Het was de première van Othello. Ik was de hele dag misselijk van spanning, met meevoelende vlinders in mijn buik. Mijn vader was op elke premièreavond het slachtoffer van hevige plankenkoorts. Hij kon niet eten, kon nauwelijks een glas water drinken. Als kind stond ik vol medelijden huilend voor de deur van de badkamer terwijl hij droog stond te kokhalzen in de wc.

Op de dag van elke première werd de huisarts ontboden om bètablokkers voor te schrijven en overwoog mijn vader urenlang of hij ze zou innemen. Hij eindigde altijd met ze door de wc te spoelen om niet het risico te lopen dat zijn spel minder intens zou worden. Tegen de tijd dat de regisseur hem het toneel op duwde, waren we allemaal gek van de zenuwen.

Pa was nog niet hersteld van de horror van zijn gevangenisbelevenissen. Hij kon niet in een lift stappen of zelfs in een trein voor het geval die door een tunnel zou rijden. Hij raakte in paniek als hij in een klein vertrek was met veel mensen. Hij kon de deur van de wc niet op slot of zelfs maar dichtdoen.

Zou het Pussyfoot lukken hem te kalmeren, vroeg ik me af. Moest ik naar haar flat gaan en mijn hulp aanbieden? Heel egoïstisch deinsde ik daarvoor terug. Ik was er maar één keer geweest en daar had ik geen prettige herinnering aan. Ik had de hele tijd dat ik er was een stomme grijns op mijn gezicht geplakt zodat ze niet zouden zien hoe verschrikkelijk ik het vond. Gedeeltelijk kwam het omdat ze in deze huiselijke omgeving zo'n duidelijk koppel leken. Ook was Pussyfoot overdreven netjes in huis. Ze vroeg me mijn schoenen uit te trekken in de hal, al zag ik dat pa en zijzelf hun schoenen wél aanhadden en dat die van hem niet opvallend schoon waren. Je voelt je in het nadeel als je de enige bent die op kousenvoeten loopt. Ook rukte ze een zijden kussen van mijn stoel voordat ik ging zitten en gooide het op een lege bank, alsof mijn kleren vuil waren. Ze legde een viltje onder mijn glas voor het geval ik een kring zou maken op de tafel en zette een soort luchtververser in een plastic hoorn vlak naast me.

Pa zag dat alles natuurlijk niet. Ik geloof zelfs dat zij zich zelf er niet van bewust was dat ze het deed. Haar onderbewustzijn protesteerde tegen de invasie van de vijand. Terwijl pa en ik zaten te praten, bekeek

Pussyfoot haar vingernagels en schrok elke keer op als een van ons iets tegen haar zei, alsof ze mijlenver weg was met haar gedachten. Toen begon ze te geeuwen en ik excuseerde me en ging weg.

Nee, ik zou niet naar Pussyfoots flat gaan. Gelukkig moest ik werken, dus kon ik het met een redelijk vertoon van kalmte tot vijf uur overleven. Toen ik de deur opendeed van Horn-on-the-Green 10 kwam een mengeling van een prikkelende eau de cologne en de vertrouwde geur van Cabochard me tegemoet.

'Daar is ze!' Ronnie sprong op uit zijn stoel en kwam me met open armen begroeten. Een keurige Ronnie wiens elegante kleren een plattere buik omhulden. 'Hoe gaat het, kindlief? Je ziet er fantastisch uit! Vind je niet, Clarissa?'

'Dat mogen we wél zeggen.' Ze nam me van top tot teen op voor ze me haar wang aanbood. 'Eerlijk, lieverd, het is een enorme verbetering! Draai je eens om, zodat ik je kan bekijken.'

Ik maakte een pirouette, genoot van de ongewone moederlijke goedkeuring. 'Wat heerlijk jullie te zien! Wat een verrassing!'

'Lieverd, oude gewoontes zijn moeilijk af te leren. Ik kon Waldo niet zijn première laten spelen zonder dat ik er was om hem te steunen. Ik had vannacht een afschuwelijke nachtmerrie dat hij zijn tekst kwijt was, en vanmorgen zei Ronnie: "Als je je zoveel zorgen maakt gaan we naar de stad om die ouwe jongen aan te moedigen." Was dat niet lief van hem?'

