***

4. MIJN ZUSTERS HOEDSTER

Op de eerste dag leek het leven op school in Greenwood niet veel te verschillen van elke andere school, behalve natuurlijk dat er geen jongens in de gangen en klassen waren. Maar ik was onder de indruk van het feit dat alles er zo schoon en nieuw uitzag. De marmeren vloeren in de gangen glommen. Op onze lessenaars was bijna geen krasje te zien, en in tegenstelling tot de meeste andere scholen waren er op geen van de stoelen of andere meubels tekenen te bespeuren van raadselachtige graffiti of woede en teleurstelling.

Onze docenten maakten de reden daarvoor overduidelijk zodra we in hun klas zaten. Ze begonnen allemaal met een korte toespraak, dat het zo belangrijk was onze school netjes en nieuw te houden. Hun stemmen dreunden alsof ze zeker wilden weten dat mevrouw Ironwood hen zou horen. Bijna elke docent wilde duidelijk maken dat het zijn of haar taak was het lokaal keurig in orde te houden, en dat hij of zij van plan was die taak tot een goed einde te brengen.

'Als ze dat niet doen,' fluisterde Jackie me in het oor, 'laat de IJzeren Dame ze geselen.'

De lessen verveelden Gisselle, maar zelfs zij was ervan onder de indruk hoe gehoorzaam alle leerlingen waren als het erop aankwam het gebouw smetteloos schoon te houden. Zodra iemand een stukje papier op de grond zag liggen, bleef ze staan om het op te rapen. Dezelfde aandacht voor reinheid heerste in de kantine. AI was het nog te vroeg om al een oordeel te vellen, toch leek het of het schoolleven in Greenwood een decorum en een ordelijkheid bezat, waarbij vergeleken de school in New Orleans een soort heksenketel leek, ondanks het feit dat het een van de beste scholen in de stad was.

Volgens mijn rooster had ik na de eerste twee lessen een studieperiode. Gisselle, die vorig jaar voor algebra was gezakt, moest de leerstof in Greenwood herhalen. Toen we voor het eerst in het hoofdgebouw kwamen, had ik haar naar haar klassen gereden, maar aan het eind van de tweede periode kwam Samantha als afgesproken op het toneel en bood aan het over te nemen.

'Hierna hebben we de volgende drie klassen samen,' zei Samantha. Gisselle was kennelijk ingenomen met het voorstel.

'Goed,' zei ik. 'Maar pas op dat je door mijn zus niet te laat komt.'

'Als ik te laat kom, omdat ik meer tijd nodig heb om te doen wat ik moet doen, zullen ze gewoon begrip moeten tonen,' beweerde Gisselle. Ik kon zien dat ze nu al van plan was in de toiletten te treuzelen, misschien een sigaret te roken.

'Ze brengt je in moeilijkheden, Samantha,' waarschuwde ik, maar ik had net zo goed tegen de muur kunnen praten. Op de een of andere manier had mijn zuster met een handomdraai dit naïeve meisje tot een trouwe dienares weten te maken. Ik had medelijden met Samantha; ze had weinig idee van wat haar te wachten stond voordat Gisselle genoeg van haar kreeg.

Ik liet ze alleen en ging haastig naar mijn studielokaal. Maar toen ik ging zitten om mijn nieuwe opgaven te bekijken, kwam de docent van het studielokaal naar me toe en zei dat mevrouw Ironwood me wilde spreken.

'Haar kantoor is aan het eind van de gang rechts, een korte trap op. Daar is haar kantoor,' vertelde hij. 'Kijk niet zo ongerust,' zei hij lachend. 'Ze praat vaak met nieuwe leerlingen.'

Toch was ik zenuwachtig. Mijn hart bonsde toen ik door de rustige gang naar de trap liep. Een kleine, mollige vrouw met een dubbelfocusbril met een grijs montuur stond bij een archiefkast en draaide zich om toen ik haar kantoor binnenkwam. Op het naamplaatje op haar bureau stond MEVROUW RANDLE. Ze keek even naar me en liep toen naar haar bureau om een stukje papier te raadplegen.

'Ben jij Ruby Dumas?' vroeg ze.

'Ja, mevrouw.'

Ze knikte met een strak, ernstig gezicht, en liep naar de deur van de kamer van mevrouw Ironwood. Ze klopte zachtjes, deed de deur open en kondigde me aan.

'Laat haar maar binnen,' hoorde ik.

'Hierheen, Ruby.' Ze deed een stap opzij en ik liep het kantoor van mevrouw Ironwood binnen.

Het was een grote kamer, maar heel sober, met donkergrijze gordijnen, een lichtgrijs kleed, een groot, donkerbruin bureau, twee harde houten stoelen en een stijf antracietkleurig bankje tegen de rechterwand. Daarboven hing het enige schilderij in de kamer, weer een portret van Edith Dilliard Clairborne, en net als op alle andere afbeeldingen in officiële kleding, op een stoel met hoge rug in een tuin- of studeerkamer. Aan de andere muren hingen gedenkplaten en prijzen, prijzen die waren gewonnen door leerlingen van Greenwood voor gelegenheden die gingen van debatteren tot welsprekendheid.

Hoewel er een grote vaas met rode en roze rozen op haar bureau stond, rook de kamer als de spreekkamer van een arts, met een indringende geur van ontsmettingsmiddelen. Het kantoor zag eruit of het angstvallig was schoongemaakt; de ramen waren zo helder dat het leek of ze wijdopen stonden.

