5
De evacuatie was heel goed georganiseerd. Toen ze met haar vier patiënten bij het verzamelpunt aankwam werden ze zo vlug van haar weggerukt dat ze nauwelijks de tijd hadden voor een omhelzing en een vluchtige kus van allemaal. Naderhand kon ze zich niet eens meer herinneren hoe Michael haar had aangekeken of zij hem. Het had geen zin te blijven hangen in de hoop nog een glimp van ze op te vangen en dus glipte ze door de troepjes wachtende mannen en loodsende verpleegsters heen en wandelde terug naar afdeling X.
Het was voor haar een tweede natuur geworden op te ruimen. Ze liep dus de zaal door, trok de lakens recht en arrangeerde de klamboes voor de laatste keer in de Directrice Drapering, deed de kastjes open en sloeg de kamerschermen waar de tafel achter stond dicht.
Toen ging ze naar haar kantoor, schopte haar schoenen uit zonder de veters los te maken en ging met haar benen onder zich zitten, wat ze nog nooit eerder had gedaan op deze officiële zetel. Nu kon het. Er was niemand die ze moest ontvangen, nooit meer. Neil was ook weg. Een geteisterde sergeant met een notitieblok had haar verwittigd van Neils vertrek. Ze begreep niet hoe het kwam dat het zo in 't honderd was gelopen maar er was nu toch niets meer aan te doen. En misschien was het beter dat ze niet geconfronteerd was met de leider van de samenzwering. Er waren teveel lastige vragen die ze hem had moeten stellen.
Haar hoofd zakte onderuit, rustte op haar hand. Ze dutte in en droomde niet onplezierig over Michael.
Ongeveer twee uur later stak Neil vrolijk swingend het terrein
achter afdeling X over, vrolijk fluitend. Hij zag er verzorgd en op
zijn gemak uit in zijn kapiteinsuniform met de rijzweep onder zijn
arm geklemd. Lichtjes wipte hij de achtertrap op en liep het
halfduistere, levenloze interieur binnen. Met een schok bleef hij
staan. X was leeg. Die leegte schreeuwde hem van alle kanten toe.
Even later kwam hij weer in beweging. Hij deed de deur open en
kreeg weer een schok want al zijn bagage was weg. Geen spoor meer
van Neil Parkinson, patiënt met tropenkolder.
'Hallo?' klonk zuster Langtry's stem door de dunne wand. 'Hallo, wie is daar?'
Ze zat in een houding die hij van haar nog nooit had gezien: zonder grote waardigheid, en absoluut niet beroepsmatig zat ze zijdelings tegen haar bureau aan met haar benen onder zich op de stoel en haar lege schoenen op de grond. De kamer stond vol rook. Haar eigen sigaretten en lucifers lagen open en bloot op het bureau. Ze had er vast al heel lang zo gezeten.
'Neil!' zei ze hem aangapend. 'Ik dacht dat je weg was! Ze zeiden dat je al uren geleden vertrokken was.'
'Nee, morgen pas. En u?'
'Ik ben ingedeeld bij het speciale transport ernstige gevallen op brancards voor de hele reis naar Brisbane of Sydney, denk ik. Morgen of overmorgen.' Ze kwam in beweging. 'Ik zal wat eten voor je opscharrelen.'
'Doet u geen moeite, echt niet. Ik heb geen trek. Ik ben gewoon blij dat ik vandaag nog niet weg hoefde.' Hij zuchtte van weelde. 'Eindelijk heb ik u helemaal voor mezelf.'
Haar ogen glinsterden. 'Denk je echt?'
De manier waarop ze dat zei stemde hem tot nadenken maar hij installeerde zich in de bezoekersstoel en glimlachte. 'Nou en of. En dat is niets te vroeg ook. Het heeft wel wat geknoei gekost maar de kolonel is nog steeds een beetje gevoelig op het punt van die whisky zodat hij mijn vertrek heeft kunnen uitstellen. En omdat hij toch bezig was heeft hij me ook een papier gegeven dat ik genezen ben. Dus ik ben geen patiënt van afdeling X meer. Vanavond ben ik alleen bewoner, geen patiënt.'
Ze gaf zijdelings antwoord. 'Neil, weet je dat ik de oorlog en wat hij ons heeft aangedaan verafschuw? Ik voel me persoonlijk verantwoordelijk.'
'De schuld van de hele wereld overnemen, zusje? Toe nou!' zei hij op plagerige toon.
