Arlette Codfried: De tirannie van de pijp

Het is geen beste dag vandaag. Hellie had de hele morgen de straten van de stad afgelopen op zoek naar mensen die ze kent en die haar altijd wat geld toestopten. Vandaag was ze alleen, ze had niet de moed gehad Javier wakker te maken om mee te gaan. Javier had er zo lief uitgezien in zijn bedje, dat Hellie niet het hart had hem te wekken. Als ze met Javier was gaf iedereen gul, uit medelijden voor het jongetje dat er mager en hongerig uitzag.

Hellie heeft vijf kinderen, waarvan Javier de enige jongen is. De meisjes zijn ook mooi maar in Javier lag al haar hoop voor de toekomst. Hij zou sterk en machtig worden en iedereen die zijn moeder of zusters belaagde met de vloer gelijk maken. Nu was hij nog klein, maar toch al een hele hulp voor zijn moeder. Hij bracht geld op.

Niet dat ze hem ooit zou verkopen of weggeven, nee, ze was een goede moeder. Ze verkocht haar kinderen niet, ze zorgde voor ze zoveel als ze kon en als ze haar best bleef doen, zou het goed blijven gaan op deze manier.

Hellie is verslaafd aan cocaïne. Daarmee heb je nog geen fractie beschreven van haar leven. Ja, haar leven staat in het teken van de base-pijp, maar de kinderen waren haar wereld.

Ze hosselde dubbel, voor eten voor die kinderen en voor de dagelijkse dosis kronto.

Vandaag was ze dus alleen op stap. De meisjes nam ze nooit mee. Er waren zoveel gemene mensen om haar heen die wel eens haar dochters god weet wat konden aandoen. Als mensen hen te goed en veel zouden zien, waren ze niet meer veilig. Dit wist ze uit eigen ervaring. Ze was ook kind geweest. Onschuldig, nieuwsgierig. Ze werd een tomboy in haar pubertijd. Ze speelde niet met poppen of make-up. Nee, Hellie hield ervan om samen met de jongens te spelen alsof ze zelf een jongen was. Haar moeder vond het helemaal niet prettig dat Hellie de hele dag met de jongens van de buurt uithing en de hemel weet wat deed; moeder had vele zorgen. Veel kinderen zonder aanwezige vaders grootbrengen van een minimaal inkomen is niet je nannie, dus al teveel aandacht besteedde ze niet aan Hellie. De andere kinderen gingen goed. Ze deden hun werk op school en thuis en waren nooit ver uit haar oog als ze speelden. Als ze tijd had en Hellie toevallig thuis was, sprak ze met haar.

“Hellie, waarom doe je jouw best niet op school als die anderen? Waarom ga je de hele dag zo ver weg om met allerlei jongens te spelen? Wat doen jullie zo…Hellie?”

Meestal zweeg Hellie of ze zei dat ze niets deden. Met het meest onschuldige gezicht zei ze dat. Haar moeder zuchtte dan diep en zei: “Hellie wat moet er van je worden, me kind” – Hellie vluchtte na zo’n gesprek meestal zo gauw mogelijk weer het huis uit naar ‘haar vrienden’ die zeiden dat ze haar wel begrepen en dat haar moeder haar alleen maar wilde onderdrukken. Ze gaven Hellie dan ‘medicijn’. Het kon alcohol zijn, marihuana en later dat witte spul, cocaïne. Cocaïne werd steeds populairder als ontsnappingsmiddel en ook Hellie onderging de laving aan de vergetelheid. Maar zoals het altijd gaat met deze dingen: het spul was al snel niet gratis meer. ‘De jongens’ begonnen eerst seksuele diensten, en toen ze zich daartegen verzette, geld van haar te eisen.

Hellie woonde bij haar moeder in en begon langzaam maar zeker haar moeders huis te ontmantelen en de buit te verkopen. Dat geld droeg ze af aan ‘de jongens’; zo was ze weer een paar uur onder de dope en had ze haar zielenrust. Een van ‘de jongens’ begon haar te petten en werd algauw ‘haar man’. Niet dat hij nu voor haar dope zorgde of anderszins dan seksueel naar haar omkeek. Nee, Hellie was de hoofdverdiener van het stel.

Haar moeder gooide haar op straat. Moeder was diep teleurgesteld, begreep haar dochter nu helemaal niet meer en was het beu steeds bestolen te worden.

