Hoofdstuk 5
Als er geen twintig miljoen voor een goed doel op het spel stond, om nog maar te zwijgen van het huis, dan zou Jack diezelfde ochtend nog naar Texas zijn vertrokken. Maar hij zat hier vast deze maand. Alle andere mannen hadden hun maand in Hunter’s Landing overleefd, dus dat zou hij ook wel. Maar hij wilde er een hoop geld onder verwedden dat hun weken hier heel wat minder hels waren geweest dan de zijne.
Uit alle macht probeerde hij de laatste kus van Meri uit zijn hoofd te zetten, maar het leek wel alsof hij nergens anders meer aan kon denken. Het was anders geweest, en hij had het verlangen naar haar tot diep in zijn botten gevoeld. Zijn hunkering naar Meri bracht hem totaal uit zijn evenwicht.
Moeilijkheden. Ze zou hem alleen maar moeilijkheden brengen. Hij had haar gemakkelijker aangekund toen ze nog een tiener was.
In gedachten liep hij de keuken in om zich een kop koffie in te schenken, en daar trof hij een van haar teamgenoten die zichzelf net een kop inschonk. Jack fronste zijn wenkbrauwen in een poging zich te herinneren hoe die man ook weer heette.
‘Goedemorgen,’ zei de man, en hij hield de pot naar Jack op.
‘Goedemorgen… Colin,’ zei hij, zich herinnerend dat hij bij zijn aankomst aan de kleinere man was voorgesteld.
‘Goed,’ zei Colin, en hij duwde zijn bril met zijn wijsvinger over zijn neusbrug omhoog. ‘Prachtig huis.’
‘Zeker.’
‘Het is van je vriend toch? Meri’s broer? Die dood is?’
Woorden, toevallig en eenvoudig. ‘Die dood is’. Ze sneden als een scheermes door hem heen. ‘Klopt. Hunter heeft dit huis laten bouwen.’
‘Meri zei dat dit huis aan de stad wordt geschonken? Dat het een huis wordt waar zieke mensen kunnen bijkomen en herstellen? Dat is echt gaaf.’
Het was Hunter ten voeten uit. Hij wilde nog iets goeds doen, zelfs na zijn dood.
‘Schiet het werk een beetje op?’ vroeg Jack, omdat hij niet meer over zijn vriend wilde praten.
‘Niet echt. Er blijven nog steeds toxische stoffen vrijkomen, en Meri is vastbesloten daar verandering in te brengen. Maar gezien de beperkte bronnen die de aarde biedt en het enorme heelal zullen er nog heel wat spectaculaire doorbraken moeten plaatsvinden voor we ons zonnestelsel kunnen exploreren, laat staan de rest van het heelal.’
Colin nam snel een slok van zijn koffie. ‘De volgende generaties zullen net als de Vikingen zijn. In raketten in plaats van op vlotten, maar ook op weg naar het grote onbekende. En als je hun gebrek aan techniek in ogenschouw neemt, is de vergelijking nog interessanter. We denken dat we heel wat weten, maar als je terugdenkt aan de eerste Russische raketten, is het alsof ze die dingen met elastiekjes bij elkaar gehouden de lucht in joegen. Als ze dat niet hadden gedaan? Zou Kennedy de ruimtevaart dan zo gepusht hebben? Als je de innovaties bekijkt die daar…’ Verward keek hij op. ‘Waar hadden we het eigenlijk over?’
‘Of het werk wilde vorderen.’
‘O, ja, goed hoor. Ik wil nog wel eens afdwalen,’ zei Colin, en hij schuifelde wat heen en weer. ‘Mooie auto heb je.’
‘Dank je.’ De slanke sportwagen was niet zo praktisch, maar hij reed heerlijk.
‘Valt het benzineverbruik een beetje mee?’
‘Nee, niet echt,’ antwoordde Jack met een glimlach.
‘Dacht ik al. Maar het is wel een mooie wagen.’
‘Koop er ook een,’ zei Jack. Iemand met een brein als dat van Colin moest genoeg geld verdienen.
‘Dat zou ik wel willen, maar ik denk niet dat het verstandig is. Ik ben geen goede chauffeur,’ zei Colin schokschouderend. ‘Ik ben te snel afgeleid. Ik heb al aardig wat blikschade veroorzaakt en nu rij ik in een Volvo. Veiliger voor mij en de rest van de wereld.’
Een sportwagen was inderdaad geen goed idee dan, maar Colin was zich tenminste bewust van zijn beperkingen.
