***

3. VRIENDINNEN

Een halfuur voordat we allemaal naar het hoofdgebouw moesten voor mevrouw Ironwoods bijeenkomst, arriveerden Abby Tyler en haar ouders. Ik vond haar de mooiste van ons allemaal. Ongeveer net zo lang als ik, maar heel slank en met een fijn gezichtje a la Audrey Hepbum. Abby had turkooizen ogen en dik, gitzwart haar, dat recht op haar schouders viel. Ze had een mooie gladde huid, die bijna mokkakleurig was, zodat ze kennelijk heel wat langer op het strand had gebivakkeerd dan wij.

Ze sprak met een zachte, melodieuze stem. Haar accent was afgemeten

en anders, met een enigszins Franse intonatie, klaarblijkelijk onder invloed van de familie van moeders kant. Ze keek naar me met een glimlach, die iets oprechts uitstraalde. Net als wij, was ze, als een van de nieuwe leerlingen van Greenwood, aarzelend en onzeker van zichzelf.

Toen ze aan alle meisjes was voorgesteld, vroeg mevrouw Penny of Abby er bezwaar tegen had als Gisselle een paar van haar spulletjes in Abby's kamer opborg. Ik wist dat Gisselle niet de schijn wilde wekken dat ze een gunst vroeg aan iemand, maar Abby was heel inschikkelijk.

'O, nee,' zei ze glimlachend tegen Gisselle. 'Kom binnen en gebruik de ruimte maar die je nodig hebt.'

'Ik vind het een naar idee om van de ene kamer naar de andere te moeten om mijn eigen dingen te halen,' jammerde Gisselle.

'Vertel me maar wanneer en watje wilt hebben, dan haal ik het wel voor je,' zei ik snel.

'O, ik kom het je graag brengen,' bood Abby aan. Ze keek naar mij met een begrijpende en medelevende blik in haar ogen, en ik voelde een onmiddellijke verwantschap met dit zachtmoedige, donkerharige meisje.

'O, leuk, hoor, ik moet bij mensen bedelen om mijn eigen spullen voor me te halen,' bleef Gisselle met schrille stem doorzeuren. Ik was bang dat ze elk moment in een van haar woedeaanvallen kon uitbarsten en papa in verlegenheid brengen.

'Je hoeft niet te bedelen. Vragen is geen bedelen,' zei ik.

ik vind het helemaal niet erg om het je te brengen,' zei Abby. 'Echt niet.'

'Waarom niet?' snauwde Gisselle terug, in plaats van dankbaar te zijn. 'Wil je oefenen om iemands dienstbode te worden?'

Het bloed trok weg uit Abby's wangen.

'Gisselle! Waarom kun je niet eens een beetje aardig zijn en iemands vriendelijkheid accepteren?'

'Omdat ik niet afhankelijk wil zijn van de vriendelijkheid van anderen,' riep ze. ik wil alleen van mijn eigen benen afhankelijk zijn.'

'O, tjeempie,' zei mevrouw Penny, die haar handen tegen haar mollige wangen drukte. 'Ik wil alleen maar dat iedereen tevreden is.'

'Het is goed, mevrouw Penny. Als Abby bereid is de ruimte in haar kamer met mijn zuster te delen, zal mijn zus erg tevreden zijn,' zei ik met een woedende blik naar Gisselle.

Gefrustreerd richtte ze zich tot papa toen al onze bagage binnengebracht was en begon tegen hem te klagen dat ze een uniform moest dragen, wat ze nog erger vond toen ze het gezien had; een vaalgrijze rok en blouse en zwarte schoenen met blokhakken. De kledingvoorschriften op de tweede pagina van onze map verboden ook elke make-up, zelfs lippenstift, evenals opvallende sieraden.

ik moet de hele dag in die afgrijselijke rolstoel zitten,' protesteerde Gisselle, 'en nu moet ik ook nog die vreselijke, ongemakkelijke kleren dragen. Ik heb de stof gevoeld. Die is te ruw voor mijn huid. En die lelijke

schoenen doen pijn aan mijn voeten. Ze zijn te zwaar.'

'Ik zal er met iemand over spreken,' zei papa, en hij liep haastig naar buiten. Een kwartier later kwam hij terug om Gisselle te vertellen dat ze onder de gegeven omstandigheden toestemming kreeg om te dragen wat haar gemakkelijk zat.

Giselle leunde mokkend achterover in haar rolstoel. Bij al haar pogingen om de dingen gecompliceerd en onze komst in Greenwood zo moeilijk mogelijk te maken, was er altijd wel iemand die een manier vond om haar te kalmeren en het pad voor haar te effenen.

Papa stond op het punt om afscheid te nemen.

'Ik weet dat het jullie goed zal gaan hier. Het enige wat ik vraag,' zei hij, naar Gisselle kijkend, 'is dat je het een eerlijke kans geeft.'

ik haat die school nu al,' viel ze uit. 'De kamer is te klein. Het is te ver naar de leslokalen. Wat moet ik doen als het regent?'

'Wat ieder ander ook doet, Gisselle. Een paraplu opsteken,' antwoordde hij, 'Je bent niet van broos porselein en je zult niet smelten.'

'Het gaat heus wel goed met ons, papa,' beloofde ik.

'Met jou,' snauwde Gisselle. 'Niet met mij.'

'Met ons allebei,' hield ik vol.

'Ik moet weg, en jullie hebben nu wel het een en ander te doen,' zei papa. Hij bukte zich om Gisselle te omhelzen. Ze wendde zich af en wilde hem geen zoen teruggeven, zelfs niet een snel zoentje op de wang. Ik zag hoe bedroefd en ongelukkig het hem maakte, zodat ik hem langer dan anders omhelsde en hem een dikke zoen gaf.

'Maak je maar geen zorgen,' fluisterde ik, met mijn armen nog om zijn hals. ik zal wel op haar passen en zorgen dat ze de aardappel niet te gauw laat vallen.' Papa wist dat het een oud Cajun-gezegde was voor het opgeven. Hij lachte.

'Ik bel jullie over een dag of zo,' beloofde hij. Hij nam afscheid van de andere meisjes en ging weg met Abby's ouders, die voornamelijk met mevrouw Penny hadden staan praten. Zodra ze weg waren, verklaarde Vicki dat we naar het hoofdgebouw en de bijeenkomst moesten. Gisselle begon weer een tirade over de afstand van het leerlingenverblijf naar het hoofdgebouw.