'Heel erg.' Ik keek vol genegenheid naar Ronnie, die straalde bij die woorden van lof. Waarschijnlijk kreeg hij ze niet vaak te horen. Ik had hen beiden willen omhelzen omdat ze gekomen waren, maar ik wist dat ma snel genoeg kreeg van demonstratieve affectiebetuigin- gen.

'Dus,' vervolgde mijn moeder, 'belde ik Rupert om te vragen of hij kaartjes voor ons kon krijgen en hij nodigde ons uit hier te komen logeren. Ik moet zeggen dat het allemaal erg stijlvol is. Natuurlijk hebben nichten niemand anders om hun geld aan uit te geven dan aan zichzelf. Ze kunnen zo heerlijk zelfzuchtig zijn.'

'Feitelijk heeft Rupert al een vermogen aan ons uitgegeven,' zei ik. 'Hij is ongelooflijk onzelfzuchtig geweest. Hij heeft onze rekeningen betaald terwijl pa weg was en heeft me die beeldige kleren gegeven en laat Cordelia en mij hier wonen. En dan was er nog haar schooluniform - die blazer alleen al kostte twintig pond en ik weet niet hoe hoog het eindbedrag was, met een nieuwe hockeystick en een tennisracket. En vierhonderd paar marineblauwe slipjes.'

'Het was maar een terloopse opmerking, lieverd.' Mijn moeder trok haar wenkbrauwen op. 'Je hoeft je niet zo op te winden. Ik ben ervan overtuigd dat hij engelachtig is. Ik kan je verzekeren dat ik volkomen bereid ben alle onenigheden te vergeten die we in het verleden wellicht hebben gehad -'

'Hallo, Clarissa. Hallo, Ronnie.' Rupert was door de tuindeuren binnengekomen. 'Sorry dat ik later ben dan mijn bedoeling was. De vergadering liep uit.' Hij gaf Ronnie een hand en keek onzeker naar mijn moeder. Ze stond op en legde een hartelijke hand op zijn schouder terwijl ze hem op beide wangen een kus gaf.

'Lief van je om ons op zo korte termijn te willen ontvangen, Rupert. Archie heeft ervoor gezorgd dat we ons helemaal thuis voelen. Ik ben verliefd op dit huis. Je bent een slimme jongen.'

Ze gunde hem haar verleidelijkste glimlach en gaf mij een samenzweerderige knipoog zodra ze met haar rug naar hem toe stond.

Cordelia kwam een paar minuten na Rupert thuis en juichte toen ze ma en Ronnie zag. Archie kwam met champagne. Om zes uur gingen we ons verkleden en om zeven uur werden we naar het Kemble Theatre gereden waar we met Ophelia en Charles hadden afgesproken in de bar. Een bewonderend groepje verdrong zich rond ma en Ronnie in de foyer.

'Kijk!' hoorde ik iemand zeggen. 'Is dat niet die acteur Ronald Hoe- heet-ie-ook-weer, die Bonnie Prince Charlie speelde? Mijn moeder is al jaren verliefd op hem.'

'O, ja,' zei een ander. 'En is dat niet Vanessa Redgrave bij hem?'

Boven week de drom mensen beleefd uiteen om ma en Ronnie door te laten, wat ons een glimp vergunde van een bekend achteraanzicht op een kruk aan de bar.

'Bron! Lieve jongen!' Ma holde in slow motion naar hem toe. 'Engel, ik heb je zó gemist!' Ze zoenden elkaar met volleerde elegantie. 'En je belt nooit! Je hebt geen idee van de gevoelens van een moeder! Waar logeer je? Is Letizia bij je? O, jongenlief, het is zo geweldig je weer te zien!'

'Hallo, ma. Je ziet er prima uit. Je moet de hartelijke groeten hebben van Letizia. Ze had geen tijd om te komen want ze heeft een show. Ik zei dat ik hier moest zijn voor de première van de ouwe heer, dus heeft ze voor deze avond de riem losgemaakt. Morgenavond vlieg ik terug. Hebben jij en Ronnie geen zin om bij ons te komen logeren als de show voorbij is? Volgende week bijvoorbeeld? We huren voor een paar maanden een palazzo in de buurt van Rome.'

'O, verrukkelijk, lieverd! Dolgraag. Als je zeker weet dat ik haar stijl niet zal belemmeren. Niet elke jonge bruid wil haar schoonmoeder op bezoek hebben als ze het huishouden net onder de knie begint te krijgen.'

Ik besefte dat er een hoop dingen waren die Bron ma blijkbaar niet verteld had over Letizia.