‘Meri zei dat jij een onderneming runt die opereert in de gevaarlijke gebieden op de wereld. Is dat interessant werk?’
‘Het is vooral een logistieke uitdaging. Mensen moeten op gevaarlijk terrein hun werk kunnen doen. Mijn teams waarborgen die veiligheid.’
‘Klinkt als opwindend werk.’
‘Je kunt er gemakkelijk het leven bij laten. Je moet goed weten waar je mee bezig bent.’
Colin knikte. Hij was bleek, had blond haar en lichtblauwe ogen waarin een wat afwezige blik rustte. ‘Heb je een militaire achtergrond?’
‘Groene Baretten.’
‘Ik wilde naar West Point,’ verzuchtte Colin. ‘Tenminste, als kind. Maar met mijn dertiende zat ik al op de universiteit. Bovendien denk ik niet dat ik de fysieke training daar had overleefd.’
‘Het komt allemaal op discipline neer.’
‘Misschien voor jou,’ zei Colin met een lachje. ‘Er bestaat ook nog zoiets als fysieke geschiktheid, of liever ongeschiktheid. Meri heeft het vaak over jou, en ik dacht eerlijk gezegd dat ze alles wat aandikte, maar dat is niet zo, merk ik. Je kunt vast veel vriendinnen krijgen.’
Het leek alsof Colin kromp bij die woorden, en Jack wist niet goed hoe hij moest reageren. Wat zou Meri over hem gezegd hebben? Jammer genoeg kon hij juist dát niet aan Colin vragen.
‘Ben je verliefd op Meri?’
‘Wat?’ Colins ogen werden groot. ‘Nee. Ze is geweldig, dat wel, maar we zijn gewoon vrienden.’
Het liefst was Jack omgedraaid en weggelopen, omdat hij eigenlijk geen zin had in intieme gesprekken, maar hij herinnerde zich dat Meri hem met klem had gevraagd Colin en Betina te koppelen. Dat ging hij natuurlijk niet doen, maar een paar vragen konden geen kwaad.
‘Je bent een geluksvogel dat je zo nauw met mooie vrouwen samenwerkt.’
Colin knipperde met zijn ogen. ‘Ja, Betina is heel mooi.’
‘Dat is ze zeker. Meri zei me dat zij geen wetenschapper is?’
‘Nee, ze coördineert het onderzoek. Houdt de tijd en het budget in de gaten. Eigenlijk zorgt ze overal voor,’ zei hij een beetje dromerig. ‘Ze ruikt lekker…’
‘Misschien moet je haar eens beter leren kennen?’
‘Hoe bedoel je?’ vroeg Colin verbaasd.
‘Nou, weet je of ze een vriendje heeft?’
‘Hè? Ik denk het niet. Geen vast vriendje. Ze gaat met heel veel mannen uit. Elke week een andere. Ze is heel grappig, maar ik denk niet dat het tussen jullie klikt.’
Jack verbeet een grijns. ‘Ik denk het ook niet. En jullie? Zijn jullie ooit…’
Geschrokken stapte Colin achteruit. ‘Nee, nooit.’
‘Is ze je type niet?’
‘Nee… waarschijnlijk niet,’ antwoordde Colin bedrukt. Het leek alsof hij de hoop al had opgegeven.
Jack hoorde het busje aankomen en hij excuseerde zich. Hij nam de trap naar zijn werkruimte, maar in de gang voor de slaapkamers bleef hij even staan. Meri kwam vaak zomaar zijn kamer in lopen. Misschien moest hij dat ook eens bij haar doen.
Hij liep naar haar kamer en opende de deur zonder eerst aan te kloppen. Meri stond naast haar bed.
De gordijnen waren open en het zonlicht stroomde naar binnen en bescheen elke centimeter van haar lichaam. Haar losse haren vielen weelderig over haar schouders. Haar huid glansde alsof ze met sterrenstof bepoederd was, en ze droeg niets anders dan een minuscuul slipje.
Hij staarde naar haar bijna naakte lichaam, haar smalle taille en haar perfecte borsten.
Ze hield een beha in elke hand alsof ze stond na te denken welke ze zou aantrekken.
Uiteindelijk keek hij naar haar gezicht en hij zag alleen verwarring, niets van haar gewoonlijke pit en brutale sprankeling.
Begeerte overmande hem en meteen daarachteraan kwam het schuldgevoel. Hij had Hunter beloofd op Meri te letten! Haar tegen mannen te beschermen.
‘Sorry,’ zei hij, en hij liep haar kamer uit.
