HOOFDSTUK 5
Richard kwam om vijf voor half twaalf terug.
Susan was weer teruggegaan naar Bob. Paula had nog gevraagd wat haar dwars zat, maar Susan had verbaasd en geïrriteerd gereageerd op die vraag. Er was niets aan de hand, had ze gezegd. Waarom dacht Paula dat?
Paula besloot de zaak verder te laten rusten. Ze wist zeker dat er iets mis was, maar het was duidelijk dat Susan er niet over wilde praten. In ieder geval niet met haar.
Tijdens het wachten had Paula haar hamburger en cola naar binnen gewerkt. Ze begon zich net een beetje opgelaten te voelen, toen Richard onverwachts in de deuropening stond. Zijn gezicht was rood en hij rook naar de koude buitenlucht. Hij ging tegenover haar zitten en pakte haar hand.
„Sorry, " zei hij berouwvol. „Het duurde wat langer dan ik dacht. " Hij hijgde een beetje, alsof hij hard gelopen had.
„Het geeft niet, " zei Paula. Haar ergernis was al verdwenen op het moment dat ze hem zag. „Heeft hij het leuk gehad?"
„Wie? O, Frank. " Richard liet haar hand los, pakte zijn broodje en legde het weer neer zonder er een hap van te nemen. Zijn ogen waren donkergrijs. Het leek wel of hij ergens over in zat, dacht Paula verbaasd. Of misschien vond hij de koude hamburger niet meer lekker. „Hij vond het vast wel leuk, maar dat wilde hij niet toegeven. "
Frank leek haar een lastig joch, maar Paula besloot dat niet te zeggen. Ze stelde voor samen nog een portie friet te nemen en Richard stemde ermee in. Toen de patat gebracht werd, at hij snel, alsof hij nog ergens heen moest.
Paula begreep er niets meer van. Richard gedroeg zich nu heel anders. Hij had gezegd dat hij terug zou komen om nog wat te praten, maar Paula was de hele tijd alleen aan het woord. Richard zei niets.
Zo nu en dan keek hij tersluiks op zijn horloge, net als Susan had gedaan.
Wat was er toch gaande?
Uiteindelijk gaf Paula het midden in een zin op. „Ik heb mijn werkstuk bijna af, alleen... " zei ze en maakte haar zin niet af.
Richard merkte het niet eens.
„Hé, " zei Paula scherp.
Richard keek verschrikt op. „Sorry, wat zei je?"
„Dat het tijd is om op te stappen. " Paula maakte een prop van haar servet en smeet die op tafel. „Vind je ook niet?"
Richard keek voor de zoveelste keer op zijn horloge.
„Ik moet op tijd thuis zijn, " ging Paula kortaf verder.
„Om twaalf uur?"
„Zo ongeveer. " Eigenlijk mocht het wel later, maar Paula wilde gewoon weg. Ze legde het geld op tafel, stond op en trok haar jack aan.
Richard leek teleurgesteld, maar hij protesteerde niet.
Paula woonde vlakbij, dus ze waren er snel. Onderweg zeiden ze niet veel tegen elkaar. Richard maakte af en toe een opmerking en Paula gaf antwoord, maar ze hield het gesprek niet gaande. Ze was vreselijk teleurgesteld. Waarom gedroeg Richard zich zo anders sinds hij was teruggekomen? Had hij ruzie gehad met zijn broer? En waarom vertelde hij haar niet gewoon wat hem dwars zat, in plaats van dicht te klappen?
Paula had hem er rechtstreeks naar kunnen vragen, maar dat deed ze niet. Ze was misschien toch bozer dan ze toe wilde geven.
De buitenlamp brandde, maar haar vaders auto stond er niet. Paula kon het zien, omdat de garagedeur openstond. Alleen haar moeders auto was er. Ze grinnikte.
„Wat is er?" vroeg Richard verbaasd.
„Ik dacht eraan hoe vaak ik op mijn donder heb gekregen van mijn ouders als ik de garagedeur niet achter me dicht had gedaan, " vertelde ze. „Deze keer hebben zij hem open laten staan. "
„Vergeet niet hun dat in te peperen, " lachte Richard.
„O, dat vergeet ik niet. " Paula wilde het tuinpad oplopen, maar Richard legde zijn hand op haar arm.
„Zeg Paula, " zei hij, „kunnen we het een keer opnieuw proberen?"
„Wat?"
