probeerde te gaan vliegen en Eldwin zwaaide losjes aan het einde van het touw als het speeltje dat hij zich nog uit zijn kindertijd herinnerde, dat ding waarbij je een houten balletje probeert te vangen in een beker. Het leek net alsof de man zweefde en dat moment werd bevroren op Wingates netvlies, het was iets prachtigs en vreemds... Maar toen nam de zwaartekracht het weer over en trok de negentig kilo gewicht van de man en de mand hard aan het touw. Door de plotselinge ruk brandde de motor van de lier door en schoot de spoel met een schril gepiep los. Hulpeloos zagen ze Eldwin terugvallen naar het meer. Vijf seconden lang viel hij door de ruimte en raakte toen met een witte explosie het wateroppervlak.
Door het lawaai van de zwoegende rotoren konden ze niet horen of het schieten was opgehouden, maar onderhand vlogen ze bijna zeventig meter boven het meer. ‘Jezus nog aan toe,’ mompelde Quinn. ‘Ik wist niet dat we gezelschap verwachtten.’
Hazel was overeind gekrabbeld en riep Port Dundas op via de walkietalkie. ‘Ik heb versterking nodig op de weg aan de noordkant van het Pickamoremeer. Er is geschoten, we hebben drie mannen in het water en een beschadigd toestel...’
‘Ik moet weer naar beneden,’ zei Quinn over de koptelefoon.
‘Begrepen,’ hoorden ze over Hazels walkietalkie. ‘Er zijn auto’s onderweg. Gewonden?’
Hazel keek naar Wingates bloedende wang. ‘Eén... Tot nu toe. Blijf paraat.’
Quinn ging snel naar beneden en probeerde harder te gaan zodat de schutter hen niet meer op de korrel kon nemen. ‘We moeten dit als een zeemeeuw doen, mensen. Hou je vast.’
Childress keek Hazel aan. ‘De schoten kwamen van de rand van het bos,’ zei ze. ‘Moet ik voorin gaan zitten?’
‘Nee,’ riep Hazel, die naar de cockpit liep. ‘Het gaat nu tussen hem en mij.’ Ze kwam naast Quinn en knielde in de koude ruimte achter de kapotte voorruit, waarna ze haar wapen ter hoogte van haar gezicht bracht. ‘Ik wil dat je de voorkant op de rand van het bos richt,’ zei ze tegen Quinn.
‘Wil je een doelwit vormen?’
‘Nee,’ zei ze. ‘Ik wil hier een einde aan maken.’
Quinn liet de helikopter diagonaal zakken en stuurde de neus van het enorme stalen gevaarte in de richting van het bos terwijl hij zo dicht mogelijk bij het water probeerde te blijven. Hazel hield haar ogen op de oever gericht en wierp af en toe een blik op het water onder zich om de reddingsoperatie in de gaten te houden. Tate en Calberson zwommen met krachtige slagen naar Eldwin. Vanuit de helikopter kon ze nu zien dat de mand automatisch weer rechtop was gaan drijven en dat Eldwin er nog altijd op vastgebonden lag. Naast haar had Childress zich schrap gezet achter de bank en zich voorovergebogen om Wingates enkels beet te grijpen. Ze hield hem stevig vast terwijl hij op zijn buik naar de open deur gleed.
Toen zagen ze in de verte tussen de dekking van de bomen een witte flits, en een halve seconde later spuugde de lege zitting achter Hazels hoofd een pluk stof en schuimrubber uit. Quinn stuurde het toestel weg van Goodmans schootsveld.
‘Hou haar op de plaats!’ riep ze naar hem, en ze ging op de open plek staan en schoot. Hij sloeg echter geen acht op haar en bracht de zijkant van de helikopter naar de vuurlinie. Hazel greep de rand van het frame van het gebroken raam beet en wrong zich er gedeeltelijk uit, de slagregen in, en bleef vuren op de lichtflitsen uit de boomgrens. De enorme leegte om hen heen slokte de knallen op en Hazel had het idee dat iemand om hen heen onschuldig vuurwerk afstak. Quinn probeerde zich klein te maken toen hij zich uit het raam boog om de afstand tot het water in te schatten. Meer kogels rukten aan de romp van de helikopter en Hazel schoot zo lang mogelijk terug en gilde toen: ‘Magazijn! Magazijn!’ Childress haalde snel haar wapen uit haar holster en schopte het naar de cockpit, terwijl ze Wingate met één hand vasthield.
