Hoofdstuk 1
Elf jaar geleden…
Meredith Palmer bracht de middag van haar zeventiende verjaardag ineengedoken en ontroostbaar huilend op haar smalle bed door. Haar leven was een grote mislukking. Het zou ook nooit beter worden – en stel dat zij een van die pechvogels was die als tiener piekte? Stel dat dít het beste was van wat haar in de toekomst te wachten stond?
Werkelijk, misschien moest ze zich maar uit haar kamerraam storten om de rest van haar leven te ontlopen. Maar goed, ze zat hier op de vierde verdieping, dus de val zou ze waarschijnlijk wel overleven. Ze zou eerder blijvend letsel oplopen.
Ze ging rechtop zitten en veegde haar gezicht droog. ‘Gegeven de afstand naar de grond en de snelheid bij inslag,’ zei ze tegen zichzelf, en ze snikte nog wat na. ‘En dan afhankelijk van mijn positie…’ Ze reikte naar een stuk papier. ‘Als ik met mijn benen naar beneden zou vallen – dat ligt niet voor de hand, maar het zou kunnen – dan komt de grootste klap op mijn…’
Ze begon haar berekeningen. Botmassa tegen beton, of een zachtere grasbodem. Aangenomen dat de constante factor van –
Meri smeet het potlood op het papier, en liet zich weer achterover op haar bed vallen. ‘Ik ben een freak, en ik zal nooit iets anders worden dan een freak. Ik zou mijn dood moeten plannen in plaats van me hier suf te zitten rekenen. Geen wonder dat ik geen vrienden heb.’
Haar lichaam schokte van het huilen, en ze kon niet meer ophouden omdat ze wist dat haar excentriciteit niet te genezen was. Het was haar lot een van die enge eenzame mensen te worden.
‘Ik zal katten moeten nemen!’ riep ze door haar tranen heen. ‘Maar ik ben allergisch voor katten.’
De deur van haar kamer ging open en ze hield haar gezicht stevig in haar kussen gedrukt.
‘Ga weg.’
‘Geen denken aan.’
Die stem. Ze kende die stem. De eigenaar was de ster in al de romantische en semi-erotische fantasieën die ze ooit had gehad. Lang, donker haar, en ogen de kleur van de middernachtelijke hemel – aangenomen dat je ergens ver buiten de stad was, maar waar nog genoeg licht werd uitgestraald zodat –
‘Laat iemand een einde aan me maken,’ zei ze kreunend.
‘Niemand gaat een einde aan je maken,’ zei Jack, en hij ging naast haar op het bed zitten en legde een grote sterke hand op haar rug. ‘Kom op, joh, je bent jarig. Wat is er aan de hand?’
Hoeveel tijd had hij? Ze kon hem een lijst geven. En in vijfenveertig seconden kon ze die indexeren, vertalen in een paar talen en daarna in programmeertaal omzetten.
‘Ik haat mijn leven. Het is afschuwelijk. Ik ben een freak. Erger nog, ik ben een dikke lelijke freak en dat zal ik altijd blijven.’
Ze hoorde Jack scherp inademen.
Er waren een heleboel redenen dat ze tot over haar oren verliefd op hem was. Op de eerste plaats was hij gewoon ongelooflijk knap, maar dat deed er niet eens zoveel toe. Het fijnste aan Jack was dat hij tijd aan haar besteedde. Hij sprak met haar alsof ze een echt persoon was. En behalve Hunter dan, was Jack degene van wie ze meer hield dan van wie dan ook ter wereld.
‘Je bent geen freak,’ zei hij zacht maar nadrukkelijk.
Meteen merkte ze op dat hij niet zei dat ze niet dik was. Om de vijftien kilo extra aan haar lichaam bij een lengte van een meter zevenenvijftig kon niemand heen. Jammer genoeg zei hij ook niet tegen haar dat ze niet lelijk was. Jack was lief, maar geen leugenaar.
