Hoofdstuk 12
Meri dacht erover een hond te nemen. Zo’n klein beestje dat je overal mee naartoe kon nemen. Vanuit haar hoekkamer in de Ritz-Carlton in Pasadena kon ze uitkijken over een prachtig groen grasveld, geflankeerd door borders vol planten en doorkruist met paden waar mensen met hun kleine honden een paar keer per dag overheen wandelden. Dan was er tenminste nog een levend wezen bij haar in de kamer.
Ze wierp een blik op haar horloge en zuchtte. Haar team zou nog een halfuur op zich laten wachten en dat betekende dat ze tijd te doden had. Misschien lag het aan haar, maar de dagen leken veel langer te duren deze laatste paar weken. De dingen waar ze van hield, leken haar lang niet meer zo gelukkig te maken als voordien. Ze sliep steeds slechter en lachte steeds minder. Met grote moeite probeerde ze enthousiasme te tonen toen Colin en Betina bekendmaakten dat ze gingen trouwen.
Niet dat ze niet blij was voor haar vrienden. Er was niets wat ze liever wilde dan hun geluk. Maar het was alleen…
Ze miste Jack. Ja, dat was idioot en blijkbaar was ze een idioot, maar toch was het zo. Ze miste hem – zijn stem, zijn aanraking en zijn lach. De manier waarop hij de touwtjes in handen nam en totaal niet geïntimideerd werd door haar. Het grootste deel van haar leven had ze van hem gehouden. Hoe moest ze daar nu mee stoppen?
‘Therapie,’ mompelde ze voor zich uit, en ze bleef uit het raam staren. Dat had haar al eerder geholpen om uit te vinden wat normaal was en wat niet. Misschien zouden gesprekken met een betaalde professional haar helpen Jack achter zich te laten. Misschien kon ze een knappe mannelijke therapeut in de arm nemen, verliefd op hem worden, omdat over iemand anders heen komen een stuk gemakkelijker zou zijn dan Jack vergeten.
Ze sloot haar ogen om de pijn te weren. Hij zou nu weg zijn uit het huis. Vannacht om twaalf uur was er een einde gekomen aan zijn verblijf in het huis van Hunter. Was hij al weer op weg naar Texas, of was hij zijn koffer nog aan het pakken? Dacht hij wel eens aan haar? Zou ze ooit gaan geloven dat het maar beter was zo, of hoopte ze dat alleen maar? Ze wist dat hij naar de reünie zou komen, maar nu, nu was hij weg.
Er werd op haar deur geklopt. Kamermeisjes, dacht ze. Oké, best. Ze konden haar kamer schoonmaken en dan ging zij wel naar het veldje om vriendschap te sluiten met die kleine honden daar beneden. Misschien kon een van de baasjes haar een tip geven over wat voor soort hond voor haar geschikt zou zijn.
Jack zou een grote hond gewild hebben, dacht ze afwezig. Natuurlijk, als hij bij haar was geweest, had ze geen hond nodig gehad. Dan had ze een man en later een gezin, al zou een hond altijd een leuke aanvulling zijn. Misschien een –
Ze deed de deur open en bleef op de drempel staan staren. ‘Jij bent geen kamermeisje.’
Jack liep langs haar heen naar binnen, en haalde zijn schouders op. ‘Ik kan wel een paar handdoeken voor je gaan halen als je die nodig hebt.’
‘Ik heb geen handdoeken nodig.’
Verbijsterd dat hij hier was, bleef ze hem aankijken. Hij zag er goed uit. Wel moe en misschien wat magerder, maar nog steeds krachtig en sexy, nog steeds de man van haar dromen.
‘Je moet eigenlijk op weg zijn naar huis,’ zei ze. ‘Je vier weken zijn om.’
Hij keek haar aan. ‘Denk je dat? Dat mijn tijd erop zit en dat ik dan gewoon wegloop?’
‘Ja, eigenlijk wel.’
‘Dat is omdat ik dat altijd heb gedaan. Als het erop zat, hield ik weer afstand en zorgde ik dat ik niet te nauw betrokken raakte.’
Haar maag maakte een salto. Niet echt wist ze, maar zo voelde het in elk geval wel.
