37
Amanda was met haar moeder naar bed geweest. Godsammekrake.
Ik ging terug naar kantoor, waar ik een poosje achter de computer ging zitten en tot mijn ontsteltenis ontdekte dat er heel veel onderzoeken waren gedaan naar herenigingen van geadopteerde kinderen met hun ouders, en volgens sommige daarvan was er wel in vijftig procent van de gevallen sprake van obsessieve gevoelens en vaak ook seksuele aantrekking. Men sprak dan van ‘genetische seksuele aantrekking’. Het scheen een tijdbom te zijn met ontwikkelingen als ivf. Er was in het buitenland een geval bekend van een broer en een zus die na hun geboorte door verschillende gezinnen waren geadopteerd, elkaar terugvonden en verliefd werden. Ze werden gedwongen zich te laten steriliseren.
Nadat ik een poos fanatiek had zitten googelen begon ik het te begrijpen: een automatische en vanzelfsprekende licha me lij ke intimiteit, heftig en onontkoombaar, maar zonder de gren - zen en remmingen die door jarenlang samenleven in een gezin als vanzelf ontstaan.
Het was niet te vergelijken met incest. Het was geen seksueel misbruik. Het was je vastklampen, versmelten, zonder tijd om goed na te denken en zonder vluchtweg.
Maar toch – godsamme.
Het was al laat. Ik moest Robbie gaan halen.
Robbie had een fantastische dag gehad bij mijn ouders. Ze waren
naar het park en de speeltuin geweest. Hij had lekker gegeten en
was om zes uur in mijn vaders armen in slaap gevallen.
‘Mag hij hier blijven slapen?’ vroeg mijn
moeder. ‘Het lijkt me niet goed om met hem te gaan
slepen.’
Ik kuste Robbies voorhoofdje en legde mijn hoofd tegen zijn warme
lijfje. Die heerlijke lieverd van me.
‘Goed, maar zou je me een plezier willen doen?’ zei ik. ‘Doe alle
deuren op slot en let goed op. Er lopen een heleboel enge mensen
rond.’
‘Je werk maakt je paranoïde,’ zei mijn moeder.
Ze moest eens weten.
‘Ik hou van jullie,’ zei ik, en ik gaf ze allebei een knuffel. Ik
zou graag alles hebben verteld, maar ik wilde ze niet nog
ongeruster maken.
‘Die baan is een nachtmerrie, maar het zal mettertijd wel beter
worden. Bedankt dat jullie er voor me zijn.’
Toen ik naar buiten liep, keek ik om me heen. De straat was leeg.
Robbie was hier veilig. Waar zou hij veiliger zijn dan hier?
Toen ik in mijn lege flat kwam, dronk ik in twintig minuten een hele fles wijn leeg. Ik had niets gegeten en mijn hersens veranderden ter plekke in een weke brij.
Ik ging midden in de keuken staan en dacht: twee dingen, Krissie Donald. Ten eerste: ga nou eens even rustig zitten en denk na. Als je dat doet, zul je inzien dat Amanda’s vrijage met haar biologische moeder voor jou van geen enkel belang is. Hetzelfde geldt voor Jeremy’s koppige ouders. Ook de vraag of hij schuldig is of niet, is voor jou niet belangrijk.
Wat wél belangrijk is: die foto’s, die bedreiging annex chantage en die twee pakjes met drugs in je keuken. En het feit dat je grote liefde niet bij je is, maar ergens anders met iemand anders zit te geinen. Zo simpel is dat. Aan die twee dingen moet je wat doen. En wel een voor een. Maak een lijstje, Krissie. Punt één, punt twee. En doe er wat aan.
Klonk dat verstandig of niet? Hoe dan ook, na het vijfde glas wijn luisterde ik niet meer, omdat ik een veel verlokkender stemmetje hoorde dat vanaf mijn eenzame vensterbank in mijn oor fluisterde, een stemmetje dat sprak van Jodie Foster en Han nibal Lecter en me opdroeg naar Robbies kamer te lopen, het schoolbord te pakken dat daar stond en het midden in de keuken te zetten, met een paar dikke, halfopgebruikte kleurkrijtjes erbij.
Je bent gek aan het worden, Krissie, klonk de verstandige stem ongerust in mijn oor, maar ik smoorde hem met een plens rood vocht en schreef met een grimmige Jodie Foster-trek om mijn mond het volgende op het bord in mijn zojuist opgerichte crisiscentrum:
Wie heeft Bridget McGivern
vermoord?
Ik had die middag meer dan dertig pond betaald voor een onnodige
nagelbehandeling, en ondertussen had Amanda me het schokkendste
verhaal verteld dat ik ooit had gehoord. Maar was dat wel zo? Was
het schokkender dan Jeremy’s verhaal? Of dat van Robert over die
demente man en zijn fors geschapen hond met drie poten? Ja, voor
mij was dit, twee weken nadat ik met deze baan was begonnen, tot nu
toe het schokkendste verhaal, bedacht ik, of het stond minstens op
een gedeelde eerste plaats. En dus moest erover worden gepraat en
nagedacht, moesten er aantekeningen worden gemaakt en theorieën
herlezen – Oedipus en Electra, verlating en binding, de hele
reut.
Wie heeft Bridget McGivern vermoord?
had ik bovenaan op het bord in het crisiscentrum
geschreven.
(Natuurlijk is er sprake van een crisis. Ga met die drugs naar de
politie, stomme doos...)
Jeremy? schreef ik in de eerste
kolom.
(Bel het alarmnummer...)
Amanda’s ouders, het
echtpaar Kelly? schreef ik in kolom twee. (Smeek Chas om
terug te komen...)
Hamish, Bridgets man?
(Ga op je knieën, kruip door het stof...)
Amanda?
(Godverdomme néé, niet nog een fles openmaken!) Bridgets andere dochter, Rachel?
ik ben clarice starling. ik heb geen andere problemen
dan het oplossen van moordmysteries, het bevrijden van onschuldigen en het redden van in kelders opgesloten, uitgehongerde gijzelaars met verwilderd haar.
Shit, dacht ik bij mezelf toen ik wat later in de spiegel keek. Jodie had geen grijze tanden en geen rode vlek aan de rechterkant van haar mond, en ze stond nooit voor de spiegel te huilen terwijl het snot langs haar gezicht droop! Shit, shit.
Bedtijd.