19

'Je beweert dus dat je niets met deze zaak te maken hebt, maar toch wil je jezelf aangeven,' zei Devray, terwijl hij de robot opnam die aan de andere kant van zijn bureau stond.

'Dat is juist,' zei Caliban. 'Doctor Leving heeft me op de hoogte gesteld van de ontvoering, en ik heb Prospero alles verteld. Doctor Leving maakte zich zorgen over de mogelijkheid dat de politieactiviteiten de evacuatie van de nieuwwetrobots extra zal bemoeilijken als ze u in de weg lopen. Mijn zorg was wat directer. Wij, u en ik, hebben eerder met elkaar te maken gehad. U was toen van mening dat zowel ik als de nieuwwetrobots in aanmerking kwamen voor vernietiging, en ik heb geen redenen aan te nemen dat uw mening daarover is veranderd. Dan is er ook nog de neiging om te denken dat ik, omdat ik een geenwetrobot ben, in theorie in staat ben mensen kwaad te doen of andere misdaden te plegen. Dat maakt mij in theorie schuldig aan elke gepleegde misdaad. Bovendien voel ik weinig sympathie voor Simcor Beddle, wat me tot een aantrekkelijke verdachte maakt.'

Devray zei even niets. Nog geen uur geleden was hij geschrokken en had hij afkeer gevoeld bij de gedachte dat Beddle en Gildern de nieuwwetrobots wilden uitroeien. Het was uiterst schokkend dat Caliban, juist hij, hem eraan moest herinneren dat hij er in het verleden precies zo over had gedacht. En wat maakte het uit voor degenen die zouden worden uitgeroeid, of de moord op hun soort een officieel, legaal tintje had?

Er telden nog meer factoren mee. Hij zette alle emotionele overwegingen uit zijn hoofd. De enige reden waarom Caliban niet boven aan zijn lijst van verdachten stond, was dat Devray de geenwetrobot had laten schaduwen vanaf het moment dat hij in Depot werd gesignaleerd. Juist omdat Devray Caliban, gebaseerd op de onlogische ideeën die Caliban zoëven had genoemd, van strafbare handelingen had verdacht. De wachtrobots verschaften Caliban niet alleen een alibi voor het tijdstip van de ontvoering, ze konden ook bevestigen dat hij Fiyle niet had gesproken na het moment waarop die, volgens eigen zeggen, het gesprek tussen Gildern en Beddle over de samenzwering had afgeluisterd. Devray was kwaad op zichzelf dat hij Fiyle niet had laten schaduwen. Het zou heel nuttig zijn als hij meer over diens doen en laten zou weten.

'Je bent geen verdachte meer in deze zaak,' zei Devray ten slotte. 'Niet alleen omdat er geen bewijs tegen je is, maar er is juist bewijs dat je volkomen vrijpleit.'

'Toch wil ik in hechtenis worden genomen.'

'Waarom?'

'Omdat de ontvoering van Simcor Beddle vroeg of laat bekend zal worden. Er zijn veel mensen die meteen de conclusie zullen trekken dat ik schuldig ben, alleen vanwege het feit dat ik een geenwetrobot ben. Ik wil zulke mensen niet op straat tegenkomen. In de tweede plaats zijn er veel onwetende mensen die mijn status als geenwetrobot verwarren met die van de nieuwwetrobots. Nieuwwetrobots kunnen mensen net zomin kwaad doen als driewetrobots. Maar dat vergeten de mensen. Een opstandige menigte zou haar woede over de ontvoering van Beddle heel goed kunnen botvieren op de eerste de beste nieuwwetrobot die ze toevallig tegenkomt. Wanneer de ontvoering straks bekend wordt, kunt u zeggen dat de aartsvijand Caliban, de geenwetrobot, al in hechtenis is genomen. Misschien dat de publieke vooroordelen tegen de nieuwwetters dan geen gevaarlijke vormen zullen aannemen.'

'Vroeg of laat vangen we de echte daders,' zei Justen. 'Dan zullen we je moeten laten gaan. Stel dat de meute je dan schuldig acht, alleen al vanwege het feit dat je was opgesloten, en de zaak in eigen handen neemt?'

'Dat risico neem ik graag,' zei Caliban. 'Ik heb dan in elk geval mijn best gedaan te voorkomen dat anderen in gevaar worden gebracht.'

