Hoofdstuk 4
Die avond kwam Meri een beetje aangeschoten thuis van het etentje met haar team. Ze waren met de bus de stad in gegaan en dus had niemand rekening met rijden hoeven houden. De wijn had rijkelijk gevloeid. Nou ja, zo rijkelijk als maar mogelijk was in aanmerking genomen dat niemand meer dan een enkel glas dronk, omdat ze liever een intellectuele conversatie voerden dan zich over te geven aan de mentale vaagheid die optrad na te veel alcohol.
Voor deze ene keer had Meri echter geen wijn besteld maar een margarita. Dat was niet erg, maar daarna had ze nog een tweede genomen en die voelde ze beslist, nu ze de trap naar haar slaapkamer beklom.
Op de overloop aangekomen, keek ze naar de twee deuren en was ze zich er opeens acuut van bewust dat de ene deur van Jacks slaapkamer was.
Interessant gegeven, dacht ze toen ze voor de ferm gesloten deur bleef staan. Hij was daarbinnen. Alleen. Dus wat was hij daar eigenlijk aan het uitspoken?
Waarschijnlijk lag hij uitgestrekt op bed naar de televisie te kijken. Misschien lag hij te lezen. Maar door de nevel van alcohol kon ze fantaseren wat ze wilde. Misschien zat hij in het grote bad voor de open haard op haar te wachten? In haar fantasie verlangde hij zo verschrikkelijk naar haar dat het hem de adem benam. In haar fantasie had hij er vreselijk veel spijt van dat hij haar elf jaar geleden zo had gekwetst, en had hij zich bijna niet staande kunnen houden in het leven, omdat zijn liefde voor haar hem zo goed als verlamd had.
‘Oké, dat laatste slaat nergens op,’ fluisterde ze tegen zichzelf. ‘Maar die andere twee zijn heel goed mogelijk.’
Ze klopte op zijn deur en stapte zijn kamer in voor hij kon roepen dat ze weg moest gaan.
Een snelle blik de kamer rond deed haar inzien dat haar badfantasie niet vervuld zou worden. Misschien maar goed ook. Die margarita’s voelde ze echt en verdrinken was beslist een mogelijkheid.
In plaats van naakt in het bad te liggen zat Jack in een stoel in de hoek van de kamer te lezen met zijn voeten op een poef. Tot ze binnenkwam tenminste. Nu legde hij het boek op zijn schoot en vragend keek hij haar aan.
Een beetje wankel op haar benen liep ze naar het bed en liet zich op de rand zakken. Ze schopte haar sandalen uit en glimlachte naar hem.
‘Het was een supergezellig etentje. Je had mee moeten gaan.’
‘Ik overleef het wel.’
‘Wat ben je weer grappig. Soms vergeet ik helemaal hoe grappig jij kunt zijn. Ik denk dat dat komt omdat je meestal zo intens bent, intens en macho. Gevaarlijk. Je was altijd al gevaarlijk. Vroeger was je alleen als persoon al gevaarlijk, maar tegenwoordig heb je een heel scala aan wapens tot je beschikking en dat is angstaanjagend als je er goed over nadenkt.’
Hij kneep zijn ogen tot smalle spleetjes. ‘Je bent dronken.’
Ze zwaaide met haar hand heen en weer. ‘Dronken is veel te sterk uitgedrukt. Aangeschoten misschien. Ik heb twee margarita’s gedronken. Die tweede is altijd een vergissing. Ik drink eigenlijk nooit, dus ik kan niet veel hebben. Verder ben ik niet groot, dus de alcohol komt hard aan. Ik kan er een formule voor bedenken als je wilt. Hoeveel alcohol per kilo lichaamsgewicht verdragen kan worden.’
‘Spannend, maar laat maar zitten.’
Glimlachend keek ze hem aan. ‘Het is de wiskunde. Je bent bang voor de wiskunde, hè? Dat zijn de meeste mensen. Geen idee waarom. Wiskunde is constant. Gebaseerd op principes en als je die eenmaal onder de knie hebt, veranderen ze nooit. Het is iets heel anders dan literatuur. Literatuur kan op allerlei manieren geïnterpreteerd worden en er wordt nogal wat geproduceerd. Maar wiskunde is heel rechttoe rechtaan. Je hebt het goed, of je hebt het fout. En ik heb het graag goed.’
