***

16. EEN DAPPERE FAÇADE

Ondanks mijn sombere stemming deed ik mijn best om niet met neergeslagen ogen rond te lopen en iedereen te laten zien hoe ongelukkig ik me voelde. Gisselles vrienden waren erg opgetogen over het feest op oudejaarsavond, en ik had Daphne nog nooit zo vriendelijk en spontaan tegen hen meegemaakt. Ze kwam 's middags de zitkamer binnen en gaf suggesties voor de versiering. Natuurlijk waren alle meisjes onder de indruk van haar. Aan de manier waarop ze naar haar keken kon ik zien dat ze haar als een soort filmster beschouwden: mooi, rijk, elegant en stijlvol.

Maar Gisselle zorgde dat zij het middelpunt van de aandacht bleef. Ze onthulde haar wonderbaarlijke genezing en beloofde voor het eerst sinds het ongeluk weer te zullen dansen. Ze liet Edgar een ladder binnenbrengen en liet de meisjes slingers ophangen van de ene kant van de kamer naar de andere. Ze bliezen ballons op en legden die in een net dat om middernacht zou worden losgemaakt. Tijdens het werken babbelden ze over de jongens die op het feest zouden komen, en Gisselle beschreef de meisjes van Greenwood, waarbij ze opschepte over alles wat ze hun had geleerd over seks en jongens. Van tijd tot tijd keek ze naar mij om te zien of ik haar zou tegenspreken, maar na een tijdje luisterde ik al niet meer.

Ik verheugde me erop de avond met Beau door te brengen. Ik nam ruim tijd om een jurk uit te zoeken en koos uiteindelijk een zwartfluwelen strapless jurk met een laag decolleté. De jurk zat strak om het middel en had een wijde rok die ongeveer vijftien centimeter boven mijn enkels eindigde. Ik was van plan geweest een parelketting erbij te dragen, maar besloot alleen Beaus ketting en ring te dragen; ik kon me geen mooier sieraad voorstellen. Toen ik mijn ogen dichtdeed, kon ik zijn vingers bijna omlaag voelen glijden over mijn sleutelbeen naar mijn borsten.

Ik deed een paar ragfijne gouden oorringen met parels in en besloot de ring te dragen die Louis me had gegeven. Gisselle en ik hadden elk zes verschillende parfums gekregen. Ik koos het frisse aroma van bloeiende rozen. Ik had besloten mijn haar los te dragen, maar opzij vast te steken. Mijn pony moest bijgeknipt worden, en ik moest even glimlachen toen ik eraan dacht hoe grootmama Catherine dat altijd voor me deed, en naar het me leek uren en uren mijn lange rode haren borstelde en me steeds weer vertelde dat ze hetzelfde had gedaan bij mijn moeder.

Gisselle deed me verbaasd staan door een donkerblauwe jurk te kiezen die veel op de mijne leek. Ze droeg veel meer juwelen, twee parelkettingen, lange paarlen oorbellen, een gouden armband om de ene pols en Bruces kerstgeschenk, de bedelarmband, om de andere, en een stuk of zes ringen aan de vingers van haar beide handen. Ze droeg ook een gouden enkelbandje. Ook zij droeg haar haar los, zelfs opzij niet vastgestoken, en ze had zich zwaar opgemaakt, de eyeliner en lippenstift er zo dik op gesmeerd dat ze uren zou kunnen zoenen voor een jongen haar huid raakte.

'Hoe zie ik eruit?' vroeg ze, mijn kamer binnenkomend.

'Goed,' antwoordde ik. Ik wist dat ze zich alleen maar zou ergeren als ik kritiek had, en zou beweren dat ik jaloers was.

'"Goed"? Wat wil dat zeggen. "Netjes"?' zei ze met een grimas. Ze bekeek me even en maakte vergelijkingen. 'Waarom maak je je niet wat

meer op? Ik kan nog steeds die sproeten op je wang zien.'

'Die storen me niet,' zei ik. 'En Beau ook niet,' voegde ik er nadrukkelijk aan toe.

'Vroeger wel,' merkte ze op, met een ondeugende schittering in haar ogen. Toen ik niet hapte, verdween haar glimlach. 'Ik ga naar beneden.'

'Ik kom zo,' zei ik. Korte tijd later vond ik haar in haar rolstoel in het midden van de zitkamer, voldaan om zich heen kijkend.

'Dit wordt het mooiste oudejaarsfeest dat we ooit hebben gehad,' verklaarde ze. 'Deze oudejaarsavond zul je nooit vergeten.' Ze staarde me even aan. 'Had je in het moeras weieens een leuke oudejaarsavond?'

'Ja.'

'Wat deed je dan? Vissen?' vroeg ze minachtend.

'Nee. We hadden een feest in het dorp. De hele Main Street werd afgesloten, en de winkeliers en andere mensen zetten allemaal eten klaar. Er was vuurwerk en er werd voortdurend muziek gemaakt voor een grote fais dodo.'

'O, ja, de fais dodo, dat was ik vergeten. Dansten jullie op straat?' vroeg

ze.

Ik knikte en dacht eraan terug. 'Het was of we allemaal één feestvierende familie waren,' zei ik weemoedig.

'Klinkt... stom,' zei ze, maar ik kon zien dat ze probeerde zichzelf te overtuigen.

'Je hoeft niet een hoop geld uit te geven en dure kleren te hebben om je te amuseren, Gisselle. Een echt gelukkige tijd begint hier,' zei ik, naar mijn hart wijzend.

'Ik zou naar een andere plek hebben gewezen,' zei ze lachend.

'Wat is er zo grappig?' vroeg Daphne, toen zij en Bruce de zitkamer binnenkwamen. Ze hadden zich omgekleed en stonden op het punt te vertrekken. Bruce zag er knap uit in zijn smoking, en ik moest toegeven dat Daphne er nog nooit zo mooi en stralend had uitgezien. Ze droeg een lange, strakke jurk van een prachtige kleur donkerrood, met een bovenstukje dat geheel met imitatiediamantjes geborduurd was, en daarop een bolero met een diamanten kraag. Het sierlijke decolleté van de jurk onthulde net genoeg van haar boezem om verleidelijk te zijn. Ze droeg geen ketting die de aandacht van haar glinsterende kleren zou afleiden, alleen diamanten oorbellen. Ze had haar haar opgestoken en droeg een pony.

