55
Nadat Chas bij Billy langs was geweest, was het eerste wat hij zich voornam te zorgen dat Krissie veilig was. Hij moest haar beschermen. Hij moest onmiddellijk naar haar toe.
Ze nam de telefoon niet op terwijl hij met één hand aan het stuur naar hun flat reed. Hij parkeerde de auto en holde naar de voordeur. Boven aangekomen zag hij dat de buitenste deur open was. Hij stapte de kleine vestibule binnen en kreeg vanuit het halfduister een klap op zijn achterhoofd, en die deed zoveel pijn dat het bijna een opluchting was dat hij het bewustzijn verloor.
Jeremy had een vage voorstelling van wat hij van plan was. Het moest iets creatiefs en symbolisch zijn, zoals altijd. Hij vergewiste zich ervan dat er geen buren thuis waren en wachtte op zijn prooi. Toen die kwam, sloeg hij hem buiten westen en duwde het slappe lichaam omhoog door het luik in de hal. Daarna trok hij zichzelf ook omhoog naar de zolder en kwam met een plof op de bewusteloze man terecht. Hij wachtte even tot hij weer op adem was gekomen en zijn hart weer rustig klopte, en daarna verzamelde hij alles wat hij voor zijn plan nodig had.
De zolder mat ongeveer twintig vierkante meter en was op het hoogste punt ruim twee meter hoog. Een van de schuine wanden was provisorisch afgewerkt met witte gipsplaat. Aan een grote haak helemaal bovenaan hing een oude jas. Op de vloer stond een kunstkerstboom, en daaromheen lagen wat isolatiemateriaal, een paar oude stukken hout, een stuk waslijn en een grote gereedschapskist. Prachtig.
Jeremy tilde Chas’ slappe lichaam op en hing zijn designjasje aan de haak die stevig in het hout achter de gipsplaat verankerd was. Het jasje scheurde een eindje in, dus hij verminderde het gewicht een beetje door een stuk hout tussen zijn benen te schuiven en dat aan één kant aan de balk vast te spijkeren. Hij bond Chas’ handen met een stuk waslijn aan elkaar voor zijn buik en verrekte bij het leggen van de laatste knoop zijn polsen.
Chas werd met een schok wakker en trapte in Jeremy’s maag.
‘Ook goeiendag,’ zei Jeremy nadat hij weer op
adem was gekomen. ‘Jij bent vast Chas.’
Chas schopte opnieuw en begon toen te schreeuwen. Hij wriemelde op
de witte gipsplaat als een spin die op het punt staat de afvoer in
te spoelen. Zijn tenen waren ongeveer een decimeter boven de grond.
Na een poosje dwong hij zichzelf te kalmeren en een paar maal
moeizaam adem te halen, want hij besefte dat hij snel moest zijn,
iets moest improviseren.
‘Krissie zei dat ze van je houdt,’ zei Chas. ‘Dat zei ze vanmiddag.
Dit hele gedoe is nergens voor nodig. Je mag haar hebben. Is ze
niet naar je toe gekomen om het zelf tegen je te zeggen? Ze zei dat
ze dat van plan was. Als je me even losmaakt geef ik je haar
mobiele nummer, dan kun je naar haar toe.’
‘Krissie zei dat je slim was,’ zei Jeremy. Toen haalde hij uit, zo
abrupt dat Chas geen tijd had om te reageren. Jeremy stompte hem
met zijn vuist tegen het hoofd. ‘Maar volgens mij valt dat tegen,’
vervolgde hij tegen Chas’ slap omlaaghangende hoofd, en hij bond
zijn voeten vast aan de balk op de vloer.
Toen Chas bijkwam, was alles donker. Er was een kort moment van
onwetendheid,een warm,geeuwend ontwaken,maar het duurde niet lang,
want hij wilde zijn ogen opendoen en merkte dat dat niet
ging.
‘Je ziet er prachtig uit,’ klonk Jeremy’s stem, heel dichtbij maar
op de een of andere manier toch onbereikbaar.
Chas besefte dat hij was geblinddoekt met een van de stekelige
takken van de kunstkerstboom. Hij probeerde zijn handen te bewegen,
maar er waren meer dan twintig stukken supersterke waslijn om hem
heen gebonden – van zijn hals tot zijn tenen
– en vervolgens vastgemaakt aan het hout rond de gipsplaat. Chas
wriemelde en slaakte een gesmoorde kreet. Hij zou dit niet
overleven.
Jeremy bekeek zijn werk, glimlachte en schreef rechtsonder op het
doek ‘Portret van de kunstenaar als dode’. Hij was zeer ingenomen
met zijn schepping.
‘Als je denkt dat je haar met die schildershandjes van je bij me
weg kunt houden, heb je het mis,’ zei hij glimlachend.
Chas voelde een koud stuk gekarteld metaal tegen de voor zijn buik
vastgebonden handen. En daarna hoorde hij tot zijn afgrijzen de
motor van een snoerloze decoupeerzaag gierend aanslaan.