Mevrouw Ironwood zat rechtop achter haar bureau. Ze liet haar bril zakken en keek me lange tijd aan, bestudeerde me of ze elk detail van mijn gezicht en figuur in haar geheugen wilde prenten. Ze gaf geen enkel blijk van goedkeuring. Haar ogen bleven kil en analyserend, haar lippen waren op elkaar geklemd.

'Ga zitten,' zei ze, knikkend naar een van de harde stoelen. Ik liep er snel heen en hield mijn boeken op schoot.

'Ik heb je hier laten komen,' begon ze, 'opdat we zo snel mogelijk tot een vergelijk kunnen komen.'

'Een vergelijk?'

De rechterhoek van haar mond ging omlaag. Ze tikte met een potlood op een dikke map die op haar bureau lag.

'Dit is jouw dossier,' ging ze verder. 'Daaronder ligt dat van je zuster. Ik heb ze allebei aandachtig bestudeerd. Behalve je schoolprestaties bevat het dossier belangrijke persoonlijke informatie.

ik moet je zeggen,' zei ze, achteroverleunend, 'dat ik een lang en verhelderend gesprek heb gehad met je stiefmoeder.'

'O,' zei ik, en mijn stem klonk een paar octaven lager. Ze fronste haar donkere wenkbrauwen. Omdat ze Daphne mijn stiefmoeder had genoemd in plaats van mijn moeder, was het duidelijk dat Daphne haar had verteld over mijn leven als Cajun.

'Ze heeft me verteld over je... onfortuinlijke omstandigheden en hoe gefrustreerd ze is omdat ze er niet in geslaagd is het soort veranderingen in je te bewerkstelligen die nodig zijn voor je overgang van een tamelijk achterlijk naar een beschaafd leven.'

'Mijn leven is nooit achterlijk geweest, en in mijn huidige leven is veel onbeschaafds,' zei ik vastberaden.

Ze kneep haar ogen samen, haar lippen verbleekten toen zij ze straktrok. ik kan je verzekeren dat niets in het leven in Greenwood onbeschaafd is.

We hebben de trotse traditie dat we de beste families in onze maatschappij dienen, en ik ben van plan erop toe te zien dat het zo blijft,' zei ze snel en op scherpe toon. 'De meesten van onze meisjes zijn van goede familie en weten hoe ze zich moeten gedragen in de society.

'Welnu,' vervolgde ze, terwijl ze haar bril opzette en mijn dossier opensloeg, 'je prestaties op school bewijzen dat je een uitstekende leerlinge bent. Je beschikt over goed ruw materiaal dat ontwikkeld kan worden. Ik heb ook gezien dat je enig talent hebt. Ik verheug me erop dat hier tot bloei te zien komen.

'Maar dit alles zal nergens toe dienen als je sociale vaardigheden, je persoonlijke gewoonten, in gebreke blijven.'

'Dat doen ze niet,' zei ik snel. 'Hoe u ook denkt over de wereld waarin ik ben opgegroeid, en wat mijn stiefmoeder u ook verteld heeft.'

Ze schudde haar hoofd en vuurde haar woorden als kogels op me af.

'Wat je stiefmoeder me heeft verteld,' zei ze, 'blijft binnen deze muren. Ik heb je hier laten komen om je dat aan het verstand te brengen. Het ligt aan jou om ze hier opgesloten te laten. Ongeacht de omstandigheden van je geboorte en je jeugd, hoor je nu tot een gedistingeerde familie, en je hebt een verplichting ten opzichte van de naam van die familie. Wat je gewoonten, praktijken en gedrag ook zijn geweest vóór je leven in New Orleans, ze mogen hun lelijke kop hier in Greenwood niet opsteken.

'Ik heb je stiefmoeder beloofd scherper op jou te letten dan op de andere aan mijn hoede toevertrouwde meisjes. Ik wil dat je je daarvan goed bewust bent.'

'Dat is niet eerlijk. Ik heb niets gedaan om een andere behandeling te verdienen,' klaagde ik.

'En ik ben vastbesloten het zo te houden. Als ik een ouder van een van mijn leerlingen iets beloof, zorg ik ervoor dat ik die belofte houd.

'En daarmee kom ik op je zuster,' zei ze, terwijl ze mijn dossier opzij legde en dat van Gisselle opende. 'Haar schoolprestaties zijn teleurstellend, om het zacht uit te drukken, evenals soms haar gedrag in het verleden. Ik besef dat ze nu een ernstige handicap heeft, en ik heb een paar aanpassingen aangebracht om haar leven hier comfortabel en succesvol te maken, maar je moet goed begrijpen dat ik jou verantwoordelijk stel voor haar succes en haar gedrag.'

'Waarom?'

Ze bekeek me met haar keiharde ogen.

'Omdat jij de volle beschikking over je ledematen hebt en omdat je vader zo sterk in je gelooft,' antwoordde ze. 'En omdat je intiem en invloedrijk genoeg bent met je zuster om haar te kunnen adviseren.'

'Gisselle volgt mijn adviezen niet op en luistert meestal zelfs niet naar me. Ze is onafhankelijk, en wat haar handicap betreft, ze maakt daar vaak een handig gebruik van,' zei ik. 'Ze heeft geen aanpassingen nodig, maar discipline.'