‘Dat is je competitieve karakter.’
‘Vind je mij competitief?’
‘Het zit je in het bloed.’
‘Misschien heb je gelijk. Ik wil graag alles weten, en altijd gelijk hebben. Ik kan inderdaad lastig zijn wat dat betreft.’ Ze grinnikte even. ‘Maakt me dat juist niet onweerstaanbaar? Ik snap niet dat je nog van me af kunt blijven.’
‘Ik moet ook alle zeilen bijzetten om me te beheersen.’
‘Je liegt, maar het is lief van je. Dank je.’
Ze keek hem aan. Als ogen de spiegels van de ziel waren, was de ziel van Jack wel heel donker en afgeschermd. Iedereen had geheimen, en ze vroeg zich af wat Jacks geheimen waren.
Die zou hij haar in elk geval niet vertellen, maar als hij ooit zou beslissen iemand in vertrouwen te nemen, was het voor altijd, mijmerde ze verder.
‘Je moet me helpen met Betina en Colin. We moeten ze koppelen.’
‘Ik dacht het niet,’ zei hij met een opgetrokken wenkbrauw.
‘Doe niet zo flauw. Het kan toch leuk zijn. Stel je voor… wij kunnen meewerken aan zo’n geweldige liefdesmatch.’
‘Colin en Betina?’ herhaalde hij twijfelachtig.
‘Betina is gek op Colin. Eerst was ik ook sceptisch, omdat Betina continu wisselt van vriend. Een duurzame relatie duurt bij haar een week. Maar dat komt omdat ze bang is echt om iemand te geven. Ze heeft een verschrikkelijk huwelijk achter de rug. Enfin, ze vindt Colin al heel lang leuk, en het is steeds serieuzer geworden. Nu koestert ze echt diepe gevoelens voor hem.’
Even bleef ze stil zodat hij zich de belangrijkheid van deze informatie kon realiseren.
‘Ik doe niet mee.’
Blijkbaar had hij de boodschap gemist.
‘Doe niet zo flauw! Je moet wel. Je bent toch nergens anders druk mee?’
‘O nee? Mijn werk dan, en al die moeite die ik moet doen om uit jouw klauwen te blijven?’
‘O ja, en dat is erg. Een prachtige vrouw, vrijgezel, wil met jou naar bed. Verschrikkelijk. Arme Jack, jouw leven is echt een hel.’
Onverwacht verscheen er een glimlach op zijn lippen. ‘Vind jij jezelf mooi?’ vroeg hij vergenoegd.
Ongemakkelijk schoof ze wat heen en weer op het bed. ‘Bij wijze van spreken.’
‘De laatste keer dat we het over jouw voorkomen hadden, zei je nog dat je een freak was.’
Ze wilde helemaal niet dat hij daaraan zou denken, maar nu het toch ter sprake kwam… ‘De laatste keer dat we het over mijn voorkomen hadden, heb je me emotioneel in mijn gezicht geslagen, op mijn hart gestampt en me voor dood achtergelaten.’
Zijn glimlach vervaagde. ‘Sorry, ik had dat anders aan moeten pakken.’
‘Maar dat heb je niet gedaan. Ik vroeg toen niet eens om seks.’ Ze wilde hier over ophouden. Het was té vernederend. ‘Ik wil alleen maar zeggen dat Betina gek is op Colin, en dat ik bijna zeker weet dat hij haar ook leuk vindt. En dat is waar jij achter moet komen.’
‘Echt niet!’
‘Waarom niet? Jij bent een man, en hij is een man. Je kunt hem toch vragen of hij Betina leuk vindt?’
‘Dat ga ik echt niet aan hem vragen.’
Ze herinnerde zich dat hij altijd al koppig was geweest, maar zó koppig? ‘Wat flauw van je.’
‘Jammer dan.’
‘Je vindt het helemaal niet jammer. Luister, het zijn alle twee fijne mensen en ze verdienen het echt gelukkig te zijn. Ik geef ze alleen een duwtje in de rug.’