'O, Letizia bekommert zich niet om dergelijke dingen. De villa heeft een voltallige staf personeel, onder wie twee koks, dus we zullen het vrij comfortabel hebben, denk ik.'

'Ik moet zeggen dat het een heel verleidelijke uitnodiging is,' zei Ronnie gretig. 'Sprekend voor mezelf, ik zou best een adempauze kunnen gebruiken na al dat inrichten -'

'Hou op met dat gemopper, Ronnie,' viel ma hem in de rede. 'Natuurlijk komen we. Het is zo heerlijk je te zien, lieve jongen! Hebben we nog gelegenheid om na afloop even met elkaar te praten? Hoe laat is je vlucht?'

'O, wanneer ik maar wil. Letizia heeft haar eigen leuke kleine jet. Hij staat op Heathrow op me te wachten.'

Er volgde meer in die trant. Toen Ophelia en Charles arriveerden, had iedereen bij ons in de buurt de pretentie laten varen dat ze met elkaar stonden te praten. Ze waren in de ban van het spontane entertainment dat mijn familie hun verschafte.

De eerste bel ging en met een schok kwam ik weer terug in het heden. We gingen naar onze plaatsen vooraan in de loge. Mijn knieën knikten; ik was doodsbang voor mijn geliefde vader die nu stond te rillen in de coulissen. Juist toen het licht gedimd werd en er een stilte viel in de zaal, was er enige beroering achterin toen een paar laatkomers langs de rij toeschouwers schuifelden. 'Excuseer... Sorry... Dank u...' Ik draaide me om en zag Portia en Jonno.

Het doek ging op en die vertrouwde vlaag koude lucht van het toneel golfde over ons heen. Ik was vergeten hoe lang de eerste akte van Othello duurde - tenminste zo leek het me nu - waarin Jago uitdrukking geeft aan zijn haat jegens zijn meester en zijn ondergang plant. Ik voelde dat het publiek onrustig was. Iedereen was gekomen om de man te zien wiens onterechte gevangenzetting hem tot middelpunt had gemaakt van de belangstelling en sympathie van het publiek. Eindelijk maakten de decorstukken een vernuftige draai en werd het achterdoek omhooggehaald om een nieuwe locatie te tonen voor de tweede akte. Dit was het moment van Othello's eerste opkomst.

Het publiek boog naar voren op hun stoelen. De spotlights dimden. Knechten reden het toneel op met toortsen, en toen schreed pa uit de coulissen tevoorschijn, schitterend in vuurrood en zilver. Een collectief gemompel van 'Aah' steeg spontaan op uit de zaal.

'Het is beter zo,' galmde pa's stem.

Naarmate het stuk vorderde kon ik nauwelijks geloven dat deze man mijn eigen vader was. Niet alleen omdat hij donker glom als een Sa- chertorte, maar vooral omdat hij de belichaming was van krijgshaftige zwier en nauwelijks onderdrukte gewelddadigheid. In het echte leven was pa een man met een pijndrempel van nul komma nul. Hij moest volledig onder narcose voor de tandarts zelfs maar in zijn mond mocht kijken.

Maar als Othello gedroeg hij zich als een man die je neer zou slaan als de kleur van je hoed hem niet aanstond. En er dan later spijt van had. Een beer van een man, die zich meer thuis voelde in een zeeslag dan in de slaapkamer met een mooie jonge vrouw. Hij kon het bevel voeren over legioenen mannen, maar hij was als een kind als het ging om begrip van vrouwen.

Maar hoe teder was hij met Desdemona. Toen hij haar in zijn armen nam en zijn hand op haar hart legde, was hij nederig, tam, en zijn stem trilde, aan de rand van tranen. Net als Desdemona luisterde het publiek gretig.

Othello wordt vaak gespeeld als neurotisch en onzeker, wantrouwend en zich niet op zijn gemak voelend in de wereld van de blanken. Pa liet ons zien waarom Desdemona van hem hield. Hij charmeerde ons, zodat we aan zijn kant stonden. We zagen dat zijn verstand werd aangetast door het conflict tussen liefde en jaloezie. Toen hij zijn onschuldige vrouw wurgde, was zijn lijden ondraaglijk om te zien. Zijn berouw was zo hevig, zijn zelfmoord zo tragisch en rampzalig en tegelijk zo onontkoombaar, dat de tranen over mijn wangen rolden. Othello en pa waren in mijn gedachten versmolten als slachtoffers en outcasts.