Het liefst had ze zichzelf in zijn armen gegooid. Ze wilde dat hij haar vasthield, en dat hij haar zou zeggen dat het allemaal goed zou komen. Maar dat ging hij niet doen, want nooit was er iets zo gemakkelijk gegaan in haar leven. Geen idee waarom hij hier voor haar stond. Misschien wilde hij haar nog wat adviezen meegeven. Dan zou ze beleefd glimlachend luisteren, hem dan de deur uit duwen en in alle stilte achter de gesloten deur instorten. Daar begon ze zo langzamerhand goed in te worden.
‘Hoe heb je me gevonden?’ vroeg ze.
‘Colin heeft me het adres gegeven.’
‘Wat? Dat geloof ik niet.’
‘Echt waar. Maar je hoeft niet boos te zijn. Hij heeft me eerst gemarteld. Hij belde meteen na je vertrek, en zei dat hij wist waar je was, maar dat hij het niet tegen me ging zeggen tot mijn maand in het huis voorbij was.’
Had Colin Jack echt gebeld? Ze was niet zeker of ze blij moest zijn of dat ze het verlovingscadeautje dat ze al had gekocht terug moest brengen.
‘Zocht je me?’ vroeg ze voorzichtig.
Hij raakte haar gezicht zachtjes aan. ‘Wat denk je?’
‘Ik weet het niet.’
‘Je moet zoiets verwacht hebben, anders had je je niet zo goed verstopt.’
‘Ik wil geen medelijden,’ gaf ze toe. ‘Ik wil ook niet dat je nog steeds een oogje in het zeil houdt. Ik wil niet langer een project van je zijn of gezien worden als het jongere zusje van Hunter.’
Zijn ogen stonden donker en ze kon met geen mogelijkheid raden wat er in hem omging.
‘Wil je dan wel de vrouw zijn van wie ik hou?’
Ze hoorde de woorden, maar het duurde even voordat de betekenis ervan tot haar doordrong.
‘Wat?’ vroeg ze perplex.
‘Ik hou van je, Meri. Dat doe ik al heel lang. Ik heb altijd gedacht…’ Hij schokschouderde even. ‘Ik dacht dat er vroeger ook al iets tussen ons was. Maar jij was jong en ik ook, en opeens werd Hunter ziek. Ik kon er niet mee omgaan, dus ik ben gevlucht. Dat weet je al. Ik ben op de vlucht geslagen, maar kon niet loslaten, en ik handelde verder op een laffe manier. Ik bespioneerde je. Je had helemaal gelijk toen je het zo noemde. Ik bleef vanaf een afstand op de hoogte, waar het veilig was. Waar ik veilig was.’
Ze moest gaan zitten. Haar benen voelden zwak en de kamer draaide een beetje. Maar in plaats daarvan strekte ze haar armen naar hem uit.
Hij ving haar op en hield haar vast alsof hij haar nooit meer wilde laten gaan.
‘Ik heb je gemist,’ fluisterde hij zacht in haar oor. ‘Ik heb je heel erg gemist. En niet alleen deze laatste drie weken, hoewel die de hel op aarde waren, maar ik mis je al elf jaar. Het spijt me dat ik het niet eerder wist, maar ik hou van je. Ik wil met jou samen zijn. En ik wil het goedmaken met je.’
Hij pakte haar vast bij haar bovenarmen en hield haar recht voor zich. ‘Kun je me vergeven? Kun je me vertellen wat ik moet doen om het goed te maken? Kun jij ooit om mij geven?’
Ze begon te lachen en te huilen tegelijk, en vlijde zich in zijn armen waar hij haar zo strak vasthield dat ze bijna geen adem meer kon halen. Maar ze vond het niet erg.
Het voelde goed. Het voelde perfect.
‘Natuurlijk hou ik van je,’ zei ze met trillende stem. ‘Waarom denk je dat ik ervandoor ben gegaan?’
‘Je bent een complexe vrouw. Je vertrok. Ik wist niet wat ik moest denken. Ik was in de war.’
‘Ik wilde weg voor jij me de bons kon geven. Ik wilde niet dat je mijn hart voor de tweede keer brak.’
‘Ik zal je nooit meer verlaten,’ beloofde hij. ‘Ik hou van je en ik wil met je trouwen en voor altijd bij je blijven. Wil je met me trouwen, Meri?’