'Cajuns oudejaarsavond,' zei Gisselle plagend.

'O,' zei ze, knikkend alsof ze wilde zeggen dat ze begreep waarom dat zo grappig was. 'Goed, we komen alleen even langs om jullie een gelukkig nieuwjaar te wensen. Denk eraan, ik wil niet dat er veel gedronken en lawaai gemaakt wordt. Ik wens respect voor het huis! Maak plezier, maar blijf dame,' voegde ze eraan toe.

'Natuurlijk, moeder. Jullie ook veel plezier,' zei Gisselle.

Daphne keek naar mij. 'Jullie zien er allebei heel leuk uit,' zei ze.

'Dank je,' antwoordde ik.

'Mag ik mijn aanstaande stiefdochters nu vast een nieuwsjaarszoen geven?' vroeg Bruce.

'Natuurlijk,' zei Gisselle. Hij boog zich voorover en gaf haar een snelle zoen op haar wang. Ze had haar ogen gesloten, in de verwachting een zoen op haar mond te krijgen. Hij kwam glimlachend naar mij toe en legde zijn handen op mijn schouders.

'Mooi als altijd,' zei hij zachtjes, en boog zich toen naar me toe om me te kussen. Ik draaide me net bijtijds af om de zoen op mijn wang terecht te laten komen. Hij staarde me even aan en begon toen te lachen.

'Gelukkig nieuwjaar, meisjes,' riep hij, en liep toen naar Daphne om te vertrekken naar hun galafeest.

'Opgeruimd staat netjes,' mompelde Gisselle. 'Laten we vast een slokje nemen voor de anderen komen,' en reed naar de bar. 'Wat wil jij, rum- cola?' Ze stond op om in te schenken.

'Ik schenk mijn eigen drankjes wel in, dank je,' zei ik. Ik herinnerde me nog hoe Gisselle al eens eerder had geprobeerd me dronken te voeren.

'Goed. Maak er voor mij dan ook maar een,' zei ze, terwijl ze weer ging zitten. Ik deed het en overhandigde haar het glas. 'Wel, zusjelief, op een beter jaar dan we gehad hebben. Vol pret, pret, pret.'

'Voor ieder die ons lief is,' voegde ik eraan toe. Ze haalde haar schouders

op.

'Natuurlijk. Voor iedereen die ons lief is.' We dronken, en even later hoorden we de deurbel.

'Daar gaan we,' riep Gisselle uit, terwijl ze naar de deur reed. Ze bleef in de rolstoel zitten, om haar opstaan en lopen later des te dramatischer te laten overkomen.

Al Gisselles gasten arriveerden iets te vroeg. Het nieuws over ons oudejaarsfeest had snel de ronde gedaan. Toen Beau kwam, was iedereen er al en hadden de meesten al meer dan één slokje op. De muziek blèrde door het vertrek, en er was al gegeten van het buffet.

'Je bent nog mooier dan ik me had voorgesteld,' zei Beau, toen ik hem bij de deur begroette. We zoenden elkaar en gingen naar binnen. Iedereen praatte luid door elkaar; sommigen hadden zelfs al te veel op en gedroegen zich belachelijk.

'Ziet eruit als een typisch Gisselle-feest,' riep Beau, om zich boven het lawaai uit verstaanbaar te maken. We dansten, aten en dronken samen met de anderen.

Om tien uur liet Gisselle, zoals ze gepland had, de muziek zacht zetten en kondigde aan dat ze voor het eerst sinds het ongeluk zou dansen. John stond naast haar toen ze net deed of ze met moeite uit de stoel overeind kwam. Ze viel in zijn armen, herkreeg haar evenwicht, en maakte, zoals ze iedereen wilde doen geloven, haar eerste danspassen. De feestgangers klapten en floten toen Gisselle en John zich over de dansvloer bewogen. Niet lang daarna zei Gisselle tegen een van de meisjes dat ze het licht moest dimmen, en het echte feest begon. Het gezelschap verdeelde zich in paren.

'Het kan me niet schelen waarheen je gaat in huis,' kondigde Gisselle aan, 'zolang het maar niet te zien is dat je er geweest bent. De bovenverdieping is natuurlijk verboden terrein.'

'Laten we hier weggaan,' zei Beau. Toen niemand keek, glipten we de kamer uit. Hij bleef even staan, zich afvragend waar we naartoe zouden gaan. Ik trok hem mee en we liepen de trap op naar mijn kamer.

'Ik wil mijn oudejaarsavond niet met dat stel doorbrengen,' zei ik tegen Beau. 'Het zijn net vreemden voor me.'

'Voor mij ook,' zei hij. We zoenden elkaar en staarden naar het bed. Ik ging zitten en Beau kwam naast me zitten.

'Ik zal de radio aanzetten,' zei ik. Ik stond snel op en draaide aan de knop, zoekend naar een goed station. Ik weet niet waarom ik plotseling zo zenuwachtig was, maar ik was het. Mijn vingers trilden en ik voelde een tinteling in mijn buik. Het leek bijna of Beau en ik ons eerste afspraakje hadden. Ten slotte koos ik een station dat uitzond vanuit de balzaal van een van de grote hotels in het centrum. We konden het enthousiasme van de dansende menigte en de muziek horen. De commentator kwam iedereen vertellen dat het bijna middernacht was.

'Waarom is oudejaarsavond zo bijzonder?' vroeg ik.

Beau dacht even na.

'Ik denk dat het de mensen een kans geeft om op betere dingen te hopen.' Hij lachte, ik had vroeger een stuk speelgoed, een toverlei. Je schreef of tekende erop en dan, door gewoon het plastic erop omlaag te trekken, verdween alles wat je gemaakt had en kon je opnieuw beginnen. Misschien heeft iedereen dat gevoel op oudejaarsavond: Ze kunnen het geschrevene op de toverlei uitwissen en hun leven herschrijven.'

'Ik wou dat ik dat kon. Maar ik wou dat ik veel verder terug kon gaan dan een jaar.'

Hij knikte. Zijn ogen waren zacht en vol medeleven.

