17
De volgende ochtend, tien over acht. Cees de Water bladerde door het dossier en keek op toen Van Buren met een verhit gezicht binnenstapte.
‘Dat kloteding wilde niet starten’, was zijn excuus. De Water lachte.
‘Ja, ik hoorde van Heleen dat je in een Fiat Panda rijdt?’
‘Het is tijdelijk. Ik heb mijn Volvo in de prak gereden.’ Van Buren trok zijn colbert uit en gooide het in het raamkozijn.
‘Ik haal even snel koffie en dan kunnen we beginnen.’
‘Ik zag je aankomen.’ Heleen zette een mok met cappuccino op zijn bureau. ‘Sera komt een kwartiertje later. Ze brengt eerst de kinderen naar school.’ Ze wees naar een stapel formulieren op het bureau. ‘Harrie heeft gevraagd of je die vandaag nog wilt doornemen.’ Het leek Van Buren niet te boeien. Hij plofte op zijn stoel en nam de koffie van haar over.
‘Geen koekje erbij? Je stelt me teleur. Ik dacht dat ik je beter had afgericht.’
‘Jij kunt je hond niet eens fatsoenlijk africhten, laat staan een vrouw.’
‘Jij bent mijn eerste proefkonijn’, beweerde Van Buren met een grijns. ‘Daarna richt ik me op mijn vrouw.’ Zijn blik gleed naar de wegenkaart aan de muur. ‘Wat hebben we: drie Audi’s, een Volvo, twee Land Rovers, een Jaguar en drie BMW’s.’ Hij dronk langzaam van zijn koffie en nam de informatie in zich op. ‘Cees, ik wil van elke diefstal de modus operandi weten. De dag van de ontvreemding, het tijdstip, uit de garage of van het erf, eventuele inbaaksporen, welk gereedschap daarvoor is gebruikt en of de papieren en de sleutel zijn meegenomen.’ Het was een paar minuten stil.
‘De meeste tankstations zijn voorzien van camera’s voor het geval men na het tanken zonder te betalen doorrijdt. Heleen, vraag de beelden op en bekijk samen met Sera of er met de gestolen auto’s is getankt. Informeer gelijk of er in de omgeving bekeuringen zijn uitgedeeld voor te hard rijden. Misschien zijn de daders gecontroleerd. Gisteravond schoot mij iets te binnen. Het zijn dure auto’s en daar rijden over het algemeen zakenlui in. Vraag aan de eigenaar of er een telefoon of een gps-tracker is ingebouwd. Een tracker is een volgsysteem dat in verbinding staat met een satelliet. Als de auto gestolen wordt of de bestuurder wordt bijvoorbeeld onwel, dan kan men via het satellietsignaal de locatie van het voertuig gemakkelijk achterhalen.’
‘Is dat serieus?’ vroeg Heleen. Van Buren knikte.
‘Als je genoeg geld hebt…’ Hij dronk zijn koffiemok leeg en trok de formulieren naar zich toe. Met een verveeld gezicht bekeek hij de stapel, tilde hem op en gooide hem toen naast het bureau op de grond. ‘Zo, ik heb nog niet ontbeten. Ik ga eerst eens kijken of er iets te scoren valt in de kantine. Kan ik iets voor jullie meenemen?’
De man controleerde voor de zekerheid nogmaals zijn opdrachtenbon en drukte toen op de deurbel. De bel klonk door het huis en hij rechtte zijn rug toen hij voetstappen hoorde naderen. Dave Bell opende de deur en was verrast toen de man een enorme bos bloemen onder zijn neus drukte.
‘Goedemorgen meneer, bloemenservice. Ik mag een prachtige bos bij u achterlaten. Er zit een kaartje bij. Prettige dag.’ De man knikte vriendelijk en liep toen naar zijn bestelbus die dubbel geparkeerd voor de deur stond. Dave viste het kaartje uit de bloemenpracht omhoog en las de tekst. Zijn gezicht trok langzaam wit weg.
‘Wat krijgen we nu?’ Hij smeet de deur in het slot en stampte de kamer in. ‘Er zijn bloemen bezorgd. Voor jou!’
‘Voor mij? Van wie dan wel?’ Nieuwsgierig nam ze de bos van hem over.