‘Had jij een duwtje in je rug nodig met Andrew?’
Ze zuchtte diep. ‘Ik vroeg me al af wanneer je met hem op de proppen zou komen.’
‘Je bent zo goed als verloofd. Waarom zou ik niet nieuwsgierig naar hem zijn?’
‘We hebben elkaar bij een liefdadigheidsveiling ontmoet. Die avond begon met een huisdierenshow. Ik raakte verstrikt in de lijnen en viel bijna. Andrew schoot te hulp en hield me overeind. Heel romantisch allemaal.’
‘Ik kan me er van alles bij voorstellen.’
Ze negeerde het sarcasme in zijn stem. Misschien als hij wist dat er een andere man in haar leven was, zou hij wat minder arrogant zijn.
‘Hij was grappig en charmant en ik vond hem meteen aardig. We hebben zoveel gemeen. Films, vakanties, we hebben het echt heel leuk gehad samen.’
Inderdaad hebben we het leuk gehad samen, dacht ze, denkend aan alle goede tijden met Andrew. Maar zij zat al zes maanden aan deze kust, en ze hadden maar een paar keer de kans gezien elkaar te ontmoeten. Gepraat hadden ze wel, maar het leek alsof hun relatie in de wacht stond, en het was duidelijk dat zij dat niet echt een probleem vond. Daar zou ze een dezer dagen toch over moeten nadenken.
‘Is hij ook geniaal?’
‘Nee, hij is heerlijk normaal. Slim, maar niet té slim.’
‘Wat weet je van hem? Heb je hem na laten trekken?’
‘Natuurlijk. Hij is een gewone man. En hij zit me niet achterna voor mijn geld.’ Haar goede humeur zakte behoorlijk af. ‘Wat bedoel je nu eigenlijk? Dat niemand mij wil, of er moet een hoop geld mee te verdienen zijn?’
‘Helemaal niet, maar ik wil je gewoon gelukkig zien.’
‘Dat ben ik. Dolgelukkig. Andrew is de ware. We verloven ons zodra ik in DC terug ben.’ Dat was helemaal niet waar, maar het klonk goed.
‘Gefeliciteerd.’
Jack heeft alles geruïneerd, dacht ze bitter, en ze stond op. De avond, en haar humeur.
‘Omdat jij jezelf hebt geprogrammeerd niet om andere mensen te geven, betekent dat niet dat die gevoelens niet bestaan of niet echt zijn. Sommigen onder ons hopen wel degelijk op een connectie.’
‘Ik hoop voor je dat hij de ware is. Echt. Ik hoop dat dit is wat je wilt.’
‘Waarom geloof ik je niet? Wat wil je eigenlijk zeggen?’
‘Dat die Andrew niet zo belangrijk voor je is als je doet voorkomen. Als dat zo was, had je geen halfjaar bij hem uit de buurt kunnen blijven.’
‘Wie zegt dat ik bij hem weggebleven ben?’ zei ze naar de deur lopend en die ferm achter haar dichttrekkend.
Het was maar een paar stappen naar haar eigen kamer, en ze was blij met de eenzame rust die daar hing. Ze knipte een lichtje aan en ging toen uit het raam staan staren. Ze had geen zin door de telescoop te kijken. Op de een of andere manier was ze verdrietig, maar ze wist niet precies waarom.
Misschien omdat Jack gelijk had. Als Andrew echt zo belangrijk voor haar was, had ze hem wel opgezocht. Als ze echt van hem hield, zou ze toch naar hem smachten?
Toen ze de verlovingsring had gevonden, was ze geschokt geweest. Geen idee wat ze van zijn aanzoek moest denken. Ze was gelukkig met hem geweest, maar ze had geweten dat het tijd was om het onontkoombare niet verder uit te stellen. Dat met Jack moest voor eens en voor altijd afgesloten worden.
Ze was ervan op de hoogte geweest dat de vrienden van Hunter in het huis zouden logeren. Ze had een baan in Californië gezocht, zich als huishoudster opgeworpen en gewacht op het moment dat ze de man kon confronteren die haar leven in de wacht hield.
