GEVANGEN
De jongens stonden als verdoofd van verbazing. Met het succes
van de onderneming in hun handen stonden ze nu plotseling voor deze
dreigende gedaante, die als een geest uit het duister opgerezen
scheen. Zwarte Peper had hen op heterdaad betrapt.
„Laat vallen dat goud!" snauwde de bandiet. „Laat vallen dat goud
en handen omhoog!"
Ze keken elkaar gespannen aan. Plotseling wees Frank naar de tunnel
achter Zwarte Peper.
„Grijp hem!" schreeuwde hij.
Instinctief draaide de boef zich om, naar de nieuwe „aan valler".
Voor hij het trucje doorzag en terwijl zijn revolvers nog van de
jongens afgewend waren, kwamen de Hardy's in actie.
Joe gooide uit alle macht met een zak goud. De zak trof de arm van
de bandiet en een van zijn wapens kletterde op de grond. Op
hetzelfde moment gooide Frank zijn zak en deze trof Zwarte Peper
tegen de borst.
De boef tuimelde naar achteren. De Hardy's besprongen hem.
Frank klemde zich aan hem vast, voor hij zijn tweede revolver kon
opheffen. Bliksemsnel greep hij de arm van Zwarte Peper beet en
drukte het wapen van zich af. Toen wierp Joe zich in de strijd en
samen kregen ze de bandiet op de grond.
Zwarte Peper worstelde grimmig. De lantaarn was uit gegaan en het
gevecht speelde zich in een volslagen duisternis af. Het was
moeilijk vriend van vijand te onderscheiden. De bandiet was enorm
sterk en hij vocht verbeten. Frank bleef koppig aan zijn arm hangen
en spande al zijn krachten in om te vermijden, dat Zwarte Peper
zijn wapen kon gebruiken.
Het wapen ging af en het geluid van het schot rolde als een
donderslag door de kleine ruimte. Frank kreeg de revolver te pakken
en draaide het wapen uit alle macht rond. De greep van Zwarte Peper
werd zwakker. Frank trok het
wapen met geweld uit de hand van de bandiet. Snel draaide
hij het om en drukte de loop tegen het lichaam van Zwarte
Peper.
„Handen omhoog!" beet hij. „Ik heb je onder schot. "
Zwarte Peper hield op met vechten en bleef stil liggen.
„Ik geef het op, " zei hij vlug. „Ik geef het op. Niet schieten.
"
„Pak de lantaarn, Joe. "
Joe liet de bandiet los en zocht naar de lantaarn, die in een hoek
van het gewelf gerold was. Eindelijk vond hij hem en hij knipte het
licht aan. Ze zagen dat Zwarte Peper op zijn rug lag, met zijn
handen boven zijn hoofd. Zijn ogen waren wijd opengesperd van
angst.
„Opstaan!" beval Frank.
De bandiet krabbelde overeind, met de armen omhoog.
„Pak die andere revolver, Joe. "
Joe vond het andere wapen en raapte het op.
„Mooi zo! En nu ga je met ons mee. "
„Laat me toch gaan, jongens, " pleitte de schurk. „Het was maar een
grapje. Ik probeerde alleen maar jullie bang te maken. Nemen jullie
het goud maar als je wilt, maar laat mij gaan. "
„Aardige grapjes hou jij erop na. En ons grapje is, dat we jou
meenemen naar Lucky Bottom en je in de gevangenis laten gooien.
Daar hebben wij nou lol in. Pak het goud maar weer op, Joe en loop
voor hem uit. Ik kom wel achteraan. "
Gewapend met de lantaarn en de twee zakken goud, ging Joe naar de
ingang van de blauwe kamer.
Frank nam de twee andere zakken en terwijl hij Zwarte Peper onder
schot hield, duwde hij hem naar voren.
„Voorwaarts mars!" beval hij.
Met tegenzin liep de schurk voor hem uit en achter Joe, die
duidelijk te zien was in het licht van de lantaarn.
„Mijn mannen zullen je dit wel betaald zetten!" snauwde Zwarte
Peper woest.
„Die mannen van jou zullen zo hard weghollen als ze horen, dat je
gepakt bent, dat je ze wel nooit meer zal zien, " antwoordde Frank.
„Als ze dat niet doen, komen ze in de gevangenis. Net als jij. Hoe
komt het eigenlijk, dat je zonder hen in de mijn was? Probeerde je
er in de storm vandoor te gaan met het goud?"
Dat schot was raak. Zwarte Peper keek haastig om.
