3. ... en zie niet om
Ik voelde me onwillekeurig zenuwachtig toen ik zaterdag naar grootma Olivia ging om te lunchen. Ik was altijd nerveus in haar aanwezigheid, maar ik kreeg de indruk dat iedereen bij haar op spelden zat. De enige die zich op zijn gemak leek te voelen in haar gezelschap was rechter Childs. Zelfs grootpa Samuel leek zich het grootste deel van de tijd onrustig te voelen. Ik kromp altijd ineen bij de meedogenloze manier waarop ze hem en de dingen die hij deed bekritiseerde. Ze praatte zo neerbuigend tegen hem alsof hij een onbelangrijk of dom mens was. Ik vroeg me af waarom hij het tolereerde, en ik kon me niet voorstellen dat die twee, toen ze jonger waren, verliefd op elkaar waren geweest.
Tegenwoordig verdroeg grootpa Samuel zijn huwelijk alsof het een schoen was die hem twee maten te klein was. Te oordelen naar wat Cary me vertelde en naar wat me bij andere gelegenheden was opgevallen, bracht grootpa Samuel zoveel mogelijk tijd buitenshuis door, ook al was hij gepensioneerd. Hij kaartte een paar avonden per week met zijn oude vrienden, liet nooit een gelegenheid voorbijgaan om 's avonds ergens heen te gaan als hij werd uitgenodigd. Cary zei dat grootpa zijn pensioen betreurde en alleen maar was opgehouden met werken omdat grootma Olivia vond dat het de indruk wekte dat ze geldgebrek hadden als hij jaar in, jaar uit bleef werken. Overdag was hij vaak in de haven, waar hij praatte met de vissers en botenverhuurders.
Maar grootma Olivia stond nooit toe dat hij een van de officiële lunches oversloeg die ze op zaterdag gaf. Meestal, zo had ik begrepen, inviteerde ze een vooraanstaand iemand uit Provincetown of omgeving. Politieke kandidaten, rijke zakenlieden, zelfs helemaal uit Boston, voelden zich vereerd door haar uitnodiging en woonden de lunch bij.
Grootma Olivia's chauffeur, Raymond, was een man van halverwege de zestig, en wat de mensen in Provincetown een brava noemden, half zwart, half Portugees. Hij was een van Roy Pattersons ooms. Roy werkte voor oom Jacob, en Roy's dochter Theresa zat op school bij mij in de klas. Iedereen kende iedereen hier, of ze sociaal met elkaar omgingen of niet.
Raymond kwam me halen in de klassieke Rolls Royce van grootma en grootpa Logan. Het was een gedeeltelijk bewolkte dag met net genoeg wind om het zand in golven over de weg te doen opstuiven. De zeelucht was prikkelend en fris, net als de ochtend na de eerste sneeuw in West- Virginia. De wolken waren van de zachte marshmallow-achtige soort, groot en loom, drijvend langs de blauwe lucht. Het was een perfecte dag voor een middagbezoek.
Ik had me als een prinses moeten voelen achterin de Rolls. Ik zat op smetteloos leer, een chauffeur deed het portier voor me open en dicht en reed me naar het huis van de Logans. Cary was allang met oom Jacob op weg naar zijn werk toen de limousine arriveerde. Ik was blij toe, want ik wist dat hij me ermee zou plagen. Oom Jacob nam alleen de zondag vrij en zelfs dan nog niet altijd de hele dag. Ik had medelijden met May die in de deuropening stond te kijken terwijl ik in de limousine stapte. Ze leek een beetje op een trieste lappenpop die me vriendelijk goedendag zwaaide. Waarom had grootma Olivia haar niet ook kunnen uitnodigen? vroeg ik me af. Ik vroeg het aan tante Sara voor ik wegging.
'Ik weet het niet, lieverd,' antwoordde ze. 'Misschien wil ze gewoon wat meer tijd met jou doorbrengen of je aan belangrijke mensen voorstellen. Maar maak je niet bezorgd over May. Ze zal zich best amuseren. Ik neem haar mee naar het dorp om te lunchen en wat te winkelen.'
Maar toch vond ik het maar een bittere pil voor een klein meisje. Hoe kon een grootmoeder zo ongevoelig zijn, vooral voor iemand als May, die extra zorg en liefde nodig had? De tranen prikten in mijn ogen toen ik eraan dacht en verjoegen elke vreugde of opwinding die ik had kunnen voelen omdat ik in die chique auto ging lunchen.
Toen ik kwam trof ik alleen grootma Olivia aan, en grootpa Samuel en rechter Childs, die op de patio aan de achterkant zaten. Zoals altijd als grootma Olivia gasten had, waren er bedienden. Een dienstmeisje bood hors d'oeuvres en glazen champagne aan. Ze draaiden zich allemaal om toen ik binnenkwam.
Zelfs als ze zat wekte grootma Olivia de indruk dat ze boven haar feitelijke lengte uitrees. Op kousenvoeten was ze niet langer dan een meter zestig, maar door haar houding en de manier waarop ze vorstelijk rechtop zat op haar stoel en er op een of andere manier in slaagde op mensen neer te kijken (zelfs op degenen die wel dertig centimeter langer waren), leek ze krachtiger en zelfverzekerder. Zoals gewoonlijk was haar sneeuwwitte haar naar achteren getrokken in een even strenge knot als die van tante Sara, en droeg ze een met parels bezette kam op haar kruin. Een tijdje nadat ik grootma Olivia had leren kennen besefte ik dat de reden waarom tante Sara haar haar zo droeg was dat grootma Olivia zo'n knot had. Of ze het alleen deed om oom Jacob een plezier te doen of omdat ze geloofde dat alles wat grootma Olivia deed 'de room in de soes' was, zoals mama Arlene zou zeggen, weet ik niet, maar ze deed het.