'Nee, niet van de hele wereld, Neil. Slechts dat deel van de schuld dat jij en de anderen voor me verborgen hebben gehouden,' zei ze stroef en keek hem aan.
Diep ademde hij in. 'Zo, dus Michael heeft toch zijn verdomde bek niet kunnen houden.'
'Michael had gelijk. Ik had het recht het te weten. En ik wil het ook weten. Alles, Neil. Wat is er die nacht nu echt gebeurd?'
Hij trok zijn schouders op en installeerde zich alsof hij een nogal saai verhaal moest vertellen dat hij eigenlijk niet de moeite waard vond. Ze bestudeerde hem aandachtig en vond dat de muur achter hem zonder de tekeningen die in haar bagage zaten zijn gezicht het sterke reliëf gaf dat het altijd nodig had gehad.
'Nou, ik moest er absoluut nog eentje nemen en ik ging dus weer aan de whisky,' zei hij en stak een sigaret op, vergat haar er een aan te bieden. 'Luce maakte zo'n lawaai dat Matt en Nugget wakker werden en die besloten me te helpen de tweede fles soldaat te maken. Benedict was dus de enige die op Luce kon passen die naar bed was gegaan. Ik ben bang dat we Luce min of meer vergaten. Of misschien wilden we gewoon niet aan hem herinnerd worden.'
Al pratende begon de herinnering aan die nacht in hem tot leven te komen en iets van de oorspronkelijke verschrikking op te roepen en dat was duidelijk op zijn gezicht te zien. 'Ben rommelde in zijn bepakking en vond éen van die illegale souvenirs die we allemaal ergens verstopt hebben - het pistool van een Japanse officier. Hij dwong Luce zijn scheermes te pakken en voerde hem naar het badhuis met het pistool tussen zijn ribben.'
'Heeft Ben je dat verteld, dat Luce naar het badhuis gevoerd werd?' vroeg ze.
'Ja. Dat is alles wat we uit hem hebben kunnen krijgen. Van wat er feitelijk daarbinnen gebeurd is heb ik maar een heel vluchtig idee. Ben is daar zelf verward over.' Hij verzonk in zwijgen.
'En toen?' drong ze aan.
'Toen hoorden we Luce schreeuwen als een varken, helemaal vanuit het badhuis, hij schreeuwde, en schreeuwde...' Zijn gezicht vertrok. 'Maar toen we ter plaatse aankwamen was het al te laat voor Luce. Het is een wonder dat niemand anders iets gehoord heeft, maar de wind waaide in de richting van het palmbos en we zaten ver van de beschaving af. We kwamen te laat - dat had ik geloof ik al gezegd, hè?'
'Ja. Kun je me zo ongeveer vertellen wat Ben gedaan heeft?'
'Ik zou zeggen dat Luce het lef niet had om voor zijn leven te vechten en misschien niet eens geloofde wat er gaande was tot het te laat was. Die verdomde scheermessen zijn ook zo scherp... Ik denk dat Ben Luce onder bedreiging van zijn pistool gedwongen heeft het scheermes goed vast te pakken, de hand van Luce heeft vastgepakt en toen was het gedaan. Ik kan me voorstellen dat Luce schreeuwde en brabbelde van de angst en zich niet eens realiseerde wat Ben deed totdat het een voldongen feit was. Met zo'n scherp scheermes besef je dat niet eens.'
Ze fronste haar wenkbrauwen en dacht na. 'Maar zijn hand was niet gekneusd, Neil,' wierp ze tegen. 'Dat zou majoor Menzies opgevallen zijn. En Ben heeft Luce echt heel stevig moeten vasthouden.'
'Maar een hand wordt niet zo gemakkelijk gekneusd, zusje. Niet zo gemakkelijk als een arm. De majoor zocht alleen naar uiterlijke kneuzingen en godzijdank is het hier geen Scotland Yard. En Ben kennende moet het heel vlug gegaan zijn. Hij moet er lang over nagedacht hebben hoe hij Luce zou vermoorden. Het was geen plotselinge ingeving. Maar hij had het nooit kunnen doen zonder ontdekt te worden, want op het moment dat hij begon werd hij razend — of op een andere manier gek - dat weet ik niet. Trouwens, het kon hem niets schelen of hij ontdekt zou worden. Hij wilde Luce zo van kant maken dat hij tot aan het einde toe bij bewustzijn bleef. Volgens mij wilde hij vooral dat Luce de verminking van zijn eigen geslachtsdelen zou zien.'
