Epiloog

Grootma Olivia stierf twee dagen later, zonder nog bij bewustzijn te zijn gekomen. Haar dokter zei dat het een zegen was, want als ze uit het coma was geraakt, zou ze er veel erger aan toe zijn geweest, en Olivia Logan was niet het soort vrouw dat in een verpleeginrichting kon leven.

Cary wilde de begrafenis niet bijwonen, maar mij overkwam iets vreemds. Ik zag de dingen plotseling vanuit grootma Olivia's standpunt. Waarom zouden we de vuile was buiten hangen? Waarom zouden we de familie in verlegenheid brengen?

'Per slot wil je hier blijven wonen en een eigen leven opbouwen, Cary.'

Hij luisterde en schudde toen glimlachend zijn hoofd.

'Jij was waarschijnlijk de juiste keus voor grootma Olivia's troon, Melody. Dat strekt de duivelin tot eer, maar dat is dan ook alles,' ging hij vastberaden verder. 'Oké, ik zal een bij de gelegenheid passend gezicht trekken. Ik zie wel dat ik jou nodig zal hebben om ervoor te zorgen dat ik van nu af aan doe wat juist is,' zei hij plagend.

Kenneth en Holly waren terug van hun huwelijksreis en we hadden allemaal een avond met elkaar doorgebracht om alles te vertellen.

'Ze was een koude, hardvochtige vrouw, en zo intimiderend dat de meeste mannen het niet tegen haar op durfden te nemen, vooral niet de mannen in haar familie,' merkte Kenneth op. 'Ik herinner me nog hoe bang ik voor haar was toen ik jonger was en bij Haille, Chester en Jacob op bezoek kwam. Als ze ons iets opdroeg deden we het, en snel ook. Maar ik heb nooit gedacht dat ze gelukkig was.'

'Ze wilde ook niet dat iemand anders gelukkig was,' mompelde Cary.

Niemand zei iets. Het was beter om te wachten tot het onweer

was overgedreven en de hemel weer blauw zou worden.

De begrafenis werd zo druk bezocht als verwacht kon worden. We hadden besloten grootpa Samuel niet te laten komen. Hij begreep niet wat er gebeurd was en we waren het er allemaal over eens dat het alles alleen maar verwarrender en moeilijker voor hem zou maken.

Ik weet niet hoe ik door mijn eindexamen heenkwam, maar het lukte en mijn cijfers waren zo goed als ik gehoopt had. Ik bleef bij tante Sara, en sloot me op in wat Laura's kamer geweest was, waar ik bijna twee dagen lang mijn afscheidsrede zat te schrijven en te herschrijven.

Sinds grootma Olivia's ziekenhuisopname en dood, had ik mijn intrek weer bij Cary, tante Sara en May genomen. Ik haatte de gedachte aan dat grote, lege huis, vol duisternis, schaduwen en familiegeheimen.

De rechter bestudeerde alle paperassen van de nalatenschap, en op een dag gingen we met z'n allen naar zijn huis om te horen wat er zou gaan gebeuren. Grootma Olivia had gedaan wat ze beloofd had... ze had instructies nagelaten dat het grootste deel van het familievermogen uiteindelijk in mijn bezit zou komen. Voorlopig bleef het in een trust die beheerd werd door haar bankiers en effectenmakelaars, en de rechter werd benoemd tot executeur-testamentair.

'Je zult een beslissing moeten nemen ten aanzien van het huis,' zei hij. 'Je kunt het te koop aanbieden of erin gaan wonen.'

'Laten we het verkopen,' zei ik snel. 'Het heeft te weinig gelukkige herinneringen.'

'Ik begrijp het,' zei de rechter.

Met zo'n vermogen in handen kon Cary er zeker van zijn dat zijn droom om boten te bouwen werkelijkheid zou worden. Hij kon voortborduren op het kleine begin en zijn eigen zaak vestigen. Kenneth gaf hem advies en samen gingen ze in de omgeving op zoek naar een goede plek voor een werkplaats.

De avond voor de diploma-uitreiking maakten Cary en ik een wandeling op het strand. Ik was toch te zenuwachtig om te slapen. Sinds grootma Olivia was overleden stonden onze familie en ik in het middelpunt van de belangstelling. Ik was zenuwachtig en overtuigd dat de aanwezigen op elk woord van mijn afscheidsspeech zouden letten.

'Heb je er al over nagedacht wat je wilt gaan doen, Melody?' vroeg Cary. We bleven aan de rand van het water staan en staarden naar het lichtende pad dat de maan op het water wierp en dat tot aan het eind van de wereld liep.

'Ik ga niet naar die kostschool, Cary. Het soort leven dat grootma Olivia voor me uitstippelde is niet het leven dat ik voor mezelf wens,' zei ik. 'Ik streef er niet naar mijn naam in de societyrubrie- ken te krijgen.'

'Ik weet datje intelligent bent en waarschijnlijk naar de universiteit zou moeten gaan, maar...'

'Ik wil niet naar de universiteit alleen om te zeggen dat ik gestudeerd heb, Cary. Misschien ga ik volgend jaar. Maar ergens in de buurt. Ik geloof dat ik vrij goed weet wat ik wil.'

'En dat is?'