De kleine levervlekjes bij grootma Olivia's haargrens en op haar wangen leken in de zon meer op sproeten. Vandaag had ze wat rouge op haar wangen. Ze had smalle gelaatstrekken, haar mond was even breed als haar kin. Onder haar kaak hing haar huid in losse plooien, als bij een kip, maar haar sleutelbeen stak prominent naar voren onder haar bijna transparante teint. Over haar slaap liepen kriskras kleine adertjes. Ik wist zeker dat als ze naar zichzelf keek in de spiegel en het denkbeeldige azuurblauwe vocht door haar heen zag stromen, ze nog meer ervan overtuigd was dat ze echt blauw bloed had.
Vandaag droeg ze een ivoorkleurige katoenen jurk met ruches aan de mouwen en aan de zoom. De kraag en het lijfje waren bestikt met kleine pareltjes. Om haar rechterpols droeg ze een elegante gouden armband bezet met diamanten en een klein gouden horloge, dat ze waarschijnlijk alleen voor de show droeg. De wijzertjes en cijfertjes waren zo klein dat ik me niet kon voorstellen dat ze daarop kon zien hoe laat het was.
Ondanks haar temperament was grootma Olivia's huid gladder dan de huid van de meeste vrouwen van haar leeftijd. Haar voortdurende gefrons had geen rimpels veroorzaakt in haar gezicht. Haar handen waren sierlijk, de knokkels een beetje knokig, met een paar levervlekjes erop, maar de huid was niet gerimpeld. Ik durfde te wedden dat ze nog nooit in haar leven een kopje had afgewassen of één kledingstuk had gestreken.
Grootpa Samuel zag er keurig uit in zijn sportjasje en bijpassende broek. Hij droeg een paar gepoetste witte mocassins en lichtblauwe sokken. Grootpa Samuels haar was merendeels grijs, maar hij had nog steeds een opmerkelijk dikke en gezonde bos haar. Bij de oren en de slapen was het kort geknipt en de rest was naar achteren geborsteld. Het golfde een klein beetje. Zijn groene ogen begonnen te schitteren toen hij me zag en zijn lippen ontspanden zich in een vriendelijke glimlach.
Rechter Childs hield een sigaar in zijn rechterhand, een glas champagne in zijn linker. Zijn grote diamanten pinkring glinsterde in de zon. Sinds ik was gaan denken dat Kenneth Childs mijn echte vader zou kunnen zijn, bekeek ik de rechter elke keer dat ik hem zag met meer belangstelling. Per slot kon die man mijn grootvader zijn, dacht ik.
De rechter was een gedistingeerd uitziende man, met grijs haar waar nog iets van het oorspronkelijke bruin doorheen schemerde. Hij droeg het keurig geknipt, met een scheiding aan de rechterkant. Hij kleedde zich conservatiever dan grootpa Samuel; hij droeg een antracietkleurig jasje en broek, een vlinderdas, en zwarte schoenen en sokken. Bij Kenneth thuis had ik foto's gezien van zijn moeder. Ze was een heel aantrekkelijke vrouw met donkerbruin haar, maar ik vond dat Kenneth duidelijk op zijn vader leek. Hij had dezelfde neus en kin. Kenneths ogen waren heel donkerbruin, maar de ogen van de rechter leken altijd donkerder te worden als hij naar mij keek.
'Zo, de eregast is gearriveerd,' zei de rechter. Hij en grootpa Samuel stonden allebei op en maakten een korte buiging. Ik moest even glimlachen. Ik had het gevoel of ik in een scène speelde uit Gejaagd door de Wind.
Ik keek naar grootma en toen naar de achterkant van het huis. Er waren geen andere gasten, geen grote uitstalling van tafels, tenten en stoelen. Was ik werkelijk de eregast?
'Goedemiddag, grootma Olivia,' zei ik.
'Ik heb die jurk altijd mooi gevonden als Laura hem droeg,' antwoordde ze in plaats van me te begroeten. De manier waarop ze het zei gaf me het gevoel dat ik een arm familielid was in een afdankertje.
'Je ziet er heel mooi uit. Melody,' zei grootpa Samuel knikkend. 'Kom hier zitten,' zei hij en klopte op de gecapitonneerde tuinstoel naast hem.
'Net iets voor Samuel om naast de knappe dame te willen zitten,' zei de rechter.
'Je bent alleen maar jaloers omdat ik haar het eerst heb uitgenodigd,' zei grootpa.
'Gaan jullie je nu niet aanstellen als een stel idiote schooljongens,' waarschuwde grootma Olivia. 'Ga zitten waar je wilt,' zei ze tegen mij. Ik ging naast grootpa Samuel zitten, die met een stralende lach naar de rechter keek.
'Dat is nog eens een jongedame met een goede smaak,' zei hij, en de rechter begon te lachen.