'Was Luce al dood toen jullie arriveerden?'
'Nog niet helemaal. Dat heeft ons gered. We konden Ben nog net van hem wegtrekken voordat Luce in een soort doodskramp raakte, nog steeds met dat scheermes in zijn hand en bloedend als een rund. Er waren hoofdaders geraakt. Matt nam Ben dus mee naar buiten en hield de wacht terwijl Nugget en ik de boel opruimden. Dat kostte maar een paar minuten. Wat het langste duurde, dat was het wachten tot we absoluut zeker waren dat Luce zijn laatste adem had uitgeblazen want we durfden hem niet aan te raken.'
'Maar het moet toch in je opgekomen zijn hulp te gaan halen, te proberen hem nog te redden,' zei ze, haar lippen opeengeklemd.
'O, hemel er was geen schijn van kans hem nog te redden. U moet me toch een beetje hoger aanslaan! Als we hem hadden kunnen redden zou Ben niet zo in gevaar hebben verkeerd. Ik heb geen medische opleiding genoten maar ik ben wel militair. Ik geef toe dat ik Luce nooit gemogen heb maar het was afschuwelijk daar zo te moeten staan wachten en toe te zien hoe hij doodging!'
Zijn gezicht was grauw toen hij voorover boog om de as van zijn sigaret te tippen en naar haar smartelijke ogen keek.
'Nugget was opvallend rustig en bekwaam, wilt u dat wel geloven? Dat bewijst dat je maanden naast iemand kunt leven zonder te weten wat er in zit. En al die dagen daarna had ik nooit de indruk dat hij in zou storten.'
Zijn hand beefde toen hij besloot de sigaret uit te drukken. 'Het ergste was te controleren of we alles gedaan hadden om het er als zelfmoord uit te laten zien. Dat we niets over het hoofd hadden gezien wat tot het vermoeden kon leiden dat het moord was... Hoe dan ook, toen we klaar waren hebben we Ben meegenomen naar het dichtstbijzijnde badhuis en daar hebben Nugget en ik terwijl Matt de wacht hield — Matt is een reusachtige nachtwaker want hij hoort alles — Ben schoongespoeld. Hij zat onder het bloed maar gelukkig had hij er niet ingelopen. Ik denk dat we voetafdrukken niet weg hadden kunnen krijgen. Zijn pyjamabroek hebben we verbrand. Herinnert u zich nog dat u een broek te kort kwam op de waslijst?'
'En hoe was Ben?' vroeg ze.
'Heel rustig en zonder de minste spijt. Ik denk dat hij nog steeds van mening is dat hij alleen maar zijn christenplicht gedaan heeft. Luce was voor hem geen mens maar een helse duivel.'
'En dus hebben jullie Benedict beschermd,' zei ze kortaf. 'Jullie allemaal.'
'Ja, wij allemaal. Zelfs Michael. Meteen toen u hem vertelde dat Luce dood was begreep hij wat er gebeurd moest zijn. Ik had ontzettend medelijden met Mike. Je zou bijna gedacht hebben dat hij het met eigen handen gedaan had, zo ondersteboven was hij, de wroeging verstikte hem. Hij bleef maar zeggen dat hij niet zo egoïstisch had moeten zijn, niet bij u had moeten blijven, dat het zijn plicht was geweest bij Benedict te blijven.'
Ze kromp niet ineen; ook dat hoorde bij haar aandeel in de schuld. 'Dat heeft hij tegen mij ook gezegd. Dat hij niet bij mij had moeten blijven, dat hij bij hem had moeten zijn. Hij... hem! Hij noemde geen naam! En ik dacht dat hij het over Luce had.' Haar stem brak en ze moest even stilhouden om zichzelf weer in de hand te krijgen en verder te spreken. 'Het is geen ogenblik, geen moment in me opgekomen dat hij het over Benedict had! Ik dacht dat hij Luce bedoelde en ik dacht dat hij een homoseksuele relatie had met Luce. Wat heb ik niet allemaal gezegd en gedaan! Wat heb ik hem pijn gedaan! En wat een rotzooi heb ik er van gemaakt. Ik word misselijk als ik er alleen maar aan dénk.'
'Dat was een logische vergissing, als hij geen naam genoemd heeft,' zei Neil. 'Zijn papieren impliceerden homoseksualiteit.'
'Hoe weet je dat?'
'Van Luce, via Ben en Matt.'