'Ze zouden me met een auto heen en weer moeten rijden,' zei ze.

'Zo ver is het niet, Gisselle.'

'Dat kun jij makkelijk zeggen,' antwoordde ze. 'Jij kunt hollen als je dat wilt.'

'Ik wil je graag erheen duwen.' stelde Samantha voor.

Gisselle keek haar nijdig aan. 'Ruby duwt me,' zei ze scherp.

'Nou, als Ruby eens niet kan, doe ik het,' zei Samantha opgewekt.

'Waarom? Vind je dat zo leuk?' viel Gisselle uit.

'Nee,' zei Samantha verbluft. Snel keek ze van Gisselle naar mij. 'Ik bedoelde alleen...'

'We moeten gaan,' zei Vicki, zenuwachtig op haar horloge kijkend. 'Nie mand mag te laat komen op een van mevrouw Ironwoods bijeenkomsten. Als dat gebeurt foetert ze je uit waar de hele school bij is en krijg je twee slechte aantekeningen.'

We liepen naar buiten, Abby naast mij en achter Gisselle.

'Waarom kom jij in het laatste schooljaar naar Greenwood?' vroeg ik.

'Mijn ouders zijn verhuisd en ze vonden de school waar ik naartoe zou gaan niet goed genoeg,' legde ze uit. Maar ze wendde haar ogen af, en voor het eerst had ik het gevoel dat ze niet helemaal eerlijk was. Ik vermoedde dat de ware reden waarschijnlijk even pijnlijk was als die van ons, en ging er niet verder op door.

'Wat een mooi medaillon,' zei ze, toen ze me weer aankeek.

'Dank je. Ik heb het vanmorgen van mijn vriend gekregen voor we naar Greenwood gingen. Er zit een foto in van hem en van mij. Kijk maar,' zei ik, terwijl ik even stilstond en me vooroverboog.

'Waarom stop je?' vroeg Gisselle, ook al had ze ons gesprek gehoord en wist ze heel goed waarom.

'Een ogenblik. Ik wil Abby Beaus foto laten zien.'

'Waarom?'

Ik knipte het medaillon open en Abby bekeek snel de foto.

'Wat een knappe jongen,' merkte ze op.

'Daarom heeft hij nu waarschijnlijk al een ander,' zei Gisselle. ik heb haar gezegd dat ze daar rekening mee moet houden.'

'Heb jij ook een vriend achtergelaten?' vroeg ik aan Abby. Ik negeerde Gisselle en duwde haar weer verder.

'Ja,' zei Abby bedroefd.

'Nou, misschien komt hij je opzoeken en schrijft of belt hij je,' opperde

ik.

Ze schudde haar hoofd. 'Nee, dat zal hij niet doen.'

'Waarom niet?'

'Hij doet het gewoon niet,' zei ze. Ik zweeg even, maar ze ging sneller lopen om de andere meisjes in te halen.

'Wat mankeert haar?' vroeg Gisselle. 'Heimwee, denk ik,' ging ze verder. 'Ik kan het haar niet kwalijk nemen. Zelfs een weeskind zou hier heimwee krijgen.' Ze lachte om haar eigen slimme overdrijving. Ik lachte niet. Ik was hier gekomen met het idee dat ik degene was met de geheimzinnigste achtergrond en de meeste geheimen, maar na een uur had ik al ontdekt dat dat niet het geval was. Het zag ernaar uit dat er meer gesloten deuren waren in Abby's verleden dan in het mijne. Ik vroeg me af waarom, en of ze me ooit de kans zou geven er achter te komen.

'Haal de anderen in,' beval Gisselle. 'Je duwt me als een oude dame.'

We voegden ons bij de anderen, en toen we verdergingen naar het hoofdgebouw, ging ons gesprek over wat we in de zomer hadden gedaan, welke films we hadden gezien, waar we geweest waren, en onze lievelingszangers en -acteurs. Gisselle had over elk onderwerp de grootste mond, gaf nadrukkelijk haar opinies te kennen, opinies waaraan Samantha zich

vastklampte; ze koesterde zich in Gisselles woorden en blikken als een bloemetje dat hunkert naar de warmte en het licht van de zon. Maar ik merkte dat Abby heel rustig bleef en met een vage glimlach luisterde.

Toen we bij het hoofdgebouw kwamen, besloot iedereen met Gisselle mee te gaan naar de ingang voor gehandicapten, en ik kon zien dat ze dat prettig vond. Ze werd behandeld of ze iets bijzonders was, niet zomaar een invalide.

Twee leraren, meneer Foster en meneer Norman, stonden bij de twee ingangen naar de aula en stuurden de meisjes naar binnen.

'Wij gaan naar links,' zei Vicki.

'Waarom?' vroeg Gisselle. Nu ze zich bij het feit moest neerleggen dat ze op Greenwood zou blijven, wilde ze voortdurend weten waarom iets niet wit kon zijn als het zwart was, en vroeg ze bij alles 'waarom'. Zoals grootmama Catherine zou zeggen als ze hier was: 'Gisselle is vastbesloten het steentje in ieders schoen te zijn.'

'Daar zijn onze plaatsen,' antwoordde Vicki. 'Het staat in je map. Heb je er nog helemaal niets van gelezen?'

'Nee, ik heb er nog helemaal niets van gelezen,' zei Gisselle, Vicki's neerbuigende toon nabootsend. 'Bovendien kan ik geen eigen plaats hebben. Ik zit in een rolstoel, of is dat je nog niet opgevallen?'

'Natuurlijk is me dat opgevallen. Maar toch moetje bij ons blijven,' ging Vicki geduldig verder. 'Mevrouw Ironwood heeft de bijeenkomsten zo geregeld. We zitten overeenkomstig ons studentenhuis en onze afdeling.'

'En wat staat er nog meer in die belangrijke map? Wanneer we naar het toilet mogen?'