„Een nieuwe afspraak. " Hij liet haar arm los. „Ik beloof je dat ik dan niet halverwege weg hoef. "
„Ik vond het niet zo erg dat je even weg moest, "
antwoordde Paula. „Als je maar niet zo humeurig terug was gekomen. "
„Je hebt gelijk. Het spijt me echt. " Richard streek een lok haar van zijn voorhoofd en knikte ernstig. „Wacht, ik breng je tot de voordeur. "
„Bedankt. "
Hij wilde dus niet vertellen wat er vanavond gebeurd was, dacht Paula. Ze had hem de kans gegeven, maar hij was er niet op ingegaan.
Misschien de volgende keer. Ze had al min of meer ingestemd met een volgende afspraak.
Ze namen afscheid bij de voordeur en Richard vertrok. Toen Paula de deur open duwde, schoot Mickey langs haar heen naar buiten. Hij leek verontwaardigd dat hij zo lang in huis opgesloten had gezeten.
In de gang trok Paula haar jack uit. Daarna liep ze naar de keuken en schonk een glas sinaasappelsap in. Net toen ze een slok wilde nemen, viel haar oog op het rode lampje van het antwoordapparaat. Er was twee keer gebeld.
Paula drukte op de knop en wachtte.
Er klonk gezoem en gepiep. Daarna een klik. De eerste beller had neergelegd.
Weer gezoem. Opnieuw een klik.
Ook neergelegd.
Langzaam zette Paula haar glas neer. Ze herinnerde zich de telefoontjes van de vorige dag en dacht aan de garagedeur. Ze kon zich niet herinneren dat haar ouders die ooit open hadden gelaten.
Met bonzend hart controleerde ze de twee deuren in de keuken. Die zaten allebei op slot.
Maar dat had niets te betekenen. Als iemand door een van die deuren binnen was gekomen, had hij die gemakkelijk achter zich af kunnen sluiten.
Paula bleef aarzelend staan. Zou ze de rest van het huis controleren of naar de buren gaan en wachten tot haar ouders thuis kwamen? Of maakte ze zich bang om niets?
Ze spitste haar oren om een geluid op te vangen, maar het enige dat ze hoorde, was het suizen van haar bloed in haar oren.
„Je ziet ze vliegen, " zei ze hardop tegen zichzelf. Met knikkende knieën verliet ze de keuken, waarbij ze zoveel lawaai maakte als ze kon. Ze liep vlug naar de voordeur.
De kat drentelde weer naar binnen toen Paula de deur opende. Ze probeerde hem op te pakken, maar Mickey ontweek haar en vloog de trap op.
Er was een gure wind opgestoken, die tegen Paula aan blies toen ze naar buiten stapte. Ze hield een hand aan de deurknop, onzeker wat ze moest doen. Zou ze een blik in de garage durven werpen?
Paula huiverde. Op hetzelfde moment zag ze autolichten de hoek omkomen. De auto minderde vaart toen hij hun huis naderde.
Paula slaakte een zucht van opluchting. Het waren haar ouders.
„Hé, al thuis?" zei mevrouw Martins verbaasd, terwijl ze uit de auto stapte. „Hoe was het?"
„Leuk. " Paula hield haar hand op de deurknop. „Hoe hebben jullie het gehad?"
„Goed. " Haar moeder fronste haar wenkbrauwen.
„Wat doe je hier buiten in de kou?"
„Ik was bang, " antwoordde Paula. „Er is twee keer gebeld en meteen weer neergelegd, en de garagedeur stond open. Ik was bang dat degene die gebeld had, erachter was gekomen dat er niemand thuis was en ingebroken had. "
Haar moeder duwde de voordeur open en staarde in de gang. „Misschien heeft je vader de garagedeur open laten staan, " merkte ze op.
Meneer Martins hield echter vol dat hij de deur dicht had gedaan. Samen met Paula doorzocht hij voor alle zekerheid alle kamers en kasten. Tot hun grote opluchting misten ze niets en hield zich nergens een inbreker verborgen.
„Als er echt ingebroken was, zou dat hier geen verschil maken, " zei haar vader misprijzend, terwijl hij Paula's kamer rond keek. „Misschien moest je het hier eens opruimen, dan merk je het tenminste of er iets vermist wordt. "
„Haha, wat leuk, " zei Paula. „Ik weet precies waar alles ligt. "
Toch keek ze, nadat haar vader vertrokken was, nog even alles na. Er lag een berg kleren op haar bed, en stapels boeken en papieren op haar buro, het nachtkastje en de vloer.
Niets leek van plaats veranderd te zijn. Om het onbehaaglijke gevoel van zich af te schudden, besloot Paula een lekkere warme douche te nemen. Waarschijnlijk had haar vader de garagedeur wel open laten staan, maar wilde hij het niet toegeven. Degene die had gebeld, had het verkeerde nummer ingetoetst of wilde geen boodschap achterlaten. Er had niemand ingebroken.