‘Van een zekere X. Er zit een handgeschreven kaartje bij.’ Hij hield zijn ogen strak op haar gericht en observeerde haar reactie.
‘Voor mijn allerliefste. Ik heb van je genoten. Voor altijd de mijne. Kus X.’ Ze keek haar man eerst verbaasd aan.
De raderen in haar hoofd draaiden op volle toeren en toen schoot ze in de lach.
‘Ach, die komen van jou. Wat lief.’ Hij schudde resoluut zijn hoofd.
‘Ik heb niets besteld. Waarom zou ik geheimzinnig moeten doen over mijn naam? X? Kom op, zeg.’
‘Omdat je romantisch wilde zijn?’ Haar lach verdween van haar gezicht toen hij zijn armen over elkaar sloeg en haar doordringend bleef aanstaren.
‘Niet?’
‘Nee, Pauline. Ik heb jou geen bloemen gestuurd. Ik ben niet meneer X.’
‘Dan zijn ze verkeerd bezorgd’, reageerde ze nuchter. ‘Is de bezorger al weg?’ Ze liep naar het raam en zocht tevergeefs de straat af. ‘Dat is knap slordig. Er staat een telefoonnummer van de bloemenwinkel op het kaartje. Ik bel wel even...’ Ze pakte de telefoon uit de houder en drukte het nummer in. Ze kreeg een antwoordapparaat en een vrouwenstem liet haar weten dat ze tot negen uur gesloten waren.
‘Wat jammer voor meneer of mevrouw X.’ Pauline verbrak de verbinding. ‘Doen ze hun best om indruk te maken, komt de boodschap niet aan. Misschien had X wel gehoopt op een romantische avond. Ik zet de bloemen zolang in een emmer met water. Dan kunnen ze het straks komen ophalen.’ De uitdagende houding van Dave was verdwenen en hij keek zelfs een beetje schuldig. Ze wilde naar de keuken lopen.
‘Wat kijk je raar.’ Beschaamd haalde hij zijn schouders op en plotseling werd het haar duidelijk.
‘Jij dacht toch niet dat ik en die meneer X…’ De verontwaardiging was in haar stem te horen. ‘Waar zie je mij voor aan?’
‘Het had toch gekund? Je hoort tegenwoordig niet anders. Vreemdgaan is bijna mode geworden.’
‘Je slaat door. Voor die zogenaamde mode heb je twee personen nodig en ik heb geen behoefte aan een andere vent. Aan één heb ik mijn handen al vol.’
‘Er zijn genoeg mannen die naar je kijken. Je bent een mooie vrouw.’
‘Slijmbal!’
‘Ik vond het wel wat vreemd. Een bos bloemen naar het huisadres van je liefje sturen terwijl haar man daar ook rondloopt.’
‘Ja, dat was te merken’, snibde ze.
Hij lachte zijn negatieve gedachten weg, maar het kwaad was ondertussen al gezaaid. Het gezwel had alleen nog tijd nodig om te rijpen alvorens het tot uitbarsting zou komen.
‘Gaan we vanavond nog een biertje drinken in het café?’ wilde hij weten.
‘Ja, gezellig.’
Met barstende hoofdpijn stapte Karien onder de douche. Ze had slecht geslapen en had geen zin in een confrontatie met haar man. Zijn adviezen en plannen benauwden haar. Op haar werk had ze rust en kon ze de dingen beter overdenken en analyseren. Het zat haar aanzienlijk dwars dat ze papieren had ondertekend zonder ze eerst door te lezen. Ze voelde zich behoorlijk geïntimideerd door hem. Dat had ze hem moeten vertellen. Normaal had ze daar geen problemen mee, maar als ze bij hem was, leek ze te bevriezen. Als ze veranderingen wilde, dan moest ze haar zegje doen, hield ze zich wijselijk voor. Het was alleen makkelijker gezegd dan gedaan.
Ze vroeg zich af of hij zich bewust was van zijn drammerige gedrag. Het kon er natuurlijk ook door de loop van de jaren ingesleten zijn. Ze had het al die tijd geaccepteerd en bijna nooit een weerwoord gegeven. Toen vond ze het wel prettig dat een ander de beslissingen voor haar nam.
Rond acht uur snelde ze aangekleed en opgemaakt de trap af.