Als ze zich eenmaal op Jack had gewroken, zou alles vanzelf goed met haar gaan.
‘Dat is er mis,’ fluisterde ze tegen zichzelf. ‘Ik wil hem nog steeds straffen. Als Jack op zijn knieën ligt, dan pas kan ik mijn hart zonder enige terughoudendheid aan Andrew schenken. Nog even en dan kan ik gelukkig zijn.’
Jack was rusteloos die nacht. Hij hield zichzelf voor dat het van de koffie kwam, maar het was wat Meri tegen hem had gezegd. Die opmerking dat hij geen connectie maakte, dat hij niet om mensen gaf.
Laat die volgende morgen sloeg hij de bestanden op op zijn computer en trok hij de la van zijn tijdelijke bureau open. Er lag een enveloppe in.
De brief lag daar al sinds hij was aangekomen. Hij had het handschrift als dat van Matt herkend. Om de een of andere reden had Jack de brief ongeopend laten liggen. Nu trok hij het velletje papier tevoorschijn.
Jack,
Toen ik het briefje van Ryan las, waarin hij dit huis een ‘liefdesnestje’ noemt, meende ik dat het klinkklare nonsens was. Maar nu denk ik dat er waarheid in schuilt. Hij had ook gelijk dat we het totaal mis hadden toen we onze universele waarheid wat vrouwen betreft ontwierpen. Weet je dat nog? Nou, vergeet het maar gauw. We hadden geen flauw idee.
Ik heb hier in dit huis geleerd dat je belangrijkste lessen niets met je werk te maken hebben. Je kunt die lessen ook niet in je eentje leren, maar als je een partner vindt die je vertrouwt, en je doet het werk samen dan verdien je meer dan je ooit met een baan zou kunnen verdienen. En dan nog de bijkomende voordelen… Je hebt echt geen idee!
Veel plezier deze maand, vriend.
Matt
Jack las de brief nog eens door. Lang geleden had hij al uitgedokterd dat hij niets van vrouwen wist. Niet dat het wat uitmaakte, want hij had toch nooit echt iets met een vrouw. En wat Matt en zijn andere vrienden betreft, soms stond hij zichzelf toe hen te missen. Af en toe vroeg hij zich af wat er zou zijn gebeurd als Hunter niet was gestorven. Hunter had hen allemaal bij elkaar gehouden. Zonder hem was ieder zijn eigen weg gegaan. En soms –
Hij stond op en schudde zijn hoofd. Goed, hij had koffie nodig, of iets anders, want hij ging echt niet de hele morgen met deze gedachten doorbrengen.
Beneden schonk hij zich een kop koffie in. Hij kon Meri en haar team horen praten in de eetkamer.
‘De snaartheorie vernietigt de theoretische natuurkunde,’ zei een van de mannen. ‘Alles moet gedefinieerd en verklaard worden waardoor er een hoop tijd verloren gaat. Natuurlijk is er een hoe en waarom, maar als er geen praktische toepassing is, wat moet je er dan mee?’
‘Omdat er geen praktische toepassing kan zijn vóór je de theorie begrijpt.’
‘Het is geen theorie. Het zijn vergelijkingen. Om de snaartheorie met iets anders te vergelijken. Bijvoorbeeld met –’
Ze praatten door maar hoewel Jack wist dat ze Engels spraken, had hij geen idee waar ze het over hadden.
‘Allemaal heel interessant,’ zei Meri luid door de discussie heen. ‘Maar het heeft niets met het huidige project te maken, dus iedereen terug aan het werk!’
Even hoorde hij nog iets van gemopper, maar de discussie werd weer teruggeleid naar iets wat meer te maken had met raketbrandstof in vaste vorm. Maar zelfs dát durfde Jack niet met zekerheid te stellen.
Hij greep zijn mok en stapte het terras op. Hunter zou trots op Meri geweest zijn. Ze was een bijzondere vrouw geworden.
Hij haalde zijn mobiel tevoorschijn en drukte op een sneltoets. Bobbi nam meteen op. ‘Je moet niet blijven bellen,’ zei ze als begroeting. ‘Ik zweer het, je begint me op mijn zenuwen te werken. We kunnen ons werk wel aan hier. Je verveelt je gewoon, maar ik heb geen zin om als uitlaatklep voor jouw frustratie te dienen.’