'Jonge mensen als Gisselle en ikzelf, die in rijkdom zijn grootgebracht, net als al die anderen beneden die te veel drinken, kunnen zich onmogelijk voorstellen hoe moeilijk jouw leven geweest is, Ruby.' Hij pakte mijn hand vast, zijn blik strak op me gericht. 'Je bent net een wilde bloem. De rest van ons heeft verzorging gehad, eten, het beste van alles, terwijl jij moest vechten om te overleven. Maar weet je, Ruby? Die strijd heeft je meer kracht en meer schoonheid gegeven. Net als die wilde bloem, ben je hoog boven het gewone, het onkruid, uitgegroeid. Je bent iets bijzonders. Ik heb altijd geweten dat je dat was, vanaf het eerste ogenblik dat ik je zag.'

'O, Beau, wat lief gezegd.'

Hij trok me naar zich toe en ik liet me tegen hem aanvallen. Onze lippen raakten elkaar, ik voelde zijn handen om mijn schouders. Toen draaide hij zichzelf en mij voorzichtig om, zodat we naast elkaar op mijn bed lagen. Hij zoende me op mijn haar, mijn voorhoofd, mijn ogen, het puntje van mijn neus, voordat hij zijn lippen weer op de mijne drukte. Toen onze tongen elkaar raakten, voelde ik mijn hele lichaam verslappen.

'Je ruikt zo lekker,' fluisterde hij. ik heb het gevoel dat ik middenin een tuin sta.'

Zijn handen gleden tot onder mijn schouders en maakten mijn ritssluiting los. Toen mijn jurk los om mijn borsten hing, kreunde ik zachtjes en liet mijn hoofd achterover op het kussen vallen. Hij legde zijn lippen op mijn kin en liet ze over mijn hals omlaagglijden tussen mijn borsten.

'Beau, we zijn niet voorzichtig,' fluisterde ik, maar ik klampte me aan hem vast alsof ik het niet met mezelf eens wilde zijn en alles ontkennen waarvan ik wist dat het juist was.

'Ik weet het,' zei hij. 'We zullen het zijn,' beloofde hij, maar hij trok mijn jurk over mijn schouders en armen omlaag. Ik liet het lijfje op mijn middel vallen. Beau leunde achterover en trok zijn sportjasje uit, maakte zijn das los en knoopte zijn hemd open, terwijl ik naar hem staarde. Zijn gezicht werd verlicht door het schijnsel van de maan dat door mijn raam naar binnen viel. Hij zag eruit als een geest, als iemand in een droom, de personificatie van mijn wildste fantasie. Ik deed mijn ogen dicht en weer open tot ik hem op me voelde. Hij had zijn hemd uitgetrokken. Hij morrelde aan mijn beha, tot hij hem los had en toen voelde ik zijn lippen op mijn blote borsten. Hij kuste ze zachtjes, tot ik hem wegtrok en hem op zijn mond zoende.

Zijn handen zochten onder mijn jurk naar mijn slipje. Toen had ik hem moeten tegenhouden, maar in plaats daarvan liet ik het hem uittrekken. Ik hoorde hem zachtjes kreunen en mijn naam fluisteren, terwijl hij zijn harde lid bij me bracht.

'Beau,' riep ik zwakjes uit.

'Het is goed, Ruby. Het is mooi. Het is voorbestemd. Anders zouden we niet zoveel van elkaar houden.'

Ik verzette me niet. Ik liet hem bij me binnenkomen, en hij drong nog dieper in me door dan de vorige keer. Ik bewoog me op en neer, verbeeldde me dat ik in een kano dicht bij de zee lag, waar het water zachtjes golfde. Telkens als ik omhoogging, voelde ik mezelf lichter worden. Ik dacht dat ik uiteindelijk als een ballon zou wegzweven.

Ik weet niet hoe vaak Beau mijn naam riep. Ik kan me niet herinneren wat ik zei, maar deze keer vrijden we zo intens dat de tranen in mijn ogen sprongen. Een paar ogenblikken was het of we met elkaar waren versmolten, zo hevig was onze hartstocht. Ik omarmde hem zo stevig dat je zou denken dat ik bang was uit mijn bed te worden gegooid.

We kwamen tegelijk klaar, overlaadden elkaar met kussen, zoenden eikaars gezicht als twee mensen die hunkeren naar genegenheid, naar de aanraking van een ander mens, naar liefde.

We smoorden onze kreten tegen eikaars hals en schouders, en ontspanden ons hijgend. Onze harten bonkten tegen elkaar; we waren zo verbijsterd over onze hartstocht dat we alleen maar konden lachen.

'Moet je voelen,' zei Beau, en legde mijn hand op zijn hart.

'En moet jij mij eens voelen.'

We lagen naast elkaar, ons hart sloeg tegen onze handen, het ritme

bewoog omlaag langs onze armen en rug in ons hart.

Lange tijd bleven we zwijgend liggen. Toen kwam Beau overeind en keek op me neer.

'Je bent fantastisch,' zei hij. 'Ik hou van je. Ik kan het niet vaak genoeg zeggen.'

'Heus, Beau? Zul je altijd en eeuwig van me blijven houden?'

ik zou niet weten waarom niet of hoe ik daarmee zou kunnen stoppen,' zei hij, terwijl hij me zachtjes kuste.

Op de radio begon de commentator met opgewonden stem af te tellen. 'Tien, negen, acht...'

Beau pakte mijn hand en samen telden we mee.

'Vijf, vier, drie, twee, één - GELUKKIG NIEUWJAAR!'

De radio begon 'Auld Lang Syne' te spelen.

'Gelukkig nieuwjaar, Ruby.'

'Gelukkig nieuwjaar. Beau.'

We kusten elkaar opnieuw en hielden elkaar vast, en een ogenblik leek het of niets ter wereld sterk genoeg was om ons te scheiden. Ik had me in lange tijd niet zo gelukkig en tevreden gevoeld. Het was een goed gevoel. Ik had er meer naar verlangd dan ik beseft had.

We kleedden ons aan, kamden ons haar en gingen rechtop zitten, zodat we er bijna even keurig uitzagen als in het begin van de avond. Toen gingen we naar beneden om te zien wat Gisselle en haar vrienden uitspookten.

Ik wou dat we het niet hadden gedaan. Twee jongens waren blijkbaar door de gang naar het toilet gehold, maar hadden het niet bijtijds gehaald. Ze kotsten en spuwden op dezelfde plaats, en wisselden hun gekerm af met stom gelach. Het huis stonk naar de misselijkmakende, weeë geur van wijn en whisky.

