HOOFDSTUK 4
Paula was er zeker van dat ze het zich niet verbeeld had.
Er was iemand aan de andere kant van de lijn, die haar in stilte uitdaagde.
Ze wilde juist boos uitvallen, toen ze opeens een zachte klik hoorde. De onbekende beller had de verbinding verbroken.
Vijf minuten later, toen Paula controleerde of alle deuren op slot zaten, gingen de lampen onverwachts weer aan. Ze hoorde de magnetron opnieuw starten, de koelkast begon te zoemen en op zolder sloeg de verwarmingsketel aan.
Op hetzelfde moment rinkelde de telefoon.
Paula voelde zich een stuk prettiger met de lichten aan. Ze liep bij de voordeur vandaan en sprintte naar de telefoon, klaar om tegen de onbekende beller te schreeuwen dat hij haar met rust moest laten. Ze was woedend. Die zucht van net had haar de stuipen op het lijf gejaagd.
Ze griste de hoorn van het toestel en haalde diep adem. „Luister goed, ik wil dat je hiermee ophoudt!" riep ze kwaad. „Ik ben thuis, dus je hoeft niet te proberen om in te breken en als je dit nummer blijft bellen, schakel ik de politie in. Heb je dat begrepen?"
„Jazeker, " klonk een stem.
Het was de stem van Richard.
Paula hapte naar adem. „Was jij net ook aan de telefoon?" vroeg ze aarzelend.
„Uh... " Richard zweeg even. „Wanneer?" „Net, " zei Paula. „Ongeveer vijf minuten geleden. " Ze hield de hoorn tegen haar andere oor en leunde tegen de muur.
„Nee, dat moet iemand anders zijn geweest, " antwoordde Richard.
„Dat zal dan wel. " Paula lachte, maar stond ondertussen nog te trillen op haar benen. „Sorry voor die stomme reaktie. Maar de lichten waren net uitgevallen en ik kreeg twee doodenge telefoontjes. Er werd niks gezegd, alleen gezucht. Ik had het niet meer. "
„Het klinkt nogal vreemd, " gaf Richard toe. „Je ging ook flink tekeer. Jammer dat het niet dezelfde beller was, dan had je hem vast de stuipen op het lijf gejaagd. "
„Ik ben blij dat jij het bent, " zei Paula opgelucht. „En het licht doet het weer en de lijn is bezet, zodat hij nu niet kan bellen, ook al zou hij willen. "
„In de winkel was de stroom ook even uitgevallen, " vertelde Richard.
„Winkel?" herhaalde Paula verbaasd.
„Waar ik werk, " legde hij uit. „Drie dagen in de week na schooltijd, dozen met doe-het-zelf materialen uitpakken. Meestal schuif ik de dozen gewoon van de ene naar de andere kant. "
„Spaar je ergens voor?" vroeg Paula nieuwsgierig.
„Gedeeltelijk. Maar ik werk ook voor mijn zakgeld. Mijn vader is er niet meer en de rekeningen blijven natuurlijk gewoon komen. "
„Is er niet meer?" zei Paula voorzichtig. „Is hij... ?"
„Dood? Nee. Hij is weg, zoals bij een scheiding. "
„O, wat erg. " Dom om zoiets te zeggen, dacht Paula.
Misschien vond Richard het helemaal niet erg. Misschien was zijn vader wel een vreselijke vent. Ze schraapte haar keel. „Zeg... "
„Juist, waarom belde ik?" begreep Richard meteen. „Ik bel omdat ik nog vergeten was je te vertellen wat Alan nog meer over je heeft gezegd. "
„O, dat zal wel weer iets fraais zijn, " probeerde ze hem uit zijn tent te lokken.
„Alan dacht dat als ik het je zou vragen, je wel met me uit zou gaan. "
Even dacht Paula dat ze Richard niet goed had verstaan. Maar toen het tot haar doordrong dat hij het meende, was ze door het dolle heen.
„Paula, ben je er nog?"
„Ja, ik ben er, " riep Paula uit, terwijl ze rechtop ging staan. „Bedoel je dat je een afspraakje met me wilt maken?"
„Ja, dat is precies waar ik mee bezig ben. "
„Nou, te gek, " zei Paula enthousiast.
„Mooi. Alan had dus gelijk. " Richard zweeg weer even en Paula dacht dat ze hem hoorde grinniken. „Wat dacht je van morgenavond?" ging hij verder.
„Oké, morgenavond komt prima uit. " Paula stond al te bedenken wat ze aan zou trekken. „Hoe laat? Waarheen?"
„Ik kom om een uur of half zeven. Zullen we naar de film gaan en ergens een pizza eten?"
„Klinkt goed, " vond Paula. „Maar mijn ouders zullen die tijd niet zo leuk vinden. Ze moeten morgenavond namelijk ook weg en om half zeven zijn ze al vertrokken, dus dan kunnen ze jou niet zien. " „Mij niet keuren, zul je bedoelen. "
Paula knikte verlegen. „Ja, dat is eigenlijk wat ik bedoel. "
„Nou ja, misschien ontmoet ik je ouders een andere keer, " zei Richard.
