23
SNUFFER

Snuffer stak een teerarme Philip Morris op en schoof hem in het sigarettenpijpje. In het buisje was een klein gaatje gemaakt zodat hij bij het roken meer lucht binnenzoog dan sigarettenrook. Bij de eerste haal proefde hij haast niets. Hij morrelde wat aan het pijpje waardoor het gaatje kleiner werd zodat hij toch een minimum van de opwekkende maar giftige nicotine in zijn longen kreeg. Hij stelde het pijpje nog wat bij en zuchtte. Wat een mens al niet deed om van de verslaving af te raken.

Luitenant Ramòn, zijn naaste medewerker, stak zijn hoofd naar binnen. ‘Hofman en Razdi zijn geland op Valdez Airport.’

Snuffer knikte. ‘Ben benieuwd. Ik blijf de hele dag op kantoor. Als Simon opbelt, geef hem mij dan direct door.’

‘Doen we.’ Ramòn wilde weggaan, maar werd door de stem van Snuffer tegengehouden. ‘Nog nieuws over Osama bin Laden?’

De luitenant schudde het hoofd. ‘Hij werd het laatst gesignaleerd in Nairobi. Maar dat is ook alweer enige weken geleden.’

‘En de anderen? Abu Abas? Musa? Enig idee waar ze zich bevinden?’

‘Geen idee.’

‘Goed. Bedankt.’ Snuffer legde zijn voeten op zijn bureau en dacht na. Wat wist hij over Valdez? Hij wist dat het de meest noordelijk gelegen ijsvrije haven van de Verenigde Staten van Amerika was met – via moderne autosnelwegen en de Pacific Rim trade routes – toegang tot het binnenland van Alaska en het noorden van Canada. Hij wist dat Valdez het zuidelijke eindpunt was van de trans-Alaska-oliepijplijn. Hij wist dat iedere dag supertankers met ladingen tot anderhalf miljoen barrels de haven verlieten om via de Valdez Arms en de Prince William Sound naar de Golf van Alaska en de Stille Oceaan te varen. Hij wist ook dat het de best bewaakte en de meest beveiligde havenstad van de Verenigde Staten was. Net toen zijn gedachten naar Simon en Cyrus afdwaalden, ging de telefoon. Hij zette zijn voeten op de grond en nam op. Zoals hij min of meer had verwacht was het Simon. Snuffer wierp een vlugge blik op de grote kaart aan de wand waarop hij de tijdsverschillen met de belangrijkste steden over de hele wereld kon aflezen. In Valdez moest het nu zowat 10 u 17 zijn. De dag was 23 maart 1989.

‘Vanwaar bel je?’ vroeg hij.

‘Mijn hotelkamer’, antwoordde Simon. ‘We zijn twee minuten geleden ingecheckt in de Best Western Valdez Harbor Inn.’

‘Een mooi hotel, neem ik aan?’

‘Niks bijzonders. Een houten gebouw van twee verdiepingen aan de rand van Valdez Boat Harbor. Maar dat is niet belangrijk. Moet je horen.’ Zonder veel omhaal bracht Simon hem op de hoogte van het programma van Cyrus en de ophanden zijnde ontmoeting met Jeff Hazelbos.

‘Jeff Hazelbos, zei je?’

‘Ja. Ken je hem?’

‘Ik ken een Joe Hazelbos. Maar ga door.’

‘Cyrus wil hem bevelhebber maken van een geheel vernieuwde vloot supertankers. Volledig gecomputeriseerde mastodonten, twee keer zo groot als de tankers nu in de vaart. Hij heeft er in Japan al een op stapel staan.’

‘Zo'n vloot zal hem een slordige duit kosten.’

‘Dat dacht ik ook. Ik vroeg hem of dat de reden was van zijn bijeenkomst met Musa en Osama bin Laden in het huis van die Egyptische scheepsbouwer. Of hij soms van plan was een beroep te doen op hun geld.’

‘En? Wat was zijn antwoord?’

‘Hij werd plots erg wantrouwig. Ik had het gevoel dat ik hem tegen het zere been schopte.’

‘Een domme vraag was dat niet. Musa heeft toegang tot de petrodollars van Iran en Osama bin Laden tot die van Saudi-Arabië. Als die drie zich verenigen zullen sommigen het hard te verduren krijgen.’

‘Wat bedoel je? Dat ze met hun mastodonten de anderen dood zullen concurreren?’

‘Zolang het daarbij blijft, is het mij goed.’

‘Wat kan er meer zijn? Het is immers…’

‘Een andere keer, Simon. Heb je Hazelbos al ontmoet?’

‘We gaan zo meteen samen lunchen. Cyrus wil dat ik straks met Hazelbos mee uitvaar om hem te evalueren.’

‘Dat is vreemd.’

‘Waarom?’

‘Je bent piloot, eventueel luchtvaartdeskundige. Hoe kun jij een scheepsofficier evalueren?’

‘Vind je dat ik het niet moet doen?’

Snuffer weifelde. Toen zei hij: ‘Dat moet je voor jezelf uitmaken. Maar als je meevaart, wees dan op je hoede.’

‘Waarvoor?’

‘Voor alles. In de Prince William Sound kan het soms erg spoken. En het water kan daar verdomd koud zijn als je overboord slaat.’

‘Is dat een waarschuwing?’

Hij drukte zijn sigaret uit in de asbak. ‘Vast en zeker, Simon. Op zee is er altijd gevaar. Kijk dus goed uit je doppen.’ Met deze woorden verbrak hij de verbinding.