Het leek alsof iemand bubbeltjes in haar bloed had geïnjecteerd. Ze voelde zich licht en bruisend en gelukkiger dan ze ooit was geweest.
‘Wat voor hond vind jij leuk?’
‘De hond die jou het beste past.’
‘Goed antwoord,’ zei ze met een glimlach.
De eerste keer dat Hunter Palmer het licht was in gegaan, had hij niet geweten wat hij moest verwachten. Tot hij de diagnose kanker had gekregen met de verwachting nog maar een paar weken te leven, had hij nooit nagedacht over het hebben van een ziel of wat het betekende dood te gaan. En nu, tien jaar later, had hij alle antwoorden. Maar toch waren er nog vragen. Vragen die alleen zijn vrienden konden beantwoorden.
Hij was op de reünie die gehouden werd om Hunters House in te wijden als toevluchtsoord voor ernstig zieke mensen, ongezien, maar beslist aanwezig voor zijn vrienden. Ooit waren ze de Seven Samurai geweest – mannen die elkaar vriendschap voor het leven hadden beloofd. Nadat hij was gestorven, was de groep uit elkaar gevallen. Nu hadden ze hun weg teruggevonden.
Hunter bewoog zich naar Nathan Barrister.
Zes maanden geleden had Nathan nog nooit van Hunter’s Landing gehoord. En nu was hij getrouwd met Keira, de burgemeester van Hunter’s Landing, en verdeelde hij zijn tijd tussen een huis in Knightsbridge, Londen en Keira’s huis hier in de bergen.
Zijn leven was rijk en voller dan hij ooit had kunnen bevroeden en hij had alles te danken aan Hunter. Dat hadden ze allemaal. Nathan sloot zijn ogen en hij bedankte fluisterend zijn vriend die dit alles op de een of andere manier mogelijk had gemaakt.
En ergens wist hij zeker dat Hunter hem hoorde.
‘Wat lach je?’ vroeg Keira, en ze legde haar hoofd even tegen zijn schouder en keek naar hem op.
‘Om jou,’ zei hij, en hij sloeg zijn arm stevig om haar schouder. ‘Ik glimlach omdat ik aan jou denk.’
‘O, dat is fijn om te horen.’ Ze keek om naar de andere Samurai en hun vrouwen. ‘Het is een schitterende dag en ik denk dat jouw vriend Hunter met plezier op ons neerkijkt.’
‘Hij zou hiervan genoten hebben. Wij allemaal weer bij elkaar. Compleet.’ Met Keira in zijn armen keek Nathan naar zijn vrienden en de vrouwen die het hart van de Samurai waren geworden. Ze waren niet meer dezelfden – niemand van hen. Op de een of andere manier had de magie van deze plek van hen allemaal… méér… gemaakt. Glimlachend naar zijn vrouw zei hij: ‘Ik denk gewoon niet dat ik nog gelukkiger zou kunnen zijn dan ik op dit moment ben.’
‘Wedden van wel? Ik heb een verrassing voor je,’ zei ze, en ze sloeg haar armen stevig om zijn middel en keek hem recht in zijn ogen. ‘En ik denk dat dit een prachtige dag is om mijn nieuws aan te kondigen.’
‘Is dat zo?’ Hij keek naar haar en dacht aan de komende nacht waarin hij haar in hun bed in zijn armen zou hebben, en zich zou kunnen verliezen in het wonder lief te hebben en geliefd te worden. ‘Ik hou wel van een leuke verrassing.’
‘We krijgen een baby.’
‘Wat?’
‘Je wordt papa.’
‘Echt?’ Zijn hart begon te hameren in zijn borst.
‘Ja, dat was mijn verrassing.’
Ze zag er zo stralend en gelukkig uit. Wat was ze mooi. En ze had hem alles gegeven.
‘Ik hou van je,’ zei hij, en hij nam haar gezicht in zijn handen. ‘Dank je dat je ook van mij houdt.’
‘Geen dank. Ik doe niets liever. Geloof me maar.’
En hij geloofde haar. Net zoals hij geloofde dat zijn leven, zijn wereld er alleen nog maar mooier op zou worden. Hij hield zijn vrouw vast, hief zijn gezicht op en keek naar de sterren. ‘Dank je, Hunter. Ik sta bij je in het krijt.’
