3

Ze hoorden hem rommelen in de gang. De deur dreunde in de sponning en niet veel later kwam Jos Verschoor binnen. Hij gromde zijn vrouw en twee kinderen gedag en liep toen rechtstreeks naar de kast, waar hij een glas uit pakte.

‘Dag, schat’, reageerde Karien gemaakt vriendelijk. Vanuit haar ooghoeken peilde ze zijn stemming. Ze had nu eenmaal een man bij wie ze voortdurend op haar tenen moest lopen. Door de jaren heen had ze de aanvallen leren herkennen. Hij schonk zijn glas halfvol met whisky en nam toen tegenover Albert plaats.

‘Zo, weer een dag om’, zei hij met een zucht en hij nam een slok. Hij klakte genoegzaam met zijn tong en strekte zijn benen. ‘Hoe is het hier?’ Hij keek zijn kinderen vragend aan.

‘Nog iets spannends gebeurd?’ Albert schudde zijn hoofd maar Chantal stak van wal en vertelde over een vechtpartij op school. De vader van een meisje uit het tweede had de leraar geslagen. Jos grinnikte. Dat was voor Karien een teken dat ze zich even kon ontspannen. Met een stralende glimlach zette ze de lofschotel op tafel.

‘Wie wil er een karbonade?’

‘Ja, ik.’ Jos stak zijn vork in de lucht. ‘Weet je wie er vandaag bij mij in de zaak is geweest? Irma Dijnman.’

Karien schoof een karbonade op zijn bord. ‘Irma? Dat is lang geleden.’ Ze maakte een rekensommetje in haar hoofd. ‘Minstens tien jaar. Irma was onze buurvrouw uit de Spanedonklaan’, liet ze Albert toen weten. ‘Kun je je haar nog herinneren? Ze had van dat lange blonde haar.’

‘Mag ik mijn verhaal verder afmaken?’ onderbrak Jos haar geïrriteerd. ‘Ze is twee jaar geleden gescheiden. Wat niet zo verwonderlijk is, want Gerrit was een eersteklas eikel.’

‘Gerrit was toch best aardig? Je ging elke week met hem sporten’, verdedigde Karien de man.

‘Hij was een sufkonijn dat niks anders deed dan zeuren over geld. In ieder geval… Irma is er op een gegeven moment achter gekomen dat hij vreemdging met een vrouwtje van de sportschool. De lamzak!’

‘Wat vervelend voor Irma.’ Karien reageerde oprecht geschokt.

‘Woonde ze schuin onder ons?’ wilde Albert weten. Hij leek zich iets te herinneren. ‘Een lange slanke vrouw. En die vent van haar had een snor en donker haar en reed op een zware motor rond?’

Jos slikte een hap karbonade weg en knikte.

‘Maar slank is ze niet meer. Ze weegt volgens mij wel driehonderd kilo. Moddervet is ze geworden.’ Schaterend schudde hij zijn hoofd. ‘Ze kwam een aerobicspakje kopen, want ze ging aan sport doen. Het werd tijd. Wat een varken.’ Karien trok met haar mond.

‘Een scheiding brengt veel verdriet en ellende met zich mee. Misschien heeft ze haar troost in eten gezocht.’

‘Dan heeft ze heel wat kilo’s troost naar binnen gewerkt’, kaatste Jos terug.

‘Ik vind het wel zielig’, zei Chantal. ‘En had je een aerobicspak in haar maat?’

Jos zuchtte. ‘Wijven zijn zo dom.’ Hij schudde meewarig zijn hoofd. ‘Ja, ik had haar maat. En ja, ze heeft het gekocht. Wil je ook de kleur nog weten?’ viel hij sarcastisch tegen Chantal uit. Hij wendde zich toen tot Albert. ‘Ze vreten zich klem en dan zijn ze nog zielig ook. Logisch dat een man naar andere vrouwen lonkt.’