Hij negeerde haar. ‘Ik wil dat je iets voor me natrekt. Ene Andrew Layman. Het is een vriend van Meri en blijkbaar is het serieus, en ik wil zeker weten dat ze zich niet heeft ingelaten met een man die alleen op haar geld uit is.’
‘Jack, je moet echt stoppen met het bespioneren van dat meisje. Als je zo geïnteresseerd in haar bent, maak dan zelf een afspraakje met haar. Anders moet je haar echt met rust laten.’
‘Dat kan ik niet. Ze heeft veel geld geërfd en dat maakt haar een doelwit. Bovendien, ik heb het beloofd.’
‘Ik doe het, maar alleen omdat je mijn baas bent en ik je respecteer,’ zei ze met een zucht.
Glimlachend bedacht hij dat Meri zijn assistente geweldig zou vinden. ‘Jouw goedkeuring betekent alles voor me.’
‘Je dacht toch niet dat ik dat geloofde? Maar goed, ik trek hem na, maar het kan een paar dagen duren.’
‘Je weet waar ik zit.’
‘Zoek een vriendin. Vraag Meri uit of laat haar met rust. Ik meen het, Jack. Je hebt niet het recht dit te doen.’
‘Dat recht heb ik wel.’ Meri wist het misschien niet, maar ze had hem nodig. Iemand moest voor haar veiligheid zorgen.
Hij verbrak de verbinding en ging in de keuken nog een kop koffie halen.
Achter hem stapte Meri de keuken in. ‘Hoi, vermaak je je een beetje? Heb jij toevallig een hele doos nieuwe potloden zien staan? Colin eist altijd nieuwe potloden en ook al vindt Betina dat charmant, ik vind het alleen maar lastig. Ik weet zeker dat hier een hele doos stond.’
Ze rommelde in de kast en opeens hoorde hij haar scherp ademhalen.
Hij keek om en zag dat ze op haar hurken voor de kast zat. ‘Wat is er? Heb je je hoofd gestoten?’
‘Nee,’ fluisterde ze, en ze ging staan. Ze hield een doos in haar handen die beplakt was met stickers van eenhoorns en regenbogen. ‘Deze doos is van mij. Ik heb hem jaren niet meer gezien. Ik was hem helemaal vergeten. Hoe komt dat ding nu hier?’
Hij schokschouderde alleen maar.
Met tranen in haar ogen keek Meri hem aan. ‘Het zijn foto’s van mij en Hunter en van mijn moeder en van –’
Ze haalde oude polaroidfoto’s tevoorschijn van een heel jonge Hunter voor een of andere oude kerk, en hij had zijn arm om de schouders van een veel jongere Meredith geslagen.
‘Ik mis hem zo. Hij was mijn broer,’ fluisterde ze.
‘Je gaat me toch niet vertellen dat jij als de knappe kop die je bent niet eens een doos met potloden kunt vinden?’ vroeg Betina, die de keuken in kwam lopen. Meteen draaide ze zich naar Jack. ‘Wat heb je tegen haar gezegd?’
‘Niets,’ zei Meri voor hij zich kon verdedigen. ‘Het ligt niet aan hem. Kijk.’
Betina nam de foto aan, en bekeek hem aandachtig. ‘Dat ben jij. En is dat Hunter naast je?’
‘Ja, volgens mij waren we toen in Frankrijk.’ Ze haalde nog meer foto’s tevoorschijn. ‘Niet te geloven! Zie je hoe dik ik daar ben? Dat nooit iemand tegen me zei dat ik wat minder moest eten!’
‘Eten is liefde,’ zei Betina, en ze waaierde de foto’s uit op het aanrecht. ‘Jij ziet er schattig uit en Hunter is echt een kanjer.’
Andere leden van Meri’s team kwamen nu ook de keuken in en al snel boog iedereen zich over de foto’s en spraken ze over Hunter alsof ze hem hadden gekend.