Toen het doek viel voor de drie lijken kon je een vlieg horen zoemen. Er volgde een aarzelend geklap dat snel overging in een daverend applaus. Het gordijn ging langzamer op dan gewoonlijk om de cast te onthullen. Het publiek werd wild enthousiast. Toen het doek eindelijk omhoog was stonden alle spelers op het toneel behalve pa. Ophelia en ik keken elkaar verschrikt aan. Wat kon er met hem gebeurd zijn? Later legde hij uit dat toen hij zich op het lijk van Desdemona had geworpen om in haar armen te sterven, hij zijn hoofd had bezeerd aan de beddenstijl en er in de coulissen paniekerig naar een pleister was gezocht. Het uitstel was gunstig voor hem. Het publiek had zich opgewerkt tot een toestand van ongeduldige razernij en toen hij eindelijk verscheen brulden de mensen luidkeels hun bijval. Iedereen, van loge tot amfitheater, sprong overeind om hem een staande ovatie te geven, ze stampten, gooiden met bloemen, floten en schreeuwden bravo.

Zo ging het eindeloos lang door terwijl pa er onkarakteristiek stil bij stond, zonder te buigen of het publiek kushandjes toe te werpen zoals hij gewoonlijk deed, maar als verdoofd om zich heen kijkend naar de lachende gezichten. Toen hield hij zijn handen op om stilte te verzoeken en langzaam bedaarde het lawaai.

'Beste vrienden,' begon pa, 'uw hartelijke reactie moedigt mij aan u nog een paar ogenblikken langer op te houden.'

'Hear, hear!' Een nieuwe golf van applaus.

Pa glimlachte en wachtte tot iedereen weer bedaard was. 'Het zal velen van u niet onbekend zijn dat ik tot voor kort gevangen heb gezeten in een ongezond gebouw, Winton Shrubs genaamd. In de pers is meer dan voldoende vermeld over mijn eigen beproevingen, en daarover wens ik niet te spreken. U zult beseffen dat ik me in gezelschap bevond dat me niet vertrouwd was. Mannen die, als de berichten op waarheid berustten, vreselijke dingen hadden gedaan. Moordenaars, verkrachters en dieven. Aanvankelijk deinsde ik vol afgrijzen voor hen terug. Maar als je met elkaar opgesloten zit, drieëntwintig uur per dag, in een ruimte zo groot als een kast, raak je onwillekeurig in gesprek. En wat ik hoorde was bijzonder onaangenaam om naar te luisteren, dat kan ik u verzekeren. We denken dat we ons kunnen voorstellen hoe het moet zijn om arm en ongelukkig geboren te worden - beroofd van de dingen die iedereen in dit theater vanzelfsprekend vindt. Maar wat deze mannen te zeggen hadden tart elk voorstellingsvermogen. Ik had geen idee... Toen ze vertelden over hun ervaringen in hun kindertijd en vroege jeugd, stroomde mijn bloed als vuur door me heen, en toen als ijs. Het leven is genadeloos voor kinderen die worden geboren in schrijnende armoe, in ongelukkige gezinnen die gescheiden zijn door misdaad, drugs, alcohol. Het brutaliseert de affecties, stompt het intellect af, verwoest ambities en idealen.' Pa zweeg even, zichtbaar ontroerd. 'Deze mannen praatten stoere taal, maar wie hielden ze voor de gek? Ze waren zelfs niet goed in het slecht zijn. Tot je enige tijd in de gevangenis hebt doorgebracht, heb je geen idee wat voor soort levende dood het is. De claustrofobie, de verveling, de dreiging, het vuil, de onmenselijkheid. Dames en heren, deze mannen waren over het geheel slecht maar ze waren niet geheel en al slecht. Worden sommige baby's wreed, hebzuchtig, slecht geboren? Ik geloof het geen moment! Tegenspoed maakt mannen slecht en de gevangenis maakt ze nog slechter.'

Hij zweeg even en hoestte. Verscheidene mensen om ons heen snuften. Ik besefte dat ik op mijn zakdoek zat te bijten tot mijn kaak pijn deed.