Alle feestversieringen waren in dolle razernij om middernacht omlaaggerukt. Ballons waren doorgeprikt en lagen overal verspreid. De zitkamer was een puinhoop. Erger nog, het zag ernaar uit - en later ontdekten we dat het inderdaad het geval was geweest - dat er een voedselgevecht had plaatsgehad. Drank was op de grond gemorst; stukken taart en sandwiches lagen op de meubels, mosterd en mayonaise plakte op de muren en op de tafels, en zat zelfs op de ramen.

Sommigen lagen languit op de grond, in eikaars armen, stom lachend en giechelend. Anderen, die zich misselijk voelden, aten met dichte ogen en hun handen op hun buik. Twee jongens stonden nog bij de bar en daagden elkaar uit met drankjes. Natuurlijk stond de muziek zo hard dat het lawaai oorverdovend was.

'Waar is Gisselle?' schreeuwde ik. Sommigen staarden me onverschillig aan. Antoinette maakte zich los uit de armen van de jongen die op haar schouder lag te slapen en liep naar ons toe.

'Je zus is ongeveer een uur geleden weggegaan met John.'

'Weggegaan? Waarheen?'

Antoinette haalde haar schouders op.

is ze het huis uit?'

'Dat geloof ik niet,' zei Antoinette lachend. 'Ze had geen pijn. O, gelukkig nieuwjaar, Beau,' zei ze, en boog zich naar hem toe om hem te kussen.

'Gelukkig nieuwjaar,' antwoordde hij, en gaf haar een vluchtige zoen op haar wang. Teleurgesteld ging ze achteruit, terug naar haar dronken partner.

'Ze is niet naar boven gegaan naar haar kamer,' zei ik tegen Beau. 'Dan hadden we haar wel gehoord. Daphne zal razend zijn als ze komt en dit ziet. We moeten Gisselle zien te vinden; ze moet tegen die mensen zeggen dat ze de rommel opruimen en weggaan.'

'Ziet er niet veelbelovend uit,' zei Beau, om zich heen kijkend. 'Maar we zullen zien of we haar kunnen vinden.'

We zochten de hele benedenverdieping af, vonden een ineengestrengeld paar in Daphnes kantoor en joegen ze naar buiten, maar Gisselle vonden we niet. Ik holde naar boven om de andere slaapkamers te controleren en kwam beneden om te vertellen dat er niemand was. We keken in de keuken en zelfs in de kamers van Edgar en Nina.

'Misschien is ze naar buiten gegaan naar de kleedkamer bij het zwembad,' opperde Beau.

We zochten daar, maar vonden niemand, ook niet rond het zwembad.

'Waar kan ze in vredesnaam zijn? Ze moet uit huis zijn weggegaan,' redeneerde Beau.

'Er is nog maar één plaats waar we niet hebben gezocht, Beau.'

'Waar?'

Ik pakte zijn hand en liep met hem terug naar het huis. We stapten over een jongen heen die in de hal lag te slapen en gingen naar mijn studio. Toen we bij de deur kwamen, hoorde ik Gisselle giechelen. Ik keek even naar Beau en duwde de deur open. Een ogenblik bleven we staan; we konden onze ogen niet geloven.

John lag naakt op de bank, en Gisselle, slechts gekleed in haar beha en slipje, was bezig hem te beschilderen. Ze had rode en groene verf op zijn schouders en borst gesmeerd en lange strepen geel over zijn benen, en was nu bezig zijn geslachtsdelen zwart te verven. John was kennelijk te dronken om zich er iets van aan te trekken. Hij lachte met haar mee.

'Gisselle!' gilde ik. 'Wat doe je?'

Ze draaide zich om en wankelde even op haar benen, terwijl ze probeerde haar ogen te focussen.

'O... kijk eens wie we daar hebben... het liefdespaartje,' mompelde ze, en lachte opnieuw.

'Waar ben je in vredesnaam mee bezig?'

'Waar ik mee bezig ben?' Ze keek neer op John, die zijn ogen gesloten had en dom glimlachte. 'O, ik ben John aan het beschilderen. Ik heb hem verteld dat ik net zoveel talent heb als jij, en dat, als jij Beau kon schilderen, ik hem kon schilderen. John vond het goed. Ja, toch, John?'

'Ja,' zei hij.

'Kom onmiddellijk met je kont van die bank af,' beval Beau, 'en kleed je aan, oen.'

John hief zijn hoofd op. 'O, hoi, Beau. Is het al nieuwjaar?'

'Voor jou is het het eind van het jaar als je niet onmiddellijk opstaat en je aankleedt.'

'Hè?'

'Gisselle, heb je gezien wat je vrienden in huis hebben aangericht? Hoe lang geleden heb je je feest in de steek gelaten?'

'Hoe lang geleden heb jij je feest in de steek gelaten, zusjelief?' antwoordde ze, met een wellustige glimlach en zwaaiend op haar benen.

'Ze hebben het huis geruïneerd! Er staan jongens in de gang te kotsen. De muren zitten onder het eten -'

'Oeps! Klinkt als een noodsituatie.'

'Beau,' riep ik. Hij rende naar voren, pakte John bij zijn armen en sjorde hem overeind. Toen duwde hij hem naar de achterkant van de studio en dwong hem zijn kleren aan te trekken.

'Kleed je aan, Gisselle, en ga beneden naar je feest. Je moet zorgen dat ze beginnen schoon te maken voordat Daphne terugkomt.'

'O, maak je toch niet zo bezorgd over Daphne. Daphne doet nu heel aardig tegen ons omdat ze met Bruce wil trouwen en ons wil laten optreden als een gelukkig, fatsoenlijk New-Orleans-gezin. Je bent altijd te bang geweest voor Daphne. Je bent bang voor je eigen Cajun-schaduw,' spotte ze.

Ik liep naar haar toe en gooide haar jurk in haar gezicht.

'Ik ben niet te bang om je nek te breken. Trek die jurk aan. Nu!'

'Gil niet zo. Het is oudejaarsavond. We horen een gezellige avond te hebben. Jij hebt toch ook een gezellige avond gehad?'

'Ik heb niets vernield. Kijk mijn studio eens!' riep ik. Gisselle had verf gemorst, schilderslinnen verscheurd en klei gesmeerd over de tafels en het schildermateriaal.