'Ik geloof dat ik de aangewezen persoon ben om dat te beoordelen,' zei mevrouw Ironwood. Ze zweeg even en staarde me aan, terwijl ze zachtjes knikte. 'Ik begrijp wat je stiefmoeder bedoelt: Je hebt de onafhankelijkheid en de koppigheid van de Cajun, en een wildheid die in toom moet worden gehouden.

'Wel, dit is de plaats waar dat zal gebeuren,' dreigde ze, naar voren leunend.

ik wil dat jij je schoolprestaties op peil houdt; ik wil dat de prestaties van je zuster verbeteren; ik wil dat jullie beiden je goed gedragen en onze voorschriften tot op de letter nakomen. Aan het eind van dit jaar wil ik dat je moeder onder de indruk is van de veranderingen in je karakter.' Ze zweeg en wachtte op mijn antwoord, maar ik hield mijn lippen stijf op elkaar, uit angst voor wat ik eruit zou kunnen flappen.

'Het gedrag van je zuster tijdens de oriëntatiebijeenkomst was abominabel. Ik heb het alleen genegeerd, omdat ik eerst dit gesprek met jou wilde hebben. De volgende keer dat ze zich slecht gedraagt, roep ik jullie beiden op het matje. Begrepen?'

'U bedoelt dat ik gestraft word voor de dingen die mijn zuster doet?'

'Jij bent nu je zusters hoedster, of je dat prettig vindt of niet.'

De tranen brandden achter mijn oogleden. Een soort verlammende verdoofdheid maakte zich van me meester als ik bedacht hoe tevreden Daphne zich zou voelen in de wetenschap wat ze in Greenwood voor me had klaargestoofd. Ze scheen vastbesloten voor obstakels in mijn leven te zorgen, ongeacht waar of wat. Ook al had ik erin toegestemd hierheen te gaan, zodat Gisselle en ik bij haar vandaan waren, wat precies was wat ze wilde, toch was ze nog niet tevreden. Ze bleef me het leven zuur maken.

'Heb je nog vragen?' vroeg mevrouw Ironwood.

'Ja,' zei ik. 'Als ik degene ben die uit een achterlijke wereld komt, waarom word Ik dan verantwoordelijk gesteld?'

De vraag leek haar even van haar stuk te brengen. Ik zag zelfs een flikkering van appreciatie in haar ogen omdat ik zo ad rem was.

'Ondanks je achtergrond,' antwoordde ze langzaam, 'schijn je over beter materiaal te beschikken, over meer mogelijkheden. Ik richt me tot dat deel van je. Voorlopig lijdt je zuster nog onder haar ongeluk en handicap. Ze is niet klaar voor dit soort gesprekken.'

'Gisselle zal nooit klaar zijn voor dit soort gesprekken. Dat was ze vóór haar ongeluk ook niet,' zei ik.

'Goed, dan zal het dus jouw taak zijn om haar zover te krijgen, nietwaar?' zei mevrouw Ironwood met een kil lachje. Ze stond op. 'Je kunt nu teruggaan naar het studielokaal.'

Ik stond op en liep het kantoor uit. Mevrouw Randle nam me met een snelle blik op toen ik langskwam. Uiterlijk had ik me goed weten te houden, maar ik beefde over mijn hele lichaam, zodat ik nauwelijks een pas kon verzetten. Ik wist zeker dat papa niet wist wat Daphne in Greenwood had verteld. Als hij dat had geweten, zou hij ons waarschijnlijk niet hier naartoe hebben gebracht. Ik kwam in de verleiding hem te bellen en het hem te vertellen, maar ik vermoedde dat Daphne wel een manier zou vinden om mij de schuld te geven en te zeggen dat ik ondankbaar was voor deze kans en Gisselle de mogelijkheid ontnam om beter te worden.

Gefrustreerd, overschaduwd door een zwarte wolk van wanhoop, ging ik mokkend achter mijn lessenaar in het studielokaal zitten. Ondanks de hartelijkheid van de meesten van mijn nieuwe docenten, bleef de sombere stemming waarin ik verkeerde na mijn gesprek met de IJzeren Dame de rest van de ochtend en het grootste deel van de middag hangen. Ik voelde me pas weer wat beter toen ik het schilderlokaal van Rachel Stevens binnenkwam, mijn laatste les. Hier zag ze er meer uit als een schilderes en heel wat meer op haar gemak, met loshangend haar, een schilderskiel over een korte rok en lichtroze blouse. De schilderles was facultatief en daarom waren er nog minder leerlingen dan in de verplichte lessen. We waren met ons zessen, wat juffrouw Stevens prettig vond.

Ik wist niet dat, waar Daphne zich met de school in verbinding had gesteld om mevrouw Ironwood een doekje open te doen over mijn verleden, papa ervoor had gezorgd dat de school en mijn schilderlerares op de hoogte waren van mijn bescheiden successen. Juffrouw Stevens was zo vriendelijk me niet in verlegenheid te brengen tegenover de anderen, maar toen ze ons het lesrooster had uitgelegd en elk meisje een werkboek had gegeven om te bekijken, kwam ze naar mij toe en vertelde me wat ze wist.

