Op slapeloze momenten 's nachts vroeg ik me af of Rupert ook wakker was en misschien aan mij zou denken. Ik hield me voor dat dat hoogst onwaarschijnlijk was, en bovendien getuigde het van een erbarmelijk egoïsme om dat te willen. Maar toen ik naar beneden ging om te ontbijten, stond er een briefje met mijn naam erop tegen mijn kopje. Archie was bezig eieren te bakken. Rupert was nergens te bekennen.
Archie gaf me een bord. 'Je ziet eruit alsof een dronken echtgenoot je twee blauwe ogen heeft geslagen. Wilde het hoofdkussen niet meewerken?'
'Niet bepaald, nee,' bekende ik en vouwde het briefje open.
'Vergeef me mijn driftbui. Te veel drank is een slechte combinatie met een vermoeiende dag. Natuurlijk moet je gaan, en als ik kan helpen, vraag het me dan alsjeblieft. Gefeliciteerd met je nieuwe baan. R.'
'Een vredespijp neem ik aan?' Archie schilde zorgvuldig een peer.
'Ja. Erg vriendelijk.' 'M-hm.'
'Hij feliciteert me met mijn baan.'
'Eh-eh.'
'Het spijt hem dat hij kwaad was.'
'Mooi.'
'Hij zegt dat ik natuurlijk moet gaan. Dus dat is in orde.' Ik glimlachte zo opgewekt mogelijk. Niet zo érg opgewekt dus. Archie legde het mesje met het paarlmoeren handvat neer, vouwde zijn handen en keek naar me over zijn halvemaansbrilletje. 'Archie...' Ik aarzelde.
'Harriet.'
'Vind je het niet erg dat Rupert met vrouwen naar bed gaat? Ik bedoel, ben je nooit een heel klein beetje bang dat hij op een goeie dag genoeg van een vrouw gaat houden om...' Ik zweeg.
'Je bedoelt dat Rupert misschien kleine Wolvespurges wil maken? Natuurlijk heeft die mogelijkheid altijd bestaan. Maar het is net zo goed mogelijk dat ik een antiekwinkeltje in de Cotswolds wil beginnen met Siegfried. We moeten het nemen zoals het valt. Rupert en ik zijn geen minnaars. Voorzover ik weet heeft hij nooit seksueel contact gehad met een man. Natuurlijk denken de mensen dat als twee mannen samenwonen ze een koppel zijn, maar de waarheid is dat het ons allebei goed uitkomt de wereld dat te laten denken. Het appelleert aan Ruperts gevoel voor humor en, wat belangrijker is, het geeft hem een schutkleur. Vrouwen zijn gefascineerd door hem. Ik denk dat ze zijn afstandelijkheid een uitdaging vinden. Hij gaat graag met ze naar bed maar hij wenst geen emotionele banden. Met mij samenwonen verschaft hem al het genot van huiselijkheid en gezelschap zonder de theatrale vertoningen en sentimentele verzoeningen die vrouwen verlangen. In elk geval maakt het mij veel meer sexy als ik kan suggereren dat ik een knappe jongere man heb als vriend.'
Dat moest ik even verwerken. Rupert en Archie waren geen minnaars. Rupert was geen homo. Ik wist niet of ik daar blij of wanhopig om was. Toen herinnerde ik me iets.
'Wacht eens even. In Pye Place deed ik de deur van Ruperts kamer open en hoorde duidelijk iets wat klonk als - er werden dingen gezegd die suggereerden dat jij en hij...' Ik voelde het bloed naar mijn wangen stijgen. 'Ik bedoel, jullie hadden seks. Ik heb jullie gehoord.'
'Ha, ha! Ik begrijp het.' Archie lachte zo hard dat zijn mascara begon uit te lopen. 'Rupert en ik hadden van kamer gewisseld. Die van mij was verschrikkelijk tochtig. Je moet me hebben horen stoeien met de mooie Emilio - niet dat ik daar bijzonder trots op ben, maar hij had een zekere Spaanse uitstraling die aantrekkelijk was. En hij was beschikbaar en bereid. Ik heb je toch niet geshockeerd, hè?'