„Wie weet. " Paula hoopte vurig dat er een andere keer zou volgen. „Nou, ik zie je in ieder geval morgen. "
„Oké. En Paula?"
„Wat is er?"
„Als je die griezelige beller weer aan de telefoon krijgt, zeg dan niet dat je in je eentje zit, " raadde Richard haar aan.
„Wat bedoel je?" vroeg Paula verbaasd. „Hoe weet jij dat ik alleen thuis ben?"
„Dat vertelde je net zelf, " antwoordde Richard. „Je zei: 'Ik ben thuis, dus je hoeft niet te proberen in te breken. ' Zeg de volgende keer 'Wij zijn thuis' of zeg helemaal niks. Leg gewoon neer. "
Paula's ogen vlogen naar de deur om zich er nogmaals van te verzekeren dat die op slot zat. Onwillekeurig huiverde ze even. „Ik zal eraan denken, " beloofde ze. „Tot morgen. "
Tegen de tijd dat de telefoon weer rinkelde, was Paula's moeder thuis en was de wind gaan liggen. Mickey was intussen ook weer opgedoken en naar buiten gegaan met zijn staart in de hoogte, alsof er het laatste uur niets gebeurd was.
Jenny was aan de telefoon. Ze wilde weten of Paula haar de volgende avond kon helpen. „Ik moet een stapel tijdschriften doorworstelen voor een werkstuk en daar kan ik wel wat hulp bij gebruiken. "
„Ik kan niet, " vertelde Paula haar vriendin. „Ik ga uit. "
Jenny gilde het uit. „Dat meen je niet! Met wie?"
„Met Richard Black. " Paula sprak zijn naam langzaam en nadrukkelijk uit.
„Nee! Echt?"
„Echt, " zei Paula. Ze rekte het snoer van de telefoon helemaal uit om een blik in de keuken te kunnen werpen. De kippepoten lagen kalm te sudderen in de pan. „Hij belde vanmiddag. " Opeens kreeg ze een ingeving. „Zeg, heb je vanmiddag al een keer gebeld?" vroeg ze haar vriendin. „Ik kreeg namelijk twee enge telefoontjes van een hijger. "
„Waarom zou ik je opbellen en hijgen?" wilde Jenny weten.
„Dat bedoel ik niet, " lachte Paula. „Ik bedoelde dat de lijn misschien slecht was en dat ik me verbeeldde dat er iemand zuchtte. "
„Nou, ik heb nog niet eerder gebeld, " vertelde Jenny. „Maar ik hoop dat je morgen veel plezier hebt. "
„Ik ook, " zei Paula. „Maar mijn moeder is nijdig, omdat ze Richard wil zien en ze moet morgenavond al vroeg weg met mijn vader. Dat bederft alles wel een beetje. Ik vraag me trouwens af hoe het is om met Richard uit te gaan. Hij ziet er hartstikke leuk uit, maar hij doet nogal afstandelijk en geheimzinnig, vind je niet?"
Jenny lachte. „Nou, morgen weet je het. Ik ben heel benieuwd. "
Richard was helemaal niet afstandelijk. Integendeel, hij was spraakzaam, maakte voortdurend grapjes en was attent. Paula viel van de ene verbazing in de andere.
Waardoor was hij opeens zo veranderd? Of had ze hem nooit een kans gegeven?
Na de film, een lachfilm over een persoonsverwisseling, gingen ze naar een snackbar.
„Ik neem een broodje hamburger, " bedacht Paula, terwijl ze op een bank gingen zitten. „En ik betaal, jij hebt al op pizza getrakteerd. "
Richard schudde zijn hoofd. „Ben je gek! Denk nou niet dat ik platzak ben, na wat ik je gistermiddag over mijn vader vertelde. "
„Dat doe ik ook niet. " Paula trok haar jack uit en legde dat naast zich neer.
„Oké, ik ga niet met je in discussie, " grinnikte Richard. „Alan vertelde al dat je koppig was. "
Paula leunde met haar ellebogen op tafel en steunde haar kin in haar handen. „Waarom vertel je me niet alles wat Alan over me zei? Dan hebben we dat maar gehad, " stelde ze voor. „Dan hoef ik er niet meer over in te zitten. "
Richard grijnsde en schudde zijn hoofd. „Ik plaag je maar, " stelde hij haar gerust. „Ik heb alles al verteld. "
Paula geloofde hem niet helemaal, maar ze besloot er over op te houden. Nadat ze hun bestelling hadden opgegeven, vroeg ze Richard waar hij eerst had gewoond en wat hij van Bridgetown vond.