'Je bent heel schrander, Neil. Je wist of raadde alles, is het niet zo? En toen heb je weloverwogen de verwarring nog groter gemaakt. Hoe heb je dat kunnen doen?'
'Wat had u dan anders van ons verwacht?' vroeg hij op het meervoud overstappend. 'We konden Ben toch niet zomaar aan de autoriteiten overdragen? Voor de wereld is de dood van Luce geen verlies. En Ben heeft beslist niet verdiend de rest van zijn leven in het een of andere krankzinnigengesticht te worden opgesloten omdat hij Luce vermoord heeft! U vergeet iets! We zijn allemaal patiënten van afdeling X geweest en we hebben dus een voorproefje gehad van het leven dat geesteszieken leiden.'
'Ja, dat begrijp ik allemaal best,' zei ze geduldig. 'Maar dat maakt nog niet ongedaan dat jullie het recht in eigen handen hebben genomen, dat jullie weloverwogen besloten hebben een moord te verdoezelen en dat jullie ook besloten hadden mij iedere kans te ontnemen de boel recht te trekken. Ik zou hem stante pede hebben laten opsluiten als ik het geweten had! Hij is gevaarlijk, snappen jullie dat dan niet? Benedict hoort in een krankzinnigengesticht Jullie hebben verkeerd gehandeld, allemaal, maar jij in het bijzonder, Neil. Jij bent officier, je kent de voorschriften en je wordt geacht die in acht te nemen. En als je je eigen ziekte ter verontschuldiging aanvoert, dan hoor je ook in een inrichting! Zonder eerst mijn toestemming te vragen hebben jullie mij er ook bij betrokken en als Michael er niet geweest was zou ik het nooit geweten hebben. Er is heel wat waar ik Michael dankbaar voor moet zijn, maar ik ben hem vooral dankbaar dat hij me verteld heeft hoe Luce echt gestorven is. Michael denkt ook niet erg rechtlijnig maar hij staat toch nog een stuk boven de rest van jullie! God zij dank heeft hij het me verteld.'
Hij gooide zijn sigarettenkoker zo hard op het bureau dat het ding opensprong en kletterend op de vloer viel zodat het veertje opensprong en de sigaretten er uitvlogen. Dat merkten ze geen van beiden, zo gespannen was hun aandacht op de ander gericht.
'Michael, Michael, en nog eens Michael!' riep hij met vertrokken gezicht uit terwijl de tranen hem in de ogen sprongen. 'Eeuwig en altijd Michael! Wil je daar in godsnaam mee ophouden- met die obsessie die je voor Michael hebt? Michael zus, Michael zo, Michael, Michael, Michael! Ik ben doodziek van die rotnaam. Vanaf het moment dat je hem gezien hebt, had je geen tijd meer voor iemand anders. En de rest van ons dan?'
Net als bij de scène met Luce kon ze ook hier nergens naar toe, zich nergens verbergen. Ze zat daar maar terwijl het in haar daagde waarom Neil zo vanuit zijn hart huilde zodat haar woede opeens wegviel.
Geërgerd wreef hij met de hand over zijn ogen, streed zichtbaar om zijn zelfbeheersing terug te krijgen en toen hij weer begon te spreken probeerde hij zijn stem kalmer, redelijker te houden. O Neil, dacht ze, wat ben je veranderd! Je bent gegroeid. Twee maanden geleden had je nooit zo'n zelfdiscipline gehad temidden van zo'n foltering.
'Kijk,' zei hij, 'ik weet dat je van hem houdt. Zelfs Matt, zo blind als hij is, heeft dat al een hele tijd begrepen. Dat houden we dus voor aangenomen en leggen het terzijde als uiterst belangrijke overweging. Voordat Mike arriveerde was je van ons allemaal en wij waren van jou. ]t gaf om ons! Alles wat je had, alles wat je was werd naar ons toe geleid — naar onze genezing als je wilt. Maar wanneer je ziek bent zie je het niet zo objectief, dan is het helemaal en uitsluitend persoonlijk. Jij - jij omgaf ons! En het kwam nooit in ons op dat je je liefde ergens anders, niet in X en aan ons kon spenderen. Toen Michael kwam was het zo duidelijk als wat dat er niets met hem aan de hand was. Voor ons betekende dat, dat je je helemaal niet met hem hoefde te bemoeien. Maar nee hoor, je keerde je van ons af en ging naar hem. Je liet ons in de steek! Je verloochende ons! En daarom is Luce gestorven. Luce is gestorven omdat jij keek naar wat Michael vertegenwoordigde, al dat gezonde verstand en — en die persoonlijkheid en dat vond je heerlijk. Je hield van hem! En wat dacht je dat de rest van ons voelde?'