'Helemaal niet.' Ik dacht na over deze nieuwe interpretatie van de gebeurtenissen. Archie en Emilio, ik had het kunnen raden. Arme Georgia. 'Archie...'
'Harriet.'
'Je bent nogal streng voor vrouwen, hè? Theatrale vertoningen en sentimentele verzoeningen - we willen niet allemaal in een warreling van valse emoties leven.'
'Ik leg alleen maar uit hoe Rupert denkt. Ik hou van het gezelschap van vrouwen. Voor mij zou het leven immens saai zijn zonder melodrama en theater. Maar ik ben zelden serieus. Rupert is doodsbang om te worden overmand door liefde.'
'Dat kan ik begrijpen.' Ik steunde mijn hoofd in mijn handen. 'Het is angstig om te voelen dat al je geluk afhankelijk is van een ander mens. Dat je anders niet - eigenlijk niet wil leven.'
'O, Harriet! Harriet! Arm kind, je hebt het écht erg te pakken!'
Er viel even een meelevende stilte terwijl ik mijn gezicht weer in bedwang kreeg. Toen hief ik mijn hoofd op en glimlachte dapper. 'Ik voel me een idioot,' zei ik. 'Ik weet niet hoe ik in deze belachelijke situatie verzeild ben geraakt.'
'Ik neem niet aan dat dit over Max gaat, hè?'
Ik schudde mijn hoofd.
'Nee, dat dacht ik ook niet. Mag oom Archie je een goeie raad geven?'
Ik knikte.
'Shakespeare begreep al heel goed dat levenskunst eruit bestaat dat je je kaarten goed uitspeelt. Als je verzuimt met het getij mee te varen, stuit je levensreis op zandbanken en eindigt in ellende. Klinkt niet zo best, hè? Met andere woorden, je moet op de juiste timing letten. Het is slim van je om weg te gaan. Dat zal zeker succes hebben.'
'Het is geen slimheid. Ik vind het alleen vreselijk om hem tot last te zijn. En ik geloof niet dat ik het zou kunnen verdragen als ik toe moest zien hoe een of andere vrouw - ook al wist ik dat het niet eeuwigdurend zou zijn - nou ja, je weet wel...'
'Lieverd, praat mij niet over jaloezie. Gruwelijk! Maar luister goed. Wees zo vrolijk en opgewekt als je maar kunt. Wek niet de indruk dat je loopt te kniezen. Laat hem maar piekeren over je nieuwe onafhankelijkheid. Beid - je - tijd!'
'Wat ben je toch een schat van een man, Archie. Vind je het erg als ik je een zoen geef?'
'Ik zou verrukt zijn! Vooropgesteld dat je het droog houdt en me niet van mijn stoel mikt.'
Die middag holde Archie naar de drukker met de uitnodigingen die hij had ontworpen - een zwarte kaart met informatie over het bal in zilveren letters - en, terwijl Archie de enveloppen adresseerde, waren Cordelia en ik de hele avond bezig met het knippen van de kaarten in maskertjes en het opplakken van twee oogvormige glitters. Het zag er heel indrukwekkend uit. Rupert beperkte, toen hem verteld werd over het voorgenomen feest, zijn commentaar tot de suggestie dat we voor stoelen met stevige zittingen en sterke poten moesten zorgen - de hut van de waarzegster had verbouwd moeten worden tot de iglo van een eskimo.
De ontdekking dat Rupert geen homoseksueel was en evenmin een emotionele band had met Archie, veranderde in wezen niets. Integendeel, ik voelde me nog meer tot last. Soms als ik de telefoon beantwoordde vroeg een vrouwenstem naar Rupert. Ik zei altijd dat hij niet thuis was, zoals me was opgedragen. De stem werd dan achterdochtig, zelfs geprikkeld. Eén vrouw vroeg me op de man af wat ik daar deed.