'Ik wil iets simpelers, maar substantiëlers. Ik wil wat ik nooit heb gehad, Cary. Ik wil een echte familie, echte liefde.'

'Zou je dat kunnen vinden bij mij? Nu?' vroeg hij verlegen. 'We zouden die nieuwe zaak samen kunnen opbouwen en ons eigen huis bouwen en we...'

Ik legde mijn vingers op zijn lippen.

'Ik vroeg me al af wanneer je de moed zou opbrengen het te vragen,' zei ik, en hij lachte.

We kusten en omarmden elkaar. De zee leek nog feller te glinsteren en de sterren - de sterren waren nog nooit zo helder geweest.

De volgende dag was het prachtig weer. Er was geen wolkje aan de lucht, de wind was warm en zacht en de diploma-uitreiking kon in de open lucht worden gehouden. Ik begon mijn speech met de eerste regels van een liedje uit de bergen dat pappa George me jaren en jaren geleden had geleerd.

'Ik ben ver van huis geraakt met niet meer dan hoop en een gebed, Maar ik heb een koffer vol herinneringen om me warm te houden in eenzame nachten.

Ik richtte me tot de anderen die voor het eindexamen geslaagd waren en trok een vergelijking met het lichten van het anker en wegzeilen — we waren nu kapitein over onze eigen bestemming. We lieten onze ouders, onze vrienden en onze docenten achter op de kust en zetten een eigen koers uit. Ik sprak over moed en over kansen in het leven, en bedankte onze families en docenten dat ze ons die gegeven hadden. Ik eindigde met het zingen van de eerste regel van This Land Is Your Land, en er gebeurde iets gedenkwaardigs: het hele publiek viel me bij en zong het lied tot de laatste regel mee.

Ik voelde me overweldigd door het applaus en de gelukwensen daarna. Mensen die me niet goed kenden vertelden me hoe trots grootma Olivia zou zijn geweest. Cary's ogen werden somber en kwaad, maar hij bedwong zijn woede toen ik hem berispend aankeek.

Later was er een feest bij tante Sara. Kenneth, Holly en rechter Childs waren er ook, evenals Roy Patterson en Theresa. Cary maakte een strandpicknick klaar en ik speelde viool. Rechter Childs zei dat hij de volgende dag een stuk van de feesttaart mee zou nemen naar grootpa Samuel.

Spoedig daarna stelden Cary en ik de datum van ons huwelijk vast. Intussen bracht ik de zomer door met May en Sara, terwijl Cary aan de nieuwe boot werkte en de werkplaats begon te bouwen op het terrein dat hij en Kenneth hadden uitgezocht.

Op een ochtend kwam May binnen met de post en zwaaide opgewonden met iets naar me. Het was een ansichtkaart. Hij was verstuurd uit Palm Springs, Californië. Veel stond er niet op.

Hoi,

Ik dacht dat ik je maar even een regeltje moest sturen om je te vertellen dat ik niet meer bij Richard ben. Ik heb nu een echte agent. Hij heeft me zelfs meegenomen naar Palm Springs voor een vakantie en hij zegt dat ik een goeie kans heb om het te maken. Wens me succes. Gina Simon

'Wie is Gina Simon?' gebaarde May en sprak toen de naam zo goed en zo kwaad als het ging uit.

'Iemand die ik eens gekend heb,' zei ik. 'Niet belangrijk.'

Ik gooide de kaart in de vuilnisbak, maar later ging ik terug om hem er weer uit te halen.

Ik kon het niet helpen. Ik was als iemand die verdwaald was in 

de woestijn en een druppel water kreeg.

Ik ging naar boven en legde de kaart bij mijn andere souvenirs.

En toen keek ik naar Laura's bezittingen, de enige dingen die over waren van haar vreemde en tragische bestaan. Cary en ik konden het geen van beiden opbrengen er iets mee te doen. Maar ik kon ze ook niet langer negeren. Ik pakte het dikke schrift dat haar dagboek was geweest. Toen ging ik naar beneden en ging achter het huis zitten in de grote, houten stoel die naar de zee gekeerd stond en begon te lezen.

Lang geleden leefde ik een sprookjesachtig leven, begon het. Ik sloeg mijn ogen op en haalde diep adem.

In de verte lag een zeilboot in de luwte en bleef afgetekend liggen tegen de blauwe horizon, terwijl de donzige, witte wolkjes erboven wachtten op dezelfde wind.

De hele wereld stond stil en hield zijn adem in. Zelfs de meeuwen verstarden op het strand en keken naar mij.

Toen de wind weer opstak, voerde hij een lied met zich mee, alsof hij wilde dat ik het zou zingen voor Laura, voor Cary, voor ons allemaal.

Ik zal het zingen, dacht ik.

Nu, eindelijk, zal ik het zingen.

Beste Virginia Andrews-lezer,

Als u op de hoogte wilt blijven van het boekennieuws rondom Virginia Andrews, dan kunt u een e-mail met uw naam sturen naar info@defonteinbaarn.nl o.v.v. Virginia Andrews (uw gegevens worden uitsluitend voor deze mailinglijst gebruikt). Uitgeverij De Kern organiseert regelmatig kortingsacties en prijsvragen waaraan u kunt meedoen.

Met vriendelijke groet, Uitgeverij De Kern