Vanwege haar beugel en haar neus – die qua grootte veel weg had van Io, een van de manen van Jupiter – en haar pukkelige gezichtshuid, werd ze geregeld door het circus gevraagd een voorstelling te verzorgen.
‘Ik ben niet normaal,’ zei ze, en ze hield haar hoofd in het kussen gedrukt omdat ze wist dat haar gezicht opgezwollen van het huilen was, en ze wilde niet dat Jack zag dat ze nu nog lelijker was dan gewoonlijk. ‘Ik wilde mijn dood plannen en in plaats daarvan zat ik opeens wiskundige berekeningen uit te voeren. Normale mensen doen dat niet.’
‘Je hebt helemaal gelijk, Meri. Je bent niet normaal. Je bent veel meer dan normaal. Je ben geniaal. Wij zijn allemaal maar idioten vergeleken met jou.’
Hij was geen idioot. Hij was perfect.
‘Ik studeer al sinds mijn twaalfde. Als ik heel slim was, was ik nu wel afgestudeerd.’
‘Je haalt anders bijna je derde doctoraalbul, toch?’
‘Zoiets.’ Ze draaide zich op haar rug omdat ze het niet langer volhield in dezelfde ruimte met hem te zijn en hem niet aan te kijken.
Wauw, wat was hij toch geweldig, dacht ze, en haar hart sloeg over terwijl haar maag een paar salto’s maakte. Niet dat een maag letterlijk salto’s kon maken maar wat ze voelde, was gewoon –
Wanhopig sloeg ze haar handen voor haar gezicht. ‘Ik moet een manier vinden mijn brein lam te leggen.’
‘Waarom? Omdat je dan net als wij kunt zijn?’
Ze liet haar handen van haar gezicht vallen. ‘Ja, ik wil gewoon zijn.’
‘Jammer, maar je bent heel speciaal en dat zul je altijd blijven.’
Haar liefde voor hem deed bijna pijn. Ze wilde dat hij meer in haar kon zien dan alleen het kleine zusje van zijn beste vriend. Zag hij haar maar als vrouw.
Tuurlijk, hij zou haar opeens gaan zien als de schitterende vrouw naar wie hij altijd al had verlangd! Droom lekker verder!
‘Ik heb niet eens vrienden,’ zei ze, haar best doend niet toe te geven aan de behoefte hem te vertellen dat ze voor altijd van hem zou houden. ‘Ik ben veel te jong. Al mijn medestudenten denken dat ik op een gegeven moment door de mand zal vallen als omhooggevallen slimme kleuter die het uiteindelijk toch niet kan bijbenen. Daar zitten ze gewoon op te wachten.’
‘Maar dat gaat niet gebeuren, en dat weet je zelf ook.’
‘Goed, maar door mijn academische isolement en mijn gebrek aan een vrouwelijk rolmodel omdat mijn moeder dood is, weet ik ook dat de kans om uit te groeien in een evenwichtige volwassen vrouw die goed functioneert in de maatschappij, met de dag kleiner wordt. Zoals ik al zei: Ik ben een freak.’ Tranen stroomden langs haar slapen in haar haren. ‘Ik zal nooit een vriendje krijgen.’
‘Geef het een paar jaar de tijd.’
‘Het gaat niet gebeuren. En zelfs als een jongen ooit medelijden met me krijgt en een afspraakje met me wil maken, moet hij dronken of high zijn wil hij me kussen, laat staan seks met me hebben. Ik zal als maagd sterven.’ Opnieuw werd haar lichaam door een onbeheersbaar snikken geteisterd.
Jack trok haar omhoog tot ze zat, en sloeg zijn armen om haar heen. ‘Wat een verjaardag,’ zei hij.
‘Dat is nog zacht uitgedrukt.’
Ze drukte zich tegen hem aan en genoot van zijn gespierde armen om haar heen. Wat rook hij lekker. Was hij maar stapelgek op haar, dan zou dit een perfect moment geweest zijn.