Quinn helde gevaarlijk over en de bladen lieten rijen halve schokgolven over het wateroppervlak gaan. Hazel hoopte dat alle zachte, menselijke vormen onder hen weg waren, maar ze wist, en vreesde, dat Quinn niet meer dan een slechts minimale controle over het toestel had. Ze zocht dekking achter de deur aan de passagierskant en keek achterom. Ze zag dat Tate zich via Wingates arm omhoog hees en zichzelf de cabine in trok, doorweekt en ademloos. Hij draaide zich om en zette zijn dijbeen tegen de open deur en samen brachten ze Calberson omhoog, waarna de drie mannen het slap hangende touw beetpakten en Eldwin hand over hand omhoog hesen. ‘Iedereen is aan boord,’ brulde Childress, en Quinn trok de helikopter weer op. De hele machine schudde alsof hij zich bevrijdde uit een monsterlijke greep. Het geping van kogels klonk op het metaal achter haar en toen voelde ze de passagiersdeur versplinteren en hield niets haar meer omhoog. Ze voelde dat de ruimte onder haar zich opende maar net toen ze erin viel, stak Quinn zijn arm uit en greep haar riem vast en ze draaide wild rond en pakte de nu kale stalen buis die de voorruit scheidde van de deur en schoot lukraak op de witte schichten die in de verte tegen de regensluiers opflitsten. Ze hoorde een stem ‘Vuile klootzak, vuile klootzak,’ roepen en besefte pas dat zij dat was toen ze de witte ster van Goodmans opflitsende geweermond opeens omhoog zag gaan tegen de muur van boomstammen met daarin een kleine rode nevel. Ze had hem geraakt. Ze had hem geraakt en hij was uitgeschakeld.
‘Laten we maken dat we wegkomen,’ riep ze, en Quinn vloog met een brede bocht weg van de plek, stijgend en slingerend, tot ze opnieuw buiten gevaar waren. Hazel keek angstig om, maar iedereen was er en Wingate stond midden in de helikopter en keek Hazel met glanzende ogen aan.
‘Draai je om,’ riep hij. Hij draaide met zijn wijsvinger en Hazel volgde zijn bevel op. Hij liet zijn hand onder haar jack en blouse gaan, zoekend naar de wond waarvan hij zeker wist dat die er was. Maar hij vond niks. ‘Hij heeft het glas uit de deur geschoten, precies waar jij stond,’ zei hij, maar Hazel schudde haar hoofd.
‘Het was mijn beurt,’ zei ze. ‘Niet die van hem. Ik heb hem geraakt. Bel de meldkamer. Ik wil dat ze elke weg van en naar deze kant van het meer afzetten en er moeten teams komen die de bossen systematisch uitkammen tot ze hem of zijn stoffelijk overschot hebben gevonden.’
Hij gaf het door en Hazel boog zich over Eldwins roerloze gestalte en trok de doorweekte lagen stof van zijn keel. Ze voelde onder zijn kin naar een hartslag. ‘Ik wil weten hoe hard we ons best moeten doen om het leven van deze man te redden,’ riep ze naar Childress. ‘Bel je mensen. Nu meteen!’ De agent ging naar achteren en draaide zich om naar de achterwand van de cabine. ‘Ik voel geen polsslag,’ zei Hazel.
‘In het water leefde hij nog,’ gilde Calberson. Hij sprong naar het achterste deel van de cabine en sleepte de verbanddoos onder een van de banken vandaan. ‘Ga opzij.’ Eindelijk trok iemand de deur dicht en het gehuil van de wind verplaatste zich naar de voorkant van de helikopter, waar de voorruit eruit was geschoten. Calberson knipte de doorweekte stof om Eldwin los. ‘In de doos zit een overlevingsdeken...’
Childress schudde de reflecterende deken uit en gaf hem aan Calberson. Onder zijn zwachtels was Eldwin naakt; het was een erbarmelijk gezicht en Calberson legde de dunne overlevingsdeken over hem heen. Hij trok een hoek omhoog. ‘Jij,’ riep hij tegen Childress. ‘Ga eronder liggen.’
‘Wat?’
‘Jij bent de kleinste, dus je zult de minste belasting zijn voor zijn borstkas. Maar als we hem niet opwarmen, gaat hij zeker dood.’ Ze aarzelde en hij greep haar pols beet. ‘Het is geen verzoek.’ Childress ging op Eldwin liggen, met haar gezicht boven dat van de bewusteloze man.
Hazel boog zich naar haar toe. ‘Heb je verbinding gekregen?’
‘Ik sta in de wacht.’
‘Godsamme,’ zei ze. ‘Geef me die telefoon.’
Ze zette haar koptelefoon af en drukte de telefoon tegen haar oor. Calberson pakte de koptelefoon en vroeg in de microfoon: ‘Meneer Quinn, waar is het dichtstbijzijnde ziekenhuis?’
‘De enige Spoedeisende hulp die dit aankan is in Mayfair,’ zei Quinn.
‘Ga erheen.’ Hij pakte Eldwins linkerpols en voelde zijn polsslag. ‘Zijn hartslag is twintig slagen per minuut. Hij heeft mazzel dat het koud is geworden, anders zou hij nu dood zijn. Het is toch al...’
‘Hallo?’ zei Hazel in de telefoon. ‘Met wie spreek ik?’ De man aan de andere kant zei dat hij Fredricks heette. Ze klemde de telefoon tussen haar oor en haar schouder. ‘Childress? Is Fredricks degene die je moest hebben?’
Ze knikte. Ze zag er misselijk uit, en Hazel vermoedde dat Eldwin enigszins onwelriekend was. Haar walkietalkie zoemde en ze gaf hem aan Wingate.