‘Ik dacht dat hij een sufkonijn was?’ Albert keek zijn vader uitdagend aan.

‘Gaan we bijdehand doen?’ viel zijn vader uit. ‘Ik probeer een grappig verhaal te vertellen maar jullie zitten me gewoon af te zeiken.’ Hij knalde zijn vork op tafel en vloog op uit zijn stoel. Verstijfd staarde Karien hem aan. De glazen op tafel wankelden, maar het drietal verroerde zich niet. Niemand maande de man tot kalmte. ‘Het is mij een raadsel waarom ik nog thuis kom eten. Er is geen greintje respect. Stelletje idioten.’ Hij maaide zijn glas van tafel en liep toen met grote passen de keuken uit. Ze hoorden zijn zware voetstappen de trap opklimmen. De slaapkamerdeur sloeg met een dreun dicht.

‘Kon je niet gewoon je mond houden?’ siste Karien tegen haar zoon. ‘Nu is er weer ruzie in de tent.’

‘Is dat mijn schuld?’ Albert schopte zijn stoel naar achteren.

‘Hij noemde jullie anders stomme wijven. En misschien had hij wel gelijk.’

Ook hij stampte de trap omhoog en gooide met een klap zijn slaapkamerdeur achter zich in het slot. Altijd nam ze hem in bescherming. Het leek wel of ze zijn fouten niet wilde zien.

Op iedereen had hij commentaar behalve op zichzelf. Nee, hij was perfect. Albert trok zijn mobiel uit zijn broekzak en liet zich languit op het bed vallen. Zijn vingers schoten over het toetsenbord en toverde het laatste sms’je van Evelien naar boven.

Je kunt goed zoenen. Morgen nog eens overdoen? Eefje XXX Het gebonk in zijn borstkas werd minder. Hij drukte een zoen op het display. Ze hadden om vier uur afgesproken maar eigenlijk had Albert weinig zin om zo lang te wachten. Zijn moeder en school konden hem gestolen worden. Ik kan eerder langskomen. Ben je vrij? Kan niet wachten op die kus. Je lippen zijn heerlijk. Ik verlang naar je. Ap xxx

Ze reageerde vrij snel. Dag liefje. Tussen elf en drie kan ik vrij regelen. Kom naar de friettent. Misschien een stapje verder? Kus. Mis je. Eefje XXX

Een stapje verder? Het idee bezorgde hem een erectie in zijn broek.

‘Albert! Het is bijna acht uur. Straks kom je te laat op school. Schiet eens op!’ Mopperend keek Karien op haar horloge en ze pakte haar autosleutels van tafel. Ze had gisteravond in de logeerkamer geslapen en Jos’ aanwezigheid gemeden.

Vanmorgen had ze hem even aan de ontbijttafel gezien. Hij was kortaf en had met geen woord over zijn uitval gerept. Voor de lieve vrede had ze het daarbij gelaten. Ze checkte nogmaals haar horloge. Chantal had ze een kwartier geleden al de deur uit gewerkt. ‘Albert!’ Haar stem galmde door het huis.

‘Ik ben er al uit.’ Hij slofte met een nors gezicht de keuken binnen en trok de koelkast open.

‘Hoe laat moet jij op school zijn?’

‘Relax! Ik heb het eerste uur vrij. Ik heb de tijd.’

Karien schudde afkeurend haar hoofd. De lesroosters op school werden telkens aangepast. Controle werd daardoor zo goed als onmogelijk gemaakt. Ze moest hem maar op zijn woord geloven.

‘Zorg dat je niet te laat komt. Ik ga naar mijn werk.’