Helaas, het zat er niet in. Hij verklaarde haar niet zijn eeuwige liefde en trok haar niet alle kleren van het lijf. Nee, hij kuste haar zelfs niet eens. In plaats daarvan liet hij haar los en ging hij weer rechtop zitten zodat ze elkaar zelfs niet eens meer raakten!
‘Meri, je hebt het moeilijk op dit moment. Dit is niet de gemakkelijkste periode in je leven. Je hoort niet bij de volwassenen, maar je past al helemaal niet bij je leeftijdgenoten.’
Het liefst had ze geprotesteerd en gezegd dat ze niet veel jonger dan hij was. Ze scheelden maar vier jaar, en bij hem paste ze precies. Jack was echter een man voor wie de vrouwen in de rij stonden. Mooie superslanke vrouwen die ze haatte, werkelijk haatte!
‘Deze periode zul je te boven komen en dan zal het leven er een stuk beter uitzien voor je.’
‘Ik denk het niet. Eens een freak, altijd een freak. Zoiets gaat nooit over.’
Even streek hij over haar wang. ‘Ik weet zeker dat je heel veel zult bereiken, en dat alles op zijn pootjes terecht zal komen.’
‘En als je nu eens ongelijk hebt? Stel dat ik echt als maagd zal sterven?’
Hij grinnikte even. ‘Geloof me, dat gaat echt niet gebeuren. Ik beloof het je.’
‘Kletspraat.’
‘Daar ben ik heel goed in.’
Hij boog zich naar haar toe en voor ze wist wat er gebeurde, kuste hij haar. Op haar lippen!
Voor ze van de zachte warme druk van zijn mond kon genieten was hij al weer weg, en de kus voorbij.
‘Nee!’ Zonder na te denken flapte ze dat eruit, en ze greep zijn T-shirt vast. ‘Jack, nee! Ik wil dat jij de eerste bent!’
Nog nooit had ze een man zo snel in beweging zien komen. Zo zat hij nog op de rand van haar bed, en zo stond hij bij de deur van haar studentenflat.
Schaamte en vernedering golfden door haar lichaam. Ze had alles willen geven om die woorden terug te kunnen nemen. Haar wangen stonden in brand en ze wist dat ze zich voor altijd dood zou schamen.
Ze had niet gewild dat hij het zou weten. Misschien had hij het vermoed maar ze had ervoor willen zorgen dat hij het nooit zeker zou weten.
‘Jack… ik…’
Hij schudde zijn hoofd. ‘Meri, het spijt me, je bent Hunters kleine zusje. Ik zou nooit… Ik zie je niet op die manier.’
Natuurlijk niet. Waarom zou hij zo’n lelijkerd willen, als zoveel mooie vrouwen zich aan zijn voeten wierpen?
‘Ik begrijp het. Echt wel. Ga nu maar.’
Hij maakte aanstalten te vertrekken maar draaide zich op het laatste moment nog om. ‘Ik wil dat we vrienden zijn, Meri. En we zijn ook vrienden.’ En met die afschuwelijke woorden stapte hij haar kamer uit.
Ze ging op de rand van haar bed zitten en vroeg zich af hoelang dit verdriet zou duren. Wanneer zou ze er eindelijk eens bij gaan horen? Wanneer zou ze eindelijk niet meer van Jack houden? Wanneer zou ze eindelijk eens een kamer in kunnen lopen zonder te wensen dat de aarde open zou splijten om haar te verzwelgen?
Automatisch reikte ze onder haar bed en pakte de plastic opbergdoos met snacks. Ze deed er een greep in, pakte een ingepakt cakeje met roze glazuur en trok het plastic los.
Daar zat ze nu. Officieel op de bodem van de put. Het kon nooit erger worden dan dat het nu op dit moment was. Het was als de zwarte massa in het heelal. De absolute afwezigheid van alles. Het sterven van hoop.