Jos ging meestal rond halfacht naar de zaak. Van hem zou ze geen last hebben. Ze hoorde gerommel in de keuken. Mooi! Chantal zat al aan het ontbijt. Ze graaide haar tas uit de gang en controleerde of haar mobiel in haar tas zat. Jos zou haar wel de nodige sms’jes sturen over gisteravond.
‘Chantal, wil jij…’ In de deuropening bleef ze staan en nam verbaasd het tafereeltje in zich op. De tafel was gedekt en een gekookt eitje stond naast haar bord. In de lucht hing het aroma van verse koffie en afbakbrood. Chantal zat aan de ontbijttafel en er was iets van verwijt in haar ogen te lezen. Karien haalde verontschuldigend haar schouders op. Hoe moest ze dit uitleggen?
‘Goedemorgen, liefje.’ Jos draaide de kranen dicht en gooide de theedoek op het aanrechtblad. ‘Ga zitten.’ Hij trok uitnodigend een stoel naar achteren. ‘Je bent laat.’
‘Moet jij niet naar de zaak?’ Ze zocht even snel oogcontact met Chantal, maar die draaide haar hoofd weg.
‘De winkel is voorlopig gesloten. Ik moet zoveel dingen regelen. Over twee uurtjes zit ik bij de makelaar op kantoor en vanmiddag heb ik een afspraak met de schade-expert over de auto. Zolang dat niet geregeld is, moet je met de fiets naar je werk. Ik wil er graag wat vaart achter zetten. We zullen trouwens moeten bekijken of een tweede auto noodzakelijk is als ik straks hele dagen thuis ben. Jouw werk is makkelijk met de fiets te doen.’ Ze fronste haar voorhoofd maar kwam niet in verweer. ‘Vanavond eten we stamppot’, liet hij er direct op volgen.
‘Is dat zo?’ Ze probeerde haar emoties onder controle te houden, maar toch klonk er een trilling door in haar stem.
‘Ja, ik kook.’ Hij schonk haar koffiekopje vol en vuurde de volgende vraag op haar af. ‘Waar blijft Albert? Moet hij niet naar school?’
‘Die logeert bij een vriend’, zei Karien. Onopvallend seinde ze naar Chantal dat ze niet op de leugen moest reageren.
‘Ze werken aan een project voor school.’
Het leek hem weinig te interesseren.
‘Hoe laat ben je thuis?’
‘Halfzes. Kom Chantal, dan rijden we een stukje samen op.’ Haar hoofd maakte een kort knikje naar de deur.
‘Om zes uur staat het eten op tafel’, riep hij het tweetal nog na.
‘Heeft papa thuis geslapen?’ Chantal keek even achterom naar het huis voordat ze op haar fiets sprong. ‘Ik dacht dat je na de laatste ruzie wel genoeg van hem had.’
‘Het ligt wat ingewikkeld.’ Karien gaf haar fiets een duw en volgde.
‘Het zal best!’ Gefrustreerd begon Chantal de pedalen rond te trappen. ‘Ik snap er in ieder geval niets meer van.’
‘Ik heb hem niet uitgenodigd om te blijven’, verdedigde Karien zich. Ze moest haar best doen om haar dochter bij te houden. ‘Wij wonen nog steeds in zijn huis. Ik kan hem moeilijk de deur wijzen. Hij laat zich trouwens niet wegsturen, dat weet je.’
‘O, dat verklaart alles.’ Met moeite wist Chantal haar tranen te bedwingen. ‘En wat nu? Gaan we plotseling gezellig doen en in Portugal wonen?’
‘Nee, schat.’ Karien zuchtte. ‘Wij gaan nergens heen.’ Ze waren bij het kruispunt gekomen waar Chantal rechtsaf moest en zij rechtdoor. Karien kneep in haar remmen maar Chantal was niet van plan om te stoppen. Ze reed Karien voorbij.
‘Als je maar weet dat ik niet meega’, riep ze opstandig over haar schouder.
‘Ik anders ook niet’, prevelde Karien tegen zichzelf.
Karien kwam gehaast de vergaderkamer binnen en liet zich met een verontschuldigende glimlach in een stoel zakken.
‘We zijn nog niet begonnen’, liet Hertog haar weten. ‘Neem een kop koffie.’ Hij schoof de koffiekan in haar richting en draaide zich toen weer naar de collega met wie hij in gesprek was. Ze schonk een kopje vol en klapte haar aantekeningen open.