Zonder om te kijken gromde Albert haar gedag en knalde toen de koelkastdeur weer dicht. Zijn oren stonden op scherp. Hij hoorde haar over het grind lopen. De deur van de auto sloeg dicht. De motor werd gestart en langzaam rolde de wagen het terrein af. Hij glimlachte en sjokte terug naar zijn slaapkamer. Hij had minstens nog drie tot vier uur voordat de school zijn moeder zou bellen om haar te melden dat hij niet in de les was verschenen. Tegen die tijd was hij al bij Evelien. Hij kroop zijn bed in en sloot zijn ogen. Eerst nog wat slapen.

Albert zat in de bus toen het telefoonnummer van zijn moeder op het display verscheen. Hij drukte haar zonder enige aarzeling weg. Vijf minuten later deed ze een tweede poging, gevolgd door een pissig sms’je. Waarom ben je niet op school? We hadden een afspraak. Je bent heel dom bezig. Bel me terug. Ma.

Hij schoot in de lach. Ja, tuurlijk. Bellen zou pas echt dom zijn. Hij kon de situatie beter goed uitbuiten, want straf had hij toch al te pakken. En voor een dagje met Evelien had hij dat wel over.

Iets over elven rammelde hij aan de deur van de cafetaria. Geopend om twaalf uur, las hij op een briefje dat op de ruit was geplakt. Hij zocht in het rond maar Evelien was nergens te bekennen. Zou ze het hebben laten afweten? Had hij iets verkeerds gezegd of gedaan? Zenuwachtig trok hij zijn mobiel tevoorschijn en stuurde Evelien een sms. Ik sta voor de deur. De boel zit op slot. Waar ben je? Kus Ap.

‘Kijk eens omhoog.’ Breed grijnzend hing ze met haar bovenlichaam uit het raam. ‘Ik kom naar beneden.’ De deur naast de cafetaria zwaaide open en ze trok hem in haar armen.

‘Raakte je in paniek?’ Ze drukte een kus op zijn mond. ‘We wonen boven de zaak. Kom!’ Ze pakte zijn hand en trok hem mee naar boven. ‘Mijn vader is thuis. Ik zal je even voorstellen.’ Ongemakkelijk volgde hij haar de woonkamer binnen. ‘Pa, dit is Ap.’ Haar vader zat in zijn hemd en trainingsbroek in de stoel en kwam niet omhoog toen zijn gast voor hem stond. Albert schudde de uitgestoken hand.

‘Ap Verschoor’, stelde hij zich voor.

‘Harlan.’ Zijn ogen scanden de jongen van top tot teen. ‘Moet jij vandaag niet werken?’

‘Pa!’

‘Ik zit nog op school.’

‘Op school?’ Harlan keek zijn dochter vragend aan en ook zij leek verrast. ‘Op wat voor school zit je?’

‘Pa, we hebben geen tijd voor een kruisverhoor’, greep ze in. ‘Ik moet over een paar uurtjes weer werken. Zoveel tijd hebben we niet samen.’ Ze drukte een kus op zijn voorhoofd.

‘We gaan naar mijn kamer.’

‘Ik wil anders nog wel wat meer van deze jongeman weten.’

‘Dat geloof ik best. Een andere keer misschien.’ Ze seinde met haar hoofd naar de deur en snel schoot Albert achter haar aan de gang in. Boven aan de trap was een deur die uitkwam op een grote zolderruimte.

‘De hele bovenetage is van mij’, zei ze en ze duwde de deur achter hem in het slot. Een paarskleurig driezitsbankstel stond in het midden van de ruimte omringd door lage bijzettafeltjes vol kaarsen en foto’s. In de hoek stond een tweepersoonsbed, bedolven onder een stapel kleurrijke sierkussens. Boven haar bed hing een gigantische zwart-witfoto waarop een man poseerde in zijn onderbroek. Een kast gemaakt van steigerdelen besloeg de langste muur in de kamer en stond vol met boeken en prullaria. Aan het plafond hingen lampen in de meest uiteenlopende vormen en kleuren.

‘Apart’, mijmerde Albert en hij nam de ruimte in zich op.