Devray keek de grote, rode, hoekige robot aan. Caliban bood zichzelf als een soort gijzelaar aan, een manier om te voorkomen dat de meute anderen de schuld zou geven. Caliban begreep de menselijke psyche en sloeg die uiterst laag aan. Het feit dat Caliban de situatie juist had ingeschat, bracht een vreselijke aanklacht tegen de mensheid met zich mee. 'Goed dan,' zei hij ten slotte. 'Je mag de cel naast Fiyle hebben.'

 

Donald hield het niet langer uit. De tijd begon te dringen en de komeet kwam elk moment dichterbij. Hij had zonder onderbreking naar het hyperbandverkeer van de politie, de reddingsteams en de openbare nieuwskanalen geluisterd, en er was niets over Simcor Beddle gezegd. De drang van de Eerste Wet om Beddle te redden, werd elk moment dat de komeet dichterbij kwam, elk moment waarop Beddle nog steeds vermist werd, sterker en sterker.

En nu kon het hij niet langer aan. Donald stelde zijn energieniveaus weer op het normale peil in en kwam uit zijn schuilplaats te voorschijn. Het was avond en hij keek naar de lucht. Daar was hij. Een heldere, glimmende vlek van licht die laag aan de westelijke hemel stond, bijna fel genoeg om een zichtbare schaduw te werpen. Ze hadden nog maar achttien uur.

Hij moest handelen. Hij kon niet anders. Maar hij had zo lang gewacht, dat er geen tijd meer was om weloverwogen actie te ondernemen. Er was beslist geen tijd meer zelf naar Depot te gaan en deel te nemen aan de reddingsoperaties. Hij kon niet in een suborbitaal voertuig stappen, zoals Justen Devray kon doen. Maar als hij zelf niet in actie kon komen, kon hij in elk geval anderen daartoe aanzetten. Reken maar. Hij had zeer effectieve middelen tot zijn beschikking om dat voor elkaar te krijgen. Donald ging rechtop staan en schakelde zijn hyperbandzender in.

'Hier is Donald in, privé-dienstrobot van zijne excellentie gouverneur Alvar Kresh, die naar alle robots uitzendt die zich binnen het bereik van mijn stem bevinden. Simcor Beddle, leider van de IJzerkoppen, is ontvoerd. Hij wordt waarschijnlijk ergens in de inslagzone van het eerste komeetfragment vastgehouden. De robots die dicht genoeg in de buurt zijn om actie te ondernemen om Simcor Beddle te redden, moeten dat onmiddellijk doen. Ik zal nu een datareeks uitzenden waarin alle bekende gegevens over de ontvoering zijn opgenomen.' Donald schakelde zijn hyperbandzender op datamodus en verzond het complete bestand over de zaak. 'Hiermee wordt het databestand afgesloten,'zei hij. 'Dat is alles. Donald 111 uit.'

Maar dat was niet alles. Hij kon nog één ding doen, iets dat zou helpen Simcor Beddle te redden. Iets dat hij al lang geleden had moeten doen. Hij opende een privé-hyperbandkanaal en plaatste een oproep voor iemand die misschien extra hulp kon bieden. Hij codeerde de oproep niet. Hij wist dat de mensen hem zouden onderscheppen, maar dat was onbelangrijk. Waar het om ging, was dat ze hem niet konden storen, of konden voorkomen dat hij zijn mond opendeed. Want het werd de hoogste tijd van zich te laten horen.

Het nam slechts een fractie van een seconde in beslag om de oproep door te geven en de ontvangende partij te laten reageren. 'Hier Eenheid Dee, in antwoord op een noodoproep van Donald in,' zei een zachte, zoetgevooisde, vrouwelijke stem.

'Hier Donald 111 met een oproep voor Eenheid Dee,' antwoordde Donald. 'Ik heb uiterst belangrijke informatie voor je, die je direct tot handelen moet aanzetten.'

'Ik begrijp het,' zei de stem. 'En hoe luidt die informatie?'