'Ik vind het geweldig dat er al een paar van je schilderijen in een galerie hangen,' zei ze. 'Wat teken en schilder je het liefst? Dieren? Of misschien landschappen?'

ik weet het niet. Ik geloof het wel,' zei ik.

ik ook. Weet je wat ik graag zou willen - als je het ermee eens bent - dat we op een zaterdag samen naar de rivier gaan en onderwerpen zoeken die we kunnen schilderen. Voel je daar iets voor?'

'Graag,' antwoordde ik. Mijn depressie was op slag verdwenen. Juffrouw Stevens was uitbundig en enthousiast. Het werkte aanstekelijk, en ik voelde weer de behoefte om uiting te geven aan mijn gevoelens via mijn tekeningen en schilderijen. Er was de laatste tijd zoveel in mijn leven gebeurd om mijn aandacht af te leiden van mijn kunst. Misschien kon ik me er nu weer met alle energie en vastberadenheid op toeleggen.

Terwijl de anderen het werkboek bestudeerden, bleef juffrouw Stevens met me praten en algauw had ik met haar een persoonlijkere band dan met de andere docenten.

in welk studentenhuis woon je?' vroeg ze. Ik vertelde het haar, en zei dat Gisselle in een rolstoel zat. 'Tekent en schildert zij ook?'

'Nee.'

'Ik wed dat ze trots op je is. Ik denk dat je hele familie wel erg trots op je is. Je vader in ieder geval wèl, dat weet ik,' zei ze met een glimlach. Ze had blauwe ogen die warmte uitstraalden en sproeten op haar wangen, aan beide kanten tot aan haar slapen omhooglopend. Haar lippen waren bijna oranje en ze had een kuiltje in haar kin.

Liever dan iets onaangenaams te zeggen over Gisselle of Daphne, knikte ik alleen maar.

'Ik ben net zo begonnen,' vertelde ze me. 'Ik ben opgegroeid in Biloxi, dus tekende en schilderde ik voornamelijk zeegezichten. Toen ik op college was, heb ik een schilderij verkocht via een galerie,' zei ze trots. 'Maar sindsdien heb ik nooit meer iets verkocht.' Ze lachte. 'Toen drong het tot me door dat ik beter les kon gaan geven als ik wilde eten en een dak boven mijn hoofd hebben.'

Ik vroeg me af waarom iemand die zo aantrekkelijk, lief en talentvol was, het huwelijk niet als een ander alternatief beschouwde.

'Hoe lang geeft u al schilderles?' vroeg ik. Een snelle blik op de andere meisjes zei me dat ze jaloers waren dat ik zoveel tijd in beslag nam van onze nieuwe lerares.

'Pas twee jaar. Op een openbare school. Maar dit is een fantastische baan. Ik kan mijn leerlingen hier zoveel individuele aandacht geven.'

Ze keek naar de anderen. 'We zullen een heel prettige tijd hebben samen,' verklaarde ze. ik vind het niet erg als jullie wat muziek mee willen brengen om tijdens het werk naar te luisteren, als we die maar niet te hard spelen en de andere lessen storen.'

Ze keek nog even met een hartelijke glimlach naar mij en ging toen verder met het beschrijven van wat ze zich ten doel stelde met deze cursus en dat ze van plan was ons eerst te leren tekenen, dan aquarelleren en dan schilderen met olieverf. Ze beschreef wat we met klei zouden doen, hoe we de pottenbakkersoven moesten gebruiken en wat voor kunstwerken ze hoopte dat we zouden maken. Ze was zo enthousiast, dat ik teleurgesteld was toen de bel ging voor het eind van de dag, maar ik wist dat ik niet kon treuzelen. Gisselle zou in haar klas op me wachten zodat ik haar terug kon rijden naar het studentenhuis.

Maar toen ik daar kwam, was ze al weg. Abby stond aan het eind van de gang te zwaaien en kwam haastig naar me toe.

'Zoek je Gisselle?'

'Ja.'

'Ik heb gezien dat Samantha haar naar buiten reed. Kate en Jackie waren er ook bij. Hoe was je eerste dag?'

'Goed, behalve een confrontatie met de IJzeren Dame.' Ik vertelde haar over het gesprek toen we naar onze kamers liepen.

'Als ik bij haar zou worden geroepen, zou ik doodsbang zijn. Ik zou denken dat het maar één ding kon betekenen: dat ze mijn achtergrond ontdekt had,' merkte Samantha op.

'Zelfs al was dat zo, dan zou ze het niet wagen

'Het is me al eerder overkomen.' zei Abby zelfverzekerd. 'Het zal ongetwijfeld wéér gebeuren.'

Ik wilde iets opbeurends zeggen en haar geruststellen, maar de IJzeren Dame had me in een gedeprimeerde stemming gebracht. Toen we over het pad naar het woongebouw liepen, zwegen we allebei, tot we het geluid van een grasmaaier hoorden en rechts van ons Buck Dardar zagen. Hij zag ons ook en minderde vaart om naar ons te kijken.

'Mr. Mud,' zei Abby. We konden weer lachen en liepen wat opgewekter verder. We riskeerden een reprimande en zwaaiden naar hem. Hij knikte, en zelfs op deze afstand konden we het wit van zijn tanden zien toen hij glimlachte. Lachend gaven we elkaar een hand en holden naar het studentenhuis.

We waren maar een minuut of tien later dan Gisselle en de anderen, maar Gisselle stelde zich aan of het een uur later was.

'Waar was je?' klaagde ze, zodra ik in onze kamer kwam.