Vicki's gezicht verstrakte. Ze draaide zich om en liep voor ons uit. Toen we bij onze rij kwamen, zocht iedereen eer. plaats. Gisselle bleef op het middenpad in haar rolstoel, en ik nam de stoel aan de rand van de rij, zodat ik naast haar kon zitten. Abby zat naast mij. Overal om ons heen werd gelachen en gebabbeld, en veel meisjes keken belangstellend en nieuwsgierig naar ons. Maar wie er ook naar Gisselle lachte, ze weigerde hardnekkig om terug te lachen. Toen het meisje op onze rij aan de andere kant van het middenpad zich steeds weer naar haar omdraaide, snauwde Gisselle: 'Waarom zit je zo naar me te staren? Heb je nog nooit iemand in een rolstoel gezien?'

'Ik staarde niet.'

'Gisselle,' zei ik zachtjes, terwijl ik mijn hand op haar arm legde. 'Maak nu geen scène.'

'Waarom niet? Wat maakt het voor verschil?' antwoordde ze.

Jacqueline zwaaide naar een paar vriendinnen, evenals Vicki en Kate en Samantha. Toen begon Jacqueline andere meisjes aan te wijzen en in het kort haar opinie te geven.

'Dat is Deborah Stewart. Ze loopt zo verwaand met haar neus in de wind dat ze elke dag een bloedneus krijgt. En dat is Susan Peck. Haar broer is op Rosedown; hij is zo'n stuk, dat iedereen probeert een wit voetje te halen bij Susan, in de hoop dat ze hen aan haar broer zal voorstellen als zijn school wordt uitgenodigd voor een van onze feestjes. O, daar is Camille Ripley. Ze ziet eruit of ze haar ouders zover heeft gekregen haar neus te opereren, hè, Vicki?'

'Ik ben vergeten hoe ze er eerst uitzag,' zei Vicki droogjes.

Plotseling daalde er een stilte neer over de meisjes. De stilte begon achterin en verplaatste zich naar de eerste rijen, in begeleiding van de komst van mevrouw Ironwood, die over het middenpad naar voren liep.

'Dat is de IJzeren Dame,' zei Jacqueline luid fluisterend, en knikte in haar richting. Abby, Gisselle en ik draaiden ons om en zagen haar het trapje oplopen naar het podium voorin de aula.

Mevrouw Ironwood leek niet veel groter dan 1 meter 65. Ze was gezet en haar grijze haar was strak naar achteren getrokken en in een dikke knot gedraaid. Aan een zilveren ketting om haar hals hing een bril met parelmoeren montuur. Ze droeg een donkerblauw vest met een witte blouse eronder en een rok tot op haar enkels, en liep met ferme tred op haar schoenen met blokhakken, haar schouders naar achteren getrokken, haar hoofd hoog opgeheven, tot ze midden op het podium stond. Toen ze zich omdraaide naar de zaal, kon je een speld horen vallen. Iemand hoestte, maar bedwong het snel.

'Waarom draagt zij niet ook dat lelijke uniform?' mompelde Gisselle.

'Ssst,' zei Vicki.

'Goedemiddag, meisjes, en welkom terug op Greenwood, voor een, zoals ik hoop en verwacht, weer succesvol jaar voor iedereen.' Ze zweeg even, zette haar bril op en sloeg haar map open. Toen keek ze op, en staarde ons recht aan. Zelfs op deze afstand kon ik zien hoe ijskoud haar ogen waren. Ze had dikke wenkbrauwen en een strakke mond in een kaak die van graniet leek.

ik wil beginnen met allereerst de meisjes welkom te heten die hier voor het eerst zijn. Ik weet dat de anderen alles zullen doen om jullie verblijf hier zo gemakkelijk mogelijk te maken en jullie vertrouwd te maken met onze school. Vergeet niet dat iedereen ooit een nieuwe leerlinge is geweest.

'Vervolgens wil ik drie nieuwe leraren voorstellen. Engels voor de eerstejaars, meneer Risel,' zei ze, en keek naar rechts, waar sommige leden van de faculteit gezeten waren. Een lange, magere, blonde man van een jaar of veertig stond op en knikte naar de zaal.

'Frans voor gevorderden, monsieur Marabeau,' zei ze met een perfect Frans accent. Een kleine, dikke, donkerharige man met een donkere snor stond op en maakte een korte buiging.

'En ten slotte, onze nieuwe docente tekenen, juffrouw Stevens,' met een iets strengere klank in haar stem dan toen ze de vorige twee introduceerde.

Een aantrekkelijke brunette, die niet veel ouder kon zijn dan acht- of negenentwintig, stond op. Ze had een warme, vriendelijke glimlach, maar leek niet op haar gemak in haar tweedpakje en hooggehakte schoenen.

'Wacht maar tot ze hoort over je schilderijen en hoeveel talent je hebt,' zei Gisselle spottend. Alle meisjes in onze rij draaiden zich naar haar om,

maar ook mevrouw Ironwood, met een afkeurende blik.

'Sst,' waarschuwde Vicki.

'En nu onze gedragsregels,' ging mevrouw Ironwood verder, haar ogen nog steeds strak op Gisselle en mij gericht. Mijn hart bonsde, maar Gisselle staarde alleen maar nijdig terug.

'Zoals jullie weten, verwachten we dat iedereen serieus haar werk doet. Derhalve zal een lager gemiddelde dan 7 niet worden getolereerd. Wie onder die vastgestelde limiet komt, verliest alle sociale privileges, tot haar gemiddelde is gestegen.'

'Wat voor sociale privileges?' vroeg Gisselle, weer net iets te luid. Mevrouw Ironwood keek op van haar folder en richtte een woedende blik op ons. 'Ik verwacht dat jullie stil zijn als ik aan het woord ben. Op Greenwood wordt respect geëist voor docenten en stafpersoneel. We hebben geen tijd voor en tolereren geen insubordinatie in de klas of daarbuiten. Is dat volkomen duidelijk?'

Haar woorden weergalmden in de doodstille zaal. Niemand bewoog, zelfs Gisselle niet. Ook al vervolgde mevrouw Ironwood haar toespraak op zachtere toon, toch klonken haar medeklinkers zo scherp dat ik dacht dat ze de lucht met haar woorden zou kunnen splijten.

ik wil jullie adviseren de regels die op pagina tien van je informatiemap zijn vermeld uit het hoofd te leren. Als je die regels bekijkt, zullen jullie zien dat het bezit van alle alcoholische dranken of drugs op de campus verboden is, en tot gevolg heeft dat je onmiddellijk van school wordt gestuurd. Je ouders weten dat ze daardoor het lesgeld verbeuren. Luide muziek, roken of elke daad van vandalisme wordt streng gestraft en levert een groot aantal slechte aantekeningen op.

