Hoofdstuk 10
Meri lag met haar gezicht naar beneden op haar bed en deed grote moeite haar tranen te bedwingen. Betina zat naast haar en wreef haar zachtjes over haar rug.
‘Ik kan het maar niet geloven,’ zei Meri met haar gezicht in het kussen gedrukt. ‘Ik kan maar niet geloven dat hij dat heeft gedaan.’
Betina klopte zacht op haar schouder. ‘En ik kan niet geloven dat ik je moet vragen over wie je het hebt. Heb je het over Andrew of over Jack?’
‘Over alle twee,’ mompelde Meri en daarna draaide ze zich op haar rug en veegde ze haar tranen weg. ‘Zo staat mijn leven er vandaag de dag voor. Ik word door twee mannen bedrogen.’
Ze sprak die woorden dan wel uit, maar ze geloofde ze niet. Niets van dit alles kon ze geloven. Hoe was het mogelijk dat alles zo verschrikkelijk fout was gelopen?
Betina slaakte een diepe zucht. ‘Ik ben geschokt van wat Jack over Andrew heeft ontdekt. Geloof je hem?’
Meri knikte. ‘Daar zou hij niet over liegen. Hij zei dat Andrew en zijn vrouw samen deze zwendel hebben opgezet. Ik weet niet zeker wat zijn plan met mij was. Hij had niet met me kunnen trouwen en ik had hem nooit zomaar geld gegeven voor wat dan ook.’
Nu ze eraan terugdacht, had hij wel gesproken over een paar veelbelovende investeringen net voor ze vertrokken was. Haar maag deed werkelijk pijn van alle emoties.
‘Ik heb er wel over nagedacht of ik met hem zou trouwen,’ gaf ze toe. ‘Toen ik de ring vond, dacht ik dat hij me een aanzoek zou doen en ik dacht erover het aan te nemen.’
‘Dat meen je niet.’
‘Hij vroeg me niet. Ik weet niet wat er gebeurd zou zijn. Misschien was het zijn bedoeling me een aanzoek te doen en wilde hij me dan vertellen dat ik zijn vrouw moest betalen, zodat ze hem een scheiding zou toestaan.’ Ze rilde bij de gedachte. ‘Afschuwelijk. Ik heb met hem geslapen. Ik ben naar bed geweest met een getrouwde man. Zoiets zou ik nooit doen.’
‘Je wist het niet. Hij heeft je voor de gek gehouden. Jij bent de onschuldige partij hierin.’
Ze voelde zich echter helemaal niet onschuldig. Ze voelde zich vies en gebruikt en ze was totaal in de war.
‘Ik mocht hem écht. Ik weet niet of ik ooit echt van hem heb gehouden, maar ik mocht hem in elk geval graag. Zou ik het niet aangevoeld moeten hebben? Dat er iets niet in orde was?’
Ontkennend schudde Betina haar hoofd. ‘Hij heeft je opzettelijk bedrogen, misleid. Jij bent een goed mens en je vertrouwt erop dat iemand het beste met je voorheeft. Je hebt hem zelfs laten natrekken en daar kwam in eerste instantie niets uit, dus wat had je moeten aanvoelen?’
‘Dat detectivebureau ga ik in elk geval nooit meer gebruiken. Nu vraag ik me af of Andrew die man in de gaten heeft gehad en hem heeft omgekocht.’
‘Dat is heel goed mogelijk.’
‘Ik haat Andrew.’
‘Niet waar, dat doe je niet.’
Ze veegde nog meer tranen weg. ‘Ik haat hem niet. Ik geef niet genoeg om hem om hem te haten. Maar ik heb wel een afschuw van hem, en ik voel me echt beroerd dat ik me zo voor de gek heb laten houden. Dat is wat me pijn doet. Hij heeft me gebruikt en ik ben zo stom geweest dat te laten gebeuren.’
‘Niemand kan altijd even slim zijn, Meri. Het is echt afschuwelijk wat er gebeurd is, maar je bent er redelijk goed vanaf gekomen. Zoveel verschrikkelijks is er niet gebeurd. Alleen je trots is gekwetst en zelfs dat valt nog wel mee.’
Ze wist dat Betina gelijk had. Toch vlogen er nu allerlei herinneringen aan leuke tijden met Andrew door haar hoofd. ‘Ik heb hem voorgesteld aan mijn vrienden! Maar jullie mochten hem geen van allen. Dat had een belletje moeten doen rinkelen.’