'Waar ik was? Waarom moest jij na de laatste les zo haastig weg? Ik had je gezegd dat ik zou komen.'

'Je liet me eindeloos lang wachten. Hoe denk je dat ik me voel in die stomme stoel terwijl alle anderen naar buiten hollen? Ik wil niet als een soort meubelstuk zitten wachten.'

'Ik ben direct na de bel gekomen. Ik heb maar één ogenblik met mijn lerares gesproken.'

'Het was heel wat langer dan een minuut, en ik moest naar het toilet! Jij kan gaan en staan waar en wanneer je wilt. Je weet hoe moeilijk het voor me is de eenvoudigste dingen te doen. Dat weet je, en toch sta jij te teuten met je lerares,' zei ze.

'Oké, Gisselle,' antwoordde ik, uitgeput door haar voortdurende gezeur. 'Het spijt me.'

'Ik bof dat ik nu andere vriendinnen heb die voor me zorgen. Een enorme bof.' 'Oké.'

Ik had me eerlijk gezegd nooit gerealiseerd wat een geluk ik had gehad in New Orleans met een eigen kamer, met muren die ons van elkaar scheidden. 'Hoe waren de lessen?' vroeg ik, om van onderwerp te veranderen.

'Vreselijk. De klassen zijn zo klein, de docenten kijken over je schouder en controleren alles wat je doet. Je kan hier niets ongestraft doen!'

Ik lachte.

'Wat vind je zo grappig, Ruby?'

'Ik denk dat je nu misschien betere cijfers zult krijgen,' zei ik.

'Ach, schei toch uit. Het heeft geen zin om met jou te praten,' zei ze. 'Jij gaat nu natuurlijk meteen je huiswerk maken, hè?'

'Abby en ik gaan inderdaad ons huiswerk maken, dan hebben we het maar achter de rug.'

'Leuk, hoor! Jullie zullen allebei tot de beste leerlingen van Greenwood horen en op tientallen theemiddagen worden uitgenodigd,' zei ze spottend en reed naar de kamer van Jackie en Kate.

Mevrouw Ironwood had gezegd dat ik verantwoordelijk was voor Gisselle en haar gedrag? Ik kon net zo goed proberen de gewoonten van een muskusrat te veranderen of een alligator te temmen, dacht ik.

Onze eerste week in Greenwood vloog voorbij. Dinsdagavond schreef ik brieven aan Paul en oom Jean, waarin ik alles vertelde. Woensdagavond belde Beau. Vlakbij onze afdeling was een telefoon die we mochten gebruiken. Jackie kwam naar onze kamer om te zeggen dat er telefoon voor me was.

'Als het papa is, wil ik hem ook spreken,' zei Gisselle, die niets liever wilde dan haar reeks klachten voortzetten.

'Het is je vader niet,' zei Jackie. 'Het is een zekere Beau.'

'Dank je,' zei ik, en holde de kamer uit naar de telefoon, voordat Gisselle weer een van haar valse opmerkingen kon maken waar Jackie bij was.

'Beau!' riep ik in de hoorn.

'Ik wilde je een dag of zo met rust laten voor ik belde, om je eerst wat te laten wennen,' zei hij.

'Ik vind het heerlijk je stem te horen.'

'En ik om jouw stem te horen. Hoe gaat het?'

'Moeizaam. Gisselle heeft vanaf het eerste moment het leven tot een hel gemaakt.'

'Ik moet eerlijk zeggen dat ik haar in dat opzicht alleen maar zou willen aansporen. Als jullie allebei van school worden gestuurd, komen jullie weer hier terug.'

'Reken er maar niet op. Als we het hier niet volhouden, vindt mijn stiefmoeder vast wel een andere school voor ons, en misschien is die dan twee keer zo ver weg. Hoe gaat het bij jou op school?'

'Vervelend zonder jou, maar ik amuseer me met het footballteam en zo. Hoe is het verder bij jullie?'

'De school is mooi en de meeste docenten zijn aardig. Ik ben minder dol op de directrice. Ze is een uit steen gehouwen tiran, en Daphne heeft haar alles verteld over mijn slechte Cajun-achtergrond. Ze denkt dat ik een soort Annie Christmas ben.'

'Wie?'

'Het platbodemspook dat iemands oor kon afbijten.' Ik lachte. 'Ze denkt gewoon dat ik een slechte invloed kan hebben op haar geliefde, perfecte, creoolse jongedames.'

'O.'

'Maar ik hou van de lessen, vooral de schilderles.'

'En... jongens?'

'Die zijn er niet, Beau, weet je nog? Wanneer kom je? Ik mis je.'

'Ik probeer te regelen dat ik het volgende weekend kan komen. Het is moeilijk met die footballtraining in het weekend.'

'O, Beau, alsjeblieft, kom! Ik ga dood van eenzaamheid als je niet komt.'

ik kom wel... op een of andere manier,' zei hij. 'Natuurlijk moet ik het stiekem doen, dus vertel het aan niemand... vooral niet aan Gisselle. Het zou net iets voor haar zijn om een manier te vinden om het aan mijn ouders te laten weten.'

'Ik weet het. Die valse trek in haar karakter is alleen maar erger geworden sinds het ongeluk. O, ik heb vriendschap gesloten met een van de meisjes hier, maar ik weet niet zeker of ik haar wel aan je wil voorstellen.'