Hunter raakte even de schouder van zijn vriend aan, en ging toen door naar Luke.
Het is precies de gelegenheid waar Hunter van genoten zou hebben, dacht Luke. Genoeg koude biertjes, heerlijk eten en prachtige meisjes.
Of liever gezegd, prachtige vrouwen. Hun tijd in het huis had elke Samurai een vrouw opgeleverd met wie de mannen de rest van hun leven wilden doorbrengen. Hunter had niet kunnen weten dat dat zou gebeuren… of toch?
Luke grinnikte bij die gedachte en ontmoette Laurens blik. ‘Denk je dat we later nog tijd hebben voor een potje of twee?’
‘Pool tijdens de reünie?’ Ze draaide een blonde haarlok om haar vinger.
‘Waarom niet? We nodigen Matt en Kendall ook uit en dan kunnen we die mooi inmaken. Wedden dat zij nog nooit een potje pool heeft gespeeld?’
Met een frons op haar voorhoofd keek Lauren hem aan. ‘Ik dacht dat je wat minder competitief wilde zijn?’
Luke pakte haar arm, en trok haar dicht tegen zich aan. ‘Dat gaat niet gebeuren, dat weet je heus wel. Ik weet alleen dat ik mijn enthousiasme wat moet afzwakken en met veel van jouw liefde, schatje, gaat me dat echt wel lukken.’
‘En met veel liefde van Matt.’
Luke keek over haar blonde hoofd naar zijn tweelingbroer die net zo ontspannen leek als hij zich voelde en net zo genoot van de liefde van zijn Kendall als hij van Laurens liefde deed. Hij en Matt waren lang vijanden geweest, maar de tijd in Hunters House had ervoor gezorgd dat ze hun conflicten hadden bijgelegd. Ze waren weer broers op een manier die Luke met de dag meer waardeerde.
In de andere hoek van de kamer keek Matt op alsof hij Lukes gedachten had opgevangen. Zoals zoveel tweelingen konden ze zwijgend communiceren. Hij hief zijn biertje in een toost, en Luke keek hem aan en hield ook zijn glas even hoog. Daarna bracht hij een toost uit in de richting van de hemel.
Dank je, Hunter. Ik beloof je dat ik een beter, rijker leven zal leiden, zei hij in zichzelf. Daarna richtte hij zijn blik weer op de vrouw die zijn hart had gestolen. ‘Nu we het toch over beloften hebben…’
Ze hield haar hoofd schuin. ‘Ja?’
‘Ik heb gehoord dat er in deze kamer een stel rondloopt dat van plan is zondag naar Reno te reizen om daar in het huwelijksbootje te stappen.’
‘Echt?’
Hij knikte en pakte haar linkerhand zodat hij zijn duim over de verlovingsring die hij aan haar vinger had geschoven kon wrijven. O ja, hij leefde echt een rijker en voller leven, maar hij hield nog steeds van winnen. ‘Als wij vanavond nog in de auto stappen, liefste van me, dan kunnen we het nog van hen winnen en eerder voor het altaar staan.’
Hunter lachte, en liep door. Luke zou nooit veranderen. En dat wilde Lauren ook helemaal niet. Ze waren veel te gelukkig met elkaar.
Hij keek de kamer rond en zag Devlin Campbell vreemd bezorgd de kamer rondkijken.
Hoewel Devlin heel blij was zijn vrienden weer te zien, wilde hij toch graag zo snel mogelijk naar huis. De gynaecoloog van Nicole had haar verboden met het vliegtuig te reizen zo vlak voor de geboorte. Hij miste haar.
Ryan liep op hem af. Hij was getuige geweest bij het huwelijk van Devlin en in de tijd dat hij in het huis had gelogeerd, had hij geroepen dat hij alle vrouwen had afgezworen. Maar het liefdesnest had Ryan betoverd, net als alle andere mannen. Ook hij had er de ware liefde gevonden.
‘Ziet het er niet geweldig uit als je zo de kamer rondkijkt?’ vroeg Devlin aan Ryan toen ze de ruimte rondkeken.
Ryan glimlachte. ‘Ja, het is ongelooflijk. Maar je zult Nicole wel missen, denk ik.’