‘Ik vind het leuk. Wat wil je drinken? Koffie, colaatje of een biertje?’ Ze trok een roodkleurige koelkast open.

‘Doe maar een colaatje.’ Hij liet zich in de bank zakken en wachtte totdat ze naast hem had plaatsgenomen.

‘Ik wil graag wat meer over je weten’, zei ze toen hij aanstalten maakte om haar te kussen. ‘Ik weet niet eens hoe oud je bent.’

Hij glimlachte en trok haar dicht tegen zich aan.

‘Je mag me alles vragen. Ik ben zeventien. In september word ik achttien jaar. En jij?’ Hij drukte een kus op haar donkere haren. Ze maakte zich los uit zijn omhelzing en keek hem verrast aan.

‘Echt waar? Ben jij zeventien?’ Hij knikte en begreep niet waarom ze plotseling zo hard moest lachen. ‘Wat?’

‘Ik ben ouder’, grinnikte ze. Nu was hij verbaasd.

‘Hoeveel ouder? Ben je negentien? Nee, je loopt te dollen. Twintig?’

‘Maakt het wat uit?’

Hij haalde zijn schouders op. ‘Niet echt. Ik vind je toch wel leuk. Of je nou twaalf of zestig bent.’

‘Bijna goed’, plaagde ze hem. ‘Mijn leeftijd ligt ergens daartussenin.’

‘Zeg het nou…’ Hij greep haar vast en schudde haar lichaam door elkaar.

‘Tweeëntwintig’, gaf ze zich gewonnen

‘Wow, echt waar? Ben je tweeëntwintig?’

‘Zoals jij het uitspreekt lijkt het wel of ik honderd jaar ouder ben. De meeste van mijn vrienden en vriendinnen zijn onder de twintig.’

‘Waarom is dat?’

‘Omdat ik nog erg kinderlijk ben. Nu goed?’

‘Voor mij ben je perfect’, mompelde hij. Hij boog zich naar haar toe en kuste haar. Haar lippen weken uiteen en ze genoot van zijn aanraking. Het duurde een paar minuten voordat hij haar losliet.

‘Nu begrijp ik dat je nog op school zit.’

‘Dit is mijn laatste jaar. Ik zit in de eindexamenklas.’

‘Ga je het redden?’

‘Waarschijnlijk met de hakken over de sloot. Ik heb niks met school.’

‘Ik vond school ook niets. Je kunt er maar beter van af zijn, toch? Wat wil je daarna gaan doen?’

Hij twijfelde of hij het zou zeggen. Vrachtwagenchauffeur is niet een beroep dat altijd goed valt bij de meisjes. Je maakt lange dagen en dat was niet bevorderlijk voor een relatie.

‘Ik weet het nog niet zeker. Iets met auto’s’, antwoordde hij daarom ontwijkend. ‘Wat doe jij?’

‘Ik werk vier dagen in de week bij mijn vader in de cafetaria. Het is niet wat ik echt wil maar ach…’ Ze grijnsde. ‘Het verdient redelijk.’

‘Wat had je dan gewild?’

‘Ik was graag in het leger gegaan.’

Hij staarde haar met open mond aan.

‘Dat meen je niet? Stoer! En waarom heb je niet gesolliciteerd?’

‘Mijn vader zag het niet zitten.’

‘Hij werd woest’, gokte Albert.

‘Nee, hij werd emotioneel. Er kwamen een hoop tranen, veel gesnotter en gesmeek. Hij was bang dat ik naar het buitenland zou worden uitgezonden en daar tijdens een gevecht zou omkomen. Ik ben enig kind, snap je. Hij is overbezorgd. Ik kon het hem niet aandoen. Je weet toch hoe ouders kunnen zijn?’

Albert zweeg.

‘Hoe zijn die van jou?’

‘Mijn ouders? Die zijn wel relaxed. Mijn vader is architect en is vaak op reis. Maar als hij thuis is, doen we veel dingen samen. We gaan geregeld zeevissen, zeilen en duiken. Hij doet ook aan motorcross en meestal ga ik mee naar de training.’