'Dus wat gebeurt er als de straf is uitgezeten en de poort openzwaait? Veel gevangenen hebben het contact met familie en vrienden verloren. Ze doen hun rentree in een wereld die op zijn best onverschillig is voor hun lot. Een eenzame zitslaapkamer, de oude vertrouwde armoede, lelijkheid en bruutheid. En tot overmaat van ramp zijn ze voorgoed getekend als het uitschot van de maatschappij. Is het een wonder dat de meerderheid in zijn oude fouten vervalt en in de grimmige cyclus raakt van misdaad en straf? O, ja, zegt u misschien, maar het is hun eigen schuld. En natuurlijk is het dat. Maar waar zouden wij zijn zonder de steun van het geluk? Een liefhebbende ouder, een geïnspireerde leraar, een goed uiterlijk, enige aantrekkingskracht, geld voor de simpele geneugten van het leven. Als ik voor mezelf spreek, geloof ik dat ik de grootste schurk had kunnen zijn als ik de ellende en vernederingen van die mannen had ondergaan. Dus uitgaande van die gedachten hoop ik dat u niet zult protesteren als ik u vertel dat de volledige cast en de directie van het theater edelmoedig erin hebben toegestemd alle ontvangsten van de opvoering van vanavond te schenken aan het Waldo Byng Ex-Gevangenen Centrum.'

Even was het stil, toen ging er een luid gejuich op met nog meer gefluit en gestamp. Het algemene enthousiasme was zo groot dat ik heel even had kunnen geloven dat geen man of vrouw in de zaal bezwaar zou hebben gemaakt tegen de aanwezigheid van een ex-gevangene bij hun thuiskomst.

'Schitterend, Waldo! Ik was tot op het bot geraakt.' Ma stormde zijn kleedkamer binnen en ze omhelsden elkaar zo vurig alsof ze geliefden waren uit rivaliserende families. Maar ik wist dat het weinig te betekenen had. Na een stroom van complimenten omhelsden ze elkaar een laatste keer en toen vertrok ma. De twee portiers die de wacht moesten houden bij pa's kleedkamer om ongewenste gasten te weren, raakten even de controle kwijt en een golvende massa stroomde naar binnen. De arme Pussyfoot werd in een hoek geduwd en bijna gedwongen in pa's wasbak te zitten. Haar gezicht was verstard in een vreugdeloze grijns terwijl ze naar het optreden van mijn moeder keek. Ik had medelijden met haar. Ik stond binnen, vlak bij de deur, en deed een stap in pa's richting, maar werd gehinderd door een hand die de rug van mijn jurk beetpakte. Ik draaide me om en zag boven de epauletten van de portiers de bovenste helft van een gezicht dat ik herkende. Het was Caroline Frens- ham.

'Harriet! Ik moet met je praten!'

Carolines ogen waren klein maar fel. Gehoorzaam draaide ik me om en baande me een weg naar buiten onder de gearmde portiers door. De gedachte aan Max' vrouw had me zo achtervolgd dat ik, nu ik me in haar aanwezigheid bevond, er het liefst vandoor was gegaan. Maar het was zo druk in de gang dat vluchten onmogelijk was. En Caroline zag er ontredderd uit. Ik dacht dat ze ziek was. Ik had me slecht gedragen. Het was tijd om boete te doen.

Samen drongen we ons door de menigte tot we op een betrekkelijk kalme plek kwamen. Ik begon meteen: 'Caroline, je móet geloven dat het me ontzettend spijt. Het was een jammerlijke vergissing -'

Maar ze luisterde niet. 'Harriet! Ik ben wanhopig! Gewoon wanhopig. Ik moet hem zien! Ik kan zo niet verder!' Ze begon te huilen.

'Maar - eerlijk - ik weet niet waar hij is. Nou ja, ergens in Zuid-Ame- rika, denk ik, maar ik heb niet echt contact -'

'Wat? O, je bedoelt Max. Hij is in Brazilië. Maar ik heb het niet over hem. Ik heb het over Waldo. Ik móet hem zien! O, verdomme, Harriet, je bent nu een grote meid. Hij en je moeder hebben een afspraak - dat weet je natuurlijk.' Ze sprak heel snel, brabbelde bijna, ik veronderstelde dat ze onder de invloed van drugs was. 'Oké, Waldo en ik hebben een relatie gehad. Ik weet dat hij het erg vindt dat hij mijn huwelijk verwoest heeft, maar ik ben vastbesloten om van Max te scheiden, hoe dan ook. Hij is nooit trouw geweest - de nacht voor mijn huwelijk ging hij zelfs met een van mijn bruidsmeisjes naar bed - hij kan geen kans op seks voorbij laten gaan. Toen ik verliefd werd op Waldo besefte ik wat een idioot ik was, al die jaren opgezadeld met die klootzak. Waldo is alles wat ik altijd in een man heb gezocht - teder, oprecht, onbaatzuchtig. Weet je dat hij elk cadeau heeft teruggegeven dat hij ooit van me gekregen heeft? Hij is zo hoogstaand. Ik aanbid de grond waarop hij loopt.