‘Wij doorzien gewoon alles. Wat kan ik anders zeggen.’
Meri begon te lachen, maar meteen ging het lachen over in huilen. Ze rolde zich op haar zij.
‘Jack bespioneerde me. Hij bleef op afstand een beetje kijken hoe het met me ging, maar hij gaf niet genoeg om me om een keer met me te gaan lunchen. Verdorie, hoe kan iemand dat doen? Het is zelfs eng.’
Erger dan dat. Het was zó pijnlijk te bedenken dat Jack zijn belofte aan Hunter was nagekomen door anderen te betalen, en dat het hem niet eens genoeg interesseerde het zelf te doen.
‘Hij heeft dat niet goed aangepakt,’ zei Betina troostend.
Meri hief haar hoofd. ‘Je gaat hem verdedigen, hè? Je gaat zeggen dat hij zijn best heeft gedaan. Je gaat zeggen dat hij verdriet heeft om Hunters dood en dat hij zichzelf daar de schuld van geeft. Dat is namelijk wat hij doet. Hij vindt dat het zijn schuld is dat Hunter nu dood is. Hunter had kanker. Mijn broer zag een rare zwarte plek op zijn schouder en wilde ermee naar de dokter. Jack plaagde hem en zei dat hij een bangerd was.’
‘Dat moet ook moeilijk zijn om mee te leven.’
‘Als Hunter de diagnose een paar weken eerder had gekregen, had het niets uitgemaakt. Hunter was toch gestorven. Maar dat maakt geen verschil voor Jack. Hij blijft zichzelf de schuld geven, want zo zit hij in elkaar.’
‘Ik hoef hem niet te verdedigen, want dat doe jij zelf al.’
‘Dat doe ik helemaal niet. Die ellendeling dacht alleen aan zichzelf. Ik was totaal alleen. Mijn moeder was dood en mijn vader emotioneel gezien de meest waardeloze man op aarde. Ik was zeventien en ik had niemand. Geen vrienden, geen familie. Ik was alleen op de wereld en hij liet me gewoon in de steek.’
‘Hij had inderdaad bij je moeten blijven. Ik vraag me af waarom hij niet gebleven is om voor je te zorgen.’
‘Schuldgevoel,’ zei Meri met een zucht. ‘Schuldgevoel naar Hunter, en misschien ook wel naar mij. Schuldgevoel vanwege de manier waarop hij de zaken had aangepakt.’
Betina kende het verhaal van Meri’s verleidingspoging al die jaren geleden, en wist ook hoe fout Jack daarop had gereageerd.
‘Hij was toen eenentwintig en beslist nog niet volwassen genoeg om de verantwoordelijkheid voor een zeventienjarig meisje op zich te nemen. Een meisje dat ook nog eens verliefd op hem was. Dus hij vertrok en ik moest het zelf maar uitzoeken.’
‘En dat is je fantastisch gelukt,’ zei Betina tegen haar. ‘Hunter zou ontzettend trots op je zijn.’
Daar dacht Meri even over na. ‘Hij zou het niet fijn gevonden hebben dat ik wraak op Jack wilde nemen.’
‘Broers vinden de wetenschap dat hun zus seks met iemand heeft nooit fijn.’
Daar moest Meri bijna om glimlachen. ‘Jij vindt het ook maar niks.’
‘Het heeft niets met mijn goedkeuring te maken. Ik maak me alleen zorgen om je. Ik denk dat je om veel redenen met Jack wilde slapen, en geen van die redenen heeft iets te maken met hem straffen.’
‘Jij denkt dat ik nog steeds van hem hou.’
‘Dat zou een heleboel verklaren.’
Meri rolde op haar rug, en staarde naar het plafond. Hield ze van Jack? Was dat mogelijk? Als je naar de ontwikkeling in haar persoonlijke leven keek, zou het best kunnen kloppen. De laatste tien jaar had hij zo weinig mogelijk naar haar omgekeken als hij maar kon verantwoorden, terwijl zij misschien wel tien jaar had besteed haar hart aan hem te schenken.
Jack zat naar zijn computerscherm te staren toen Colin zijn werkkamer binnen kwam.
‘Zeg het eens.’
‘Je hebt Meri pijn gedaan,’ zei Colin. ‘En dat had je niet mogen doen. Je kunt niet zo ongevoelig zijn dat je niet wist dat die informatie over Andrew haar zou kwetsen. Om nog maar niet te spreken over het feit dat iemand die ze als vriend beschouwde haar al die jaren heeft bespioneerd.’
