Colt Park was zo groot als bijna twintig stadsblokken. Het bestond uit velden met groepjes bomen - esdoorns, eiken, sparren - een klimrek en een parkeerterrein. Zoals alle parken van Hartford was het er na zonsondergang niet erg veilig. Dart lette goed op of hij iets zag of hoorde. Hij voelde zich gespannen.

Nu en dan verscheen er een spook of een kabouter op het trottoir, heel in de verte, want het was de avond van Halloween, een avond waar iedereen die bij de politie werkte tegenop zag, een avond zo onvoorspelbaar als oudejaarsavond of de nationale feestdag op 4 juli. Om middernacht zouden de jeugdbendes op volle sterkte zijn. Om één uur 's nachts zou een tiener sterven aan een kogelwond; op Halloween kon dat bijna niet uitblijven.

Dart wachtte op haar in de vroege avondschemering, die zich in oktober aandient als een ongewenst familielid. Hij wachtte in de gele lichtkegel van een straatlantaarn, wachtte nerveus op een vrouw van wie hij zó kort geleden nog had gehouden dat hij haar niet kon vergeten, maar van wie hij ook te veel had gehouden om zichzelf de herinnering aan haar te kunnen toestaan. Hij wachtte, terwijl een paar vroeg gevallen eikenbladeren over het gras dwarrelden met een geluid als van gemorste schelpen. Hij wachtte en voelde zich gekwetst. De warme nazomer had het afgelegd tegen een aanhoudend koele herfst. De hemel leek somberder en alle zomergeuren waren uit de lucht verdwenen. De afgelopen twee weken had Dart zijn normale werk gedaan: geweldpleging en bendemoorden. Maar de serie zelfmoorden bleef hem bezighouden. Hij had rapporten gelezen, foto's bestudeerd en Roman Kowalski nauwlettend in het oog gehouden. Hij had niet met Abby Lang gesproken. Hun nacht in de rustkamer was niet verder gegaan dan kussen, maar als ze elkaar tegenkwamen, wierpen ze elkaar alleen een steelse blik toe, alsof ze, door in een te vroeg stadium te veel met elkaar te delen, door alle persoonlijke en professionele regels tegelijk te schenden, een muur tussen hen hadden opgericht.

Ginny droeg een donkere jas die haar tot haar enkels bedekte. Een sjaal hing losjes om haar hals. Ze had op de straat geparkeerd en kwam in een pittig tempo om de hoek van het park. Terecht vond ze de ontmoetingsplaats minder geschikt.

Dart kwam onder de lamp van het parkeerterrein vandaan, gehuld in het grauwe schemerlicht. Iemand die op een afstand in hun richting keek, zou alleen twee nauwelijks te onderscheiden silhouetten in de snel dikker wordende mist zien.

'Hallo,' zei ze zachtjes. Ze maakte haar jas los, haalde een envelop te voorschijn en gaf die aan hem.

'Wat is dat?'

'Priscilla Cole, zoals je me vroeg. De gegevens van haar ziektekostenverzekering.'

Hij had Ginny lang genoeg gekend om iets van haar gezicht te kunnen aflezen. Op momenten als dit leken de acht maanden dat ze nu uit elkaar waren alleen maar een kwestie van dagen. 'Wat is ermee?'

'Een van de minder fraaie kanten van de verzekeringswereld is dat de maatschappijen proberen om... Hoe zeg je dat? Zelf zeggen ze: om zich tegen onvoorziene verliezen te beschermen. Onverwachte verliezen. Als je in Los Angeles of San Francisco woont, willen ze het risico van een aardbeving maar tot op zekere hoogte dekken. Als bekend is dat je veel drinkt, weigeren ze soms je auto te verzekeren. Datzelfde heb je ook met ziektekostenverzekeringen. Rokers kunnen alleen bepaalde polissen krijgen, die niets of minder uitkeren als ze emfyseem of astma krijgen, of longkanker of meer van zulke ziekten.'

'Ja.'

'Ieder groot verzekeringsbedrijf heeft software om mogelijke "hoge risico's" te signaleren. Het is een beetje gemeen, maar het is nu eenmaal zo.'

'En jij hebt daarmee te maken.'

'Ik beheer die software. Ik zorg dat de zaak soepel blijft draaien. Alle software, dus ook deze. Deze software signaleert dubieuze gevallen, die dan aan een nader onderzoek worden onderworpen. Zo nodig wordt de dekking beperkt of wordt de polis zelfs opgezegd. Ik werk daaraan mee, Dart, begrijp me goed. Ik ben er niet trots op, maar ik werk eraan mee.'

Dart was rusteloos en nerveus. Dat kwam door hun omgeving en ook door Ginny's gespannen houding. Hij wilde dat ze er niet zo omheen draaide, maar wist wel beter dan daarop aan te dringen. Ze deed altijd alles in haar eigen tempo.

'David Stapletons claims trokken niet de aandacht van de software, maar die van zijn vriendin wel - van die Priscilla Cole.'