'De bedienden ruimen wel op. Dat doen ze altijd,' zei ze. Ze begon haar jurk aan te trekken.

'Niet deze rotzooi en de puinhoop in de zitkamer. Zelfs een slaaf zou in opstand komen,' zei ik. Maar ik kon zeggen wat ik wilde. Gisselle was te dronken om te luisteren of het zich aan te trekken. Ze zwaaide op haar benen, lachte en probeerde zich te beheersen. Beau slaagde erin John aangekleed te krijgen, en samen sleurden we ze naar buiten, terug naar het feest. Zelfs Gisselle stond verbaasd over de omvang van de schade. Sommige gasten, die nog in staat waren te beseffen wat er gebeurd was, waren al met stille trom vertrokken. Degenen die achterbleven waren niet in conditie om te helpen met opruimen en schoonmaken.

'Gelukkig nieuwjaar!' riep Gisselle. 'We zullen moeten proberen de boel op te ruimen.' Ze giechelde en begon de glazen bijeen te zoeken, maar ze nam er te veel te gelijk en liet ze vallen, waardoor er drie braken.

'Ze zorgt alleen maar voor nog meer onheil,' zei ik tegen Beau.

'Ik zal zorgen dat ze gaat zitten en op één plaats blijft,' zei hij. Intussen

probeerde ik een paar gasten zover te krijgen dat ze me hielpen met het bijeenzoeken van de borden en glazen, die overal verspreid lagen. We vonden er een paar onder de banken, onder de stoelen, er stonden glazen op de boekenplanken en onder de tafels.

Ik ging naar de keuken en haalde een emmer sop en een paar sponzen. Toen ik terugkwam, zag ik dat nog meer feestgangers waren gedeserteerd. Degenen die waren gebleven probeerden zo goed mogelijk te helpen. Antoinette en ik liepen de kamer door en boenden zoveel we konden van de muren, maar sommige voedselresten hadden vlekken achtergelaten die niet te verwijderen waren. Het was een chaos.

'Er is een leger voor nodig om dit op te knappen, Beau,' riep ik.

Hij was het met me eens.

'Laten we ze allemaal de deur uitgooien,' zei hij. We kondigden aan dat het feest was afgelopen. Beau hielp een paar jongens naar buiten en zorgde ervoor dat de nuchtersten achter het stuur zaten. Toen iedereen weg was, keken we om ons heen om te zien wat er nog gedaan moest worden. Gisselle lag languit op de grond van de zitkamer te snurken.

'Ga maar naar huis, Beau,' zei ik. 'Het is beter dat je niet hier bent als Daphne komt.'

'Weet je het zeker? Ik kan het uitleggen en...'

'Wat wil je zeggen, Beau? Dat we boven in mijn kamer lagen te vrijen terwijl Gisselle en haar vrienden het huis afbraken?'

Hij knikte. 'Mijn hemel,' zei hij. 'Wat ga jij zeggen?'

'Niets. Dat is beter dan liegen,' antwoordde ik.

Hij schudde zijn hoofd.

'Wil je dat ik je help haar naar boven te brengen?' vroeg hij, met een knikje naar Gisselle.

'Nee, laat haar maar liggen.'

Ik bracht hem naar de deur, waar we elkaar welterusten zoenden.

ik bel je morgen... ik zie wel wanneer,' zei hij, zijn wenkbrauwen fronsend. Ik keek hem na en deed de deur dicht. Toen liep ik terug naar de zitkamer om te wachten op de onvermijdelijke storm die spoedig over mijn hoofd zou losbarsten.

Ik zat in de fauteuil tegenover Gisselle, die nog steeds voor pampus op de grond lag. Ze had overgegeven, maar was te ver heen om het te merken of zich er iets van aan te trekken,.

De klok tikte en sloeg twee uur. Ik deed mijn ogen dicht en opende ze pas toen ik voelde dat iemand me ruw door elkaar schudde. Ik keek in het woedende gezicht van Daphne en vergat een ogenblik waar ik was en wat er gebeurd was. Dat ogenblik duurde niet lang.

'Wat heb je gedaan! Wat heb je gedaan!' schreeuwde ze, met vertrokken mond en opengesperde ogen. Bruce stond hoofdschuddend in de deuropening, met zijn handen op zijn heupen.

'Ik heb niets gedaan, Daphne,' zei ik, terwijl ik overeind ging zitten. 'Dit

is wat Gisselle en haar vrienden een gezellige avond noemen. Ik ben maar een achterlijke Cajun. Ik weet niet wat het is om plezier te maken.'

'Wèt zeg je? Is dit de manier waarop je me beloont omdat ik begripvol en aardig voor je ben geweest?'

Gisselle kreunde luid en Daphne draaide zich met een ruk om.

'Sta op!' gilde ze. 'Hoor je me, Gisselle? Sta ogenblikkelijk op!'

Gisselle knipperde met haar ogen, maar ze gingen niet open. Ze kreunde opnieuw en werd toen weer stil.

'Bruce!' riep Daphne, zich naar hem omdraaiend.

Hij zuchtte en kwam naar voren. Toen knielde hij neer, schoof zijn armen onder Gisselle, en tilde haar zonder al te veel moeite op.

'Breng haar naar boven,' beval Daphne.

'Naar boven?'

'Onmiddellijk, hoor je? Ik kan haar niet meer zien!'

'Ik zal de rolstoel nemen,' zei hij, en zette haar erin, zonder notitie te nemen van het stuk taart dat op de rugleuning geplakt zat. Ze bleef slap zitten, met haar hoofd op haar schouder, en begon weer te kermen. Toen reed Bruce haar naar buiten zoals grootvader Jack vroeger een grote kruiwagen mest wegreed, met het hoofd naar achteren en de armen ver uitgestrekt, zodat de stank zo ver mogelijk bij hem vandaan was. Zodra Bruce en Gisselle de kamer uit waren, ging Daphne weer tegen mij tekeer.

'Wat is hier gebeurd?'

'Ze hebben een voedselgevecht gehouden,' zei ik. 'Ze hebben te veel gedronken. Sommigen konden er niet tegen en hebben overgegeven. De anderen waren te dronken om op te passen. Ze hebben glazen gebroken, met eten geknoeid en zijn op de grond in slaap gevallen. Gisselle zei dat ze overal in huis mochten komen, behalve boven. Ik heb een stel in je kantoor gevonden.'