Het meisje kwam met de schaal hors d'oeuvres naar me toe en ik koos er een uit en pakte een servet. Het waren garnalen in een pasteibakje en het smaakte verrukkelijk.
'Breng haar wat limonade alsjeblieft,' zei grootma Olivia tegen het meisje. Ze knikte en liep haastig weg.
'Wat gebeurt er in Jacobs huis?' vroeg grootpa Samuel.
'Cary en oom Jacob zijn aan het werk. May en tante Sara gaan naar het dorp.'
'Ik vind het verschrikkelijk om in het seizoen naar het dorp te gaan,'
merkte grootma Olivia op. 'Het is veel te druk in die smalle straten met al die toeristen die naar de etalages staan te turen. Ik begrijp niet waarom ze dat invalide kind overal mee naartoe sleept,' ging ze verder, met een blik op mij, alsof ik het antwoord daarop wist. Ik wist het.
'Tante Sara probeert May te amuseren,' zei ik nadrukkelijk. 'Ze was helemaal alleen toen ik wegging.'
'Ja,' zei grootpa knikkend. 'Ik vind datje Sara en het kind wel had kunnen uitnodigen, Olivia.'
'Vertel me niet wie ik moet uitnodigen en wie niet, Samuel Logan,' snauwde ze. Hij staarde haar even met kille en scherpe ogen aan, maar verzachtte zijn blik snel weer en plooide zijn gezicht in een glimlach.
'Hoorde je de zweep knallen, rechter?'
Toen de rechter niet onmiddellijk antwoord gaf, keek ik naar hem en zag dat hij me met een intense blik aanstaarde.
'Wat? Een zweep? O, ja, ja,' zei hij lachend. 'Ik heb je gewaarschuwd, Samuel. Jaren en jaren geleden heb ik je gewaarschuwd voor de Gordons.'
'Dat draai je om,' zei grootma Olivia. 'Iedereen in Provincetown waarschuwde mij voor de Logans.'
De rechter bulderde van het lachen en nam een slok champagne. Hij en grootma Olivia wisselden een heimelijke blik.
'Ik heb gehoord dat je voor Kenneth werkt,' zei grootma Olivia, zich weer tot mij wendend. 'Hoe gaat dat?'
'Goed, dank u.'
'Is mijn zoon geen al te strenge baas?' vroeg de rechter snel. 'Verveel je je niet daar in die wildernis?'
'Nee. Ik leer veel van hem over kunst.'
'Schilder je zelf ook?' ging hij verder.
'Nee, meneer.'
'Ze heeft meer een muzikale aanleg. Heb je haar niet horen spelen op de variété-uitvoering?' vroeg grootpa Samuel.
'O, ik weet dat ze muzikaal is, maar sommige mensen hebben meerdere talenten.'
'En sommigen geen enkel,' deed grootma Olivia een duit in het zakje, haar blik strak op grootpa Samuel gericht. 'Behalve in het slaan van flaters.' Grootpa Samuel leek niet op zijn gemak en ging verzitten op zijn stoel. Toen schraapte hij zijn keel.
De hatelijke klank in grootma Olivia's stem beviel me niet, maar ik moest haar kracht en haar macht bewonderen. Uit welke bron putte ze die? vroeg ik me af. Waar haalde ze zoveel zelfvertrouwen, zoveel zelfverzekerdheid vandaan? Ik mocht haar niet, maar toch zou ik iets van haar wil- len leren. Ze was het levende bewijs dat vrouwen flink en sterk konden zijn als het nodig was, en op een dag, misschien al heel gauw, zou ik die kracht nodig hebben.
'Wat laat Kenneth je doen?' vroeg de rechter.
'Ik help hem bij het opruimen van zijn huis, ik maak de lunch klaar, bereid zijn materiaal voor, houd zijn atelier op orde, doe diverse klussen, en zorg voor Ulysses. Hij heeft me geleerd hoe ik de klei moet prepareren die hij gebruikt voor vazen en kleine beeldjes.'
'Wat hij je ook betaalt voor het opruimen van dat huis van hem, het kan nooit genoeg zijn. Met die kunst van hem verdient hij nauwelijks genoeg om zijn hond te eten te geven,' zei de rechter schertsend.
'Hij vindt niet dat een kunstenaar geobsedeerd moet zijn door geld,' zei ik, en had er onmiddellijk spijt van, omdat ze me allemaal aankeken of ik een godslastering had uitgesproken.
'Je hebt hem blijkbaar nu al goed leren kennen,' merkte de rechter op na een ogenblik van diepe stilte.
'Niet echt,' antwoordde ik. 'We tasten elkaar nog een beetje af.'
'Heeft hij je verteld dat hij hier praktisch gewoond heeft?' vroeg grootpa Samuel met een brede glimlach. 'Ik moest hem meestal van de deurmat vegen.'
'Samuel, alsjeblieft,' zei grootma Olivia. 'Hij heeft hier niet gewoond.'
'Nou, hij was hier vaak genoeg, niet, Nelson?' vroeg grootpa Samuel aan de rechter.
'Toen hij jonger was had ik hem minder in de peiling dan nu,' zei de rechter somber. Iedereen dronk zijn champagne, maar de rechter en grootma Olivia keken elkaar weer met een veelbetekenende blik aan. Ik nam de limonade van het meisje aan, bedankte haar en nam een slok. Ik begreep nog steeds niet goed waarom ik voor deze lunch was uitgenodigd, maar door alles wat me verteld was en alles wat ik had gezien, wist ik dat grootma Olivia niets deed zonder doel.