Ze drukte de telefoon tegen haar oor. ‘Fredricks? Je spreekt met adjudant van de recherche Micallef van het Port Dundas korps van de RPO. Het spijt me, ik zit in een helikopter. We wachten op een aantal forensische uitslagen.’ Ze luisterde even. Wingate zei: ‘984, maar we gaan rechtstreeks naar Mayfair, bel vooruit 951.’ Hazel stak een vinger in haar andere oor. ‘Dat weten we al, maar ik heb de hoofdinspecteur gistermiddag wat... bewijs gestuurd. Precies. Oké,’ zei ze, haar ogen tot spleetjes knijpend om hem beter te kunnen verstaan. ‘Zeg dat nog eens.’
Ze keek Wingate aan, maar hij kon niet bepalen wat haar blik betekende.
‘Weet je het zeker? Goed, ik begrijp het. Hoor eens, we hebben een tweede set vingerafdrukken naar jullie gefaxt... Inderdaad. Van het Port Dundas-korps van de RPO en de naam van de afzender was Fraser...’ Ze luisterde. ‘Ik wil dat je die nogmaals controleert. Weet je het zeker? Dank je wel, Fredricks. Leg alles maar weer terug waar je het hebt gevonden en rep er met geen woord over tegen anderen. Heel erg bedankt.’
Ze draaide zich weer om naar Wingate. ‘Hij heeft het niet gedaan,’ zei ze. ‘Hij heeft Brenda Cameron niet vermoord.’
Wingate keek naar de onbeweeglijke man in de mand. Calberson had Childress ontslagen van haar warmhoudplicht en deed een slangetje in de rug van Eldwins hand om vloeistof in hem te kunnen krijgen. ‘Arme drommel,’ mompelde hij.
‘Laten we zorgen dat deze man in het ziekenhuis komt.’
Quinn vloog in een wijde boog omlaag over de oever en ging in zuidwestelijke richting naar Mayfair. Onder hen verspreidde de zonsopkomst zijn bleke, oranje licht. Eindelijk was de regen opgehouden. ‘Logisch,’ zei Childress. ‘Nu we bij het gemakkelijke deel zijn, klaart het op.’ Hazel keek naar haar en toen Childress de blik van de andere vrouw op zich gericht voelde, keek ze haar langzaam aan. ‘Wat is er?’
‘Wil je naar huis?’
‘Om daar te worden uitgelachen door mijn collega’s? Nee bedankt, ik ga overplaatsing aanvragen.’
‘Je hebt geholpen om het leven van een man te redden. Dat is niet niks.’
Childress had zich in zichzelf teruggetrokken en ging helemaal op in haar gedachten. Na een poos zei ze: ‘Ik ben wel eens eerder betrokken geweest bij hopeloze ondernemingen, maar deze...’
Hazel boog zich voor de cabine langs en gaf een klopje op Childress’ knie. ‘Ik hoop dat je die medaille krijgt die je jezelf wilde opspelden.’ Childress glimlachte, maar bleef naar haar schoot staren. ‘Quinn?’ De piloot knikte. ‘Over een paar minuten komen we toch langs Kehoe River?’
‘Als het goed is wel.’
‘Hoeveel langer doe jij erover als je daar even landt? Ik heb daar auto’s staan. Dan kan ik terugrijden naar Mulhouse Springs en Eldwins vrouw halen om haar naar het ziekenhuis te brengen.’
Quinn keek haar over zijn schouder aan. ‘Ik dacht dat elke minuut telde.’
Calberson zei: ‘Waarschijnlijk is het een goed idee om er een naaste verwant bij te halen.’
Quinn knikte en keek weer door zijn ontbrekende voorruit. Kehoe River lag tien kilometer voor hen. Hazel nam contact op met het dorpsbureau om te zeggen dat ze een auto nodig hadden. ‘Laat die naar de parkeerplaats van de Giant Tiger komen,’ zei Quinn, en ze gaf de boodschap door. Ze vlogen over de stad en Quinn landde op de lege parkeerplaats.
‘Ik neem Childress wel mee,’ zei Hazel tegen Wingate. ‘Dan kan ik haar terugbrengen naar Toronto als ik in Mayfair ben geweest. Zorg jij dat Eldwin de verzorging krijgt die hij nodig heeft?’
Hij keek van de een naar de ander en stak toen zijn hand uit naar agente Childress. ‘Bedankt voor je hulp.’
‘Ja,’ zei ze een tikje verbaasd. ‘Goed.’
Hazel bedankte Quinn, Tate en Calberson en toen stapten de twee vrouwen uit en steeg Quinn weer op met de rest van de passagiers. Het had hem minder dan twee minuten gekost om te landen en hen uit te laten stappen. Ze keken hem na toen hij schuin wegvloog van Main Street. Op hetzelfde moment kwam er een auto van het bureau in Kehoe River aan. ‘Vind je het erg om terug te lopen?’ vroeg Hazel aan de bestuurder terwijl ze op de stoel naast hem ging zitten. ‘We moeten zo snel mogelijk naar Mulhouse Springs.’ De agent tikte tegen zijn pet en in de achteruitkijkspiegel zag ze hem kleiner worden.