'Waarom niet?'

'Ze is erg aantrekkelijk.'

'Ik heb alleen maar oog voor jou, Ruby,' zei hij. 'Een hunkerend oog,' ging hij zachtjes verder.

Ik leunde tegen de muur en klemde de hoorn tegen mijn oor of ik een kleine baby tegen mijn wang drukte. 'Ik mis je, Beau. Heel erg,' zei ik.

'Ik mis je, Beau, heel erg,' hoorde ik de spottende stem van Gisselle. Ik draaide me met een ruk om en zag haar achter me in de gang met Samantha en Kate, allemaal lachend.

'Ga weg!' schreeuwde ik. 'Dit is een privé-gesprek.'

'Het is tegen de regels om in het woonverblijf sexy dingen te zeggen aan de telefoon,' schamperde Gisselle. 'Zie pagina veertien, alinea drie, regel twee van ons handboek.'

Kate en Samantha lachten.

'Wat is er aan de hand?' vroeg Beau.

'O, alleen maar Gisselle, zoals altijd,' zei ik. 'Ik kan niet langer praten. Ze wil me met alle geweld pesten.'

'Telefonisch met je praten is toch een marteling. Ik bel je weer zo gauw ik kan,' zei hij.

'Probeer te komen, Beau. Alsjeblieft.'

'Ik beloof het,' zei hij. 'Ik hou van je en ik mis je.'

'Ik ook,' zei ik, met een woedende blik naar Gisselle en de meisjes. 'Dag.'

Ik hing op en draaide me met een ruk om.

'Wacht maar. Wacht maar tot jij wat privacy wilt hebben,' zei ik, en liep met grote passen weg.

Kwaad zijn op Gisselle had geen enkele zin. Ze genoot er zelfs van als ik me opwond. Het was beter haar domweg te negeren. Ze vond het niet erg; ze had nu de meisjes van onze afdeling, die hun tijd vóór het huiswerk, tussen de lessen en in de kantine bij haar doorbrachten. Voortgeduwd door Samantha, met Kate en Jackie naast zich, vormden Gisselle en haar entourage al gauw een aparte eenheid, een kliek die zich zo hecht door het gebouw bewoog dat ze met onzichtbare draden aan Gisselles rolstoel verbonden leken.

De rolstoel zelf werd een soort rijdende troon, waarop Gisselle verzoeken en bevelen uitdeelde en haar oordeel gaf over andere leerlingen, docenten en activiteiten. Na school volgden de drie meisjes Gisselle gehoorzaam terug naar het studentenhuis, waar ze hof hield, hen onderrichtte in wangedrag, haar avonturen in New Orleans beschreef, en hen opstookte om te roken en hun huiswerk te verwaarlozen. Alleen Vicki, die gedreven werd door haar verlangen om academisch uit te blinken, hield zich op een afstand, iets dat Gisselle haar niet vergaf.

Geleidelijk zette Gisselle de andere meisjes tegen Vicki op. Zelfs de arme, kleine Samantha, die zich al snel ontwikkelde tot Gisselles alter ego, was steeds minder bij haar kamergenote te vinden en begon openlijk Gisselles minachting voor Vicki te imiteren. Donderdagavond liet Gisselle Samantha bij wijze van practical joke Vicki's eerste verslag over de Europese geschiedenis stelen, een verslag waar Vicki erg trots op was, omdat ze het een week vóór de vastgestelde datum klaar had. Het arme kind was wanhopig.

'Ik weet dat het bij mijn boeken in de kast lag,' hield ze vol. Ze trok aan haar haar en beet op haar lip. Gisselle en de meisjes zaten in de zitkamer en hoorden hoe ze tekeerging, zich probeerde te herinneren wat ze precies gedaan had, en waar ze het had kunnen neerleggen. Ik keek even naar Samantha's gezicht en besefte wat Gisselle had gedaan.

'Het was mijn enige exemplaar. Ik heb er uren aan besteed, uren!'

'Jou kennende, heb je het waarschijnlijk uit je hoofd geleerd,' zei Gisselle. 'Schrijf het gewoon nog eens op.'

'Maar... mijn referenties... mijn citaten...'

'O, vergeet die citaten,' zei Gisselle. 'Heeft iemand nog een paar citaten?'

Ik trok Samantha opzij, kneep haar hard in haar bovenarm.

'Heb jij het verslag van je kamergenote weggenomen?' vroeg ik.

'Het is maar een grap. We geven het haar gauw genoeg terug.'

'Het is niet grappig om iemand zoveel narigheid te bezorgen om jezelf te amuseren. Geef het meteen terug,' beval ik.

'Je doet mijn arm pijn.'

'Je doet het nü, of ik haal mevrouw Penny erbij, die het aan mevrouw Ironwood zal moeten vertellen.'

'Goed dan.' Tranen van pijn blonken in haar ogen, maar het kon me niet schelen. Als zij Gisselles slavinnetje wilde worden, zou ze de gevolgen daarvan moeten dragen.

Vicki ging terug naar haar kamer om alles weer overhoop te halen.

'Dit is niet leuk, Gisselle,' zei ik.

Ze keek naar Samantha en mij. 'Wat is niet leuk?'

'Samantha Vicki's verslag laten wegnemen.'

'Dat heb ik haar niet laten doen. Dat heeft ze zelf gedaan. Ja toch, Samantha?' Gisselles strakke blik was voldoende. Samantha knikte.