'Ik hoop dat je honger hebt,' zei grootpa Samuel. 'We hebben een klein feestmaal. Koude kreeft, die heerlijke gebakken aardappelen die ik eigenlijk niet mag hebben, en gerookte ham.'
'Als je hem hoort praten zou je denken dat hij tegenwoordig alleen nog maar om eten geeft,' zei grootma Olivia met een zucht. 'Ik denk dat we maar beter aan tafel kunnen gaan voordat hij op de leuning van zijn stoel begint te kauwen.' Ze maakte aanstalten om op te staan.
'Dat is ook alles wat hem interesseert,' zei de rechter lachend en stond op. Grootpa Samuel bood mij zijn arm aan en we volgden de rechter en grootma Olivia naar binnen naar de eetkamer, waar de lunch op een grote tafel stond uitgestald. Het meisje stond naast de tafel te wachten om ons elk een bord te overhandigen. Grootma Olivia ging als eerste en de rechter deed een stap achteruit, zodat ik haar kon volgen. Het vlees van de kreeft was uit de schaal gehaald en op een schotel geschikt. Behalve de aardappelen waar grootpa Samuel zo van hield, waren er verschillende groenten, veenbessensaus en appelmoes. De gerookte ham zag er verrukkelijk uit.
Tante Sara had me gewaarschuwd dat ik mijn bord niet moest volladen tijdens een lunch bij grootma Olivia die vond dat dames dat niet deden. Je mocht wel een keer teruggaan voor een tweede portie ham of groenten, maar niet weer een bord vol. Ik zag dat ze uit haar ooghoek naar me keek toen ik achter haar aan kwam, en ik nam heel wat minder dan ik eigenlijk wilde. De rechter en grootpa Samuel laadden hun borden tot de rand toe vol. We gingen aan de eettafel zitten.
'Zoals gewoonlijk is het weer delicieus, Olivia,' zei de rechter. Ze knikte kort, zoals iemand zou knikken die een complimentje verwacht.
'Je schijnt je goed te hebben aangepast aan je nieuwe thuis,' zei grootpa Samuel tegen mij.
'Ze had immers geen keus?' snauwde grootma Olivia. 'Je doet wat je moet doen.'
'Ach, soms kun je geluk hebben en de dingen die je moet doen ook nog plezierig vinden,' zei hij, zonder een zweem van tegenspraak in zijn stem. Hij knipoogde naar mij en we aten zwijgend verder tot de rechter en grootma Olivia elkaar weer met die kalme blik vol vraagtekens aankeken.
'Wat doe jij terwijl Kenneth in zijn studio werkt?' vroeg grootma Olivia.
'Soms gebruik ik die tijd om het huis schoon te maken of met Ulysses te gaan wandelen, en soms kijk ik naar Kenneth terwijl hij werkt. Dat vindt hij niet erg, zolang ik zijn concentratie maar niet verstoor,' voegde ik eraan toe. 'Eén keer heeft hij me gevraagd op mijn viool te spelen terwijl hij aan het werk was.'
'Dus hij is niet erg spraakzaam?' vroeg ze.
'Alleen als hij het over zijn kunst heeft,' zei ik. Ik hield mijn hoofd schuin en vroeg me af waarom, als Kenneth hier praktisch was opgegroeid en zijn vader tegenover me zat, ze me al die vragen over hem stelden. Ze deden allemaal of ze hem nauwelijks kenden en ze hoorden hem stukken beter te kennen dan ik.
'Is dat alles waarover hij praat?' drong de rechter aan. Hij leek ongeduldig.
'Laat het kind toch eten,' zei grootpa Samuel. Grootma's ogen schoten vuur toen ze naar hem keek. Hij schudde zijn hoofd en richtte zijn aandacht weer op zijn bord.
Ik slikte de hap door die ik in mijn mond had en gaf antwoord.
'Nee. Een enkele keer praat hij over het verleden,' zei ik. De rechter sperde zijn ogen open en grootma Olivia's vork verstarde tussen het bord en haar mond.
'O? En wat heeft hij je precies verteld over het verleden?' ging de rechter verder.
'O, hoe het was om in Provincetown op te groeien,' zei ik.
Grootma Olivia legde haar vork neer en keek naar de rechter. Ze schudde bijna onmerkbaar, maar onmiskenbaar haar hoofd. De rechter at verder en het onderwerp van gesprek ging over op de economie van het land en wat daarmee zou gebeuren als de Republikeinen niet de meerderheid kregen in de senaat.
Toen we gegeten hadden stelde grootma Olivia iets voor dat mijn ogen deed uitpuilen van verbazing.
'Terwijl jullie idioten je sigaren roken, gaan Melody en ik naar het prieel voor een gesprek onder vier ogen,' zei ze. 'Kom mee,' ging ze verder tegen mij, en stond op van tafel.
'We komen zo bij je,' zei grootpa Samuel.
'Overhaast je smerige gewoonte niet voor mij,' antwoordde ze. De rechter lachte en grootpa haalde zijn schouders op. Ik volgde grootma Olivia naar buiten, de achtertrap af. Ze bleef even staan en wachtte tot ik naast haar liep.