Ze zette haar tanden in het cakeje en de schaamte deed haar schrokken. Als het vet en de suiker hun doel bereikten, deed het niet zo zeer meer, dan zou ze het verdriet om de afwijzing van Jack Howington III niet zo hevig meer voelen. Rotvent.
Waarom kon hij niet van haar houden? Ze was een goed mens, al had ze geen grote borsten en was ze niet klein en blond zoals de meisjes met wie hij uitging en die hij mee naar zijn bed troonde.
‘Ik heb hersens, en daar worden mannen bang van,’ mompelde ze tegen zichzelf. Ze zei het moedig en alsof ze er zelf in geloofde, maar ze wist dat het niet alleen haar hoge IQ waarvoor de jongens op de loop gingen. Het was haar uiterlijk. Het was omdat ze eten het allerbelangrijkste in haar leven liet zijn, vooral na de dood van haar moeder vier jaar geleden. Het was vanwege haar vader die voorzichtig maar totaal verkeerd geformuleerd had gevraagd of ze wat aan haar neus wilde laten doen. Ze had geschreeuwd dat als hij echt van haar hield, hij zoiets nooit maar dan ook nooit meer zou voorstellen. Om eerlijk te zijn was ze niet alleen boos maar ook bang. Bang om te veranderen en bang om hetzelfde te blijven.
Ze ging staan en staarde naar de gesloten deur van haar flat. ‘Ik haat je, Jack,’ zei ze hardop en de tranen biggelden over haar wangen. ‘Ik haat je en ik zal het je betaald zetten! Ik zal opgroeien en zo mooi worden dat je wél met me naar bed wilt, en dan zal ik jou eens in de steek laten en je hart breken. Let maar op.’
Heden
Jack Howington III had twee dagen doorgereden om bij Lake Tahoe te komen. Hij had met zijn eigen toestel kunnen vliegen maar in plaats daarvan had hij een auto gehuurd die hij de maand dat hij in Hunters huis moest verblijven tot zijn beschikking zou houden. Trouwens, hij had de tijd nodig gehad om alles helder op een rijtje te krijgen.
Zijn secretaresse was in alle staten geweest omdat ze hem niet had kunnen bereiken op het platteland, maar zelf had hij van de rust en stilte genoten. Al heel lang had hij niet genoeg rust en stilte meer in zijn leven gehad. Zelfs als hij alleen was, waren er nog de geesten uit het verleden die hem lastigvielen.
Over een lange oprijlaan reed hij naar een nauwelijks zichtbaar houten huis. Het stond verscholen tussen de bomen en bood uitzicht over het meer erachter. Hij zag ramen, stenen treden en een zware houten dubbele deur.
Jack parkeerde zijn auto, en stapte uit de Mercedes. Het huis van Hunter was pas gebouwd, zo’n tien jaar na de dood van zijn vriend, maar hij had het idee dat Hunter heel gedetailleerde informatie had achtergelaten wat betreft het aanzien. Alles aan het huis deed hem aan zijn vriend denken en dat was goed en fout tegelijk.
Het is maar een maand, dacht hij, toen hij zijn koffer en zijn laptop uit de achterbak van de auto pakte. Als hij hier een maand bleef, zoals Hunter in zijn testament van hem had gevraagd, zou het huis geschikt worden gemaakt voor het verblijf van kankerpatiënten en ex-kankerpatiënten die hier voor niets konden logeren. Verder zou er een slordige twintig miljoen naar de stad of naar een of ander goed doel gaan. Hij had niet echt goed opgelet en details vergeten. Het enige wat hij nog wist, was dat Hunter hem om een laatste gunst had gevraagd, en Jack had zijn vriend vaak genoeg teleurgesteld om te weten dat hij aan déze vraag gehoor moest geven.
Hij zette een stap in de richting van het huis, maar stopte toen de deur openzwaaide. De brief van de notaris had hem rust beloofd, een kantoor om in te werken en een huishoudster die voor zijn dagelijkse behoeften zou zorgen.