Richard vertelde dat hij uit Easttown kwam, een paar honderd kilometer verderop. „Mijn moeder werkt voor een computerbedrijf, " ging hij verder. „Toen de zaak naar Bridgetown werd overgeplaatst, zijn wij ook verhuisd. " Hij nam een hap van zijn hamburger. „Ik heb het hier wel naar mijn zin, " vertelde hij. „Maar mijn broer heeft het moeilijk. Hij zegt steeds dat hij terug wil. "
Op dat moment zag Paula Susan en Bob binnenkomen.
Terwijl ze naar een tafeltje achterin liepen, viel Susans blik ook op Paula. Ze bleef zo plotseling staan, dat Bob tegen haar aan botste.
Paula zwaaide. Even leek het erop dat Susan naar haar toe wilde komen. Maar toen Susan Richard zag, aarzelde ze. Haar ogen gleden van Paula naar Richard en weer terug naar Paula. Ze fronste haar wenkbrauwen, tilde haar hand op voor iets wat op een groet leek en liep door.
„Vrienden van je?" informeerde Richard.
Paula knikte. „Susan en Bob waren ook vrienden van Alan, al begrijp ik nog steeds niet waarom. Alan was zo aardig en spontaan, terwijl zij dat juist niet zijn. Susan in ieder geval niet. "
„Alan was een kanjer, " stemde Richard in. „Volgens mij kon hij met iedereen goed overweg. "
Paula dacht daar even over na. Had ze Alan ooit met iemand ruzie horen maken of op iemand kritiek horen leveren? Ze kon het zich niet herinneren.
Paula had net een hap genomen, toen Richard haar gedachten onderbrak. „Zeg, ik vind het hartstikke vervelend, maar ik moet even weg. "
„Weg?" vroeg Paula verbaasd. „Waarom? Wat is er?"
„Niets. Blijf jij hier, dan ben ik zo terug, " zei Richard, terwijl hij opstond. „Mijn moeder heeft mijn broer overgehaald naar zijn klassenavond te gaan. Ik heb hem erheen gebracht voordat ik jou ophaalde en ik heb mijn moeder beloofd dat ik hem ook weer thuis zou brengen. Hij grijnsde even. „Het spijt me echt, maar ik ben met een kwartier terug. "
„Ik ga wel even mee, " stelde Paula voor.
„Nee joh, je bent nog niet klaar met eten. " Richard trok zijn jack aan. Hij boog zich voorover en nam nog een slok van zijn cola. „En we zijn nog niet klaar met praten. Jij blijft hier en eet je hamburger op. Ik ben zo terug. "
Voordat Paula nog iets kon zeggen, was Richard vertrokken. Hij was met zijn lange benen in drie stappen bij de deur. Paula keek hem verbaasd na en nam nog een hap van haar hamburger. Die van Richard zou natuurlijk koud zijn als hij terugkwam. Ook al snapte ze wel waarom hij moest gaan, leuk vond ze het niet.
„Ja, hoor eens, " hoorde ze opeens een luide stem zeggen. „Je zei dat je ervoor zou zorgen. "
Het was de stem van Susan. Er sprak boosheid uit en ook iets anders. Angst misschien?
Paula keek achterom. Susan stond te bellen. Haar gezicht stond net zo kwaad als ze klonk.
„Je hebt het beloofd, " riep Susan in de hoorn. „Als het niet lukt, bedenk ik wel wat anders. Doe het nou maar!"
Ze smeet de hoorn op het toestel. Omdat Paula niet als luistervink betrapt wilde worden, draaide ze zich vlug om en pakte haar broodje.
Twee tellen later viel er een schaduw over haar tafel. „Ik zag je afspraakje vertrekken, " zei Susan. „Wat is er gebeurd?"
Dat was wat haar het meeste dwars zat, realiseerde Paula zich ineens. Ze was als de dood dat anderen zouden denken dat Richard haar had laten zitten. „Richard moest zijn broer halen, " legde ze kortaf uit.
Susan keek weifelend. „Waarom kom je niet bij ons zitten?" vroeg ze, terwijl ze op haar horloge keek.
„Nee bedankt, Richard komt zo terug, " antwoordde Paula. „Hij zou maar een kwartiertje wegblijven. "
„Nou, waarom kom je dan niet even bij ons zitten tot hij terug is?" Susan keek weer op haar horloge.
„Waarom doe je dat toch steeds? Neem je de tijd voor me op?" grapte Paula.
Susan gaf geen antwoord. Ze beet op haar lip. „Ik dacht dat je misschien behoefte had aan gezelschap, dat is alles. " Ze wiebelde van de ene voet op de andere en trok een ongeduldig gezicht.
Paula keek op de klok die boven de toonbank hing. Het was tien over elf. Richard kon elk ogenblik terugkomen.
Vanuit haar ooghoeken zag ze dat Susan rusteloos met haar ene voet op de grond tikte. Waarom was ze zo onrustig? Paula keek op.
Tot haar grote verbazing zag ze dat er een angstige blik in Susans ogen was verschenen.