‘Je vertelt me niets wat ik nog niet eerder heb gehoord.’
Colin liep naar het bureau. ‘Nou én?’
Probeerde Colin hem nu te intimideren? Jack had dat niet mogelijk geacht, maar Colin was echt veranderd sinds zijn nacht met Betina.
‘Ze moest de waarheid over Andrew weten. Ze zei dat ze een serieuze relatie hadden en dat ze misschien met hem ging trouwen. Andrew had haar al haar geld kunnen afpakken.’
‘Het gaat niet om geld,’ zei Colin. ‘Het gaat om vertrouwen en zorgen voor elkaar. Dat je er bent voor iemand. Zij had veel meer van jou verwacht, maar je hebt haar laten zitten.’
Woorden. Niet belangrijk. Maar toch kwamen ze hard aan, moest Jack toegeven.
‘Ik wilde haar beschermen,’ verdedigde hij zichzelf, al wist hij dat het niet afdoende was.
‘Dat had je op veel manieren kunnen doen. Moest je per se een manier uitzoeken die haar pijn deed?’
‘Hoe had ik haar in vredesnaam over Andrew moeten vertellen zonder haar pijn te doen?’
‘Ik heb het niet over Andrew.’
Langzaam knikte Jack een keer. ‘Je hebt gelijk. Ik had erover na moeten denken voor ik haar vertelde dat ik een oogje in het zeil had gehouden, maar ik deed het alleen om haar te beschermen.’
‘Niemand die dát gelooft. Je nam gewoon de gemakkelijkste weg en dat is nooit de goede. Je kunt mensen niet op die manier kwetsen. Dat is echt niet goed. Ik geef heel veel om Meri en ik wil haar beschermen… zelfs tegen jou.’
Jack ging staan en hij torende boven Colin uit. Hij wilde zichzelf voorhouden dat Colin maar wat zwetste en dat zijn dreigementen niet anders dan zielig waren. Hij was veel sterker; de man kon hem niets doen, zelfs als hij gewapend zou zijn en Jack zelf bewusteloos. Toch was hij vreemd geroerd door de moed van Colin in het aangezicht van een zeker verlies. De man gaf echt om de mensen die belangrijk voor hem waren, ongeacht wat het hem kostte.
‘Ik wilde Meri absoluut geen pijn doen,’ zei Jack langzaam. ‘Maar het zal niet bij die ene keer blijven. Ik moet het nog een keer doen.’
Colin kneep zijn ogen tot smalle spleetjes. ‘Wat bedoel je?’
‘Ik ga Andrew eruitzetten.’
Langzaam knikte Colin. ‘Daar wil ik graag bij zijn.’
De hotelkamer van Andrew keek uit over het meer. Het uiterlijk vertoon klopte precies – de computer, de juiste tijdschriften. Hij speelde zijn rol uitstekend en hij had al heel wat mensen een rad voor ogen gedraaid.
‘Wat een verrassing,’ had Andrew gezegd toen hij de deur opendeed en Andrew en Colin voor zich had zien staan. ‘Waar heb ik deze eer aan te danken?’
‘Ik ben hier om je de stad uit te jagen,’ zei Jack op rustige en vriendelijke toon. ‘En Colin wil daar graag getuige van zijn.’
Er veranderde niets in de gelaatsuitdrukking van Andrew. ‘Ik heb geen idee waar je het over hebt.’
‘Zeker wel. Ik heb geen idee hoe je door het eerste antecedentenonderzoek bent gekomen. Misschien ben je inderdaad erg goed in het uitwissen van je sporen. Misschien heb je de detective van Meri omgekocht, hoewel je dat bij de mijne nooit gelukt kan zijn. Dus moet ik je complimenteren voor de façade die je hebt weten op te bouwen.’
Andrew was op de sofa tegenover de kleine open haard gaan zitten, en gebaarde naar de twee stoelen tegenover hem.
‘Ik blijf liever staan,’ zei Jack.
‘Ik ook,’ viel Colin hem bij.
‘Wat je wilt, maar ik moet zeggen dat ik gefascineerd ben door dit verhaal. Wat denk je precies over me te weten gekomen te zijn?’