Niet veel gevraagd, had Jack op dat moment gedacht. Maar nu hij de slanke knappe vrouw de veranda op zag stappen was hij daar niet zo zeker meer van. Zij was zo ongeveer de laatste persoon die hij graag wilde zien.
‘Dag, Jack,’ zei ze.
‘Meredith.’
Haar blauwe ogen sperden zich wijd open van verbazing. ‘Herken je mij?’
‘Natuurlijk. Waarom zou ik je niet herkennen?’
Ze ademde diep in. ‘Het is lang geleden en we zijn alle twee veranderd.’
‘Ik zou je overal herkend hebben.’
Om eerlijk te zijn was dat niet waar. Over de jaren had hij Meri’s gangen nagegaan. Dat was het minste wat hij had kunnen doen, nadat hij Hunter had beloofd op zijn zuster te letten. Jack was niet in staat geweest om persoonlijk met haar om te gaan, maar afstand had dat gemakkelijker en veiliger gemaakt. De regelmatige rapporten die hij had ontvangen, waren er de oorzaak van dat haar voorkomen hem niet verraste. Hoewel ze er wel wat… vrouwelijker uitzag dan gewoonlijk. Dat ze in Californië had gewerkt – tijdelijk – voor JPL, Jet Propulsion Laboratory, had hij geweten, maar niet dat hij haar híér zou treffen.
Ze mompelde iets onverstaanbaars. ‘Fijn dat te weten,’ zei ze uiteindelijk.
Haar ogen waren nog net zo blauw als hij zich herinnerde. Dezelfde kleur als die van Hunter. Dezelfde vorm. Behalve dat en hun vlotte lach hadden broer en zus niet veel gemeen.
Hij had haar al jaren niet meer gezien. Niet sinds Hunters begrafenis. En daarvoor –
Snel drukte hij de herinnering aan haar emotionele ontboezeming en zijn botte reactie erop opzij. Ze waren inmiddels alle twee volwassen geworden. Daar wilde hij het maar op houden.
En volwassen is ze geworden, dacht hij toen ze langs de trap naar beneden op hem af kwam lopen. Het puppyvet was verdwenen. Ze zag eruit, en dat was ze ook, als een prachtige sexy vrouw die zeker was van haar plaats in deze wereld.
Onder andere omstandigheden zou hij de veranderingen hebben gewaardeerd, maar niet in haar. Niet gezien de beloften die hij had gedaan.
‘Je hebt duidelijk de brief van de notaris ontvangen, anders was je hier niet aangekomen,’ zei ze. ‘Je moet een maand blijven. Aan het einde van die periode zal er een korte maar indrukwekkende ceremonie plaatsvinden waarin het huis aan de stad wordt vermaakt, en waarin alle sleutels en het geld worden overgedragen. Jij en de andere Samurai kunnen elkaar ontmoeten en bijpraten en daarna staat het je vrij te vertrekken.’ Ze wierp een blik op de kleine koffer en de laptop in de tas. ‘Je hebt niet veel bagage.’
‘Dat maakt het reizen gemakkelijker.’
‘Het geeft je alleen niet veel keus in geval van een onverwacht gekostumeerd feestje.’
‘Staat dat op de agenda?’
‘Niet dat ik weet.’
‘Dan is er niets aan de hand.’
Even hield ze haar hoofd een beetje schuin op de manier die hij van haar herkende. Grappig dat hij nog steeds het meisje in de vrouw kon zien. Het meisje had hij altijd graag gemogen. De vrouw wilde hij echter niet leren kennen.
Nog eens liet hij zijn ogen over haar dwalen en hij fronste zijn wenkbrauwen. Waren de pijpen van haar korte broek niet te kort? Niet dat hij niet van mooie benen hield, maar dit was Meredith – het kleine zusje van Hunter. En dat hemdje, was dat ook niet een beetje te bloot?
‘Ik logeer hier ook.’
Haar stem was laag en sexy en als ze iemand anders was geweest, had hij verheugd op deze afleiding gereageerd.