En één keer sloop een evenbeeld van Leah achter Cordelia het huis binnen. Toen Rupert thuiskwam en haar zag, zei hij: 'O, Virginia. Ik had je niet verwacht,' op een toon die zelfs niet de flauwste suggestie van vriendelijkheid had, terwijl hij met zijn hand voor zijn gezicht wapperde. Ik ging Archie helpen in de keuken. Tien minuten later verliet Virginia het huis.
'Oké, schandalig stel,' riep Rupert omlaag naar de bocht in de trap waar Archie en ik elkaar hadden verdrongen. 'Ik weet dat jullie hebben geluisterd. En, hoe luidt het oordeel? Ging dit beter?'
'Als tijdelijke maatregel was het effectief,' zei Archie. 'Ik vraag me af of ze zal blijven geloven dat je dokter je absolute rust heeft voorgeschreven om een zenuwinzinking te vermijden als ze morgenochtend een uitnodiging krijgt met jouw naam erop, om haar te verzoeken om over nog geen twee weken tot de ochtend te komen jitterbuggen?'
Rupert kermde. 'Waarom heb je haar in vredesnaam gevraagd?'
'Ik herinner me dat je op een gegeven moment erg op haar gesteld was. En ik dacht dat we nog wel een paar meisjes met tailles konden gebruiken.'
'In ieder geval heeft ze je kaak niet gebroken,' zei ik troostend.
Archie nodigde iedereen die in de straat woonde uit voor het bal. Hij wilde een houten dansvloer van vierenhalve meter breed op het gras laten aanleggen langs de hele lengte van het kanaal en een feesttent voor eten en drinken op de meent aan het eind van de doodlopende straat. Op die manier zou er voldoende ruimte zijn voor iedereen om te dansen en te drinken en te eten zonder het decorum van nummer 10 te verstoren.
Archie werkte onvermoeid aan het succes van het feest. Hij besloot een swingband a la jaren dertig in te huren om voor een levendige start te zorgen. Vlak voor de ochtendstond, als de maskers zouden worden afgenomen, zou de band vervangen worden door een zwoelere muziek spelende jazzband. Gelukkig had hij een uitgebreid netwerk van contacten.
Toen kwamen we op het onderwerp dat we allemaal het belangrijkste punt van de agenda vonden - wat we aan zouden trekken.
'Ik denk aan iets in zwart leer, heel strak,' zei Cordelia, wier ideeën snel aan het veranderen waren onder invloed van de Arthur Brockle- buck-school.
'Je moet wit dragen,' zei Archie gedecideerd. 'Dat kan enkelen van de ergste roués aan je maagdelijke toestand herinneren. Die willen we indien enigszins mogelijk zo houden.'
Ik sloeg mijn handen voor mijn oren toen Cordelia begon te gillen.
'- en als je me niet laat komen ga ik naar bed met een van de jongens van school en word meteen zwanger,' hoorde ik, toen ik mijn handen van mijn oren haalde. 'Of misschien toch liever de docent schone kunsten. Hij is gek op me en in ieder geval zou hij zich een kinderwagen kunnen veroorloven.'
'O, goed dan!' Kribbig gaf ik toe. 'Maar je mag niets drinken - niets alcoholisch, bedoel ik - en je moet om twaalf uur in bed liggen.'
'Goed,' zei Cordelia heel beminnelijk. 'Wat je maar wilt, lief zusje.'
Ik trapte er geen moment in. Ik nam me voor haar geen moment uit het oog te verliezen. Dat zou mijn eigen plezier beperken, maar het idee om in een zitslaapkamer te moeten huizen met Cordelia, Dirk, Mark Antony en een baby was niet bepaald aanlokkelijk.
'Iets Empire-achtigs voor Cordelia,' zei Archie peinzend. 'Hoge taille, heel fijne mousseline en een lage halsuitsnijding. Niet té laag,' voegde hij eraan toe toen hij mijn blik opving.