Harriet!' Carolines roodomrande ogen boorden zich in de mijne. 'Je moet me helpen! Ik heb alles gedaan wat Waldo vroeg. Terwijl hij in de gevangenis zat woonde ik bij mijn zus in Nieuw-Zeeland zodat de kranten niet over hem zouden schrijven als een overspelige en zijn zaak nadelig zouden beïnvloeden. Maar nu hij vrij is, wat kan het nu voor kwaad? Als ik hem bel, zegt hij altijd dat we nog even moeten wachten tot de gemoederen bedaard zijn.

Het is verdomme al bijna zes maanden geleden! Ik ben zo eenzaam zonder hem! Maar toen ik gisteren zijn appartement belde, nam een vrouw op. Ze zei dat het geen zin had om te bellen. Ze zei dat Waldo geen belangstelling voor me had.' Caroline lachte, een wanhopig geluid. 'Nou, dat wist ik wel beter. Ik ben meteen op het vliegtuig gestapt en ben hiernaartoe gekomen. Ik bedoel, wie was die vrouw? Niet Clarissa, dat is zeker! Ze klonk als een yank. Die kerels bij de deur wilden me vóór de opvoering niet achter het toneel laten. En nu willen ze me beletten zelfs maar met hem te praten! Ik word krankzinnig!'

Ik vond dat ze er inderdaad krankzinnig uitzag. Haar ogen staarden. Ik merkte dat haar jas verkeerd was dichtgeknoopt. Haar haar was slap en vet, en haar handen trilden. Ik vroeg me af wat ik moest doen. Ik kon haar vertellen over Pussyfoot. Maar als ze eens wegging en zelfmoord pleegde?

'Caroline, ga naar huis. Ik beloof je dat ik hem zal laten bellen. Je moet erg moe zijn als je net uit het vliegtuig bent gestapt. Kun je niet beter eerst wat gaan slapen voor je hem spreekt? Je ziet er echt niet goed uit.'

'O. Ja. Ja, ik ben kapot. Misschien kan ik inderdaad beter nu naar huis gaan en wat gaan liggen.' Ze betastte haar haar. 'En ik zal mijn haar laten doen. Ik wil dat ik er op mijn best uitzie als ik hem spreek. Dat is een goed idee, Harriet. Je bent een schat!'

O, nee, zei ik zwijgend tegen mezelf. Ik ben een egoïstische lafbek. 'Ik neem aan dat hij je nummer weet?'

'Ja. Zeg dat hij me morgenochtend meteen belt.'

'Denk je dat je een taxi kunt krijgen?'

'Ik heb een auto met chauffeur die op me wacht. Het is goed, heus. Bedankt, Harriet, je bent een goeie kameraad.'

Ik zag haar wankelend door de gang lopen. Ik zou meteen met mijn vader gaan praten en hem doen inzien dat hij haar zo zachtaardig mogelijk moest vertellen dat de relatie voorbij was. Maar toen ik me door de massa heen worstelde en eindelijk dicht genoeg bij hem was om mijn lippen tegen zijn zwartberoete gezicht te leggen, greep pa mijn arm vast. 'Harriet, goddank! Maak dat die mensen weggaan, wil je?' Het zweet liep in stroompjes door zijn make-up. 'Ik wil naar huis!'

Bron, die vlakbij stond, hoorde het. 'Kan het je niet kwalijk nemen. Een vreselijk gedrang. Iemand heeft op mijn nieuwe krokodillenleren schoenen getrapt. Het mag een wonder heten als ze niet bedorven zijn.'Samenwonen met Letizia scheen een nieuwe man van Bron te hebben gemaakt. Terwijl ik probeerde te bedenken hoe ik de adorerende menigte uiteen moest jagen, drukte mijn broer zijn sigaret uit in het glas champagne van zijn buurman en klapte in zijn handen.

'Oké iedereen. Hapjes voor mijn rekening in Crillons. Presto pronto. De laatste die er is, is een watje!'