‘Waarom?’ vroeg hij bot.
‘Ik ben de huishoudster die je beloofd is. Ik ben hier om je leven wat te… vergemakkelijken.’
Er lag bijna een uitdaging in die woorden. ‘Ik heb geen huishoudster nodig,’ zei hij bot.
‘Je hebt geen keus. Ik hoor bij de deal.’
‘Dat is idioot,’ zei hij kortaf. Hij wist dat ze een belangrijke functie had en alleen tijdelijk aan JPL was uitgeleend om hen te helpen betere raketbrandstof te ontwikkelen.
‘Niet aardig,’ zei ze bestraffend, maar met een glimlach. ‘Het was wat Hunter wilde. We zijn hier vanwege zijn testament.’
Argwanend keek hij haar aan. Hij geloofde haar niet. Waarom zou Hunter willen dat zijn zus hier een maand verbleef? Maar goed, Hunter had al zijn vrienden hier uitgenodigd, dus het was mogelijk. Bovendien zou Meri zelf niet verkiezen met hem onder één dak te zijn. Niet na wat er op haar zeventiende verjaardag was voorgevallen.
Hij had haar verdriet gedaan. Niet met opzet, maar hij had het toch gedaan en naderhand had hij niet geweten hoe hij het goed had moeten maken. En daarna was Hunter gestorven en was alles veranderd.
Misschien deed hij er te moeilijk over. Misschien dacht Meri allang niet meer aan wat er tussen hen was gebeurd – en niet was gebeurd.
‘Kom binnen,’ zei ze, en ze ging hem voor.
De inrichting was uitnodigend en mannelijk. Zelf had hij dit huis niet gebouwd, maar er stonden tenminste niet overal snuisterijen en droogboeketten.
‘Je krijgt je beweging door het traplopen. Jouw kamer is op de eerste verdieping.’
‘En de jouwe hier?’
Glimlachend keek ze hem aan. ‘Nee, Jack, de mijne is op de tweede verdieping. Er zit maar een plafond tussen.’
Met opzet sperde ze haar ogen wat wijder open en boog ze zich wat naar hem toe toen ze sprak. Ze wilde dat de uitnodiging duidelijk overkwam. Na wat Jack haar elf jaar geleden had aangedaan, verdiende hij niets anders dan zich ongemakkelijk te voelen.
Voor hij de kans kreeg te antwoorden, liep ze de gang in. ‘Er is een werkkamer onder de balken,’ ging ze verder. ‘Die kun je gebruiken. Er is internet, en een fax. Ik zit in de eetkamer. Ik heb nogal wat ruimte nodig als ik werk,’ zei ze zwoel.
Met moeite verbeet ze een lach. Dit werd leuker dan ze had verwacht. Lang geleden had ze hem al zijn verdiende loon moeten geven.
Opzettelijk wiegde ze verleidelijk met haar heupen toen ze voor hem uit de trap op ging. Zo moest hij haar lange benen wel bewonderen én het hemdje dat niet veel aan de verbeelding overliet.
Ze had haar ogen met zorg opgemaakt, highlights in haar haren laten verven, en lange oorbellen in haar oren gehaakt, die zo ongeveer tot op haar bijna blote schouders hingen.
Als de mannen van het laboratorium haar nu eens zagen lopen! Zij hadden haar nooit anders dan in haar witte labjas gezien. De aankomende maand zou ze echter als een sexy stoeipoes gekleed gaan en ze had besloten van elke minuut te genieten.
Boven in de gang gekomen versnelde ze even haar pas om plotseling weer in te houden zodat Jack tegen haar op botste. Snel strekte hij zijn arm uit om zijn evenwicht te bewaren of misschien dat van haar. Daar had ze op gerekend en daarom draaide ze zich om zodat zijn handpalm precies op haar linkerborst landde.
Hij verstijfde en trok zijn hand zo snel mogelijk weg. ‘Sorry,’ mompelde hij duidelijk uit zijn evenwicht gebracht.