'Verleden jaar ben ik iets toegeeflijker geweest ten aanzien van onze kledingvoorschriften dan ik had moeten zijn. Tenzij iemand vooraf dispensatie heeft gekregen, moeten jullie ons uniform dragen, het schoon en goed geperst houden, en jullie mogen geen cosmetica gebruiken. Een aantrekkelijk uiterlijk betekent op Greenwood schoon en netjes, zonder een opgeschilderd gezicht.'

Ze zweeg en glimlachte koeltjes.

'Tot mijn genoegen kan ik meedelen dat we dit jaar evenveel dansavonden zullen geven als vorig jaar. Er hebben zich toen maar één of twee gevallen van onbehoorlijk gedrag voorgedaan, en de schuldigen werden snel afgevoerd, voordat ze het voor de anderen konden bederven. We verwachten dat jullie je fatsoenlijk zullen gedragen als jullie op de bezoekdagen gasten ontvangen. En denk eraan, als jullie gasten hier op de campus zijn, moeten ze onze regels en voorschriften net zo stipt gehoorzamen alsof ze hier studeren. Dat geldt zowel voor mannelijke als voor vrouwelijke gasten,' voegde ze er nadrukkelijk aan toe,

'Ik moet jullie eraan herinneren,' zei ze langzaam, terwijl ze haar schouders naar achteren trok en naar het plafond staarde achterin de aula, 'dat jullie nu allemaal Greenwood-meisjes zijn, en Greenwood-meisjes zijn iets bijzonders. De nieuwelingen raad ik aan onze slogan uit het hoofd te leren: Een Greenwood-meisje is een meisje dat haar lichaam en geest als heilig beschouwt, en dat weet dat alles wat ze doet een weerslag heeft op ons allemaal. Wees er trots op datje een Greenwood-meisje bent, zodat wij trots kunnen zijn dat je een van ons bent.

'Degenen die hun uniform en schoenen moeten afhalen, gaan regelrecht naar het depot in het souterrain. Voor iedereen geldt: bestudeer je rooster, noteer op welke tijden je in de klas moet zijn. Denk eraan, één keer te laat komen betekent één slechte aantekening. De tweede keer vier, en de derde keer zes.'

'Ik kan geen slechte aantekeningen krijgen voor te laat komen,' mompelde Gisselle. 'Ik zit in een rolstoel.'

Een paar meisjes die het hoorden keken even naar haar en toen snel naar mevrouw Ironwood, die ons weer strak en koud aanstaarde, als een klauwier in de bayou. Haar lange zwijgen deed een golf van onrust door de zaal gaan. Ik had het gevoel dat ik op een mierenhoop zat, en wachtte angstig tot mevrouw Ironwood een andere kant zou opkijken. Eindelijk deed ze dat.

'Er zijn meer leerlingen ingeschreven, maar onze klassen zijn nog klein genoeg om jullie allemaal het individuele onderricht te kunnen geven dat nodig is om succes te hebben als jullie al je krachten inspannen. Veel succes iedereen,' besloot ze, waarop ze haar bril afzette en haar map dichtsloeg. Ze keek nog één keer kwaad onze richting uit en liep toen het podium af. Niemand bewoog zich tot ze de aula had verlaten.

Toen begonnen de meisjes, die hun adem hadden ingehouden, luid te praten, en stonden op om weg te gaan.

'Welbedankt,' zei Gisselle, die zich met een ruk naar me omdraaide. Haar ogen schoten vuur.

'Waarvoor nu weer?'

'Datje me naar dit voorportaal van de hel hebt gebracht.' Ze draaide haar rolstoel om en duwde andere meisjes uit de weg. Toen keek ze achterom. 'Samantha,' riep ze.

'Ja?'

'Duw me terug naar het studentenhuis, terwijl mijn zus haar fraaie nieuwe kleren gaat halen,' beval ze lachend. Samantha sprong overeind om te doen wat ze vroeg, en we verlieten de aula, Gisselle volgend of ze zojuist tot koningin was gekroond.

Toen Abby en ik onze uniformen en schoenen in ontvangst hadden genomen, gingen we terug naar het leerlingenverblijf. Onderweg vertelde ik haar het verhaal van Gisselles auto-ongeluk en de verlamming als gevolg daarvan. Ze luisterde aandachtig en haar ogen werden vochtig toen ik Martins begrafenis beschreef en papa's diepe depressie in de onmiddellijk daaropvolgende dagen. 'Dus je kunt niet zeggen dat ze zo is geworden door het ongeluk,' zei Abby.

'Nee. Helaas was Gisselle al lang daarvoor dezelfde Gisselle, en ik ben bang dat ze nog heel lang zo zal blijven.'

Abby lachte.

'Heb jij geen broers of zusters?' vroeg ik haar.

'Nee.' Na een lange pauze ging ze verder: 'Het was niet de bedoeling dat ik geboren werd.'

'Hoe bedoel je?'

ik was een ongelukje. Mijn ouders wilden geen kinderen,' zei ze.

'Waarom niet?'

'Ze wilden ze niet,' antwoordde ze, maar ik voelde dat er diepergaande, meer duistere redenen waren, redenen die ze kende maar niet wilde uiten. Ze had kennelijk al meer verteld dan ze van plan was geweest, wat ik toeschreef aan het feit dat we meteen zo goed met elkaar overweg konden. Het leek vrij logisch dat Abby en ik goede vriendinnen wilden worden. Behalve Gisselle waren wij tweeën de enigen in het leerlingenverblijf die voor het eerst in Greenwood waren. Ik voelde dat ik haar mettertijd mijn verhaal kon vertellen; dat ik erop kon vertrouwen dat zij het geheim zou bewaren.

Terug in onze kamers pasten we ons uniform. Ondanks de maat op de etiketten, waren ze zo groot dat we erin zwommen. Ik vermoedde dat ze ontworpen waren om onze vrouwelijke vormen te verbergen of ze een staatsgeheim waren. Gekleed in een zakachtige blouse met een rok die op onze enkels viel, keken we elkaar aan in de zitkamer en kregen allebei een hysterische lachbui. Gisselle keek tevreden. Ons gelach lokte de andere meisjes uit hun kamers, waar ze aan het uitpakken waren.