Gelukkig had ze kunnen voorkomen dat er bij haar thuis gebruikt werd door haar dochter en ze had ‘de jongens’ ook nooit bij haar thuis toegelaten, anders was ze de pisang geweest nu ze Hellie eruit smeet. Haar broers hadden ingegrepen toen hun moeder eindelijk aangaf de situatie met Hellie zat te zijn.

Ze was toen zeventien. Ze begon hier en daar te blijven tot zij en ‘haar man’ een krotje op een achtererf in een achterbuurt vonden voor een heel lage huur. Het huisje was van ‘een vriend’, die hen ook van hun coke voorzag. Hellie werd zwanger van de eerste. Ze gebruikte door tijdens de zwangerschap. ‘De jongens’ hadden gezegd dat het de baby geen kwaad zou doen; er waren zoveel vrouwen die gebruikten en op die manier hun kinderen hadden gekregen.

§

Hellie had de mooiste en liefste kinderen van de hele buurt. Vooral toen Javier als laatste en enige zoon kwam, was Hellie niet ontevreden over haar vruchtbaarheid.

De hele familie had te doen met die kinderen, want ze vonden niet dat Hellie goed voor ze zorgde. Dan waren ze tegen elf uur soms nog niet gebaad en hadden ze alleen een beetje koude pap gehad. Of Hellie was weg met Javier, en dan waren de meisjes alleen thuis met ‘hun vader’, die zijn dag vulde met het roken van z’n base-pijp samen met andere ‘jongens’. Als ze er was en gebruikt had, was ze altijd lief, speelde ze met hen en gaf hun eten.

Hellie was een slimme meid. Ze maakte zich onmisbaar voor ‘de jongens’ door geld te hosselen of hun drugs te verplaatsen en te verkopen, waardoor ze toch een zeker respect voor hadden en haar niet dwongen om zich te prostitueren. Het was altijd netjes en gezellig in haar huis en als er genoeg dope was, kon ze heel prettig gezelschap zijn. Hellie was goed in begrijpen en luisteren, dus kon iedereen met z’n problemen bij haar terecht.

§

Vandaag had ze dus Javier thuisgelaten. De hossel was niet zo succesvol geweest de laatste tijd en cocaïne was een beetje duurder geworden. Er was nog geen nieuwe lai gearriveerd in het circuit, en iedereen was wat gefrustreerd. Hellie ook. Ze had lang geen goeie doorroking gehad en ze miste het een beetje. ‘Haar man’ werd met de dag ook vervelender en zeurde om geld en dat hij haar zou leren als ze niet genoeg binnenbracht.

Wat hij daarmee bedoelde?

Ze had nooit gedacht dat hij haar kinderen zou treffen, ze waren toch ook van hem? Maar toch, toen ze thuiskwam trof ze een leeg huis aan. “Mi gado, waar zijn die kinderen?” Hellie rende de hele buurt af op zoek naar die meisjes en Javier. Pas bij haar broer kreeg ze een antwoord. ‘Haar man’ had de kinderbescherming gebeld en die hebben die kinderen meegenomen. Hij had gezegd dat ze verwaarloosd werden en dat Hellie verslaafd was en de hele dag weg was om drugs te scoren. Hij had gezegd dat hij het niet meer aankon, maar niets voor die kinderen kon doen, omdat hij bang voor haar was. De mensen geloofden hem en vonden de kinderen er inderdaad slecht gevoed en verzorgd uitzien.

De volgende dag ging Hellie haar kinderen weer opeisen. Er werd op haar ingepraat. Dit was toch geen leven voor kinderen? Vond ze zelf niet dat het zo niet kon? Moesten de kinderen ook verslaafden worden? Vooral Javier vond men een echt slachtoffer van een drugsverslaafde moeder.

§

Ze had haar kinderen verkocht. Niet voor drugs. Maar om hun een toekomst te bieden, één die zij hun niet kon geven. Ze was kapot. Haar dagen regen zich aaneen in een sleur van geld zoeken, dope zoeken en verzinken in een poel van nietswetendheid. Dan kon ze even vergeten dat ze alleen was. Alleen met haar cocaïne.

Er zijn jaren voorbijgegaan. Hellie heeft intussen haar huisje ook verloren. ‘De vriend’ en ‘haar man’ hebben met haar gebroken. Toen ze genoeg had van het bij die en die blijven, is ze in een half afgebouwd pand gaan wonen. Een soort junken-hotel. Ze had niet het idee dat het zin had om haar verslaving op te geven.

Er wacht haar niets aan de andere kant.

“Wacht…het lijkt op Meredith, haar oudste meisje. Tan, het is Meredith! Hmmm, ze is groot geworden. Ze zou me toch niet komen zien…?”