Paula kwam tot de conclusie dat haar fantasie op hol geslagen was. Ze zag spoken.
De volgende dag waren de spoken verdreven.
Paula had het grootste deel van de middag huiswerk zitten maken. Daarna belde ze Jenny om haar vriendin over haar afspraak met Richard te vertellen.
„Wat zat hem dan dwars?" vroeg Jenny, nadat Paula zijn wisselende stemming beschreven had.
„Volgens mij is het zijn lastige broer, " antwoordde Paula. „Frank, zo heet hij, wilde niet hier naartoe verhuizen en het lijkt erop dat hij dat op iedereen afreageert. "
„En dus reageert Richard het weer op jou af?" Jenny's stem klonk verontwaardigd.
„Ach welnee, joh, " zei Paula. „Ik denk dat ik het een beetje overdreven heb. "
„Nou, ik vind het maar raar. Hij kon toch wel iets zeggen? En het idee dat hij jou gewoon een tijdlang alleen laat zitten... " Jenny zweeg even. „Hé, vertel eens, heeft hij je bij het afscheid gezoend?"
Paula grinnikte. „Nee. Misschien de volgende keer. "
„Niet?" Jenny's stem schoot uit. „Jeetje Paula, wat een sukkel, zeg!"
„Ik heb hem toch ook niet gezoend, " lachte Paula. „Ben ik dan ook een sukkel?"
Jenny bromde iets. „O trouwens, " begon ze opeens, „nog eventjes over die band van Alan. Ik heb erover nagedacht. Ik ben op de videoclub met een projekt bezig en als Alans band een beetje goed is, kan ik hem wel gebruiken. Bovendien bedacht ik dat die band misschien wel leuk is voor zijn ouders, als ik hem bewerk en er muziek bij doe. Mag ik hem eens bekijken?"
„Ja natuurlijk, maar ik wil eerst zelf het laatste stuk zien, " zei Paula. Ze dacht aan Richards grapje dat Alan haar ergens op 'betrapt' zou hebben.
„Oké, doe dat dan en geef hem daarna aan mij, " zei Jenny.
Na het telefoongesprek ging Paula nog even door met haar huiswerk, 's Avonds na het eten ging ze naar de huiskamer, spoelde Alans videoband terug en ging op haar gemak zitten kijken.
Het auto wassen, het tuinfeest, de straatopnames. Paula keek er met een half oog naar. De band was een beetje saai, maar misschien kon Jenny hem wat oppeppen met muziek. Toch zou ze er veel uit moeten knippen, want bepaalde delen leken eindeloos lang te duren.
Weer een feestje. Paula ging met een ruk rechtop zitten en fronste haar wenkbrauwen. Ze probeerde te bedenken waar het was. De camera zwenkte over lachende gezichten. Bob en Susan, Robert, Dave, Jenny. Daarna zag ze Vera en Diana, twee meisjes die ze niet goed kende. De camera hield stil bij een ingelijste foto en zoomde erop in. Het was een foto van Robert, die lachend naast een auto stond met de sleuteltjes in zijn hand. Hij had net zijn rijbewijs gehaald.
Opeens herinnerde Paula zich weer dat dit een opname was van het feest dat Robert in september had gegeven. Paula was ook uitgenodigd, maar ze had met haar ouders afgesproken om dat weekend naar haar oma te gaan.
De camera was weer gericht op de feestgangers. Richard verscheen in beeld. Paula ging op het puntje van de bank zitten.
Richard zat naast de anderen. Hij luisterde en keek, maar nam geen deel aan het gesprek. Opeens viel zijn blik op de camera. Hij stak afwerend zijn hand uit, alsof hij Alan weg wilde hebben.
De camera bleef echter op Richard gericht tot hij ten slotte opstond en weg liep. Heel even was alleen zijn rug nog te zien.
Het beeld werd donker en opeens verscheen Richard opnieuw in beeld. Hij stond in een gang. Achter hem was een deur zichtbaar. Er scheen verder niemand in de buurt te zijn, op Alan na.
De camera zoomde langzaam in op Richard.
Paula verstijfde. Ze voelde hoe haar hart begon te bonzen. Ze schrok van de blik op Richards gezicht. Hij was woedend!
Zijn lippen bewogen. Je kon zien dat hij op boze toon iets zei.
Alan liet de camera doordraaien.
Richard kwam in beweging. Hij liep naar de camera, met uitgestoken hand. Zijn hand vulde de lens steeds meer, tot het beeld ten slotte donker werd.