'Wat is er zo grappig?' vroeg Samantha.

'Wat er zo grappig is? Kijk maar naar ons,' zei ik.

'De ijzeren Dame heeft deze uniformen zelf ontworpen,' zei Vicki. 'Klaag dus maar niet te luid.'

'Anders kom je op de brandstapel,' voegde Jacqueline eraan toe.

'In ieder geval mogen we in de weekends, op de dansavonden, en als we op de theemiddag van mevrouw Clairborne worden uitgenodigd onze eigen kleren dragen,' zei Kate.

'De theemiddag van mevrouw Clairborne?' merkte Gisselle op. 'Ik popel van ongeduld.'

'O, ze heeft altijd heerlijke cakejes,' zei Kate. 'En bonbons.'

'Waarvan Bolle er een paar dozijn in haar tas weet te stoppen en ergens in onze kamer te verbergen. Het is een wonder dat we geen ratten hebben,' zei Jacqueline.

'Wat is dat precies voor theemiddag?' vroeg ik.

'Het is niet zomaar een theemiddag. Hij wordt geregeld gegeven en alleen op uitnodiging. Iedereen weet wie uitgenodigd is en wie niet, en de leraren hebben meer achting voor je als je meer dan één keer wordt uitgenodigd.'

'Na drie keer ben je Theekoningin,' verklaarde Jacqueline.

'Theekoningin?' Abby keek naar mij en ik haalde mijn schouders op.

'Elke keer dat je wordt uitgenodigd bewaar je je theezakje en dat prik je op de muur in je kamer, alsof het een prijs of een goede aantekening is,' legde Vicki uit. 'Het is een traditie van Greenwood en een grote eer. Jackie heeft gelijk. Degenen die worden uitgenodigd, worden vaak beter behandeld.'

'Dat zegt ze omdat zij een Theekoningin is,' zei Jacqueline spottend. 'Ze is verleden jaar vier keer uitgenodigd.'

'En jij?' vroeg Gisselle.

'Eén keer. Kate is twee keer uitgenodigd, net als Samantha.'

'Alle nieuwe meisjes worden voor de eerste theemiddag van het jaar uitgenodigd, maar dat telt niet, omdat dat automatisch gaat,' ging Vicki verder.

'Waar worden de theemiddagen gegeven?' vroeg Abby.

'In Clairborne Mansion. Mevrouw Penny brengt je erheen en vertelt je de geschiedenis van het huis. Hier is het bijna even belangrijk die te kennen als de Amerikaanse of Europese geschiedenis,' zei Jacqueline. Vicki knikte.

'Gut, ik kan het bijna niet afwachten,' zei Gisselle. 'Alleen weet ik niet of ik al die opwinding wel zal kunnen verdragen.' Kate lachte en Samantha glimlachte, maar Vicki keek geshockeerd bij wat in Greenwood als godslastering werd beschouwd.

'En,' ging Gisselle verder, 'wanneer is het eerste maandelijkse feest met de jongens?'

'O, pas over een maand. Heb je de sociale agenda in je map niet gelezen?' vroeg Jacqueline.

'Een maand? Ik heb papa toch gezegd dat dit precies een nonnenklooster is?' jammerde Gisselle tegen mij. 'En de stad ingaan?' vroeg ze snel. De meisjes keken elkaar aan.

'Wat bedoel je?' vroeg Vicki.

'De stad ingaan. Is dat zo moeilijk te begrijpen? En jij wilt de beste van de school worden?'

Vicki verbleekte.

ik... eh...'

'Niemand mag zelfstandig de campus verlaten,' zei Jacqueline.

'Waarom niet?' vroeg Gisselle. 'Er moeten toch plaatsen in de stad zijn waar we jongens kunnen ontmoeten?'

'Om te beginnen moetje dossier een formulier met schriftelijke toestemming van je ouders bevatten,' legde Vicki uit.

'Wat? Bedoel je dat ik hier echt een gevangene ben?'

'Bel je ouders en laat ze het formulier opsturen,' zei Vicki schouderophalend.

'En de rest van jullie? Wil je soms beweren dat niemand van jullie zich daar ooit iets van aangetrokken heeft?' Niemand zei iets. 'Wat zijn jullie?... Maagden?' riep Gisselle gefrustreerd uit. Haar gezicht zag zo rood als een gekookte kreeft.

Samantha's mond viel open. Kate staarde met een half geamuseerde, half verblufte glimlach. Vicki keek verbaasd, maar Jacqueline beschaamd. Abby en ik wierpen elkaar een snelle blik toe.

'Vertel me niet dat jullie je aan al die stomme regels hebben gehouden,' ging Gisselle verder, ongelovig haar hoofd schuddend.

'Slechte aantekeningen kunnen -' begon Vicki.

'Je kansen bederven om Theekoningin te worden. Ik snap het,' zei Gisselle bits. 'Er zijn belangrijkere dingen om aan je muur te prikken dan oude theezakjes.' Ze reed met haar rolstoel de kamer door naar Vicki, die een stap achteruit deed. 'Zoals liefdesbrieven. Heb je er weieens een gehad?'

Vicki keek om zich heen en zag dat alle ogen op haar gericht waren. Ze stotterde even.

'Ik... ik moet... aan mijn taak voor Europese geschiedenis beginnen,' zei ze. 'Tot straks.' Ze draaide zich om en liep snel de kamer uit. Gisselle draaide zich met een ruk om en keek naar Jacqueline.

'Verleden jaar wilden een paar jongens van Rosewöod op een avond in het weekend ons verblijf binnensluipen,' onthulde ze.

'En?'

'We durfden niet,' bekende Jacqueline.

'Nou, we leven nu in dit jaar, en wij durven wèl,' zei Gisselle. Ze keek naar mij. 'We zullen ze laten zien hoe meisjes uit New Orleans feestvieren. Ja toch, Ruby?'

'Begin nu niet, Gisselle. Alsjeblieft.'

'Begin wat? Te leven? Je wilt dat ik een gehoorzaam klein Greenwood- meisje ben en rustig rondrij in mijn rolstoel met mijn mond dicht, mijn schoot vol verdroogde oude theezakjes, en mijn knieën bi jeengebonden, hè?'

'Gisselle, alsjeblieft...'