‘Dat klinkt spannend. Heb je nog broers of zussen? En een moeder?’

‘Ik heb een zus van veertien en die is behoorlijk bijdehand. Soms werkt ze op mijn zenuwen.’ Hij lachte en probeerde tijd te winnen om zijn leugens geloofwaardig te maken. Wat kon hij anders? Moest hij dan vertellen dat zijn ouders dagelijks ruzie hadden? Dat zijn vader een slechtlopende sportzaak in de binnenstad runde en daar al zijn tijd in stak? Dat ze niets samen hadden? Dat zijn moeder de waarheid niet wilde inzien en beter af zou zijn als ze ging scheiden?

‘Mijn ma is echt een moederkloek. Altijd overbezorgd. Ze werkt parttime bij een bank en in de middag is ze thuis om zich met ons te bemoeien. Ze bemoeit zich echt met alles: met mijn kleding, met school, mijn vrienden en wat ik eet.’

‘Dat lijkt mij heerlijk. Ik heb geen moeder meer.’ Haar blik dwaalde naar de foto op de kast. ‘Ze overleed toen ik elf jaar was. Kanker…’

‘O, dat is…’ Zijn vingers streelden haar haar.

‘Pijnlijk’, vulde zij voor hem in. ‘Er zijn van die momenten dat ik haar ontzettend mis. Mijn vader is oké, maar er zijn weleens dingen die ik liever met mijn moeder had willen delen. Of met mijn moeder had willen doen. Vrouwendingen. Zoals jij met je vader...’

Albert slikte. Hij had spijt van zijn leugen, maar terugdraaien durfde hij het niet.

‘Zo’n compleet gezin lijkt mij best gezellig.’ Ze nestelde zich tegen hem aan en stak uitnodigend haar hoofd omhoog. Hij bukte zich en kuste haar zachtjes op de mond. Haar lippen weken van elkaar en zijn tong schoof naar binnen. Zijn ringtoon verstoorde het intieme moment. Hij wilde het negeren, maar zij liet hem los. Met een grom trok hij de stoorzender uit zijn zak en checkte het display. Mama. Hij drukte het gesprek weg en kroop in haar armen. Een minuut later kwam de stoorzender weer tot leven. Met een vloek liet hij haar los, graaide zijn telefoon uit zijn broekzak en drukte het apparaat uit.

‘Daar word ik helemaal simpel van’, mopperde hij.

‘Is het een meisje?’ Ze ging rechtop zitten.

‘Nee, een vrouw.’ Hij grijnsde. ‘Mijn moeder. Ik zei toch dat ze overbezorgd is. Ze wil weten waar ik ben en met wie. Ze belt de hele dag. Waar waren we gebleven?’

Evelien had niet gelogen. Ze stond toe dat hij zijn hand onder haar truitje schoof. Aarzelend waren zijn vingers verkennend langs haar lichaam omhoog gekropen. Ze waren bij haar bh blijven steken. Maar na een paar minuten gingen ze dan toch de grens over. Zachtjes had hij in haar borsten geknepen. Ze waren stevig en een hand vol. Hij had veel verder willen gaan als haar vader niet op de deur had geklopt.

‘Eef. We gaan aan de slag.’ De erectie in Alberts broek was op slag verschrompeld.

‘Ik moet gaan.’ Ze maakte zich met een zucht los uit zijn omhelzing en stond op. Ze streek haar kleding glad en fatsoeneerde haar haar.

‘Wanneer zie ik je weer?’ Hij klauwde zijn handen rond haar middel, maar ze wrong zich lachend los.

‘Ik ben morgen van twaalf tot vijf vrij. Heb je geen school?’ Hij schudde stoer zijn hoofd.

‘Verzin maar iets leuks dat we kunnen doen. Ik hoor het wel.’