Jack hield zich afzijdig. Aan de ene kant wilde hij zijn vriend graag zien, aan de andere kant voelde hij er niets voor oude wonden open te rijten. Even vroeg hij zich af of hij Meri zou moeten troosten, maar toen keek hij naar alle mensen om haar heen. Ze had hem helemaal niet nodig.
Meri betaalde de chauffeur, en droeg de zak Chinees eten naar binnen. ‘Eten!’ riep ze in de richting van de trap, niet zeker of Jack naar beneden zou komen of niet. Ze was blij toen hij een paar minuten later de keuken in kwam slenteren.
‘Waarom ben je niet uit met de nerdbrigade?’ vroeg hij, toen ze de borden uit de keukenkastjes pakte.
‘Nerdbrigade? Dat zouden ze vast een mooie benaming vinden,’ zei ze met een lach. ‘Ze gingen naar een of andere club in de stad en ik ben niet in de stemming. Bovendien wist ik dat jij eenzaam was, dus ben ik thuisgebleven om je gezelschap te houden.’
‘Ik ben helemaal niet eenzaam.’
Hij klonk geïrriteerd en bijna begon ze te giechelen. Jack was zo gemakkelijk op de kast te krijgen. Als hij die stijfheid eens aan de kant zou zetten, misschien zou hij dan meer op een normaal persoon gaan lijken. Hoewel zijn macho-achtige ik-ben-de-baas-houding beslist onderdeel was van zijn aantrekkingskracht.
‘Kun jij daarbij?’ vroeg ze, wijzend naar de glazen die iemand op de bovenste plank had gezet.
Hij pakte ze voor haar, en ze zette de borden en het eten op tafel. Daarna opende ze de koelkast om een paar biertjes te pakken.
Toen ze eenmaal tegenover elkaar zaten, vroeg ze: ‘En? Heb je last van ons of valt het wel mee?’
‘Trek je je daar iets van aan dan?’
Even dacht ze over zijn antwoord na, en ze antwoordde naar waarheid: ‘Niet echt.’
‘Ik krijg in elk geval mijn werk wel af hier.’
‘Jouw bedrijf is gespecialiseerd in het bescherming bieden in roerige gebieden in de wereld, is het niet?’
Hij knikte.
‘Interessante keuze, maar je hebt ook bij de Groene Baretten gezeten.’ Ze gaf hem de kip aan. ‘Ik weet heus wel iets van je leven,’ zei ze.
‘Ja, dat is zo ongeveer wat mijn bedrijf doet. Ik wilde mijn eigen bedrijf oprichten toen ik het leger verliet. Een adviserende functie gaf me niet genoeg controle over het geheel. Iemand moet de wegen weer aanleggen op plekken in de wereld zoals Irak, en onze taak is de veiligheid van die mensen te garanderen.’
‘Het klinkt gevaarlijk.’
‘We weten precies wat we doen.’
‘Moest jij eigenlijk geen advocaat worden?’ vroeg ze.
‘Ik ben meteen het leger in gegaan na Hunters overlijden.’
Een interessante manier om met verdriet om te gaan, dacht ze. Maar misschien had hij het alleen maar heel druk willen hebben om te kunnen vergeten.
‘Wat vonden je ouders er allemaal van?’
‘Die hopen nog steeds dat ik de Howington Foundation zal overnemen.’
‘En ga je dat doen?’
‘Waarschijnlijk niet. Ik ben niet het stichtingstype.’
Dat was zij ook niet, en dat had ze ook nooit hoeven zijn. ‘Je zult toch ooit je verdriet onder ogen moeten zien,’ zei ze.
‘Het verdriet over de stichting? Daar ben ik allang overheen.’
‘Nee, je verdriet om Hunter.’
Zijn mond vertrok. ‘Dat heb ik verwerkt.’
‘Volgens mij niet. Het zit maar net onder de oppervlakte.’ Hij had zijn beste vriend teleurgesteld en dat moest hem dwarszitten. Hij had haar ook teleurgesteld, maar op dit moment was ze daar even niet kwaad om. Misschien omdat ze na het bekijken van al die foto’s eens goed had uitgehuild en zich nu emotioneel behoorlijk opgelucht voelde.