'Wie heeft een sigaret?' vroeg ze snel. Kate sperde haar ogen open. Ze schudde haar hoofd. 'Samantha?'

'Nee, ik rook niet.'

'Jullie roken niet. Jullie maken geen afspraakjes met jongens. Wat doen jullie dan? Lezen jullie filmblaadjes en masturberen jullie?'

Het klonk als een donderslag bij heldere hemel. Ik voelde me zo in verlegenheid gebracht door Gisselles uitbarsting dat ik mijn ogen neersloeg.

'Oké,' ging Gisselle verder. 'Maak je geen zorgen. ïk ben er nu. De dingen zullen veranderen, dat beloof ik je. Toevallig,' zei ze met een glimlach, 'heb ik zelf een paar sigaretten binnengesmokkeld.'

'Gisselle, je brengt iedereen in moeilijkheden, en dat op de eerste dag,' protesteerde ik.

'Je bent toch niet bang?' vroeg ze aan Jacqueline, Kate en Samantha. 'Mooi,' ging ze verder, toen ze geen van drieën antwoordden. 'Ga mee naar mijn kamer. Jullie kunnen me helpen mijn platen te sorteren, en dan delen we een sigaret. Misschien kan ik gauw wat beters krijgen,' zei ze glimlachend. Ze draaide haar stoel rond en reed naar onze kamer. Niemand verroerde zich. 'Nou?' snauwde ze.

Jacqueline volgde haar als eerste, toen Kate, en toen Samantha.

'Doe de deur dicht,' beval Gisselle, toen ze allemaal in onze kamer waren.

*Ik had nooit gedacht dat een tweeling zo verschillend kon zijn,' merkte Abby op, en besefte toen wat ze gezegd had. 'O, het spijt me, ik bedoelde niet...'

'Dat geeft niet. Ik had het ook nooit kunnen denken. Tot ik haar leerde kennen,' zei ik, en beet op mijn tong. Maar het was al te laat.

'Haar leerde kennen?'

'Het is een lang verhaal,' zei ik. 'Ik zou het aan niemand hier vertellen.'

'Ik begrijp het,' zei Abby. Naar haar gezicht te oordelen, geloofde ik dat ze het werkelijk begreep.

'Maar ik vind het niet erg om het aan jou te vertellen,' ging ik verder. Ze lachte.

'Laten we naar mijn kamer gaan,' stelde ze voor. Ik keek naar de gesloten deur waarachter Gisselle hof hield met haar nieuwe protégées. Niet iets waar ik op dit moment graag bij wilde zijn.

'Goed idee,' zei ik. 'Terwijl we praten, zal ik de spulletjes van Gisselle opbergen die jij voor haar moet bewaren. Ik zal ze maar even nakijken,' zei ik, met een blik op onze kamer. 'Wie weet wat ze nog meer mee naar binnen heeft gesmokkeld.'

Iets meer dan een uur later kwam mevrouw Penny naar onze afdeling om te zien hoe het met ons ging. Als ze de sigaretterook had opgemerkt in onze kamer, liet ze dat niet merken. Eerlijk gezegd, begreep ik niet hoe het haar kon zijn ontgaan. De stank hing in de kleren van de meisjes en in de lucht, ondanks het feit dat ze de ramen hadden geopend.

'Ik kom ook officieel mevrouw Clairbornes uitnodiging doorgeven aan Abby, Gisselle en Ruby om zaterdagmiddag om twee uur bij haar te komen theedrinken,' zei ze. 'Jullie kunnen dragen wat je wilt, maar je moet je netjes kleden,' voegde ze er met een knipoog aan toe. 'Het is een officieel theebezoek.'

'O, nee! En ik heb mijn officiële theejurk thuisgelaten,' zei Gisselle.

'Pardon?'

'Niets,' zei Gisselle glimlachend. Ik zag dat Samantha en Kate achter mevrouw Penny's rug stonden te lachen. Jackie meesmuilde als gewoonlijk, maar het was duidelijk dat ze alle drie nog onder de indruk waren van mijn zus.

'Goed. Het diner is over iets minder dan een kwartier,' zei mevrouw Penny opgewekt. 'Nieuwe meisjes hebben geen corvee tot de tweede week.' Met die woorden liep ze weg.

'Wat bedoelt ze daar nou weer mee?' informeerde Gisselle, naar het midden van de zitkamer rijdend. 'Wat voor corvee?'

'We moeten allemaal in de eetzaal helpen. De taken worden vermeld op het informatiebord in de grote hal,' zei Jacqueline. 'Deze week moeten Vicki, Samantha, Bolle en ik na het eten de tafels afruimen en de vuile borden en het bestek naar de keuken brengen. De meisjes van afdeling B en C serveren, en de meisjes van D dekken de tafels.'

'Wat?' Gisselle draaide haar stoel om en keek naar mij. 'Dat heb je me niet verteld.'

'Ik hoor het zelf net, Gisselle. Zo erg is dat toch niet?'

'Zo erg is dat niet? Ik doe geen meidenwerk.'

'Ik weet zeker dat niemand verwacht dat jij iets zult doen, omdat...' begon Vicki, maar zweeg toen.

Gisselle keek haar woedend aan. 'Omdat ik invalide ben? Wilde je dat soms zeggen?'

'Ik had willen zeggen: "omdat je in een rolstoel zit". Ze kunnen moeilijk van je verwachten dat je borden naar de keuken brengt.'

'Ze kan tafeldekken,' zei ik, en lachte naar mijn zus, die als blikken konden doden, me ter plekke vermoord zou hebben.

'Wat ik kèn en wat ik wil, zijn twee verschillende dingen. Als die andere idioten al dat geld willen betalen voor een privé-school om als dienstmeid te werken, moeten zij dat weten.'

'Alle meisjes doen het, in alle studentenhuizen, vooral de twee grote,' zei Samantha. Gisselle wierp haar een blik toe die dezelfde uitwerking had als een klap in het gezicht. Samantha beet op haar onderlip en deed een stap achteruit. 'Ze doen het echt,' mompelde ze tegen mij en Abby.

'Waarom zouden we bang zijn voor een beetje werk?' zei ik.

'Dat zeg jij, ja. Jij...' Gisselle zweeg bijtijds, om mijn Cajun-achtergrond niet te verraden en keek snel naar de anderen, ik heb honger. Laten we gaan. Samantha,' riep ze. Samantha sprong naar voren om Gisselles stoel te duwen.