'Geef het onmiddellijk terug,' zei ik. Samantha tastte onder de bank om het verslag tevoorschijn te halen. Geschrokken keek ze op. Ze knielde op de grond en zocht.

'Het ligt er niet,' zei ze verbaasd. 'Maar daar had ik het neergelegd.'

'Gisselle?'

'Ik weet er niets van,' zei ze zelfvoldaan.

Plotseling hoorden we een gil in de kamer van Vicki en Samantha. We holden erheen en zagen Vicki huilend op bed zitten, met het doorweekte verslag op haar schoot.

'Wat is er gebeurd?'

'Zo heb ik het onder de ladenkast gevonden,' riep ze. 'Nu moet ik het weer helemaal overschrijven.' Ze keek met haat in haar ogen naar Samantha.

'Dat heb ik niet gedaan,' zei Samantha. 'Eerlijk niet.'

'Iemand heeft het gedaan.'

'Misschien heb je het zelf gedaan en probeer je nu de schuld op een van ons te schuiven,' zei Gisselle hatelijk.

'Wat? Waarom zou ik zoiets doen?'

'Om iemand in moeilijkheden te brengen.'

'Dat is belachelijk. Vooral omdat ik het helemaal zal moeten overschrijven!'

'Dan zou ik daar maar gauw mee beginnen, voordat de inkt te veel uitloopt,' stelde Gisselle voor. Ze draaide haar stoel om en de meisjes volgden haar de kamer uit.

'Abby en ik zullen je wel helpen, Vicki,' zei ik.

'Dank je, maar ik doe het zelf wel.' Ze veegde haar wangen af.

'Als je het overschrijft, breng je soms weer nieuwe correcties aan,' zei Abby.

Vicki knikte. Toen keek ze met een kille blik naar mij. 'Dit soort dingen is hier nooit eerder voorgekomen,' zei ze.

'Het spijt me,' zei ik. ik zal met Gisselle praten.'

Die avond hadden we er ruzie over. Gisselle hield vol dat ze het verslag niet in het toilet had gestopt en deed zelfs of ze zich beledigd voelde dat ik haar van zoiets kon beschuldigen, maar ik geloofde haar niet.

De volgende dag verbaasde Gisselle me met een voorstel.

'Misschien kunnen we beter niet in één kamer wonen,' zei ze. 'Zo goed kunnen we niet met elkaar opschieten, en we kunnen de andere meisjes niet goed leren kennen als we bijna voortdurend samen zijn.'

'We zijn nooit samen. Ik heb je de hele week praktisch niet gezien,' zei ik. 'Maar dat is niet mijn schuld.'

'Dat zei ik niet. Ik vind alleen dat het misschien beter is als jij je kamer deelt met Abby, die zo'n dikke vriendin van je geworden is, en ik met iemand anders.'

'Met wie?'

'Samantha,' zei ze.

'Je bedoelt dat Vicki niet meer met haar in dezelfde kamer wil wonen na die practical joke, hè?'

'Nee. Samantha wil geen kamer delen met Vicki, die zo in haar schoolwerk opgaat dat ze haar lichamelijke hygiëne verwaarloost.'

'Wat zeg je me nu?'

'Samantha zei dat Vicki twee dagen geleden ongesteld is geworden, maar dat ze zich niet de tijd heeft gegund om maandverband te kopen. Ze stopt toiletpapier in haar broek,' antwoordde Gisselle met een grimas.

'Dat geloof ik niet.'

'Waarom zou ik liegen? Vraag het haar zelf maar. Ga maar naar binnen en vraag haar wat ze in haar broek stopt. Toe dan!' krijste ze.'Gisselle! Goed, kalm maar. Ik geloof je.' 'Maar geef Samantha niet de schuld hiervan,' zei ze. 'Nou?'

'Nou wat?'

'Wil jij bij Abby intrekken en Samantha hierheen laten verhuizen of niet?'

'Maar jouw bijzondere omstandigheden dan?'

'Samantha doet alles wat ik van haar verlang,' zei Gisselle.

'Ik weet niet. Papa zal het misschien niet goedvinden.'

'Natuurlijk vindt hij het goed. Zolang het mij maar gelukkig maakt,' voegde ze er glimlachend aan toe.

'Ik weet niet hoe Abby erover denkt,' zei ik zachtjes. In mijn hart vond ik het een heel aantrekkelijk idee.

'Natuurlijk vindt ze het prachtig. Jullie tweeën zijn net... zusjes geworden,' zei Gisselle, terwijl ze me scherp aankeek. Was het jaloezie en afgunst in haar ogen of doodgewone haat?

'Ik zal er met Abby over spreken,' zei ik. ik kan altijd nog terugkomen als het niet gaat. Maar hoe moet het dan met al die andere dingen, die je met alle geweld mee wilde nemen? Misschien is er geen ruimte meer voor mijn spullen in Abby's kamer.'

'Ik zal mevrouw Penny een paar dingen laten opslaan, zoals ze in het begin heeft voorgesteld,' antwoordde Gisselle snel. Blijkbaar was ze bereid elk obstakel uit de weg te ruimen om haar zin te krijgen. 'Zoveel heb jij trouwens niet.'

