De afdeling Seksuele Misdrijven van Abby Lang was even naargeestig als de rest van het politiebureau. Het was moeilijk om nog iets te maken van een kamer met linoleum en geluiddempende tegels, al had ze haar best gedaan. Ze had een paar kunstwerken aan de muren van betonblokken gehangen, een vaas met droogbloemen op haar bureau gezet, en er kwam zachte klassieke muziek uit de gettoblaster. Een adagio voor strijkers. Net als Dart had ze een PC op haar bureau; er waren maar een paar rechercheurs voor wie die kosten waren gemaakt.
'Ga zitten,' zei ze toen hij binnenkwam. 'En doe de deur dicht.'
Dart gehoorzaamde. Dat zat in zijn bloed.
'Moet je kijken,' zei ze, en ze wees naar het dossier van Gerald Lawrence. Dart was al bang geweest dat het over Lawrence zou gaan. Hij had een groot aantal argumenten bedacht, maar was ze plotseling allemaal vergeten. 'Paginanummers van Kowalski's verslag,' zei ze. 'Weet je, hij hoefde zijn verslag er niet in te doen, maar hij wilde zich het schrijfwerk besparen. Volgens mij heeft hij een stommiteit begaan. Er ontbreken pagina's.'
Dart zag waar ze het over had. Kowalski had alleen maar fotokopieën van zijn aantekeningen ingediend. Op het rapport zelf stond: Zie bijlage.
'Maar die aantekeningen zijn getypt,' zei Dart. Het verraste hem dat hij Roman Kowalski aan het verdedigen was. 'Waarom zou je je aantekeningen uittypen in plaats van gewoon het rapport te typen?'
'Dat is OCR - optical character recognition, optische letterherkenning,' legde ze uit. 'Iedereen gebruikt dat om vlug klaar te zijn met zijn rapport.'
Dart wist dat er scanning-software bestond die met de hand geschreven tekst in gedrukte tekst kon omzetten, maar hij hoorde nu voor het eerst van deze specifieke toepassing. 'Dat is makkelijk,' zei hij.
'Precies. Het is niet de reden waarom het korps in OCR heeft geïnvesteerd, maar op dit moment is het waarschijnlijk wel de populairste toepassing.'
Dart begreep het: je maakte leesbare aantekeningen, stopte ze met een scanner in de computer, redigeerde ze met de tekstverwerker en diende ze in als je rapport. Op die manier hoefde je alles niet meer opnieuw op te schrijven. Hij twijfelde meteen aan zijn eigen werkwijze.
Zoals ze had gezegd, keek Dart naar de paginanummers van de getypte aantekeningen en ontdekte dat er een hiaat was tussen de pagina's drie en vijf. 'Bladzijde vier ontbreekt,' merkte hij op. Abby zei niets en bleef op haar terminal typen. Dart keek de rest van het rapport door voor het geval dat bladzijde vier gewoon verkeerd terechtgekomen was. Maar pagina vier bestond niet.
'Dus hij had de dingen die op bladzijde vier stonden niet nodig,' zei Dart. 'Dat zegt niet veel.' Dart gebruikte in de regel nog niet een derde van zijn eigen aantekeningen.
'O nee? Kijk hier dan eens naar,' stelde ze voor, en ze rolde haar stoel van het scherm weg. 'Om de OCR-software te gebruiken moet je eerst het materiaal scannen, nietwaar? En de enige scanner die we hebben, staat op de archiefafdeling - en dat is een pc. Het is niet een van de terminals van het netwerk.'
'Wat bedoel je?'
'De scanner neemt de met de hand geschreven aantekeningen op en maakt er een afbeelding van. Die afbeelding wordt door de OCR-software gelezen en veranderd in tekst die door een tekstverwerker kan worden gelezen.' Dart had geen behoefte aan een lesje OCR. Abby voelde dat blijkbaar aan. Ze zei: 'De computer maakt de bestanden aan in zijn eigen directory. Nou, wat deed Kowalski? Hij ging daarheen, maakte het bestand en drukte het af. Hij heeft het bestand niet verplaatst; hij heeft het niet gewist.'
'Je bedoelt dat je zijn oorspronkelijke bestand eruit hebt gekregen?' vroeg Dart, die onder de indruk was.
'Voila!' zei ze, wijzend naar het scherm. 'Kowalski's gescande aantekeningen over Gerald Lawrence.'
Ze had het bestand op een diskette gezet en naar haar eigen PC overgebracht. IJverig van haar, dacht hij, en hij realiseerde zich dat hij voor haar op zijn hoede moest zijn.
Dart keek naar het scherm. Hij herkende het soort aantekeningen dat was gemaakt en realiseerde zich meteen dat Kowalski een getuige van de zelfmoord van Gerald Lawrence had ondervraagd. Overal op de bladzijde zag je aanhalingstekens.
In eerste instantie dacht Dart dat de getuige waardeloos was gebleken, zoals zo vaak het geval was. Dat zou heel goed verklaren waarom Kowalski niet de moeite had genomen de tekst van de ondervraging in het rapport op te nemen. Dart pakte het dossier - Kowalski's officiële onderzoeksrapport - van Abby's bureau. Het was voorschrift dat de onderzoekende rechercheur de
naam, of namen, vermeldde van alle getuigen, ook de getuigen aan wie ze niets bleken te hebben. Dart zag nergens een vermelding van een getuige.
'Ze heet Lewellan Page,' zei Abby.
Dart las het scherm. Hij vond het niet prettig dat Abby hier verder mee was dan hij. Hij las iets en protesteerde: 'Ze is twaalf jaar oud, Abby!' Wat een opluchting. 'Geen wonder dat hij haar niet heeft vermeld.'
'Maar hij heeft haar ondervraagd, Joe,' zei ze. 'Hij moet haar vermelden.' Ze aarzelde en vroeg: 'Waarom heeft hij haar weggelaten? Wat had ze gezien?'
'Abby,' waarschuwde hij. 'Nu ben je aan het speculeren.' Maar voor de tweede keer kwam er een hoopvolle gedachte bij hem op: Heeft Kowalski hier iets mee te maken?
Ze bracht de onderkant van de bladzijde in beeld en wees een zin aan. Dart las:
'Ik zag een blanke man. Een grote blanke man. Hij ging naar boven en...'
'De volgende bladzijde ontbreekt,' zei ze.
Dart las de tekst een aantal keren door. Allemachtig, dacht hij. Een blanke man.
'Ik wil haar spreken, Joe. Ik wil weten wat of wie ze heeft gezien.'
'Kun je haar vinden?'
'Weet ik niet,' zei ze. 'Maar als ik haar vind, wil ik jou erbij hebben.'