Ze wilde schreeuwen: Maar ik blééf om jullie geven! Nee, nee! Al wat ik wilde was nu eens iets voor mezelf voor de verandering! Je kunt niet blijven geven zonder ooit iets voor jezelf te nemen, Neil! Op dat moment leek het geen erg groot iets. Mijn diensttijd in X liep af. En ik hield van hem. O god, ik ben dat altijd maar geven zo moe, zo moe. Waarom konden jullie niet zo edelmoedig zijn om mij ook eens iets te laten hebben?
Maar dat kon ze niet. Ze sprong overeind en rende naar de deur, weg, weg van hem. Maar hij greep haar pols vast toen ze langskwam, trok haar ruw om en knelde haar handen wreed tussen de zijne totdat ze zich niet meer verzette.
'Zie je?' vroeg hij zachtjes, liet de greep verslappen en gleed met zijn vingers naar boven over haar armen. 'Ik heb je veel harder vastgehouden dan Ben Luce waarschijnlijk vast moest houden en ik geloof niet dat je blauwe plekken hebt.'
Ze keek naar hem op, in zijn gezicht dat een stuk verder weg was dan dat van Michael want Neil was heel groot. Het stond ernstig en gereserveerd alsof hij heel goed wist wat ze allemaal voelde en het haar niet kwalijk nam. Maar ook alsof hij, zoals een priesterkoning uit lang vervlogen tijden bereid was alles te verdragen om het einddoel te bereiken.
Voor dit gesprek had ze absoluut niet geweten wat voor soort man Neil was, hoeveel hartstocht en vastberadenheid hij in zich had. En ook niet hoe diep zijn gevoelens voor haar waren. Misschien had hij zijn verdriet te handig verborgen, misschien zoals Neil zei was ze zó opgegaan in Michael dat ze zichzelf er te gemakkelijk van had weten te overtuigen dat Neil niet kapot was gegaan aan haar verraad. Maar hij was kapot. En toch had hij het niet opgegeven, had geprobeerd de dreiging die Michael haatte in bedwang te houden. Hij was blijven functioneren. Bravo, Neil!
'Het spijt me heel erg,' zei ze nuchter. 'Ik schijn de kracht niet meer te hebben mijn handen te wringen, te huilen of voor je op de knieën te vallen wanneer ik dat zeg. Maar het spijt me écht. Meer dan je ooit zult kunnen begrijpen. Het spijt me zo dat ik mezelf niet eens probeer te rechtvaardigen. Ik kan alleen maar zeggen dat wij, die voor onze patiënten zorgen, net zo blind en misleid kunnen zijn als iedere patiënt die ooit de drempel van een afdeling X overschreden heeft. Je moet me niet zien als een godin, een soort onfeilbaar wezen. Dat ben ik niet. Dat zijn we geen van allen!' De tranen sprongen haar in de ogen. 'Maar Neil, je moest eens weten hoe graag ik zou willen dat we het wél waren!'
Hij trok haar even tegen zich aan, kuste haar op haar voorhoofd en liet haar toen los. 'Nou, gebeurd is gebeurd en je kent het gezegde - gedane zaken nemen geen keer. Ik voel me veel beter omdat ik gezegd heb wat ik op mijn hart had. Maar het spijt mij ook. Ik vind het niet prettig te weten dat ik jou kan kwetsen, ook al houd je niet van me.'
'Ik wou dat ik van je kon houden,' zei ze.
'Maar dat kun je niet. Dat weet ik. Het is onontkoombaar. Je zag me precies zoals ik was toen ik op afdeling X aankwam en dat heeft me in een nadelige positie gebracht die ik waarschijnlijk nooit had kunnen omgooien, zelfs al was er geen Michael geweest. Je werd verliefd op Michael omdat hij voor jou meteen een man was - een gezonde man. Hij heeft zich nooit verstopt, of gejankt van medelijden met zichzelf of zijn hele mannelijkheid laten varen. Je hebt hem nooit een andere broek hoeven aan te trekken of zijn viezigheid hoeven op te ruimen of urenlang naar zijn litanieën van ellendes moeten luisteren - diezelfde ellendes die je van wel twintig mensen zoals ik heb moeten aanhoren.'