Snel kleedde ze zich aan en even wist ze niet wat ze nu moest doen. Die kus van gisteren was al schokkend genoeg geweest. Ze had erop gereageerd met een hartstocht die haar had verbijsterd. Ze had naar hem verlangd en nergens in haar wraakplannen kwam dat verlangen naar hem voor.
Uiteindelijk had ze zichzelf willen overtuigen dat haar reactie heel natuurlijk was geweest. Jack was een knappe vent en vroeger was ze zelfs verliefd op hem geweest. Het was niet logisch te denken dat ze hem kon verleiden zonder zelf ook opgewonden te raken. Punt. Einde verhaal.
Toch had ze het niet helemaal geloofd. En nu had ze de begeerte in zijn ogen gezien, en wist ze dat het beslist geen eenrichtingsverkeer was.
Ze verliet haar kamer en ging naar zijn werkkamer. Hij zou zeker achter zijn computer zitten en kijken naar het scherm alsof zich daar iets afspeelde waar hij interesse in had.
‘We moeten praten,’ zei ze.
‘Helemaal niet.’
‘Ik ga niet weg. Je verlangt naar me. Ik zag het in je ogen.’
‘Ik stond oog in oog met een prachtige naakte vrouw. Het was een biologische reactie op een visuele stimulus. Meer niet.’
Ze overwoog zijn woorden. Had hij gelijk? Was dit puur biologie?
‘Ik denk het niet,’ zei ze hoofdschuddend. ‘Je verlangt niet zomaar naar een vrouw. Je verlangt naar mij.’
Eindelijk keek hij op. ‘Ik heb nooit begrepen waarom iemand met zijn hoofd tegen een muur wilde beuken om de pijn te stoppen, maar nu begrijp ik het.’
‘Dat is maar een van mijn charmes,’ zei ze glimlachend. ‘Kom, Jack, je verlangt naar me. Waarom kun je dat niet eerlijk toegeven?’
Ze hield haar adem in.
‘Ik heb met Colin over Betina gepraat,’ zei hij uiteindelijk om van onderwerp te veranderen.
Ze ging tegenover hem aan het bureau zitten. Opeens waren alle gedachten aan seks en verlangen verdwenen. Gretig boog ze zich naar hem toe. ‘Echt? En wat zei hij?’
‘Niet iets concreets, maar je hebt gelijk, hij is verliefd op haar, maar denkt dat hij geen schijn van kans maakt.’
Ze kreunde. ‘Natuurlijk wel!’
‘Waarom zou hij dat denken? Hij is slim, heeft een goede baan. Hij is juist een begerenswaardige vrijgezel als je het mij vraagt.’
‘Zo simpel is het niet. Colin lijkt op mij. Veel boekenwijsheid, weinig weet van de wereld. En Betina is sociaal, heeft veel vrienden, weet zich altijd een houding te geven en maakt altijd plezier. Waar zij gaat, bruist het leven. Colin heeft een band met de plant in zijn kamer. Geloof me, ik weet hoe dat voelt.’
‘Zo erg is het nooit geweest met jou.’
‘Erger nog. Ik was verliefd op een man die ik niet kon krijgen. Het heeft mijn hart gebroken.’
Hij keek uit het raam en toen naar haar. ‘Ik heb al gezegd dat het me spijt. Ik kan er nu niets meer aan veranderen.’
‘Dat weet ik, maar ik vind het fijn om je er steeds voor te straffen. Wat ik bedoel te zeggen is dat het niet altijd gemakkelijk is heel intelligent te zijn. Ik voelde altijd dat ik er niet bij hoorde, en dat geldt ook voor Colin. We zijn intelligent genoeg het probleem onder ogen te zien, maar we kunnen er blijkbaar niets aan doen.’
‘Bedoel je dat Colin nooit de stappen zal zetten om Betina te laten weten dat hij op haar valt?’
‘Hij denkt dat hij daar niet toe in staat is.’
‘Misschien is het dan niet voor hen weggelegd.’
‘Dat accepteer ik niet. Colin is een lieve man en Betina mijn beste vriendin. Ik wil dat ze gelukkig is, en ik ga ervoor zorgen dat ze dat wordt.’
‘Je moet je er niet mee bemoeien.’
‘Te laat en bedankt voor je hulp. Later, op hun huwelijksdag, kun je zeggen dat je aan hun verbintenis hebt meegewerkt.’
‘Je kunt me beter meteen neerschieten,’ zei hij kreunend.
‘Daar zie ik anders echt de lol niet van in.’