‘Ik vind het geweldig iedereen weer te zien maar inderdaad zou ik nu het liefste naar huis willen.’
‘Denk je dat we dit nog eens kunnen doen? Zo met zijn allen bij elkaar komen?’
‘Daar moeten we voor zorgen. Misschien een jaarlijks golfweekend?’
‘Dat wordt een hoop geregel. Het zal niet gemakkelijk zijn onze agenda’s te synchroniseren.’
‘Eén ding heb ik geleerd, Ryan, en dat is dat je tijd móét maken voor de dingen die echt belangrijk zijn. Mijn vrouw, de Samurai, jij bent belangrijk.’
‘Laten we het voorstel meteen op tafel leggen nu ook alle vrouwen aanwezig zijn. Zij zullen het idee ondersteunen. Vrouwen zijn altijd voor het aantrekken van emotionele banden.’
De telefoon van Devlin rinkelde, en paniek overviel hem toen hij zag dat Nicole hem belde. Waren de weeën begonnen?
‘Alles goed?’ vroeg hij, en hij hield zijn adem in.
‘Ik hou van je en ik mis je, dat is alles.’
Hij ontspande zich. Ze hield van hem en ze miste hem. Dat wás alles! Het was zo’n wezenlijk deel van zijn leven, zijn prachtige vrouw, haar liefde en toewijding. Misschien was dat het geheim van het leven. De mooiste dingen waren niet gecompliceerd.
Hunter knikte, en raakte Devlins arm even aan om hem gerust te stellen. Met Nicole zou het allemaal goed gaan. Daarna liep hij achter Ryan aan de kamer door.
Met zijn arm om de schouders van Kelly keek Ryan naar de Seven Samurai die het eindelijk voor elkaar hadden gekregen weer een keer samen te komen. Hij hield vast aan dat ‘Seven’, omdat hij zeker wist dat Hunter er ook bij was. Bovendien was het Hunter die met zijn testament ervoor had gezorgd dat iedereen nu hier was.
Hunter was altijd de lijm geweest die hen bijeen had gehouden en nu waren ze zijn erfenis.
Hij keek naar Kelly. Ze waren nog maar een paar weken getrouwd, maar het waren beslist de mooiste weken die hij in een lange, lange tijd had beleefd. Voor het eerst sinds zijn moeder en Hunter waren overleden voelde hij zich weer bruisen van leven.
Ze waren getrouwd in het Californische Napa Valley, en ze hadden de ceremonie klein en intiem gehouden. Erica en Greg waren hun getuigen geweest. Omdat het zomervakantie was, had hij ze vliegtickets kunnen sturen om samen met hun kinderen hier hun vakantie te komen vieren. Hij glimlachte weer toen hij terugdacht aan het enthousiasme van Kelly’s vrienden tijd door te brengen in zo’n romantische omgeving. Zelfs met de kinderen in hun kielzog.
Hij en Kelly zouden over een paar jaar ook aan kinderen toe zijn. Misschien wel eerder, gezien de hartstochtelijke nachten van de afgelopen weken.
Kelly keek naar hem op. ‘Wat lach je?’
Hij boog zich naar haar toe en fluisterde wat in haar oor.
Even bleef ze stil en keek ze gegeneerd om zich heen. Daarna tikte ze hem speels op zijn mouw. ‘Gedraag je een beetje, zeg.’
Lachend ging hij weer rechtop staan. Ze had precies zo gereageerd als hij had verwacht.
‘Dat is onmogelijk met jou aan mijn zij, Venus,’ antwoordde hij plagend.
Hunter grinnikte, sloeg zijn vriend een paar keer op de schouder, en liep toen naar de tweelingbroer van Luke.
Vreemd, dacht Matthias, om alle zes mannen weer samen te zien na al die jaren. Vreemder nog dat Hunter er niet bij was. Misschien was hij hier toch, in spirit. Misschien was hij altijd wel bij hen gebleven. En het was passend dat Hunter hen weer allemaal samen had gebracht omdat hij degene was die hen tijdens hun studietijd had verenigd. Ze waren nog steeds de Seven Samurai, bedacht Matthias, alleen miste er nu eentje. En op de een of andere manier was er met Six Samurai iets mis.