'Genoten van je lunch?'
'O, ja. Dank u. Alles was even heerlijk.'
'Straks krijgen we thee en petit fours. Vertel eens wat meer over dat zo- merbaantje van je,' zei ze, terwijl ze verderliep over het pad naar het prieel.
Waarom was mijn werk voor Kenneth zo belangrijk? Wat verwachtten ze dat ik hun zou vertellen?
'Er valt niet veel meer over te vertellen, grootma Olivia. Ik kijk graag naar Kenneth als hij aan het werk is. Hij woont op een interessante plaats, zo vlakbij de zee, bij de natuur. Ik hou van mijn wandelingen langs -'
'Als hij met je over het verleden sprak,' viel ze me in de rede, niet tevreden met mijn antwoord, 'zei hij dan iets over zijn vader?' Toen ik niet onmiddellijk antwoordde, bleef ze staan en keek me aan. 'Nou?'
'Hij praat niet graag over zijn vader,' zei ik, maar ik zag dat dat niet voldoende was. Ze trok een lelijk gezicht, alsof ze in een zure appel had gebeten, en liep toen het prieel in. Ik volgde haar naar binnen en ging tegenover haar zitten op een smetteloos witte tuinbank.
'Waarover wilde u praten?' vroeg ik ten slotte. Het kon moeilijk over mijn zomerbaantje gaan. Het was me langzamerhand duidelijk geworden dat ik hiernaartoe was gebracht voor een soort kruisverhoor.
'Ik geloof dat jij een stuk slimmer bent dan je moeder op die leeftijd,' begon ze. 'De interesses van je moeder waren om te beginnen al heel simpel, en haar nieuwsgierigheid naar iets meer dan jongens was beperkt.'
'Ik vind het niet eerlijk op die manier over haar te praten. Ze is dood. Ze kan zich niet verdedigen,' antwoordde ik. De tranen sprongen in mijn ogen. Ik haalde diep adem en wendde mijn blik af.
'Onzin. Als we over niemand zouden kunnen praten die dood is, zouden er heel wat fouten worden gemaakt. Het zou ook een fout zijn van jou om me niet te vertellen wat Kenneth Childs eventueel over zijn vader heeft gezegd.'
Ik draaide mijn hoofd weer naar haar toe.
'Waarom is dat zo belangrijk voor u?' vroeg ik.
'Waag het niet mij vragen te stellen in antwoord op mijn vragen,' berispte ze me.
'Het enige wat ik weet is dat ze zelden met elkaar praten, maar ik weet niet waarom.'
Ze trok haar wenkbrauwen op.
'Heeft hij dat niet gezegd?' vroeg ze behoedzaam.
'Nee, niet echt.'
'Wat betekent dat, niet echt? Hij heeft het gezegd of niet gezegd.' Ze boog zich ongeduldig naar voren.
'Hij heeft het niet gezegd,' antwoordde ik, terwijl ik met moeite mijn tranen bedwong.
'O,' zei ze. Ze bleef me aandachtig opnemen. Ik had het gevoel of ik onder een felle lamp in een politiebureau zat.
'Hebt u me daarom voor de lunch uitgenodigd, om me te ondervragen over wat Kenneth heeft gezegd over zijn eigen vader?' Ik wilde het weten, ondanks haar strenge waarschuwing haar geen vragen te stellen.
'Wees niet zo brutaal,' snauwde ze.
'Het lijkt me nogal triest als de enige manier waarop de rechter iets te weten kan komen over zijn eigen zoon is om hem door een ander te laten bespioneren,' ging ik verder.
'Waag het niet zoiets tegen de rechter te zeggen,' vermaande ze. 'Niemand heeft gezegd dat jij iemand zou bespioneren,' voegde ze eraan toe, maar ik keek haar alleen maar nijdig aan.
'U had Kenneth voor deze lunch kunnen uitnodigen,' zei ik, 'en hem dezelfde vragen kunnen stellen.'
Ze wierp me een woedende blik toe en schudde haar hoofd.
'Blijkbaar heeft mijn zoon geen van de goede manieren die ik hem geleerd heb, aan jou doorgegeven of anders heeft je moeder die bedorven,' zei ze.
'Hoe kunt u haar nog steeds haten nu ze dood is?' vroeg ik. Eindelijk had ik een opmerking gemaakt die doel trof. Ze wendde haar hoofd af en staarde naar de zee. Een nietszeggende uitdrukking verscheen op haar gezicht.
'Ik haat haar niet. Ik keurde haar gedrag af, en uiteindelijk had ik zelfs medelijden met haar, met haar en met Chester. Zichzelf toestaan zoiets verschrikkelijks te geloven van zijn eigen vader, alleen om haar als vrouw te kunnen hebben. Te bedenken dat mijn man een jong meisje zou verleiden en mij te schande maken.' Ze schudde haar hoofd. 'Maar dat is nu allemaal voorbij. Verschrikkelijke woorden en ideeën zijn als het getij. Als ze eenmaal naar buiten zijn gerold, kun je ze nooit meer terugnemen. Je kunt de klok niet ont-luiden.' Ze zuchtte. 'Dus heeft het weinig zin er nu over te discussiëren.'
'Dat heeft het wél,' zei ik dapper.
Ze keek me aan. Als haar ogen dolken waren, zou ik honderd gaten in mijn lichaam hebben, dacht ik.