In de eetzaal ontmoetten we de andere meisjes van ons studentenhuis. Met de afdelingen op de bovenverdieping waren er vierenvijftig in totaal. Er stonden drie lange tafels in de grote zaal die helder verlicht werd door vier kroonluchters. De muren waren betimmerd met donker hout, waarop ingelijste prenten van plantages en de bayou hingen. Iedereen praatte enthousiast toen we binnenkwamen, maar bij het zien van Gisselle in haar rolstoel werden ze wat rustiger. Ze beantwoordde elke blik met haar eigen felle, veroordelende blik, zodat alle ogen elke richting uitkeken behalve de hare. Vicki bracht ons naar onze plaatsen. In verband met haar rolstoel zat Gisselle aan het hoofd van onze tafel, iets wat ze prachtig vond en waarvan ze snel profiteerde. In een oogwenk had ze het onderwerp van gesprek bepaald, beval ze dit en dat aan haar door te geven, en hield ze lange verhandelingen over haar opwindende leven in New Orleans.

De meisjes leken gefascineerd door haar. Sommigen, die er snobistisch uitzagen, staarden haar aan of ze een geest was die ontsnapt was uit het kerkhof van slechte manieren, maar Gisselle liet zich door niets weerhouden. Ze behandelde de meisjes die het eten serveerden of ze gewoon keuken-personeel waren; ze eiste, klaagde, en zei niet eenmaal 'dank je'.

Het eten was goed, maar lang zo goed niet als wat Nina thuis voor ons klaarmaakte. Toen de maaltijd was afgelopen en de meisjes van onze afdeling de tafel begonnen af te ruimen, beval Gisselle me haar naar haar kamer terug te brengen.

'Ik wacht niet op ze,' zei ze. 'Het zijn volmaakte idioten.'

'Dat zijn ze niet, Gisselle,' zei ik. 'Ze doen alleen met ons mee. Het is leuk. Het geeft je het gevoel dat je hier thuishoort, dat het een tweede thuis is.'

'Niet voor mij. Voor mij is het een nachtmerrie,' zei ze. 'Breng me naar de kamer. Ik wil naar een paar platen luisteren en een paar brieven schrijven aan mijn vrienden, die alles willen horen over deze armzalige school,' zei ze, luid genoeg dat iedereen het kon horen. 'O, Jackie,' riep ze. 'Als jullie klaar zijn met je corvee, kun je naar mijn kamer komen om naar mijn platen te luisteren en te horen wat het nieuwste is op het moment.'

Ik duwde haar zo snel ik kon naar buiten. Ze gilde dat ik haar nog tegen een muur zou rijden, en dat was eigenlijk precies wat ik hoopte. Abby volgde ons. We hadden al afgesproken dat we na het eten een wandeling naar het meer zouden maken. Ik had willen vragen of Gisselle mee wilde, maar omdat ze al besloten had wat ze wilde doen, zei ik niets.

'Waar gaan jullie tweeën naartoe?' vroeg ze, toen ik haar naar onze kamer had gebracht.

'Naar buiten. Een wandeling maken. Ga je mee?'

'Ik kan niet lopen, weet je nog?' zei ze kortaf en deed de deur dicht.

'Het spijt me,' zei ik tegen Abby. 'Ik vrees dat ik me eeuwig voor mijn zus zal moeten verontschuldigen.'

Ze schudde glimlachend haar hoofd.

'Ik dacht dat ik een kruis te dragen had en medelijden moest hebben met mezelf, maar nu ik heb gezien wat jij moet verdragen...' zei Abby, toen we naar buiten gingen.

'Wat bedoel je met dat kruis? Wat kan jouw kruis zijn? Je ouders leken erg aardig.'

'O, dat zijn ze ook. Ik hou heel veel van ze.'

'Wat bedoelde je dan? Lijd je aan een of andere ziekte of zo? Je lijkt zo gezond als een jonge alligator.'

Abby lachte. 'Nee, goddank ben ik heel gezond.'

'En knap ook.'

'Dank je. Jij ook.'

'Dus? Wat is dat kruis van je?' hield ik vol. ik heb je mijn verhaal ook verteld,' zei ik na een ogenblik.

Ze zweeg. We liepen over het wandelpad naar het meer. Ze hield haar hoofd omlaag, maar ik keek omhoog naar de halve maan die achter een wolk tevoorschijn piepte. De zilverkleurige stralen verlichtten de warme avond met een koele gloed en maakten onze nieuwe wereld etherisch, als een droom die we allemaal deelden. Rechts van ons waren de twee andere studentenhuizen verlicht, en hier en daar zagen we andere meisjes die wandelden of in groepjes stonden te praten.

Toen we de bocht omsloegen en het pad volgden dat omlaagvoerde naar het water, hoorden we de kikkers, krekels en andere nachtdieren, die tot leven kwamen in hun rituele nachtmuziek, een symfonie vol gekwaak en getik, geratel en ijl gefluit.

Omdat we zo ver van alle snelwegen verwijderd waren, bereikte het lawaai van het verkeer ons niet, maar in de verte kon ik de rode en groene navigatielichten zien van de olieschepen op de Mississippi, en ik verbeeldde me dat ik de geluiden hoorde van misthoorns en de stemmen van passagiers op de rivierboten. Soms, op avonden als deze, droegen de stemmen van mensen meer dan anderhalve kilometer ver over het water, en als je je ogen sloot en luisterde, kon je ze bijna voelen bewegen.

Het meer beneden ons had een metaalachtige glans gekregen. Het was zo stil dat ik nauwelijks een beweging zag in de roeiboten die aan de kleine steiger naast het botenhuis waren vastgebonden. Het was een vrij groot meer met een klein eilandje in het midden. We waren al bijna bij de steiger toen Abby weer sprak.

'Het is niet mijn bedoeling om zo geheimzinnig te doen,' zei ze. 'Ik mag je graag en ik waardeer het dat je me jouw verhaal hebt verteld. Ik weet zeker,' ging ze verbitterd verder, 'dat de meeste meisjes op je zouden neerkijken als ze wisten datje uit een arme Cajun-omgeving komt, maar dat zou nog niets zijn vergeleken met mij.'

'Wat? Waarom?' vroeg ik. 'Wat mankeert er aan jouw omgeving?'