„Ik wilde ze helemaal niet beduvelen!" schreeuwde hij. „Vertel ze
dat niet! Niet zeggen, dat jullie me hier gevonden hebben. We
hadden afgesproken dat niemand van ons alleen de mijn in zou gaan.
"
Frank grinnikte.
„Dus dat spelletje speelde jij, hè? Je was van plan stilletjes
hierheen te gaan, het goud te pikken en dan onder be scherming van
de sneeuwstorm te ontsnappen. En het was je gelukt ook, als wij er
niet even eerder geweest waren. En nu zullen jouw mannen ons dat
betaald zetten, geloof je? Ik geloof eerder, dat ze je willen zien
hangen!"
Zwarte Peper zweeg. Zijn bluf was niet gelukt en hij wist het. Hij
besefte dat de andere boeven woedend zouden zijn als ze hoorden dat
hij in de blauwe kamer gevangen ge nomen was. Ze zouden begrijpen
dat hij geprobeerd had hen te bedriegen door er alleen met het goud
vandoor te gaan.
Joe ging hen voor door de gang naar de volgende kamer en vandaar
gingen ze naar de hoofdschacht.
„We hadden dus toch gelijk, toen we geluiden dachten te horen, "
riep hij naar Frank.
„Het was onze vriend hier, die de mijn binnenkwam. "
„Hij is anders behoorlijk geruisloos naar beneden gekomen. Ik
dacht, dat ik door het plafond zou vliegen, toen ik hem
daar zag staan met die revolvers op ons gericht. Ik moet zeggen,
Zwarte Peper — je hebt ons een fijne verrassing bezorgd!"
De bandiet gromde, maar het was niet van voldoening.
Joe begon de ladder te beklimmen, die tegen de kant van de schacht
stond.
„En nu jij, " zei Frank, terwijl hij de boef in de ribben porde met
de loop van de revolver. Zwarte Peper beklom de sporten met
lofwaardige snelheid.
De klimpartij verliep zonder moeilijkheden en toen Joe boven aan de
schacht kwam, draaide hij zich om en hield de revolver op Zwarte
Peper gericht tot de bandiet op de begane grond stond en ook Frank
boven was. Het sneeuwde bijna niet meer, maar het was donker
geworden.
Ver beneden zich zagen ze de enkele schitterende lichtjes van Lucky
Bottom. Een duidelijk spoor leidde naar de weg. Joe ging weer
voorop.
En zo ging de vreemde optocht door de sneeuw; de bandiet
terneergeslagen en teleurgesteld tussen zijn bewakers. Het goud
woog tamelijk zwaar, maar Frank en Joe hadden er bijna geen erg in,
zo blij waren ze met dit dubbele succes. Ze hadden niet alleen het
goud weer teruggevonden voor de werkelijke eigenaars! Nee, ze
hadden ook nog een van de beruchtste bandieten van het westen
gevangen genomen!
Toen ze bij de hut van Hank Shale aankwamen, ging Joe eerst naar
binnen en terwijl hij de boef onder schot hield, beval hij hem naar
binnen te komen.
Frank zag dat zijn vader met grote ogen van verbazing zich in zijn
bed probeerde op te richten. Hank Shale en Bart Dawson keken al
even verbaasd.
Bart Dawson wilde net zijn pijp in zijn mond steken, toen het trio
binnenkwam en nu zat hij, met de pijp doodstil voor zijn gezicht,
te staren.
Joe gooide zijn zakken goud op tafel.
„Hier is het goud — tenminste een deel!"
„En hier is de rest, " zei Frank, terwijl hij de deur sloot en zijn
twee zakken op tafel deponeerde.
„En hier, " zei hij, terwijl hij op Zwarte Peper wees, „is de
aanvoerder van de bende, die het gestolen heeft. "
„Zwarte Peper!" riep Hank Shale uit, terwijl hij opstond.
De bandiet zweeg. Hij keek behoedzaam naar Franks revolver, alsof
hij zelfs nu nog wilde proberen te vluchten. Maar het wapen bleef
op hem gericht en hij besefte, dat hij geen kans meer had.
„Is er ergens een touw?" vroeg Frank aan Hank Shale. „Hij zal van
dat handen omhoog houden wel moe geworden zijn. We zullen zijn
polsen aan elkaar binden en hem naar de gevangenis brengen. "
„Reken maar dat ik een touw heb!" riep Hank en binnen een paar
minuten waren de armen van Zwarte Peper stevig op zijn rug
gebonden.