'Wat zei je?'
'Ik wil de waarheid weten,' zei ik. 'Is Kenneth Childs mijn vader? Hebt u me daarom over hem uitgehoord?'
Ze begon te glimlachen.
'Heeft hij je dat verteld?'
'Hij heeft me niets verteld.'
Haar glimlach verdween.
'Als er één ding is dat ik niet weet en niet wil weten is het wie van Hailles vele vriendjes jou heeft verwekt. Het zou gemakkelijker zijn de vader van een of andere haai in de oceaan te vinden,' voegde ze eraan toe, met een gebaar naar de zee.
'Misschien weet mijn echte grootmoeder het,' zei ik. Grootma Olivia barstte in lachen uit.
'Belinda? Die zou iets weten van wat er om haar heen gebeurt? Maak het een beetje.'
'Ik wil haar graag ontmoeten. Echt waar,' drong ik aan.
Ze hield op met lachen.
'Doe niet zo mal. Ze zou geen flauw idee hebben wie je was, en je zou geen verstandig woord uit haar kunnen krijgen.' zei grootma Olivia. 'Het zou een volkomen zinloos bezoek zijn.'
'Toch zou ik het graag willen. Mag ze geen bezoek hebben?'
'Ze mag bezoek hebben, maar ik kan me geen grotere tijdverspilling voorstellen dan een bezoek aan Belinda Gordon.'
'Ik heb tijd om te verspillen,' zei ik. 'Heeft mijn moeder haar ooit bezocht?'
'Niet één keer,' antwoordde grootma Olivia meesmuilend. 'En geloof me, dat was niet omdat ik het haar verboden had.'
'Des te meer reden voor mij om naar haar toe te gaan,' zei ik vastberaden. Ze trok haar wenkbrauwen weer op en knikte met wijdopengesperde ogen.
'Misschien vergis ik me,' zei ze. 'Misschien had ik me er wél voor moeten interesseren wie je vader was. Wie hij ook was, hij moet ruggengraat hebben gehad.'
Als ik ooit een dubbelzinnig compliment had gehad, dan was dit het wel, dacht ik.
'Oké,' zei ze na een ogenblik. 'Als je zo graag je echte grootmoeder wilt ontmoeten,' ging ze verder, het woord 'echte' uitsprekend alsof het een lelijk woord was, 'zal ik je er door Raymond naartoe laten brengen.'
'Dank u,' zei ik snel. 'Wanneer?'
'Morgen. Zondag is bezoekdag. Hij komt je om 10 uur halen. Ze hebben bezoekers graag 's morgens.'
'Hebt u haar nooit opgezocht?' vroeg ik.
'Natuurlijk niet.'
'Maar ze is toch uw zus!' zei ik. Ze zag eruit of ze een stalen pen in haar rug had.
'Ik heb meer voor haar gedaan, dan zij ooit voor mij zou hebben gedaan,' antwoordde ze, 'vooral gezien de omstandigheden.'
'Welke omstandigheden?'
'Spaar me, ik wil dat allemaal niet weer oprakelen. Leg je plichtmatige bezoek af, dan heb je dat gehad,' ging ze verder, zwaaiend met haar hand. Ideeën of woorden die ze niet goedkeurde of waaraan ze een hekel had, waren als vliegen die ze verjoeg. Ik kende niemand die je zo razend kon maken, dacht ik.
'Het is geen plichtmatig bezoek. Ik wil haar echt graag ontmoeten,' zei
ik.
'Je zult erg teleurgesteld zijn,' waarschuwde ze bijna vrolijk.
'Ik ben al heel vaak teleurgesteld,' antwoordde ik. Haar ogen schoten
weer vuur, maar ze kalmeerde toen we de rechter en grootpa Samuel hoorden, die naar buiten kwamen en onze richting uit liepen. Grootma Olivia boog zich naar voren.
'Praat tegen niemand over dit gesprek,' beval ze. 'Vooral niet tegen Kenneth. Ik verwacht geen loyaliteit van je, maar wel gehoorzaamheid. En je weet ongetwijfeld,' ging ze verder, terwijl ze zich nog dichter naar me toe boog, met een waarschuwende blik in haar ogen, 'wat er op het spel staat als je me teleurstelt.'
Het dreigement hing als een onweerswolk boven mijn hoofd. De rechter en grootpa Samuel kwamen het prieel binnen.
'En hebben jullie een goed gesprek gehad van twee vrouwen onder elkaar?' vroeg grootpa Samuel lachend.
'Ik verzeker je, Samuel, dat ons gesprek mijlenver boven jullie geklets in de sigarenrook stond,' antwoordde ze.
'Kom, kom, Olivia, geen seksisme,' zei de rechter berispend. Hij en Olivia wisselden een snelle blik, en ik zag de vraag in zijn ogen. Ze schudde bijna onmerkbaar haar hoofd en ik dacht dat hij opgelucht keek. Toen lachte hij naar mij.
'Zo,' zei hij, terwijl hij op de bank naast de mijne ging zitten, 'laat ons nog eens iets horen over het nieuwe project van mijn zoon.'
'Ik denk dat u er beter zelf met hem over kan komen praten, rechter Childs,' zei ik. 'Het is niet mijn bedoeling er geheimzinnig over te doen,' voegde ik er snel aan toe. 'Ik wil het alleen niet verkeerd beschrijven.'