Cordelia's ogen kregen een dromerige uitdrukking. 'Zo te horen bevalt me dat wel.'
'En voor Harriet moet het goudbrokaat zijn. Een gouden masker - alles goud behalve de voering van de rok, die vuurrood wordt. Je haar heel simpel, bijeengenomen op de kruin en dan op je rug vallend.'
'Klinkt fantastisch,' zuchtte ik. 'Maar waar halen we die prachtige jurken vandaan?'
'Die maakt mevrouw Wapshott. Een oudere weduwe die om de hoek woont en vroeger voor Balmain heeft gewerkt. Er is niets dat die vrouw niet kan. Ze is al aan mijn eigen kostuum begonnen.'
Archie weigerde zich uit zijn tent te laten lokken en te verraden wat hij van plan was te dragen. In plaats daarvan ging hij voor ons winkelen - stoffen, kant en linten - en werd mevrouw Wapshott aan het werk gezet.
Toen onze jurken klaar waren, overtroffen ze onze stoutste verwachtingen en waren ze een opkikker in een tijd van beproevingen.
Rupert had gelijk gehad toen hij zei dat hospita's geen onderdak wilden verlenen aan Dirk en Mark Antony. Je zou denken dat ik ze vroeg om ratten te herbergen, compleet met vlooien. Ik nam nog een dag vrij van mijn werk en sjouwde door de straten van Manchester. Eindelijk vond ik een huis in een heel verkeerde wijk, mijlenver van de Sentinel, dat naar katten stonk zodra de hospita de deur opendeed. Ze zag eruit als een heks en eerst durfde ik bijna niet naar binnen. Ze was tandeloos en had een kakelende lach. Maar ze had zelf drie katten en drie honden en was bereid nog één van elk op te nemen. De kamer was ronduit verschrikkelijk. Hij stonk naar schimmel en urine, was donker, slecht gemeubileerd en keek uit op een gebied dat vol stond met boordevolle vuilnisbakken. In de trein terug naar Londen probeerde ik manieren te bedenken om het geheel wat aantrekkelijker te maken. Het zou als tijdelijk onderdak moeten dienen tot we wat beters konden vinden.
Toen ik Podmore vertelde dat ik per i september ontslag nam, verbaasde ik me over zijn reactie. Hij legde zijn potlood neer en leunde achterover in zijn stoel met zijn handen achter zijn hoofd gevouwen.
'Oké. Hoeveel?'
'Hoeveel wat?'
Zijn kleine, toffeekleurige ogen stonden cynisch. 'Laten we geen spelletjes spelen. Hoeveel wil je?'
'Bedoelt u geld?'
'Ik bedoel geen seksuele prikkeling.'
Ik begon te denken dat Podmore een van de onaangenaamste mannen was die ik kende. 'Ik wil geen geld, dank u. In ieder geval niet meer dan ik nu krijg. Ik heb een baan bij de Manchester Sentinel.''
'Het is niet waar? Hoeveel hebben ze je geboden?'
Ik dacht niet dat het hem iets aanging, maar ik vertelde het hem toch, hopend in zijn achting te stijgen.
'Ik verdubbel het.'
Ik staarde hem aan, kon niet geloven dat ik het goed gehoord had.
'Nou? Wat zeg je?' En toen ik nog steeds niets zei: 'Ik zal Tremblebath bij de oude draken zetten en dan kun jij zijn kantoor krijgen. En een on- kostenrekening van... hm, laten we zeggen twintig pond per maand. Nou, redelijker kan toch niet, hè?'
'U bedoelt... u wilt echt dat ik blijf?'
'Lijkt erop, hè?'
'Maar waarom?'
'Oké, Hilary. Ik zal het voor je uitspellen. Je bent een hardere onderhandelaarster dan ik dacht.'
'Harriet. Ik heb geen idee wat u bedoelt.'