‘Jack, probeer je me nu te versieren? Geen elegante poging moet ik zeggen. Ik had meer van je verwacht.’
‘Dat probeer ik helemaal niet.’
‘Echt niet?’ Ze zette haar handen op haar heupen en keek hem aan. ‘Waarom niet? Ben ik je type niet?’
‘Waar slaat dit in vredesnaam op?’ zei hij met een frons.
‘Och, op zoveel dingen. Ik weet niet eens waar ik moet beginnen.’
‘Begin dan bij het begin. Dat is wat ik meestal doe.’
Het begin? Waar was dat? Bij de conceptie, toen door een gril in het Palmer-DNA een kind met een exceptioneel hoog IQ werd verwekt? Of later, toen Meri had beseft dat ze nooit aansluiting bij de anderen zou vinden? Of misschien op die middag lang geleden toen de man van wie ze hield haar zo wreed had afgewezen?
‘Wij brengen deze maand samen door,’ zei ze tegen hem. ‘En ik dacht dat we wel wat plezier konden maken. Ik weet dat je heus wel van plezier maken houdt, Jack.’
Hij vloekte binnensmonds. ‘Dit is niets voor jou, Meri.’
‘Hoe weet jij dat zo zeker? Het is lang geleden dat we elkaar hebben gezien. Ik ben een vrouw nu, geen kind meer.’ Langzaam draaide ze zich in het rond. ‘Vind je de veranderingen wat?’
‘Je ziet er geweldig uit en dat weet je zelf ook wel. Wat heeft dit in vredesnaam allemaal te betekenen?’
Het betekende dat ze nog steeds naar hem verlangde. Ze wilde dat hij zich hunkerend aan haar voeten zou werpen, en dan zou ze toegeven om hem daarna de rug toe te keren. Het was haar plan. Het plan dat ze al heel lang had gekoesterd.
‘Ik ga niet met je naar bed,’ zei hij bot. ‘Je bent de zus van Hunter. Ik heb hem beloofd dat ik op je zou passen, en dat betekent dat ik voor je zorg maar niet dat ik met je in bed stap.’
Ze was van plan geweest zich te beheersen, niet driftig te worden, maar dat bleek onmogelijk.
‘Op me passen? Noem je twee seconden na Hunters begrafenis verdwijnen op me passen? Iedereen vertrok – al zijn vrienden. Dat had ik van hen verwacht, maar niet van jou. Hunter heeft tegen me gezegd dat jij er altijd voor mij zou zijn. Maar dat was je helemaal niet. Je bent gewoon verdwenen. Ik was zeventien, Jack. Mijn vader totaal van de wereld, en ik een sociaal buitenbeentje zonder ook maar een enkele vriend. En jij vertrok gewoon omdat dat gemakkelijker was dan je verantwoording te nemen.’
Geïrriteerd zette hij zijn bagage neer. ‘Ben je daarom hier? Om me uit te foeteren?’
Hij had geen idee, bedacht ze nog steeds woedend. Ze kon hem wel wat doen. ‘Dat is maar een gedeelte van de lol.’
‘Zou het helpen als ik mijn excuses aanbood?’
‘Nee, totaal niet.’ Niets kon iets veranderen aan het feit dat hij haar zomaar in de steek had gelaten, net als ieder ander van wie ze gehouden had.
‘Meri, ik weet dat er dingen tussen ons zijn voorgevallen, maar als we hier een maand met elkaar opgescheept zitten, kunnen we maar beter een manier vinden om normaal met elkaar om te gaan.’
‘Als vrienden, bedoel je?’ vroeg ze, denkend aan zijn verzekering van toen dat hij altijd haar vriend zou zijn, meteen nadat hij haar had afgewezen.
‘Als je dat wilt.’
Ze haalde diep adem en blies die langzaam weer uit. ‘Nee, Jack. Wij zullen nooit vrienden zijn. Wij worden minnaars, anders niets.’