„Maar waar hebben jullie in 's hemelsnaam het goud ge vonden?"
vroeg Bart Dawson, stotterend van opwinding. „Vertel eens wat er
gebeurd is! Het is hetzelfde goud, dat gestolen was!" Hij groef met
zijn handen in de zakken en liet het stofgoud en de nuggets door
zijn handen glijden.
„Het is er allemaal, allemaal! Vertel nou eens, jongens. "
„Breng hem maar eerst naar de gevangenis, " zei Fenton Hardy kalm.
„Ik ben even nieuwsgierig als jullie, maar de jongens kunnen wel
vertellen als ze terug zijn. Dat verhaal kan wel wachten. Maar
blijf niet te lang weg. "
„Ik ga mee!" zei Dawson, terwijl hij zijn hoed opnam en snel zijn
jas aantrok. „Dat wil ik voor geen geld missen. Ik had nooit
gedacht dat ik het nog eens zou meemaken, dat Zwarte Peper de nor
in ging!"
En zo verlieten de Hardy's de hut, terwijl Bart Dawson opgewonden
naast hen liep te kwebbelen.
Intussen verdiepten Fenton Hardy en Hank Shale zich in allerlei
gissingen, hoe het goud ontdekt was en hoe de bandiet gevangen was
genomen.
Hoewel het al nacht was en de bewoners al lang thuis waren of in
bed lagen, verspreidde het nieuws zich op een of andere manier toch
snel door Lucky Bottom. Voor ze bij de gevangenis waren holden
zwaargebouwde mijnwerkers en andere bewoners van alle kanten de
straat in om te zien hoe Zwarte Peper eindelijk achter de tralies
gezet zou worden.
De sheriff zat op zijn kantoor en zijn mond zakte open van
verbazing toen ze binnenkwamen.
„Hier heb je Zwarte Peper!" brulde Bart Dawson. „Hier is een
gevangene voor die nor van je, sheriff! Gooi hem maar in een goeie
sterke cel!"
„Z-Z-Zwarte Peper!" stotterde de sheriff.
„Dat is 'm. En pas maar op dat hij niet uitbreekt. Als hij ontsnapt
hangen we jou aan een telegraafpaal. "
„Wat is de aanklacht?" vroeg de sheriff automatisch.
„Er hoeft helemaal geen aanklacht te zijn. Je weet net zo goed als
ik, dat er al drie jaar een beloning van vijfhonderd dollar staat
op de gevangenneming van Zwarte Peper. Gooi
hem in de cel en hou op met die stomme vragen. Als je beslist een
aanklacht wil hebben, zet hem dan maar vast voor het stelen van
vier zakken goud. Arresteer hem wegens landloperij, rondhangen met
slechte bedoelingen en spugen op de stoep. Arresteer hem wegens
verminking en beroving met geweldpleging en paardendiefstal en het
dragen van verboden wapenen en het parkeren van zijn auto voor de
uitrit van een ziekenhuis. Arresteer hem maar wegens iedere
overtreding tegen het wetboek van strafrecht. Hij heeft alles
gedaan wat er aan slechts te doen is. "
De sheriff kromp in elkaar door dit betoog. Hij voerde Zwarte Peper
naar een cel, waar Dunne Briggs al terneer geslagen zat te kijken.
Toen de Dunne zag dat de aanvoerder van de bende naar binnen geduwd
werd, schudde hij zijn hoofd en kreunde.
De deur sloeg dicht.
„En dat is dat!" zei Bart Dawson tevreden. „En kom nu mee terug
naar de hut en vertel hoe het allemaal gegaan is. Ik sterf van
nieuwsgierigheid. "
Dawson en de Hardy's verlieten de gevangenis en ze moesten zich
gewoon door de menigte heen worstelen, die zich daar verzameld had.
Toen ze de straat inliepen werden ze met vragen bestormd. Was het
waar dat Zwarte Peper eindelijk gevangen was? Wie had hem gevangen
genomen? Waarvan werd hij beschuldigd? Hoe was het eigenlijk alle
maal gebeurd?
„Morgen vertel ik jullie alles, " beloofde Bart Dawson, terwijl hij
met de jongens weer de heuvel op liep. „Ik weet zelf nog niet
helemaal precies wat er gebeurd is. "
En zo keerden de Hardy's terug naar de hut van Hank Shale op de
heuvel om het verhaal te vertellen van hun hachelijke avonturen en
bovendien van hun succesvol zoeken naar het verborgen goud.