‘Dat je getrouwd bent. Dat jij en je vrouw mensen oplichten en hen geld afhandig maken. Je weet dat Meri bijna een miljard waard is. Ze moet een geweldige prijs voor jullie betekenen.’
De uitdrukking op Andrews gezicht bleef vlak. ‘Ik heb geen idee waar je het over hebt. Ik ben niet getrouwd, nooit geweest ook.’
‘Ik heb kopieën van de huwelijksakte in de auto liggen. Moet ik Colin vragen die erbij te halen? Verder ben ik in het bezit van de verklaringen die de mensen hebben afgelegd die door jullie benadeeld zijn. En jullie hebben ongelooflijk veel mazzel dat je niet echt een wet overtreden hebt. Gebruikmaken van de domheid van anderen is jammer genoeg niet strafbaar.’
‘Volgens mij verwar je me met iemand anders,’ zei Andrew kalm. ‘Ik hou van Meredith en we gaan al heel lang met elkaar uit. We hebben een serieuze relatie en wat die belachelijke aantijgingen van je betreft… vraag het haar zelf. Ik heb haar nooit om een cent gevraagd.’
‘Gewoon een kwestie van tijd. Of dat zou het geweest zijn.’
Andrew was een professional, dat moest Jack hem nageven. Maar nog steeds niets meer dan een ordinaire dief.
‘Het is jouw woord tegen het mijne,’ zei Andrew. ‘Ik neem aan dat je dit alles aan Meredith hebt verteld.’
Jack knikte.
‘Ze gelooft je toch niet.’
‘Je klinkt wel heel overtuigd van jezelf. Maar toch vreemd dat ze je niet gebeld heeft.’
‘Dat doet ze nog wel.’
Zou ze echt bellen? Was ze kwaad genoeg op hem om toch met Andrew verder te gaan? Hoever zou ze gaan om wraak op hem te nemen?
Hij had er geen antwoord op, dus deed hij het enige wat hij kon doen om haar te beschermen. ‘Hoeveel? Roep maar een bedrag.’
‘Je wilt me afkopen,’ zei Andrew met een glimlach.
‘Als het moet om jou bij haar vandaan te krijgen… Hoeveel?’
De ander aarzelde even en op dat moment wist Jack helemaal zeker dat hij gelijk had. Als Andrew oprecht was geweest, had hij er nooit over nagedacht geld aan te nemen.
‘Tien miljoen,’ zei Andrew. ‘Tien miljoen en ik teken wat je maar wilt.’
‘Vijf. En je tekent wat ik maar wil.’
‘Deal,’ zei Andrew met een brede glimlach.
Twintig minuten later zaten Jack en Colin weer in de auto.
‘Je hebt hem afgekocht,’ zei Colin. ‘Ik dacht dat je hem alle hoeken van de kamer zou laten zien.’
‘Dat had ik het liefst gewild, maar die vent is heel goed in wat hij doet. Hij zou terug naar Meri gegaan zijn en haar ervan hebben overtuigd dat ik de slechterik in dit verhaal ben. Nu zal ze hem nooit terug willen. Hij kan haar geen kwaad meer doen.’
Hij had een kopie van de cheque die hij aan Andrew had uitgeschreven, en een kopie van de tekst die Andrew had getekend, waarin stond dat hij het geld aannam en als tegenprestatie beloofde Meri nooit meer te zien. En om helemaal zeker te zijn, had Jack erop gestaan dat de brief ook nog voorzien werd van Andrews duimafdruk.
‘Dus het is voor elkaar. Ze is veilig.’
‘Nee, we zijn er nog niet,’ zei Jack. ‘Nu zal ik haar moeten vertellen wat er is gebeurd.’
Het was stil in huis toen ze terugkwamen. Colin verdween naar boven, waarschijnlijk om Betina op de hoogte te brengen van wat er allemaal was gebeurd. De rest van het team was niet komen opdagen om te werken, wat waarschijnlijk zo door Betina was geregeld om Meri wat rust te gunnen. Dat was maar beter ook, bedacht hij.
Hij liep de trap op naar de slaapkamers en liep tot aan haar gesloten deur. Nadat hij had aangeklopt, deed hij de deur open.
Ze had een stoel naar het raam getrokken en daar zat ze in opgerold naar het water te staren.
‘Ga weg,’ zei ze tegen hem.
‘Hoe weet je dat ik het ben en niet Betina of Colin?’
‘Ik herkende je aan je voetstappen.’
‘Niet aan mijn bedorven geur?’