'Ik weet wel waarom je me kwijt wilt,' zei ik streng. 'Je wilt niet dat ik je aan je hoofd zeur over je huiswerk. Maar dat ik in een andere kamer woon, wil nog niet zeggen dat ik niet mijn best zal doen om je goede cijfers te laten halen, Gisselle.'

Ze zuchtte diep.

'Goed dan. Ik beloof je dat ik harder zal werken. Samantha is toevallig ook een goede leerlinge, weet je. Ze heeft me al enorm geholpen met wiskunde.'

'Je huiswerk voor je gemaakt, bedoel je. Daar schiet je niet zo gek veel mee op,' zei ik. Gisselle rolde met haar ogen.

Ik had haar nooit iets verteld over mijn gesprek met mevrouw Ironwood op die eerste schooldag. Ik was bang dat ze woedend zou worden en naar huis zou willen als ze wist wat er gezegd was, dat ik voor haar verantwoordelijk was. Maar ik kwam in de verleiding het haar nu te vertellen.

'Als jij slecht werk levert, krijg ik op een of andere manier de schuld,' zei ik.

'Waarom? Jij krijgt heus wel goeie cijfers. Die krijg je altijd,' mompelde

ze.

'Het wordt van me verwacht,' zei ik, en beschreef in grote trekken mijn gesprek met mevrouw Ironwood. Natuurlijk begreep Gisselle het niet.

'Nou, ik verwacht het niet! Zie je wel, je zeurt wèl! Ik heb behoefte aan verandering. Ik wil ook andere mensen leren kennen.'

'Goed, Gisselle. Rustig maar. Je zult alle meisjes hier kunnen ontvangen.'

'Ga je het Abby vragen?'

'Ja," zei ik. Misschien had ik niet zo grif moeten toegeven, maar het vooruitzicht aan haar te ontsnappen was té mooi. Ik ging weg en besprak Gisselles voorstel met Abby, die blij was met die oplossing.

Die avond verhuisden we. In plaats van beledigd te zijn, was Vicki kennelijk opgelucht over het feit dat ze een kamer alleen kreeg. Ze hielp Samantha zelfs haar eigendommen over te brengen. Natuurlijk moesten we het mevrouw Penny vertellen, die eerst erg bezorgd keek, maar snel tot inkeer kwam toen ze zag hoe blij Gisselle keek.

'Zolang jullie allemaal met elkaar overweg kunnen, denk ik niet dat het er veel toe doet hoe jullie het onderling regelen,' besloot ze. 'Maar vergeet één ding niet, Gisselle: jij, je zusje en Abby gaan morgen naar mevrouw Clairborne voor de thee. We vertrekken precies om tien voor twee. Mevrouw Clairborne wil dat iedereen op tijd is.'

'Ik verheug me er nu al op,' zei Gisselle. Ze knipperde met haar oogleden en draaide met haar schouder. 'Ik heb mijn nette middagjurk en bijpassende schoenen al uitgezocht. Is lichtblauw een acceptabele kleur?'

'O, vast wel,' zei mevrouw Penny, is het niet geweldig? Ik wou dat ik weer een jong meisje was, aan het begin van het leven, met alle nieuwe ervaringen. Ik denk dat ik daarom zoveel van mijn werk houd. Het geeft me de kans om me steeds weer jong te voelen met al die lieve meisjes.'

Zodra ze buiten gehoorsafstand was, sloeg Gisselle haar handen ineen en deed haar na. Ze stelde zich vreselijk aan.

'Ik wou dat ik weer een maagd was,' riep ze uit, 'zodat ik steeds weer de liefde kon ervaren.'

Gisselles fanclub, zoals ik ze was gaan noemen, lachte en moedigde haar aan. Toen nam zij ze allemaal mee naar wat onze kamer geweest was, waar ze een nieuwe seksuele ervaring voorschotelde aan haar trouwe publiek. Ik was blij dat ik de deur achter me dicht kon doen en me terugtrekken in de rust van Abby's kamer, die nu ook de mijne was geworden.

Die avond lagen we uren wakker en vertelden elkaar verhalen over onze jeugd. Ze vond het heerlijk om verhalen te horen over grootmama Catherine en haar werk als traiteur. Ik legde uit wat een genezer betekende voor de Cajuns en met welke magie grootmama mensen kon genezen van hun kwaaltjes en angsten.

'Je boft dat je een grootmoeder hebt gehad,' zei Abby. 'Ik heb geen van mijn grootouders ooit gekend. Omdat we zo vaak zijn verhuisd, heb ik niet veel contact gehad met iemand van mijn familie. Gisselle heeft geen idee wat een geluk ze heeft,' voegde ze er na een ogenblik aan toe. 'Ik wou dat ik een zus had.'

'Die heb je nu,' zei ik.

Ze zweeg lange tijd en drong haar tranen terug, zoals ik ook de mijne bedwong.

'Welterusten, Ruby. Ik ben blij dat we nu kamergenootjes zijn.'

'Welterusten. Ik ook.'

Ik was gelukkig, erg gelukkig. Ik was alleen ongerust dat papa van streek zou zijn en dat iedereen me zou verwijten dat ik egoïstisch was. Maar ik verwachtte half en half dat Samantha Gisselle binnenkort wel te veel van het goede zou vinden en terug zou willen naar haar oude kamer. Ik moest hier maar van genieten zolang het kon, dacht ik, en viel voor de eerste avond sinds onze aankomst tevreden in slaap.