Podmore zwaaide naar een stapel papieren op zijn bureau. 'Brieven van lezers. Allemaal over "Spookhuizen". Willen weten waar het huis met de arm is, wat precies de gevolgen zijn van de wijzende vinger, de juiste maten van de Lady of the Moat. Blijkbaar vindt elke ongetrouwde tante met stalen zenuwen en elke schooljongen met een demonische verbeeldingskracht het onmogelijk om het weekend door te komen zonder zijn of haar exemplaar van de Brixton Mercury. De verkoop is de laatste paar weken met een paar duizend gestegen. Vertel me niet dat het iets nieuws voor je is, want ik geloof je toch niet.'
In de bus, op weg naar huis, kon ik een imbeciele grijns niet onderdrukken. Gedeeltelijk omdat ik Podmores ongelovige gezicht voor me bleef zien toen hij besefte dat niets wat hij me kon bieden me kon overhalen om te blijven, maar voornamelijk omdat ik in de wolken was over mijn eigen succes. Het was een buitenkansje geweest dat ik een vakantie had kunnen doorbrengen in Pye Place.
Maar ik had de waardevolle les geleerd dat je op iets toeleggen, iets doen, al was het nog zo slecht geconcipieerd en uitgevoerd, de halve strijd is. Ik had geleerd te schrijven.
ik werd gestoord in de mentale compositie van een programma van intensieve studie door een tikje op mijn schouder.
'Harriet Byng? Je bent het. Dat dacht ik al.'
Ik draaide me om en zag een vrouw met kort grijs haar, bleke, onvriendelijke ogen, een haakneus en een mond die tot een smalle afkeurende streep was getrokken. Het was een heel bekend gezicht, maar ik kon het niet thuisbrengen.
'Hallo!'Ik glimlachte.
'Ik wist het eerst niet zeker. Je kleedt je anders. En je bent zelfverzekerder.' Toen ik bleef staren, zei ze: 'Zuster Imelda.'
Ik slikte mijn tong bijna in van schrik. Het had geen zin mezelf eraan te herinneren dat ik al jaren van school was en niet langer onder haar jurisdictie viel. Ik dacht aan ons laatste gesprek. Ze had onvriendelijke opmerkingen gemaakt over mijn ouders en ik had erop gereageerd met een wrede hoon over haar relatie met zuster Justinia. Ik kwam in de verleiding om op te springen en me uit de rijdende bus te gooien.
'Misschien wist je niet dat ik uit de orde ben getreden?'
'Cordelia zei iets...' mijn stem stierf weg.
'Ik ben ziek geweest. Het gaat me nu weer goed.'
'O.' Ik moest me zien te vermannen. 'Zuster Imelda, ik vrees dat ik toen we elkaar de laatste keer spraken een paar onvergeeflijke dingen heb gezegd -'
'Nee. Daarom wilde ik je spreken, want, zie je, jij hebt het op gang gebracht. Dat ik mijn roeping heb opgegeven, bedoel ik. Ik had je willen schrijven, maar ik hoorde dat je verhuisd was. Ik heb in de krant natuurlijk gelezen over je vader. Ik ben blij dat hij het niet gedaan heeft. Het was moeilijk voor je - en - misschien had ik meer sympathie kunnen tonen.'
'Maakt u zich vooral geen zorgen. Het spijt me dat ik u gekwetst heb -' Ze leek kleiner, nederiger, en ik had bijna medelijden met haar.
'Nee,' zei ze weer. 'Ik was kwaad - erg kwaad. Je was brutaal. En wreed.' Even kwam de stalen blik weer terug in haar ogen. 'Maar je had groot gelijk. De mensen roddelden inderdaad. Een tijdlang heb ik geprobeerd het te ontkennen.'
'Eerlijk, ik probeerde alleen maar van me af te slaan. Ik zei het eerste het beste wat in me opkwam. Het was niet de moeite om u druk over te maken -'
'O, maar al sprak je in onwetendheid, je sprak toevallig wél de waarheid. Ik hield van zuster Justinia, met een liefde die tegen mijn liefde voor God indruiste.'