'Mijn kantoor! Zijn ze ergens aan geweest met hun vingers?'

'Alleen aan zichzelf, denk ik,' zei ik droog. Ik geeuwde.

'Je bent blij dat dit gebeurd is, hè? Je denkt dat dit iets bewijst.'

Ik haalde mijn schouders op. 'Ik heb dronken viespeuken gezien in de bayou,' zei ik, denkend aan grootvader Jack. 'Geloof maar dat ik ze gezien heb, en dronken rijke creolen zijn geen haar beter.'

ik vertrouwde op jou om de zaak in de hand te houden,' zei ze hoofdschuddend.

'Op mij? Waarom altijd ik? Waarom niet Gisselle? Zij is immers beter opgevoed dan ik? Zij heeft kennis gemaakt met alle mooie dingen in het leven. Ja toch? Zij heeft dit allemaal gekregen!' riep ik uit, terwijl ik mijn armen uitbreidde.

'Ze is gehandicapt.'

'Nee, dat is ze niet. Dat heb je zelf gezien.'

'Ik bedoel niet haar benen, ik bedoel... haar... haar...'

'Ze is gewoon de verwende, egoïstische meid die je van haar gemaakt hebt,' zei ik.

Daphne bleef schuimbekkend voor me staan.

'Ik hou ermee op om te proberen de schijn op te houden,' zei ze. 'Als ze wakker wordt, kun je haar vertellen dat jullie, wat er ook gebeurt, teruggaan naar Greenwood. Dat is mijn laatste woord.' Ze keek om zich heen. 'Ik zal een bedrijf in de arm moeten nemen om dit huis schoon te maken en in de oude staat te herstellen, de kosten worden afgetrokken van jullie toelage. Dat kun je haar ook vertellen.'

'Misschien kan je het haar beter zelf vertellen.'

'Niet zo brutaal jij.' Ze knikte. 'Ik weet waarom je dit hebt toegelaten. Je was er waarschijnlijk niet eens bij toen het allemaal gebeurde, hè? Jij en je liefje waren waarschijnlijk ergens anders, hè?' zei ze beschuldigend. Ik werd vuurrood. Het overtuigde haar dat ze gelijk had. 'Nou, dat verbaast me niets,' zei ze. 'Dat heb je ervan als je iemand een tweede kans geeft.'

'Het spijt me dat dit gebeurd is, Daphne,' zei ik. Ik wilde niet dat ze een manier zocht om het Beau te verwijten. 'Echt waar. Ik kon er geen eind aan maken. Gisselle had de leiding. Het waren haar vrienden. Ik probeer niet de schuld van me af te schuiven. Maar zo was het. Ze zouden niet naar me geluisterd hebben, wat ik ook zei. Altijd als ik klaag over iets dat ze doen, lacht Gisselle me uit en scheldt me de huid vol. Ze zet ze tegen me op, en ik heb geen enkel gezag over ze.'

'Dit is ook jouw huis, weet je,' zei Daphne nadrukkelijk.

'Dat gevoel heb je me nooit gegeven. Maar toch spijt het me dat dit gebeurd is.'

'Ga maar slapen. Morgen handelen we dit wel af. Tot op dit moment was dit een van de mooiste oudejaarsavonden in een heel lange tijd.'

Ze liep naar buiten.

'Jij ook een gelukkig nieuwjaar,' mompelde ik, en ging naar boven, naar bed.

Gisselle kwam de volgende dag pas na twaalf uur tot leven, evenals Daphne. Ik ontbeet samen met Bruce.

'Ze is behoorlijk kwaad,' zei hij. 'Maar ik zal haar wel kalmeren. Maar ik denk niet dat ik kan beletten dat ze jullie allebei terugstuurt naar Greenwood.'

'Het kan me niet schelen,' zei ik. Op dit moment wilde ik alleen maar weg. Na het ontbijt ging ik naar buiten en viel op de patio bij het zwembad in de zon in slaap. Even na één uur voelde ik een schaduw over me heenvallen en toen ik opkeek zag ik Gisselle. Ze zag er vreselijk uit. Haar haar zat in de war, haar gezicht was zo wit als een dooie vis. Ze had een zonnebril op en droeg een kamerjas, waaronder ze nog haar nachtkleding droeg.

'Daphne zei dat je mij van alles de schuld hebt gegeven,' zei ze.

'Ik heb haar alleen de waarheid verteld.'

'Heb je haar verteld dat je de hele avond boven was met Beau?'

'We zijn niet de hele avond boven geweest, maar ik hoefde het haar niet

te vertellen. Dat had ze zelf al uitgepuzzeld.'

'Had je niet iets kunnen verzinnen, een van onze gasten de schuld geven of zo?'

'Wie zou dat geloven, Gisselle? Wat maakt het voor verschil? Gisteravond kon het je ook niet zoveel schelen, toen ik probeerde jou en je vrienden over te halen om op te ruimen. Als we dat hadden gedaan, was het misschien wat minder erg geweest.'

'Dank je,' zei ze. 'Je weet wat ze nu zegt, hè? We moeten terug naar Greenwood. Ze luistert niet naar me, wat ik ook zeg. Ik heb haar nog nooit zo kwaad gezien.'

'Misschien is het zo maar beter.'

'Dat kan jij zeggen. Jou kan het niet schelen. Jij hebt plezier in Greenwood, je doet je werk goed, je hebt je juffrouw Stevens en Louis.'

'Louis is weg, en ik kan moeilijk zeggen dat ik zo'n plezierige tijd heb gehad op school als de directrice probeert me van school te sturen voor iets dat jij hebt gedaan,' bracht ik haar in herinnering.

'Waarom wil je dan terug?'

'Omdat ik genoeg heb van die ruzies met Daphne. Ik weet niet. Ik ben gewoon moe.'

'Gewoon stom, lijkt er meer op. Stom en egoïstisch.'

ik? Je durft te zeggen dat ik egoïstisch ben?'

'Dat ben je.' Ze drukte haar handen tegen haar slapen. 'O, mijn hoofd. Ik heb het gevoel of iemand erin aan het tennissen is. Heb jij geen kater?' vroeg ze.

ik heb niet zoveel gedronken.'