'O alsjeblieft!' riep ze. 'Zo heb ik het nooit, nooit beschouwd — jou ook niet!'
'Maar zo zie ik mezelf wel als ik terugkijk. Dat kan ik nu. En waarschijnlijk is dat beeld van mij juister dan je wilt toegeven. Maar ik ben genezen, weet je. Van hieruit gezien begrijp ik niet eens meer hoe dat me überhaupt ooit heeft kunnen overkomen.'
'Dat is een goed ding,' zei ze terwijl ze op de deur toeliep. 'Neil, zullen we nu maar afscheid nemen? Nu meteen, bedoel ik. En kun je dat precies als zodanig accepteren en niet als een teken van antipathie of verwaarlozing of gebrek aan liefde ? Het is vandaag een dag geweest waar ik dolgraag een punt achter wil zetten. En dat kan ik niet als jij er bent. Ik zou je liever niet meer zien, zuiver en alleen omdat het anders op een nachtwake zou lijken. Want afdeling X is heengegaan!'
Samen met haar liep hij naar de gang. 'Dan zal ik zelf een wake houden. Als je ooit zin krijgt me op te zoeken kun je me vinden in Melbourne. Het adres staat in het telefoonboek. Toorak, Parkinson, N.L.G. Het heeft me veel tijd gekost om de juiste vrouw te vinden. Ik ben zevenendertig, dus waarschijnlijk zal ik niet zo gauw van mening veranderen.' Hij lachte. 'Hoe zou ik jou ooit kunnen vergeten? Ik heb je zelfs nooit gekust.'
'Kus me nu dan,' zei ze en voelde dat ze hem bijna liefhad. Bijna.
'Nee. Je hebt gelijk. Afdeling X is heengegaan maar ik sta nog steeds in zijn onafgekoelde lijk. Wat je me aanbiedt is een gunst en ik wil geen gunsten. Nooit.'
Ze stak haar hand uit. 'Dag Neil. Veel geluk. Ik weet zeker dat je veel geluk zult hebben.'
Hij pakte de uitgestoken hand en schudde die vol genegenheid, hief hem toen op en drukte er een lichte kus op. 'Dag, Honour. En vergeet het niet — ik sta in het telefoonboek van Melbourne.'
Zo, de laatste keer dat ze vanaf afdeling X het terrein overliep.
Eigenlijk had ze niet echt geloofd dat het zo ver zou komen, zelfs
niet toen ze er al naar uit was gaan kijken. Alsof Basis nummer
Vijftien een stuk leven vertegenwoordigde dat even groot was als
het leven zelf. En nu was het voorbij. Beëindigd met Neil, en dat
was niet meer dan billijk. Wat een man! En toch zag ze in dat hij
gelijk had met te zeggen dat hij met een enorme achterstand
begonnen was. Ze had hem inderdaad voornamelijk als patiënt
beschouwd en op éen hoop gegooid met de rest. Zielig, arm,
kwetsbaar... Het was heerlijk te zien dat die woorden nu niet meer
op hem van toepassing waren. Hij had gesuggereerd dat het de
situatie van de laatste weken op afdeling X was geweest die hem
genezen had. Maar dat was niet waar. Zijn genezing was uit hemzelf
gekomen, zo ging het altijd met genezingen. En dus begon ze aan
deze laatste wandeling, in de overtuiging dat afdeling X bestaan
had voor een bepaald doel, een goed doel, ondanks het verdriet, de
verschrikkingen en de smart.
Neil had niet eens de moeite genomen te vragen of ze van plan was te eisen dat het recht zijn loop zou hebben, dat recht dat volgens hem reeds geschied was en waaraan volgens haar niet voldaan was. Daarvoor was het veel te laat. Godzijdank had Michael het haar verteld! Nu ze wist wat ze gedaan hadden voelde ze zich bevrijd van een groot deel van de schuld die haar anders bijgebleven zou zijn over haar gedrag. Zij dachten dat ze haar verraden hadden. Ze zouden de rest van hun leven met Luce Daggett moeten leven. En zij ook. Neil had niet gewild dat ze op de hoogte werd gebracht omdat hij bang was geweest dat haar ingrijpen Michael zou bevrijden en omdat hij echt hoopte haar een aandeel in de schuld te besparen. Half om half goed en kwaad. Half om half egoïstisch en altruïstisch. Dat wil zeggen zo ongeveer normaal.