Op dat moment besefte hij echter dat er geen zes Samurai waren, maar twaalf. En Samurai waren ze ook niet echt meer. Samurai waren krijgers, altijd voorbereid op de dood. Matthias, Luke, Ryan, Jack, Nathan en Devlin waren echtgenoten nu, en gefocust op het leven met de vrouwen die hen compleet hadden gemaakt.
Dat was wat Kendall voor hem had gedaan. Ze had hem héél gemaakt. De leegte in hem opgevuld waarvan hij eerder het bestaan niet eens had willen erkennen.
Alsof ze iets van zijn gedachten opving, hief Kendall haar hoofd en keek hem opeens vorsend aan. ‘Waar denk je aan? Je kijkt zo… gelukkig.’
‘Dat is precies waar ik aan denk.’
‘Niet aan het Perkins-contract?’
‘Nee.’
‘Niet eens aan de Endicott-fusie?’
‘Nee.’
‘De vergadering in Sacramento dan?’
Zijn vingers omklemden die van haar wat steviger. ‘Ik denk aan ons leven samen. En dat we daar meteen aan moeten werken.’
‘Jij bent de baas.’
‘Nee,’ zei hij zijn hoofd schuddend. ‘Wij zijn partners. Een partnerschap dat de wereld zal veroveren.’
Ze ging op haar tenen staan en streelde zijn lippen even met de hare. ‘Ik ga er meteen een memo van maken.’
‘Doe dan maar een PowerPointdemonstratie,’ zei hij lachend. ‘Met een memo ga je het beslist niet redden.’
Hunter knikte verrukt. Alles was gelopen zoals hij had gehoopt. De mogelijkheden waren er natuurlijk altijd geweest, maar het waren zijn vrienden die de juiste stappen hadden gezet.
Als laatste wendde hij zich naar Meri, zijn zus. Hij had haar gemist, maar hij was trots op de vrouw die ze was geworden. Het had Jack en haar wel veel te lang gekost elkaar te vinden, maar nu waren ze in elk geval dan toch bij elkaar.
Hij ging vlak bij hen staan en wenste dat hij Meri kon omhelzen en haar kon zeggen hoeveel hij van hen allebei hield.
‘Er is iets met dat huis,’ zei Meri tegen Jack. ‘Al die mensen die daar verliefd worden en een partner vinden. Het is bijna eng.’
‘Vind je het eng om van mij te houden?’
Ze glimlachte naar hem. ‘Nee, absoluut niet. Ik ben er trouwens aan gewend. Ik heb al veel langer van jou gehouden dan jij van mij.’
‘Echt niet.’
‘Echt wel.’
Jack grijnsde. ‘Zullen al onze ruzietjes om dit soort volwassen issues gaan?’
‘Dat hoop ik.’ Ze vlijde zich dichter tegen hem aan. ‘Ik hou van je, Jack. En ik denk dat Hunter het heel fijn zou vinden als hij wist dat wij bij elkaar waren.’
Jack knikte. ‘Ik denk het ook. Ik weet dat het gek klinkt, maar ergens denk ik nu dat hij hier altijd op aangestuurd heeft.’
Hunter rolde even met zijn ogen, en sloeg zijn vriend op de schouder. Waar zou hij het in vredesnaam anders over gehad hebben toen hij zijn vriend liet beloven goed voor zijn zus te zorgen?
Uiteindelijk was alles op zijn pootjes terechtgekomen. Voor elk van zijn vrienden. Toen hij te horen had gekregen dat hij doodging, had hij gezworen een manier te vinden om zijn vrienden samen te houden – als broers.
Hij was bang geweest dat schuldgevoelens, tijd en afstand hen uit elkaar zouden houden, en op een slapeloze nacht een paar weken voor zijn dood was het plan voor zijn huis geboren.
En nu, tien jaar later, was hij tevreden. Zijn zus was eindelijk waar ze thuishoorde, en zijn broers waren allemaal mannen geworden zoals hij het van hen had verwacht. Hij zou ze alles vertellen… uiteindelijk.
Glimlachend keek hij naar hen. Zijn werk hier was klaar. Hij zou op hen wachten aan de andere kant, in een betere wereld dan dat zij zich ooit konden voorstellen. Hunter draaide zich om en ging naar het licht… en deze keer om niet meer terug te keren.