'Jij hebt niet zoveel gedronken,' aapte ze me na. 'Het Brave Juffertje heeft gesproken. Ik hoop dat je nu gelukkig bent,' kermde ze. Ze draaide zich met een ruk om, maar liep niet snel weg. Ze moest langzaam lopen, omdat haar hoofd bij elke stap bonsde.

Ik lachte bij mezelf. Verdiende loon, dacht ik; ze heeft eindelijk een lesje geleerd. Maar wat ze ook beloofde en hoe ze ook bij hoog en bij laag volhield dat ze er spijt van had, ik wist dat ze alles weer vergeten zou zijn zodra de pijn gezakt was.

Twee dagen later hadden we onze koffer gepakt voor de terugreis naar Greenwood, alleen werd de rolstoel deze keer thuisgelaten. Gisselle wilde hem meenemen, met de bewering dat ze niet voldoende zelfvertrouwen had om constant te lopen, maar ik moest het Daphne nageven, ze trapte er niet in. Ze was niet van plan Gisselle weer in haar oude gedrag te laten vervallen, ieders sympathie te wekken en haar toestand te gebruiken als excuus voor haar onhebbelijkheden.

'Als je hier kunt rondlopen, dansen en een troep maken, kun je ook heen en terug naar je leslokalen lopen,' zei Daphne. 'Ik heb de huisbewaarster al gebeld om haar het goede nieuws door te geven,' ging ze verder, 'dus iedereen weet het nu van je wonderbaarlijke herstel. Ik kan alleen maar hopen datje werk op school net zo'n wonderbaarlijk herstel zal doormaken.'

'Maar, moeder,' smeekte Gisselle, 'de docenten in Greenwood hebben een hekel aan me.'

ik weet zeker dat ze hier ook een hekel aan je hebben,' zei Daphne. 'Denk aan wat ik gezegd heb: Als je je daar misdraagt, ga je naar een strengere school, een met prikkeldraad eromheen,' zei ze hatelijk, en liet Gisselle met open mond staan. Dat was Daphnes versie van een moederlijk afscheid.

In een dodelijk stilzwijgen reden we terug. Gisselle snoof van tijd tot tijd, met een diepe zucht. Ik probeerde het grootste deel van de weg te slapen. Toen we in ons studentenhuis aankwamen, leken we terugkerende heldinnen - althans Gisselle. Even bracht het een blos van genoegen op haar wangen. Mevrouw Penny stond met de meisjes van onze afdeling te wachten om Gisselle te begroeten en het wonder van haar wonderbaarlijke herstel van nabij te zien. Zodra Gisselle hen zag, veranderde haar stemming.

'Ta-da!' riep ze, toen ze uit de auto stapte. Mevrouw Penny klapte in haar handen en holde naar beneden om haar te omhelzen. Alle meisjes verdrongen zich om haar heen en overstelpten haar met vragen: Hoe is het gebeurd? Wanneer heb je het voor het eerst gemerkt? Deed het pijn? Wat hebben de dokters gezegd? Wat zei je moeder? Hoever heb je gelopen?

'Ik ben nog een beetje zwak,' verklaarde Gisselle, leunend op Samantha. 'Kan iemand mijn jasje halen?' vroeg ze zacht en bijna smekend. 'Ik heb het in de auto laten liggen.'

'Ik haal het wel,' zei Vicki, en rende weg.

Ik sperde mijn ogen open. Hoe kwam het toch dat niemand behalve ik door Gisselle heenkeek? Waarom wilden ze allemaal zo graag door haar worden ingepakt, zich door haar voor de gek laten houden, voor schut worden gezet? Ze verdienden het zo onheus door haar te worden bejegend; ze verdienden het om te worden gebruikt en misbruikt en gemanipuleerd, dacht ik, en ik beloofde mezelf dat ik mijn ogen zou sluiten voor alles behalve mijn schilderkunst.

De eerste dag van onze terugkomst liep ik dan ook haastig en vol verwachting naar school. Ik verheugde me op de schilderles van juffrouw Stevens. Ik wist zeker dat ze me zou vragen na schooltijd te blijven, en dan zouden we heel lang kunnen praten over onze vakanties. In mijn hart was ik juffrouw Stevens gaan beschouwen als mijn oudere zus. Op een dag, besloot ik, zou ik haar dat ook vertellen.

Maar zodra ik het gebouw binnenkwam en door de gang naar mijn klas liep, voelde ik dat er iets aan de hand was. Ik voelde het toen ik hier en daar kleine groepjes meisjes zag, die stonden te fluisteren en naar me staarden als ik langsliep. Zonder dat ik wist waarom, begon mijn hart sneller te kloppen, en ik kreeg een onbehaaglijk gevoel in mijn maag, alsof er honderden bijen in rondvlogen. Ik was vroeger op school dan de anderen, dus had ik ruim de tijd. Het was trouwens toch al mijn bedoeling geweest om even bij juffrouw Stevens langs te gaan en haar goedendag te zeggen. Ik holde naar het schilderlokaal, verwachtend haar met opgestoken haar en een stralende glimlach te zien staan.

Maar in plaats daarvan zag ik een oudere man in een schilderskiel. Hij zat aan de lessenaar en keek een paar tekeningen van leerlingen door. Hij keek verbaasd op en ik staarde om me heen. 'Goedemorgen,' zei hij.

'Goedemorgen. Is juffrouw Stevens er nog niet?' vroeg ik.

Zijn glimlach verdween, ik vrees dat juffrouw Stevens niet meer terugkomt. Mijn naam is Longo. Ik ben haar vervanger.'

'Wat?' Even kwamen die woorden me volslagen belachelijk voor. Met een ongelovige glimlach en bonzend hart bleef ik staan.

'Ze komt niet meer terug,' zei hij wat fermer. 'Ik neem aan dat je een leerlinge van de schilderklas bent?'

Ik knikte. 'Het kan niet waar zijn. Waarom komt ze niet meer terug? Waarom niet?' vroeg ik.

Hij ging rechtop zitten. 'Ik ken de details niet, mademoiselle...'

'Dumas. Wat voor details?'

'Zoals ik al zei, ik weet het niet, maar...'