'Maar God vindt het toch zeker niet erg -'
'Ik hield van zuster Justinia als vrouw, niet als zuster in Christus. Dat doe ik nog steeds. En ik ben erg blij te kunnen zeggen dat zij van mij houdt.' Zuster Imelda glimlachte. Ik was verrast door de verandering in haar gezicht. Haar ogen kregen een mildere uitdrukking, er kwam kleur op haar wangen, ze keek gelukkig. 'We hebben een aardige kleine flat hier verderop aan deze weg. Ik heb een baan als hoofd van een instituut dat volwassen literatuur doceert. Zuster Justinia - het is nu Alice - werkt voor een liefdadigheidsinstelling voor kinderen. We zijn intens tevreden.'
'Daar ben ik erg blij om.'
Zuster Imelda - ongetwijfeld had ze nu een andere naam maar die zou ik nooit weten - stond op.
'Dit is mijn halte. Dag, Harriet. Ik ben blij dat we even de gelegenheid hadden met elkaar te praten. Ik denk niet dat we elkaar nog eens zullen ontmoeten. Ik hoop dat je die opvliegendheid van je weet te beteugelen. Het is niet altijd een kracht ten goede.'
Ik zag haar over het trottoir lopen. De opluchting dat ik haar niet op mijn geweten had was enorm. Maar de metamorfose van mijn oude, gevreesde vijand was te veel om ineens te kunnen verwerken. Ik probeerde me de twee ex-nonnen voor te stellen in een gemakkelijke stoel tegenover elkaar bij de haard, pratend, schertsend, chocolademelk drinkend - om dan naar bed te gaan... daar vervaagde het visioen. Minstens een halfuur vergat ik de vuile, stinkende kamer in Manchester die op ons wachtte, en het naderende afscheid van bijna alles wat me zo oneindig dierbaar was, en voelde me bijna opgewekt.
De voorbereidingen voor het bal waren een welkome afleiding van mijn ongerustheid over toekomstige ontberingen. Bezoeken aan de naaister, het in orde maken van de tuin, het liet allemaal weinig tijd om te piekeren.
Het was mijn idee om een waarzegster erbij te nemen. Ik vond het telefoonnummer van Madame Xanthe in de kleine advertenties van de Brixton Mercury. Omdat de kosmos een open boek was voor Madame Xanthe was het misschien een beetje verbazingwekkend dat ze bescheiden woonde in Nipper Lane 17B, Kensal Green. Maar ik bedacht dat sommige mensen de materiële dingen van deze wereld minachten. Archie huurde een kleine tent voor haar, kreeg toen een aanval van gewetenswroeging en ruilde hem voor een grotere.
De grote dag arriveerde. We hadden ons voortdurend bezorgd gemaakt over het weer, maar de lucht was blauw en wolkeloos, de zon was warm. We onderdrukten onze opwinding aan het ontbijt ter wille van Rupert. Hij was zwijgzaam en zag er erg gespannen uit. Hij probeerde zich normaal te gedragen, hield zijn krant op als zijn gebruikelijke barrière tegen conversatie, maar ik merkte dat hij niet één bladzij omsloeg.
Eindelijk gooide hij de krant neer. 'Er valt niets meer te doen,' zei hij tegen niemand in het bijzonder. 'We hebben aan alles gedacht. Ik heb de cast gezegd dat ze vandaag moeten rusten en ze verboden zelfs maar te denken aan de opvoering van vanavond.'
Rupert ging naar zijn werkkamer, en toen ik een uur later naar binnen keek, was hij bezig te spelen met de modellen van de sets en schetsen te maken. Hij staarde me met nietsziende ogen aan toen ik hem vroeg of hij iets voor de lunch wilde en zei: 'Prima, dank je. Maar ik ga een kwartier vroeger weg zodat ik nog even een woordje kan wisselen met het koor.'