'Wat was daar dan mee?' Hij had gehoopt dat Teddy Braggs driedimensionale software inderdaad een foutje vertoonde, maar Bragg had hem teruggebeld en geklaagd dat volgens het softwarebedrijf de programmatuur foutloos was. Hij hoopte nu dat Ginny zou zeggen dat Priscilla Cole seropositief was bevonden. Dan had Stapleton misschien zelfmoord gepleegd omdat hij zelf ook besmet was en de gruwelen van aids wilde vermijden.

'Symptomen van mishandeling,' antwoordde ze, en ze keek hem strak aan.

Dat had Dart niet verwacht. Het kostte hem moeite zijn gedachten te vormen. Hij wist niet wat hij moest zeggen. Hij was helemaal gefixeerd op de IJsman en op Gerald Lawrence - op seksuele misdrijven. Hij had het een hele opluchting gevonden dat Stapleton nooit voor zoiets was opgepakt. Stapleton had alleen een Narcoticadossier gehad, en dat paste niet goed bij de andere zelfmoorden. En nu dit, dacht hij.

Ze legde het uit: 'Priscilla Cole is meermalen op de eerste-hulp geweest met onverklaarde breuken en bloeduitstortingen, vaginale rijtwonden, bijtsporen - noem maar op. De software identificeert zulke kwetsuren en geeft een seintje. Alle grote verzekeringsmaatschappijen, op één na, weigeren slachtoffers van huiselijk geweld. Er zijn wetsvoorstellen om daar verandering in te brengen, maar op dit moment is het nu eenmaal zo. Er zijn twee polissen van haar opgezegd en ze stond op het punt om al haar verzekeringen te verliezen omdat we momenteel bezig zijn alle grote databases met gezondheidsgegevens aan elkaar te koppelen. Als dat gebeurd is, weet iedereen de geheimen van ieder ander. Je kunt dan niet meer van maatschappij wisselen om voor je verleden weg te vluchten.'

'Of je heden,' zei hij.

'Precies.'

'Stapleton sloeg haar,' zei hij. Hij kon de woorden bijna niet over zijn lippen krijgen. Seksueel delict, dacht hij.

'We weten niet of het Stapleton was. Hij wordt nergens genoemd.'

'Maar de adressen?'

Ze knikte. 'De tweede polis die werd opgezegd, stond geregistreerd op het adres in Battles Street dat jij me gaf.'

'Shit.' Alle drie de zelfmoordenaars, Stapleton, Lawrence en de IJsman, hadden zich op de een of andere manier schuldig gemaakt aan geweld tegen vrouwen. En als iemand het op die gewelddadige mannen had voorzien, zag Dart nu twee duidelijke manieren waarop hij zijn slachtoffers kon vinden: mannen die veroordeeld waren voor seksuele misdrijven en mannen die hun vrouw hadden mishandeld. Het was een verband dat zijn nek liet samentrekken van spanning. Zijn vingers waren opeens ijskoud. Zeller? vroeg hij zich weer af. Aan Ginny vroeg hij nu: 'Kun je me een lijst van andere vrouwen geven?'

'Vrouwen die door hun man worden mishandeld?'

'Ja.'

'Ik kan het proberen.'

'Ik wil niet dat je in moeilijkheden komt.'

'Het is niet legaal, als je dat bedoelt.'

'Ik kan voor een dagvaarding zorgen.'

'Als je een paar jaar de tijd had, zou dat kunnen, ja. Volgens mij zouden ze ontkennen dat er zo'n lijst bestaat - per slot van rekening is het een vorm van discriminatie. Ze zeggen dat de vrouw de keuze heeft om weg te gaan bij de man die haar dat aandoet - dat het een vrijwillige daad is om bij hem te blijven. Het is het oude argument van "ze wil het zelf". Ze negeren de psychologische factoren, de aanwezigheid van kinderen en familieleden... Het is barbaars.'

'Als je me die lijst geeft, heb ik hem tenminste al terwijl ik het dagvaardingsproces afhandel. Maar ik wil niet dat je risico's neemt, Gin. Het is belangrijk voor mij dat je dat goed begrijpt.' Hij wist dat ze gek was op dit soort uitdagingen: in een computersysteem binnendringen en er informatie uit halen. Aan de andere kant was ze al eens gearresteerd en veroordeeld. Werd ze een tweede keer betrapt, dan kon het wel eens minder goed met haar aflopen.

'Ik wil helpen, Dart. Vraag me niet waarom, want dat weet ikzelf niet precies. Misschien voel ik me schuldig omdat we uit elkaar zijn. Misschien wil ik graag dat we weer bij elkaar komen. Ik wil er eigenlijk helemaal niet over nadenken. Ik wil alleen maar helpen.'

'Ik heb nog wat moeite met het idee dat je me helpt.'

'Je hebt me zelf gevraagd dit voor je uit te zoeken.'

Wilde hij wel bij haar in het krijt staan? Het leek erop dat het die kant op ging, en dat stond hem helemaal niet aan.

'Je maakt je zorgen om mij,' zei ze. 'Wat lief.'

Hij wist niet of het sarcasme was of dat ze eerlijk tegen hem was, en hij vroeg zich af sinds wanneer zulke nuances hem ontgingen. Mensen krijgen zo'n nauwe band dat ze uit elkaar raken, dacht hij. Hij vroeg zich af of iedere relatie al bij voorbaat ten ondergang gedoemd was en voelde zich opeens diep terneergeslagen.