Ze draaide haar hoofd naar hem toe. Haar gezicht was bleek, en haar ogen rood en gezwollen. ‘Ga alsjeblieft niet net doen of we in een Star Warsepisode zitten, Jack. Je hebt het recht niet.’
Ze had verdriet. Hij zag het, maar nog erger, hij voelde het ook. Haar pijn was bijna tastbaar in deze ruimte, en herinnerde hem eraan dat hij haar in de steek had gelaten… Al weer.
‘We moeten praten.’
‘Nee, dank je. Ik heb jou helemaal niets te melden.’
‘Geeft niet. Ik praat wel. Jij hoeft alleen maar te luisteren.’
Ze haalde haar schouders op en draaide haar gezicht weer naar het raam.
Geen idee of ze werkelijk naar buiten keek, maar hij had sterk het gevoel dat ze huilde, en daardoor voelde hij zich helemaal verschrikkelijk.
‘Andrew is weg,’ zei hij.
‘Laat me raden. Je hebt hem afgekocht.’
‘Ik vertrouwde er niet op dat hij anders echt zou vertrekken.’
‘En je had niet het idee dat ik zelf heel goed in staat zou zijn hem te weerstaan? Vind je hem zo charmant, of denk je dat ik zo afhankelijk en behoeftig ben?’
‘Je bent razend op me. Ik wist niet hoever je zou gaan om me te straffen.’
Ze trok haar knieën op. ‘Ik zou mezelf niet aan een leugenaar en een bedrieger geven. Dat ben jij echt niet waard.’
‘Ik wist het niet zeker.’
‘Hoeveel?’
Natuurlijk had hij kunnen liegen en zeggen dat er geen geld aan te pas was gekomen, maar hij wilde haar de waarheid vertellen.
‘Vijf miljoen.’
Geen reactie. ‘Ik zal mijn accountant een cheque aan je laten uitschrijven.’
‘Je hoeft dat geld niet aan me terug te geven. Ik wil gewoon dat je veilig bent. Dat heb ik altijd gewild.’
‘Vanwege je belofte aan Hunter?’
‘Ja.’
‘Maar niet vanwege mij.’
Hij begreep niet wat ze bedoelde of wat ze van hem vroeg, dus hield hij zijn mond maar.
Ze keek hem aan. ‘Hoeveel anderen heb je betaald? Hoe vaak heb je je met mijn leven bemoeid?’
‘Twee keer eerder.’
Scherp zoog ze de lucht in haar longen. ‘De mannen die zomaar uit mijn leven verdwenen? Die zonder reden gewoon niet meer kwamen opdagen?’
‘Waarschijnlijk. Ik was niet op de hoogte van de details.’
Ze ging recht voor hem staan. ‘Natuurlijk niet! Waarom zou je die moeite nemen. Daar heb jij je personeel toch voor? Het moet iets verschrikkelijks voor je zijn er middenin te zitten nu. Afstand maakt alles zoveel gemakkelijker. Dan hoef je bij geen enkele emotie betrokken te raken.’
Ze duwde met beide handen hard tegen zijn borst, maar hij week geen millimeter.
‘Rotzak!’ riep ze. ‘Dit vind ik écht erg, weet je dat? Ik was niet eens een persoon in jouw ogen, maar alleen een project! Je vond het niet eens nodig om je er persoonlijk mee te bemoeien!’
‘Zo zat het helemaal niet. Ik wilde dat je veilig was. Ik wilde niet dat je iets zou krijgen met een foute man.’
‘Een foute man? Jij weet precies wie fout is en wie niet?’
‘Ja.’
Ze liet haar armen langs haar lichaam vallen en keek met tranen in haar ogen naar hem op. ‘Nou, wie is dan wel een goede man? Bestaat er trouwens een goede man?’
‘Dat weet ik niet.’
‘Jíj bent die goede man in elk geval niet.’
Niet dat ze hem dat vroeg, maar hij antwoordde toch maar: ‘Nee, ik ben hem ook niet.’
‘De duivel dan?’
‘Zo slecht ben ik niet.’
‘In mijn ogen wel,’ zei ze, en ze wendde zich van hem af. ‘Dit had je niet moeten doen, Jack. Dit doe je helemaal, of je doet het niet. Je kunt niet ergens in het midden blijven hangen en je er zo’n beetje van afmaken. Hunter zou teleurgesteld zijn, en dat ben ik ook. Je had beter helemaal kunnen verdwijnen. Dat zou tenminste eerlijk geweest zijn. Daar had ik nog respect voor kunnen opbrengen.’