Het plan was dat Archie Cordelia en mij naar het theater zou rijden. Zodra het doek viel voor de laatste akte zouden we haastig teruggaan naar Richmond om toezicht te houden op de laatste voorbereidingen en onze kostuums aan te trekken. Rupert, die al eerder een taxi had genomen naar het theater, zou met de koets meerijden met de cast en de musici. Hij had zich beroepen op zijn privilege als gastheer om zich niet te hoeven verkleden.
De feesttent en de dansvloer werden in de ochtend bezorgd, blokkeerden de straat met vrachtwagens, maar omdat de andere bewoners een heerlijke avond in het vooruitzicht hadden, accepteerden ze het ongemak met een vrolijk gezicht. Cordelia en ik droegen op Archies aanwijzingen emmers bloemen rond.
'We willen Arcadia suggereren,' zei hij. 'Gelukkig heb ik vrijgevige vrienden met tuinen buiten. Bloemenwinkels zijn zo banaal. Jullie meisjes kunnen de alchemilla, het kattenkruid en de katoenlavendel tussen de vazen verdelen. Laat de rozen maar aan mij over. Denk eraan, simpel maar weelderig.'
Simpel was best, maar hij snauwde toen we onze bloemen niet met voldoende artisticiteit wisten te schikken.
'Nee, nee, nee! Niet stijf, niet symmetrisch. Het hoort sierlijk, natuurlijk te zijn. Alsof je lukraak een handvol bloemen hebt geplukt en die gewoon in een vaas hebt gegooid.'
'Maar dat is precies wat we hébben gedaan,' protesteerde Cordelia. Er was veel gefluisterd gemopper voordat Archie tevreden was. De mooie wit-met-groen gestreepte feesttent leek zo uit A Midsummer Night's Dream te komen en de geur van de lichtroze en donkerrode rozen was bedwelmend. Toen de glazen en zilveren wijnkoelers op damasten tafelkleden waren uitgestald, en vergulde stoelen en kleine tafeltjes waren klaargezet voor degenen wier kostuums of fysiek hen mochten beletten te picknicken op de oever van het kanaal, waren we dronken van ons eigen vernuft.
Het orkest was bezig te stemmen toen we onze loge betraden. In de auto was ik ons prachtige feest vergeten en dacht ik alleen aan Rupert en de kwellingen van het creëren waarmee ik een beetje vertrouwd was. Pa en Pussyfoot zaten vooraan in de stalles omringd door bewonderaars. Op het balkon zag ik Ophelia en Charles, die druk met elkaar zaten te praten. Ruperts stoel tussen Cordelia en mij bleef leeg.
'Natuurlijk zal hij dit niet willen missen,' zei Archie, maar ik dacht dat hij een beetje ongerust keek.
'Ik hoop dat hij niet op de wc is flauwgevallen,' zei Cordelia.
Op het moment dat de lichten uitgingen kwam Rupert de loge binnen.
De eerste tonen van de ouverture deden mijn schedel prikken. Het was mijn eerste ervaring met live opera. Toen het doek opging beefde ik van ontroering bij het zien van het enorme toneel en het spectaculaire decor. Het ondergeschikt zijn van het acteerwerk aan de muziek maakte het tot een totaal nieuwe ervaring. De uitzonderlijke schoonheid van de zang vereiste van begin af aan een complete emotionele betrokkenheid. Rupert was kritisch geweest over de opera, vond de plot zwak en niet het beste van Verdi's muziek, maar ik was overweldigd en gaf me er volledig aan over.
Rupert verdween tijdens de pauze achter het toneel, dus hadden we geen kans om hem te vragen hoe hij over de voorstelling dacht. Aan het eind van de laatste akte, als de verraden geliefden hun laatste duet zingen, schenen ze het verdriet te vertolken van alle geliefden, overal, die moeten scheiden. Ik keek even naar Rupert. Hij leunde op de rand van de loge met zijn kin in zijn hand, en glinsterende ogen en een dromerige uitdrukking op zijn gezicht