We stonden op de steiger en staarden naar het meer.

'Je vroeg een tijdje geleden of ik een vriend had, en ik zei ja, en je probeerde me op te beuren door te zeggen dat hij zou schrijven of bellen. Ik zei dat hij dat niet zou doen, en ik weet zeker dat je je afvroeg waarom ik daar zo van overtuigd was.'

'Ja,' zei ik. 'Dat is zo.'

'Hij heet William, William Huntington Cambridge. Hij is genoemd naar zijn betovergrootvader,' zei ze, op dezelfde verbitterde toon als eerst, 'die toevallig een van de helden van de Confederatie was, iets waarop de Cambridges erg trots zijn.'

ik denk dat als je het iedereen hier zou vragen, je zou horen dat de meesten voorouders hebben die voor het Zuiden hebben gevochten,' merkte ik op.

'O ja, dat weet ik. Dat is nog een reden waarom ik...' Ze draaide zich met een ruk om. Haar ogen zagen vochtig van de tranen. 'Ik heb de grootouders van mijn vaders kant nooit gekend. Ze waren een familiegeheim, en dat was de reden waarom ze mij niet hadden moeten krijgen,' legde ze uit. Ze zweeg alsof ze verwachtte dat ik alles zou begrijpen, maar dat deed ik niet, en dus schudde ik mijn hoofd.

'Mijn grootvader trouwde met een zwarte vrouw, een Haïtiaanse, waardoor mijn vader een mulat was, maar blank genoeg om voor een blanke door te gaan.'

'En daarom wilden je ouders nooit kinderen hebben? Ze waren bang...'

'Bang dat een nakomeling van een mulat en een blanke vrouw donker zou zijn,' bevestigde ze. 'Maar uiteindelijk kregen ze me toch, dus ben ik een quadrone, iemand met een kwart negerbloed. We zijn heel vaak verhuisd, voornamelijk omdat, als we ergens lang genoeg bleven, iemand op de een of andere manier achterdocht kreeg.'

'En je vriendje, William...'

'Zijn familie heeft het ontdekt. Ze vinden dat zij blauw bloed hebben, en zijn vader zorgt ervoor dat hij zoveel mogelijk te weten komt over iedereen die met zijn kinderen omgaat.'

'O, wat spijt me dat,' zei ik. 'Het is onrechtvaardig en stom.'

'Ja, maar dat maakt het niet gemakkelijker. Mijn ouders hebben me hierheen gestuurd, in de hoop dat als ik omging met de crème de la crème, dat zijn stempel op me zou drukken en ik voortaan overal in de eerste plaats als een Greenwood-meisje zal worden beschouwd, deftig, van goede familie, iets bijzonders, en dat niemand me daarom ervan zal verdenken dat ik negerbloed in me heb. Ik wilde hier niet naartoe, maar ze willen zo graag dat ik zal ontsnappen aan de vooroordelen, en ze voelen zich zo schuldig dat ze me op de wereld hebben gezet, dat ik het meer voor hen heb gedaan dan voor mezelf. Begrijp je dat?'

'Ja,' zei ik. 'En dank je.'

'Waarvoor?' vroeg ze glimlachend.

'Dat je me vertrouwt.'

'Jij hebt mij ook vertrouwd,' antwoordde ze. We omhelsden elkaar, maar toen hoorden we plotseling een man achter ons roepen.

'Hé,' riep hij. Een deur van het botenhuis viel achter hem dicht. We draaiden ons om en zagen een lange, donkerharige man, die niet ouder leek dan vier- of vijfentwintig jaar, naar ons toekomen. Hij droeg geen hemd en zijn gespierde bovenlichaam glansde in het licht van de maan. Hij droeg een strakke spijkerbroek, maar liep op blote voeten. Hij had lang haar, dat over zijn oren en het grootste deel van zijn hals viel.

'Wat doen jullie hier?' vroeg hij. Hij kwam dicht genoeg bij om zijn donkere ogen en hoge Indiaanse jukbeenderen te kunnen zien. Zijn krachtige gezicht was scherpgesneden, hij had een ferme kaak en een strakke mond. Hij hield een doek in zijn handen, die hij er voortdurend mee afwreef, terwijl hij ons aandachtig opnam.

'We gingen een eindje wandelen,' begon ik, 'en...'

'Weetje niet dat dit verboden terrein is na het invallen van de duisternis? Willen jullie me in moeilijkheden brengen? Er zijn er altijd wel een paar die me in het nauw willen drijven, alleen om zichzelf te amuseren,' zei hij bits. 'En maak nu als de donder dat je wegkomt, anders stuur ik mevrouw Ironwood op je af, begrepen?'

'Het spijt me,' zei ik.

'We zijn hier niet gekomen om iemand in moeilijkheden te brengen,' viel Abby me bij, terwijl ze uit de schaduw tevoorschijn kwam. Toen hij haar zag, keek hij wat vriendelijker.

'Jullie zijn nieuw hier, hè?'

'Ja,' zei ze.

'Hebben jullie dat handboek niet gelezen?'

'Niet helemaal, nee,' antwoordde ze.

'Hoor eens,' zei hij, 'ik wil geen problemen. Mevrouw Ironwood heeft de regels vastgesteld. Ik mag als het donker is niet eens met een van jullie praten zonder dat een van de docenten of de staf erbij is, begrijp je? En zeker niet hier!' ging hij verder, om zich heen kijkend of er niemand in de buurt was.

'Wie ben je?' vroeg ik.

Hij aarzelde even voor hij antwoordde.

'Ik heet Buck Dardar, maar het wordt Mud, oftewel modder, als jullie niet stante pede verdwijnen.'

'Oké, Mr. Mud,' zei Abby.

'Vooruit,' zei hij, wijzend naar de heuvel.

We pakten eikaars hand vast en renden weg. Onze lach weergalmde over het meer. Bovenop de heuvel bleven we staan om op adem te komen en keken achterom naar het botenhuis. Hij stond er niet meer, maar hij prikkelde nog steeds onze verbeelding, zoals een verboden iets of iemand altijd doet.

Nog steeds opgewonden, met bonzend hart, liepen we haastig terug naar het studentenhuis. Twee vriendinnen, die naar elkaar toegetrokken werden door ons beider verborgen verleden en onze heimelijke hoop voor onszelf en voor elkaar.