‘Karien, wat zie je bleek.’ Pieter Strom ging naast haar zitten. ‘Ik maak me echt zorgen. Ben je ziek of zo?’ Karien onderdrukte een zucht. Het was algemeen bekend dat Pieter Strom door middel van een vraag een gesprek met je aanknoopte om daarna oeverloos te zemelen over zijn kwaaltjes of die van zijn vrouw. Daar zat Karien niet echt op te wachten.
‘Ik heb slecht geslapen’, zei ze en met een vermoeid gebaar duwde ze een pluk haar achter haar oor.
‘Heb jij daar ook zo’n last van?’ Pieter ging er eens goed voor zitten en stak van wal. ‘Ik heb airco op de slaapkamer laten installeren, maar eerlijk gezegd helpt het weinig. Mijn vrouw krijgt last van hoofdpijn zodra dat ding staat te loeien. Het beste is om gewoon onder de sterrenhemel te gaan liggen. Naakt!’ Hij giechelde als een verlegen tiener. ‘Het is in ieder geval wel romantisch. Tenzij je allergisch bent voor muggen, zoals ik. Ik smeer me meestal in met…’
‘Zullen we beginnen?’ Hertog keek de tafel rond en grijnsde toen Karien opgelucht met haar ogen rolde. ‘Pieter, wil jij beginnen met de productiecijfers van jouw afdeling?’ Pieter veerde recht en trok zijn aantekeningen naar zich toe.
‘Natuurlijk.’ Hij begon de gegevens op te dreunen maar de informatie was aan Karien niet besteed. Haar gedachten dwaalden telkens af. Ze krabbelde nutteloze figuurtjes in de kantlijn. Automatisch dacht ze aan de papieren die ze gisteravond had getekend. Misschien was het slim om tussen de spullen van Jos te zoeken naar de kopieën. Jos kennende had hij die netjes in een ordner gestopt. Ze had toch het recht om te weten waarvoor ze had getekend? Als ze het zou vragen, reageerde hij toch vaag. Hoeveel bracht het winkelpand op? Er stond een hypotheekschuld van vierhonderdduizend euro op. Tot zover wist ze het. Als ze toch ging snuffelen in zijn administratie, dan kon ze beter ook het spaargeld controleren. Ze had geen flauw idee hoeveel ze op hun spaarbankboekje hadden staan. Als ze überhaupt nog een spaarbankboekje hadden. Misschien was al het geld verdampt en zaten ze tot over hun oren in de schulden. Ze schudde afkeurend met haar hoofd. Ze werkte bij een bank, verdorie. Haar hele financiële situatie was een wazig geheel.
Hoe kon ze het zover hebben laten komen? Ze wist alleen wat hij haar had voorgespiegeld. Werd het niet eens tijd om de waarheid boven tafel te krijgen? Als ze een paar uur vrij nam, kon ze de papieren doornemen.
‘Karien?’ Negen paar ogen keken haar afwachtend
aan. ‘Kun je iets meer vertellen over de firma Shell
Overseas?
‘Shell Overseas.’ Driftig zocht Karien in haar aantekeningen en las
haar bevindingen op.
De vergadering werd iets over elven afgesloten. Karien haastte zich naar haar kantoor terwijl ze haar mobiel uit haar schoudertas viste. Ze nam plaats achter haar bureau en drukte het nummer van Jos in.
‘Hallo, lieverd.’ Hij klonk opgewekt.
‘Dag Jos. Hoe laat heb jij een afspraak met de schade-expert?’
‘Halfdrie. Waarom?’
‘Heb je tijd over om boodschappen voor vanavond te doen?’
‘Ja. Ik denk dat ik met een uurtje weer buiten sta. Die paar boodschappen pik ik onderweg wel op.’
‘Oké. Succes dan maar.’
‘Wil je niet weten hoe het bij de makelaar is afgelopen?’
‘Is het gesprek al achter de rug?’
‘Ja, tien minuten geleden. Morgen maakt hij een taxatie van het pand.’
‘O, spannend.’ Ze keek op haar horloge. ‘Maar ik moet ophangen. Ik verwacht elk moment een cliënt. We spreken vanavond wel verder. Dag.’ Ze verbrak de verbinding en stond op.