Ik wachtte niet tot hij uitgesproken was en holde het lokaal uit, de gang door. Ik was volkomen in de war en de tranen rolden over mijn wangen. Geen juffrouw Stevens? Was ze weg? Hoe kon ze zoiets doen zonder het mij te vertellen? Waarom had ze me dat niet verteld? Ik werd bijna hysterisch. Ik wist niet meer waar ik naartoe holde; ik rende van het ene eind van het gebouw naar het andere. Ik liep een hoek om en weer terug naar de voorkant. Toen ik er bijna was, hoorde ik Gisselles schrille lach. Ze was omringd door meisjes die het verhaal van haar wonderbaarlijke genezing wilden horen. Ik ging langzamer lopen tot ik bij hen was. De groep week uiteen, zodat Gisselle en ik tegenover elkaar stonden.

'Ik heb het net gehoord,' zei ze.

Ik schudde mijn hoofd. 'Wat heb je gehoord?'

iedereen heeft het erover. Je juffrouw Stevens is ontslagen.'

'Dat kan niet. Ze was een fantastische lerares. Het is onmogelijk.'

'Ik denk dat ze niet ontslagen is vanwege haar lesgeven,' zei Gisselle, en keek met een veelbetekenende blik naar de anderen, die zelfingenomen lachten.

'Wat is er dan gebeurd? Is ze ontslagen omdat ze me geholpen heeft tijdens de hoorzitting?' vroeg ik. 'Ik wil dat iemand het me vertelt. Wie weet het?'

Even was het stil. Toen kwam Deborah Peck naar voren. 'Ik ken de details niet,' zei ze, naar de anderen kijkend, 'maar haar ontslag had iets te maken met immoraliteit.'

immoraliteit? Wat voor immoraliteit?' Ze lachten alleen maar als antwoord. Ik draaide me met een ruk om naar Gisselle.

'Je moet mij niet de schuld geven,' riep ze uit. 'De IJzeren Dame heeft het zelf ontdekt.'

'Wèt ontdekt? Er viel niets te ontdekken.'

'Ontdekt waarom ze nooit met mannen uitging,' zei Deborah. 'En waarom ze les wilde geven aan een meisjesschool.' De anderen giechelden. Mijn hart

stond even stil, en begon toen weer hard en kwaad te kloppen.

'Het zijn leugens, allemaal leugens."

'Ze is er toch niet meer?' zei Deborah. De bel ging. 'We moeten naar de klas. Niemand wil de eerste dag al een slechte aantekening krijgen.'

De groep verspreidde zich.

'Leugens!' schreeuwde ik tegen hen.

'Maak je niet belachelijk,' zei Gisselle. 'Ga nou maar naar de klas. Ben je niet blij? Je bent weer terug in je geliefde Greenwood!'

'Dat heb jij gedaan!' zei ik beschuldigend. 'Op de een of andere manier heb jij dit bewerkstelligd, hè?'

'Hoe zou ik dat kunnen?' Ze hief haar armen op en keek naar Vicki, Samantha, Jackie en Kate. 'Ik was er niet eens toen het gebeurde. Zie je nou dat ze mij altijd van alles de schuld geeft?'

Ze staarden me allemaal aan. Ik schudde mijn hoofd en deed een stap achteruit. Toen draaide ik me om en holde de gang af naar het kantoor van mevrouw Ironwood. Mevrouw Randle keek verbaasd op toen ik binnenholde.

'Ik wil mevrouw Ironwood spreken,' zei ik.

'Je moet een afspraak maken, kind,' antwoordde mevrouw Randle.

'Ik wil haar nü spreken!' eiste ik.

Ze leunde achterover, geschokt door mijn aandringen. 'Mevrouw Ironwood heeft het heel druk, omdat de school vandaag weer opengaat, en -'

'NU!' schreeuwde ik.

De deur van mevrouw Ironwoods kantoor ging open en ze verscheen met een woedend gezicht op de drempel.

'Wat heeft dit te betekenen?'

'Waarom is juffrouw Stevens ontslagen?' vroeg ik. 'Was het omdat ze me geholpen heeft op de hoorzitting? Is dat zo?'

Mevrouw Ironwood keek naar mevrouw Randle en trok haar schouders naar achteren.

'Om te beginnen,' zei ze, 'is dit niet de tijd en de plaats om dergelijke kwesties te bespreken, zelfs al zou zoiets passend zijn met een leerlinge, wat niet het geval is. Ten tweede, wie denk je wel dat je bent, dat je hier binnen komt stormen en eisen aan mij stelt?'

'Het is niet eerlijk,' zei ik. 'Waarom moet u het op haar afreageren? Het is niet eerlijk. Ze was een fantastische lerares. Wilt u geen goede docenten hebben? Trekt u zich er dan helemaal niets van aan?'

'Natuurlijk trek ik het me aan, net als jouw brutaliteit,' zei ze. Ik veegde de tranen van mijn wangen en bleef staan. Ze leek zich een beetje te laten vermurwen. 'Het faculteitsbeleid is jouw zaak niet, maar ik kan je wel vertellen dat juffrouw Stevens niet is ontslagen. Ze heeft zelf ontslag genomen.'

'Ontslag genomen?' Ik schudde mijn hoofd. 'Ze zou nooit...'

'Ik verzeker je dat ze ontslag heeft genomen.' De bel van het verzamel- lokaal ging. 'Dat was de laatste bel. Je bent te laat. Twee slechte aantekeningen,' snauwde ze. Toen draaide ze zich met een ruk om, ging terug naar

haar kamer, deed de deur achter zich dicht en liet me verward en ontdaan achter.

'Ik zou maar gauw naar je klas gaan, voor je het nog erger maakt,' waarschuwde mevrouw Randle.

'Ze zou nooit zelf ontslag nemen,' hield ik vol, maar ging toen gehoorzaam naar mijn klas.

Later op de dag kreeg ik de roddeltjes te horen en vernam dat juffrouw Stevens inderdaad zelf ontslag had genomen. Ze was beschuldigd van immoreel gedrag en was voor de keus gesteld om ontslag te nemen of te worden beschuldigd en een afschuwelijk proces te ondergaan. Er werd verteld dat een van de leerlingen had opgebiecht dat ze door juffrouw Stevens verleid was. Niemand wist wie die leerlinge was natuurlijk, maar ik had zo mijn vermoedens.

Gisselle had niet voldaner kunnen kijken, en mevrouw Ironwood had haar revanche.