Hij bleef nog even glimlachen en knikte toen.
'Natuurlijk,' zei hij. 'Dat is precies wat ik van plan ben. Een dezer dagen. Een dezer dagen.'
Grootma Olivia liet het meisje thee en kleine cakejes serveren in het prieel. Het gesprek ging weer over politieke onderwerpen, en ik werd praktisch genegeerd tot de rechter aankondigde dat hij weg moest. Toen hij opstond, draaide hij zich naar mij om.
'Ik vond het erg prettig de middag met jou te kunnen doorbrengen, Melody. Misschien kom je me eens een keer in mijn strandhuis opzoeken. Schaak je?'
'Nee, meneer.'
'Mooi. Dan zal ik het je leren. Je zult je grootvader Samuel in een mum van tijd kunnen verslaan.'
'Ik weet zeker dat ze wel wat beters te doen heeft dan haar tijd verspillen met aftandse oude mannen,' zei grootma Olivia fronsend.
'Misschien,' zei de rechter met een knipoog. 'Doe mijn zoon de groeten. Olivia.' Hij boog. 'Ik zal je uitgeleide doen,' zei ze en stond op.
Het drong plotseling tot me door dat dit de eerste keer was dat grootpa Samuel en ik ooit alleen waren. Hij keek grootma Olivia en de rechter na en draaide zich toen om naar mij.
'Je moet Olivia niet te snel veroordelen,' zei hij, toen hij de afkeurende uitdrukking op mijn gezicht zag. 'Ze lijkt een heel hardvochtige vrouw, maar ze heeft meer dan haar portie moeilijkheden gehad.'
Zijn sympathie voor haar verraste me volkomen.
'Wat voor moeilijkheden?'
'Je weet iets van de problemen die we met haar zuster hebben gehad.'
'Mijn grootmoeder,' zei ik.
'Ja, je grootmoeder.' Hij schudde droevig zijn hoofd. 'Hun vader was een moeilijk mens, te oordelen naar wat Olivia me heeft verteld. Hij eiste veel van Olivia en probeerde een strenge sfeer te handhaven. Belinda kwam in opstand en werd promiscue. Olivia trotseerde hem, en ik denk dat ze daardoor zoveel ruggengraat heeft gekregen.'
'Ze snauwt altijd tegen u,' zei ik. Hij haalde zijn schouders op.
'Dat is haar manier van doen. We kunnen beter met elkaar overweg dan veel andere echtparen die zo lang getrouwd zijn als wij. Maak je geen zorgen,' ging hij glimlachend verder. 'Ik ben niet zo'n pantoffelheld als de meeste mensen denken. Maar dat is ons geheimpje, oké? Ik zou graag willen dat je met eventuele problemen bij mij komt, vooral moeilijkheden met mijn zoon Jacob. Ik weet dat hij soms strenger kan zijn dan een dominee met constipatie. Je bent een goeie meid, een talentvolle en slimme jonge vrouw. Met jou komt het wel in orde, dat weet ik zeker.'
'We moeten van tijd tot tijd allemaal een manier zien te vinden om over onze tegenslagen heen te komen,' voegde hij er met een diepe zucht aan toe.
'Ik ga morgen op bezoek bij mijn grootmoeder Belinda,' zei ik.
'O?' Hij keek naar het huis. 'Weet Olivia dat?'
'Ze laat me door Raymond halen.'
'Heus? Dat is aardig. Je weet natuurlijk dat Belinda tegenwoordig niet helemaal bij de tijd is.'
'Ik weet helemaal niets van haar. Daarom ga ik erheen.'
Hij knikte, boog zich naar me toe en fluisterde: 'Ze heeft de neiging te fantaseren over mensen die ze heeft gekend. Het meeste ervan moetje niet geloven. Je kunt het mij vragen als je wilt weten of iets wat ze gezegd heeft de waarheid is.' Hij richtte zich snel op toen grootma Olivia weer naar buiten kwam. Hij glimlachte naar me en knipoogde.
Al die mensen, die naast elkaar wonen en geheimen voor elkaar hebben, dacht ik. Het moest iets verschrikkelijks betekenen. Hoeveel daarvan, vroeg ik me af, had met mij te maken?'
Cary was thuis toen de limousine me terugbracht. Te oordelen naar de manier waarop hij naar buiten kwam zodra ik uit de Rolls stapte, had hij op me gewacht en door het raam naar me uitgekeken.
'Hoe was de lunch?' vroeg hij toen ik dichterbij kwam.
'Het eten was in ieder geval goed,' zei ik, en hij rolde met zijn ogen.
'O-o. De klank daarvan bevalt me niet.'
'Ik ga even dit afdankertje uittrekken, zoals grootma Olivia het karakteriseerde,' zei ik.
'Laten we daarna een wandeling maken naar het veenbessenveld.'
'Oké. Waar is May?'
'Zij en moeder zijn nog niet terug van hun uitstapje. Waar ze ook naar toe zijn.'
Haastig liep ik de trap op en trok een spijkerbroek en een comfortabel sweatshirt aan. Oom Jacob deed blijkbaar een middagdutje. De deur van de slaapkamer was dicht. Zachtjes liep ik de trap af naar de voortuin, waar Cary bezig was steentjes over de weg te gooien. De late middagzon was achter een lange rij wolken gezakt en kleurde de zee metaalachtig blauw. De golven glinsterden als spiegels.