Pauline keek op van haar werk toen Karien binnen kwam lopen.
‘Ik neem vanmiddag wat uren op’, viel ze met de deur in huis.
Ze liet zich tegenover haar vriendin in een stoel zakken en slaakte een diepe zucht.
‘Wat is er?’
‘Ik heb geloof ik wat doms gedaan.’
Pauline boog zich over haar bureau naar voren.
‘Wat dan? Vertel!’
Karien vertelde over de formulieren die ze getekend had en over haar voornemens om vanmiddag de administratie door te spitten.
‘Ik heb een uurtje de tijd.’
‘Dat is niet veel. Kun je thuis kopiëren?’
Ze knikte.
‘Mooi. Ik ga met je mee. Terwijl jij de belangrijke papieren ertussenuit zoekt, kopieer ik de handel. Met ons tweeën zal dat wel lukken.’
‘Weet je het zeker? Het hoeft niet. Je doet al zoveel voor me. Ik wil je niet in mijn ellende betrekken.’
‘Als ik je niet wil steunen of als ik denk dat het te link wordt, dan bied ik mijn hulp niet aan. Het wordt tijd dat je van je afbijt. Het is niet normaal zoals hij je behandelt. Je verdient beter.’
Ze raakte een gevoelige snaar, want Kariens ogen vulden zich met tranen. Karien blies een handkus door de lucht en lachte wat moeilijk.
Albert was liever bij Evelien gebleven maar zij moest naar de groothandel en wilde dat alleen doen. Daarnaast had ze gehoord dat hij zijn moeder had beloofd om naar school te gaan. Hij had Karien vanmorgen via een sms laten weten dat hij op school zat. Dat zou haar in ieder geval blij stemmen.
Hij staarde dromerig in zijn boek en dacht aan de geweldige avond die hij samen met Evelien had beleefd. Ze hadden tot drie keer toe de liefde bedreven. Zijn lichaam tintelde van verlangen. Het had al zijn verwachtingen overtroffen. Hij keek naar Filip, die omgedraaid in zijn stoel zijn buurvrouw aan het vervelen was. Filip was populair bij de meisjes en aan zijn houding was te zien dat hij zichzelf ook erg geweldig vond. Albert vroeg zich af of ‘geweldige’ Filip dezelfde ervaringen met seks had als hij. Seks uit pure liefde. Dat maakten weinig jongens op zijn leeftijd mee. Zelfs Filip niet. Die kwam niet verder dan wat gefrunnik in het donker. Albert grijnsde en voelde zich plotseling erg volwassen. De mobiel in zijn broekzak begon te trillen en hij viste hem onopvallend omhoog. Een sms van Chantal. Hij drukte het bericht open en liet vluchtig zijn ogen langs de tekst glijden. Zijn gezicht betrok toen hij las dat zijn vader thuis had geslapen en dat ze naar Portugal zouden verhuizen. Hij las het bericht drie keer over voordat hij het nieuws verwerkt had.
‘Meneer?’ Zijn hand wapperde door de lucht. ‘Kan ik even naar de wc? Hoge nood.’ Met een benauwd gezicht probeerde hij de urgentie over te brengen.
‘Over twintig minuten is de les voorbij. Kun je niet wachten?’
‘Nee, meneer. Mijn onderbroek loopt bijna vol.’
‘Jasses.’ De meisjes in rij drie begonnen te krijsen en keken met een vies gezicht achterom.
‘Snel dan’, commandeerde de docent. Albert schoot uit zijn stoel en beende met grote stappen het lokaal uit. In de wc las hij nogmaals het bericht en stuurde toen zijn antwoord. Is ze krankzinnig geworden? Wat moet ze met die vent? Hoezo verhuizen naar Portugal? Waar heb je het over?
Hij verstuurde het bericht en zocht het nummer van zijn vader in zijn adressenbestand op. Hij was licht in paniek.
Verhuizen! Hij was niet van plan om Evelien op te geven.
Voor niets en niemand. De beltoon ging over maar hij nam niet op. Woest drukte hij de tekst in en verzond zijn boze woorden. Waarom laat je ons niet met rust? Je verandert toch niet. Wat is dat voor gezeik over Portugal? Je gaat maar alleen!