Ze keek hem aan. ‘Op slechte dagen vertel ik mezelf dat jij een egoïstische ellendeling bent die ons allemaal te pakken heeft genomen. Op goede dagen stel ik mezelf voor dat je wel had willen blijven, maar dat je niet aankon wat je doormaakte. Welke van de twee slaat de spijker op zijn kop?’
‘Alle twee.’
Meri wachtte bijna tot middernacht en toen klom ze naar Jacks werkruimte om daar op het balkon van de nachtelijke hemel te genieten. Ze had hem daar niet achter zijn laptop verwacht.
‘Jij hoort hier niet te zijn,’ mopperde ze toen hij opkeek. ‘Je hoort in je bed. Het is al laat en je hebt je rust nodig.’
‘Ik ben blij dat je je verdedigingstactieken veranderd hebt. Deze werken nog minder.’
‘Ik ben hier niet om je te verleiden. Ik heb belangrijker dingen te doen.’
Hij wierp een blik door de dubbele deuren naar buiten. ‘Zit ik je in de weg?’
‘Je gaat een hoop lastige vragen stellen, dat weet ik nu al. Ik zal proberen het geduld op te brengen, maar waarschijnlijk zal ik je afsnauwen en dan ben je weer gekwetst, en ik ben niet in de stemming met jouw emotionele uitbarstingen om te gaan.’
In plaats daarvan wilde ze naar de hemel kijken en de schoonheid ervan haar ziel laten helen. Jack in haar bed verleiden was uiteindelijk haar doel, maar dit was niet de tijd en de plaats actie in die richting te ondernemen.
‘Mijn gevoelens overleven het wel,’ zei hij.
‘Was het maar waar. Je gaat je toch weer als een meisje gedragen.’ Ze had het niet moeten zeggen en ze had hem ook niet willen uitdagen, maar ze was ongeduldig om naar buiten naar haar telescoop te gaan.
Zonder een woord te zeggen liep hij om het bureau en ging hij vlak voor haar staan.
Ze moest haar hoofd achterover buigen om hem aan te kijken.
‘Vind je mij meisjesachtig?’ vroeg hij met lage stem en op een toon die haar deed beseffen dat hij heel wat groter was dan zij en dat er een paar verdiepingen zaten tussen hen en hulp.
‘Helemaal niet,’ zei ze snel. ‘Ik wilde dat niet zeggen. Het flapte er gewoon uit.’
Hij duwde een haarlok achter haar oren. ‘Speel je met alle mannen in je leven?’
‘Meestal wel.’
‘Werkt het?’
‘Meestal wel.’
‘Nu niet.’ Hij omvatte haar gezicht met zijn handen en kuste haar.
Op het moment dat zijn lippen de hare raakten, leek ze te smelten. Ze wilde zich tegen hem aan persen en –’
Dit was niet het soort kus waar hij iets mee wilde bewijzen, zoals die keer in de sportschool, en onwillekeurig legde ze haar handen op zijn schouders.
Hij woelde met een hand door haar haren en met zijn andere hand wreef hij over haar rug terwijl zijn lippen de hare bleven strelen. Maar hij bleef op een afstandje en toen hij met zijn tong even over haar onderlip streelde, explodeerde ze bijna van opwinding. Gelukkig kreunde ze niet, en ze wachtte even tot ze haar lippen vaneen liet wijken. Ze wilde niet te ongeduldig overkomen.
Het moment dat zijn tong de hare streelde, was alle controle verloren en wilde ze hem net zo gek maken als hij haar had gemaakt. Het voelde geweldig en ze ademde zijn geur diep in. Ze wilde dat ze fysiek in staat was zich in zijn lichaam te dringen, zodat ze precies wist wat hij nu voelde en dacht.
In plaats daarvan bleef ze hem kussen en genoot ze van de wetenschap dat hij naar haar verlangde. Ze had de overwinning moeten vieren, maar toen ze zich terugtrok zei ze geen woord. Ze staarde in zijn donkere ogen en zag daar het vuur net zo hoog oplaaien als in haar lichaam.
Ze kon nog maar een ding doen… Vluchten.