'Klaar?' vroeg hij.
'Klaar.'
We liepen naar het strand. Onder het lopen vertelde ik Cary over de lunch die middag en dat ik was ondervraagd over Kenneth.
'Het gaf me het gevoel dat ik grootma Olivia's kleine spion was. Weet jij waarom Kenneth en zijn vader niet met elkaar kunnen opschieten?'
'Waarschijnlijk omdat hij niet in de voetsporen van zijn vader is getreden en advocaat is geworden. Denk maar aan al dat geld dat verspild is door hem naar de juridische faculteit te sturen,' zei Cary.
'Er zit meer achter,' zei ik. Toen vertelde ik hem dat ik grootmama Belinda ging opzoeken.
'Grootma Olivia stuurt de auto?'
Ik knikte. Ik vertelde hem wat grootpa Samuel had gezegd, dat ik bij hem moest komen met eventuele verhalen van grootmama Belinda. Cary dacht daar even over na.
'Ik weet het niet. Ik geloof niet dat het iets te betekenen heeft,' zei hij ten slotte. 'Waarschijnlijk probeert grootpa Samuel je alleen maar duidelijk te maken dat hij niet zo hard en verbitterd is als zijn vrouw.'
We zaten op de top van het duin en staarden naar het veld.
'Het wordt een goede oogst. Die hebben we nodig,' zei hij. 'De kreeftenvangst is niks gedaan tegenwoordig.' Hij streek met een grasspriet langs zijn lippen en keek me even aan. 'Over gisteravond, voordat May kwam,' zei hij.
'Ja?' Mijn hart begon zo hard te bonzen of we de hele weg hadden lopen joggen.
'Ik hoop dat je niet kwaad op me bent.'
'Waarom zou ik kwaad zijn?'
Hij glimlachte.
'Ik was bang dat je zou denken dat ik je alleen had gevraagd om boven te komen in de hoop dat zoiets zou gebeuren.'
'Was dat niet zo?' vroeg ik. Hij bloosde.
'Nee.'
'Echt niet?' vroeg ik plagend. Zijn gezicht werd van rood zo wit als ker-senbloesem, vooral rond zijn lippen.
'Nee! Ik ben Adam Jackson niet. Ik lok meisjes niet in de val,' zei hij verontwaardigd.
'Oké. Dan gebeurde het gewoon.'
'Ja,' zei hij vastberaden.
'Denk je dat het weer zal gebeuren?' vroeg ik aarzelend. Ik wist zelf niet goed hoe ik tegenover onze nieuwe relatie stond.
Hij draaide zich verbaasd om.
'Dat weet ik niet.'
'Wil je het?' ging ik verder.
'Jij?'
'Misschien.' Ik bedacht dat ik met Cary tenminste mezelf kon zijn, dat hij mijn verwarring niet zou opvatten als een teken van zwakte.
Hij staarde me aan en boog zich toen naar me toe. Zijn lippen waren half geopend en vochtig. Ik leunde een paar centimeter naar voren en we kusten elkaar zacht, snel. Ik ging onmiddellijk op mijn buik liggen en steunde met mijn kin op mijn armen, terwijl ik naar de veenbessen staarde. Hij ging op zijn rug naast me liggen. Een tijdlang zeiden we geen van beiden iets.
'Ik heb Kenneth ronduit gevraagd of hij wist wie mijn vader was,' zei ik ten slotte, de pijnlijke stilte verbrekend.
'Heus? Wat zei hij?'
'Eerst zei hij dat hij het niet wist. Toen zei hij dat hij het me niet kon vertellen.' Ik ging op mijn rug liggen. Cary leunde op zijn arm en staarde op me neer.
'Wat wilde hij daarmee zeggen?'
'Ik weet het niet. Ik denk dat hij het weet, maar niet wil dat ik gekwetst word, of misschien kan hij zelf de waarheid niet onder ogen zien. O, Cary,' zei ik, bijna in tranen. 'Ik weet alleen dat er nog iets afschuwelijks te ontdekken valt, nog afschuwelijker dan de dingen die ik al te weten ben gekomen.'
'Misschien kun je dan beter ophouden met vragen stellen,' opperde hij. 'Het is net als toen je niet wilde dat ik de deur van die kast in de studio open zou maken. Waarschijnlijk had je gelijk. Sommige deuren kunnen beter gesloten blijven.'
'Ik wilde niet dat je hem openmaakte, maar toen hij eenmaal open was, wilde ik naar binnen om rond te kijken. En ik wilde niet dat je die schilderijen tevoorschijn haalde, maar toen je het deed, keek ik ook.'
Hij knikte, slikte moeilijk en wendde zijn blik af.
'Wat?'
'Je bent net als de vrouw van Lot in de bijbel.'
'Wie was zij ook alweer?'
'Lot zei dat ze niet mocht omkijken, want dat ze dan in een zoutpilaar zou veranderen.'
'En?'
'Ze keek,' zei hij, en het was of een donderslag uit de hemel klonk. De hitte die een ogenblik eerder nog door mijn lichaam was getrokken, verdween onmiddellijk. Een koude, harde bal van angst bleef over in mijn maag.
Misschien had hij gelijk.
Misschien moest ik ophouden met vragen stellen.