‘Ik heb jouw respect niet nodig,’ zei hij, tegelijkertijd beseffend dat hij dat misschien wel had. Om de een of andere reden deed wat Meri ervan dacht ertoe. En ook wat Hunter ervan gedacht zou hebben.
Hij maakte aanstalten weg te gaan, maar bij de deur bleef hij even staan. ‘Ik wist niet hoe ik er voor je moest zijn Meri. Ik wist niet hoe ik je over het graf van Hunter moest aankijken om je te zeggen dat het me vreselijk voor je speet. Ik wist niet hoe ik moest invullen wat je nodig had. Dus ja, ik vertrok. Maar je bent nooit alleen geweest. Ik heb altijd op je gelet.’
‘Dat was geen echte troost toen ik alleen op mijn kamer zat op kerstavond. Ik had helemaal niemand bij wie ik kon zijn,’ zei ze. ‘En het was niet alleen je schuldgevoel wat Hunters dood betreft. Je vond het vreselijk dat ik verliefd op je was.’
Hij dacht terug aan die middag op haar zeventiende verjaardag, toen ze zo vreselijk had gehuild en hem van haar gevoelens had verteld.
‘Ik wist niet hoe ik je moest helpen. Ik kon de man niet zijn die jij wilde dat ik was.’
Haar mond vertrok. ‘Zeg gewoon de waarheid, Jack. Je kon me niet uitstaan omdat ik dik en lelijk was.’
Haar verdriet was zo diep en overweldigend dat het tastbaar om hen heen hing. Hij voelde het en zijn hart brak voor haar. Voor zichzelf had hij altijd een gouden regel gehanteerd. Hij had nooit iemand dichtbij laten komen. Niemand mocht de waarheid over hem ontdekken – de leegheid in zijn hart en de duisternis van zijn ziel.
Hij liep naar haar toe, pakte haar armen vast en dwong haar hem aan te kijken. ‘Is het nooit bij je opgekomen dat ik je juist heel lief vond? Dat ik de vrouw zag die je zou worden, en dat ik wist dat ik daar nooit aan zou kunnen tippen. Heb je er ooit over nagedacht dat ik door Hunter teleur te stellen jullie alle twee voor altijd verloren heb?’
Tranen stroomden over haar wangen. ‘Doe niet zo wreed. Doe niet net alsof ik je iets kon schelen.’
‘Ik gaf wel om je. We waren vrienden. Kon er iets uit opgebloeid zijn toen je ouder geworden was? Ik dacht van wel. Tot het onmogelijk werd vanwege wat ik had gedaan. Ik heb hem laten stikken. Ik heb jou laten stikken. Ik wist het en ik kon jullie geen van beiden meer in de ogen kijken.’
Hij draaide zich weer om en legde zijn hand op de klink. ‘Ik heb tegen je gelogen. Over Hunter. Ik denk elke dag aan hem.’
Opeens stond Meri voor hem en ze raakte zijn gezicht aan, zijn schouders en zijn borst.
‘Jack, je moet het loslaten. Je hebt helemaal niets verkeerd gedaan. Hunter zou niet willen dat je hier zo onder lijdt.’
‘Ik weet niet hoe ik anders boete moet doen,’ gaf hij toe.
‘Dus je blijft jezelf voor altijd straffen?’
Langzaam knikte hij een keer.
‘Je hebt gelijk,’ fluisterde ze. ‘Ik ben de intelligentste in deze relatie.’ Ze boog zich naar hem toe en kuste hem.
Uit alle macht trachtte hij weerstand aan haar te bieden. Dit was het minst verstandige wat hij kon doen, hield hij zichzelf voor. Maar haar mond was warm en zacht en haar handen streelden over zijn lichaam en moedigden hem aan. Ze was zo prachtig, lief en slim. Hoe zou hij haar ooit kunnen weerstaan?
Met haar tong streelde ze over zijn onderlip, beet even zachtjes, en een golf van wellust overspoelde hem. Wellust, verlangen en de wetenschap dat hij voor een paar minuten het verleden kon vergeten en helemaal in het heden kon leven.
‘Je bent moeilijk te overtuigen,’ zei ze zacht, en ze pakte zijn hand en legde die op haar borst.
Hij streelde de welving. ‘Maar het is je gelukt.’