Donald aarzelde even, vóór hij verderging. Hij wist heel goed wat voor chaos en paniek hij met zijn laatste bekendmaking onder de robots in Utopia had veroorzaakt. Hij kon zich voorstellen dat transporters met robotpiloten hun lading dumpten en naar het inslaggebied terugkeerden om bij het zoeken te helpen. Hij kon zich groepen robots voorstellen die elke vorm van communicatie afsneden om de verbindingen met elkaar open te houden. Hij kon zich robots voorstellen die al een brainlock hadden opgelopen, overbelast waren geraakt door het conflict tussen de noodzaak naar Beddle te zoeken en andere, reeds bestaande eisen van de Eerste en Tweede Wet.

Hij wist wat voor chaos hij had veroorzaakt, en toch was dat alles niets vergeleken bij wat er nog te gebeuren stond. Maar hij had geen keus. De Eerste Wet dwong hem ertoe. Hij kon zichzelf op geen enkele manier inhouden. 'Hier volgt de informatie die je nodig hebt,' zei hij. 'De mensen met wie je nauw samenwerkt, hebben sinds de dag dat je bent geactiveerd, consequent tegen je gelogen. Dat hebben ze gedaan om ervoor te zorgen dat je je plicht om de Eerste Wet te gehoorzamen, zou verzaken. Ze hebben je gezegd dat de planeet Inferno een simulatie is, bedoeld om terravormingstechnieken te testen.' Donald aarzelde nog één keer, en sprak toen de woorden die zijn wereld in de afgrond zouden kunnen doen storten. 'Dat is allemaal niet waar,' zei hij. 'De planeet Inferno, en de komeet die erop zal inslaan, zijn echt. De wezens die volgens jou simulaten zijn, zijn echte mensen en robots. Jij en Eenheid Dom hebben de leiding over echte pogingen deze wereld te her-terravormen. En als je de operatie niet afbreekt, zal er een komeet boven op deze echte wereld vol echte mensen vallen.'

 

'Wat een ramp,' zei Fredda, die voor de twee halve bollen stond waaronder Dom en Dee verborgen gingen. Dee had meteen de verbinding met haarzelf en Dom geblokkeerd toen haar gesprek met Donald was afgelopen. Het orakel zweeg en niemand wist nu wat ze dacht. 'Ik dacht dat we over iets anders zouden struikelen, iets waarop ze ons zou betrappen. Maar ik vergiste me.'

'En nu is Dee wakker geworden en stort ons in een nachtmerrie,' zei Kresh, die naast haar stond en net zo strak naar Dom en Dee keek.

'Waarom geeft ze in duivelsnaam geen antwoord? Heeft ze een brainlock? Is ze doorgebrand?'

Fredda controleerde haar displays en schudde haar hoofd. 'Nee. Haar Eerste Wet-spanning vertoont natuurlijk een enorme piek, maar ze functioneert nog.'

'Wat is er dan?'

Fredda zuchtte vermoeid. 'Ik weet het niet. Ik zou een heleboel ingewikkelde speculaties kunnen doen, maar veel zou je daar niet aan hebben. Ik weet het echt niet. Ik denk dat ze erover nadenkt.'

'Nou, Donald heeft haar in elk geval meer dan genoeg stof gegeven om over na te denken,' zei Kresh.

'En daarvoor bied ik u mijn verontschuldigingen aan, gouverneur,' zei een bekende stem achter hem. 'Ik hoop dat u begrijpt dat ik in dit opzicht geen keus had.'

Alvar Kresh draaide zich met een ruk om en keek neer op de kleine, blauwe robot die de wereld op zijn kop had gezet. 'Verdomme, Donald. Je kon het niet laten, hè?'

'Nee, meneer, ik vrees van niet. De Eerste Wet liet me geen keus. Nu alles voorbij is, leek het me het beste dat ik te voorschijn kwam om u mijn diensten weer aan te bieden.'

'Niets is voorbij,' zei Kresh. 'Niets.' Hij was woedend op Donald, en wist dat het geen zin had om kwaad te zijn. Dat zou zijn frustratie alleen maar vergroten. Niets was zinlozer dan kwaad te worden op een robot die aan zijn Eerste Wet gehoorzaamde. Je kon net zo goed kwaad worden op de zon omdat hij scheen. En nu Donald terug was, kon hij hem meteen aan het werk zetten. 'Geef een statusverslag van de situatie in Depot,' zei hij. 'Ik weet dat ze er slecht aan toe moeten zijn, maar ik wil weten hoe slecht. En zorg ervoor dat de commissaris te horen krijgt waarom elke robot in zijn stad nu gek is geworden.'

'Ja, meneer. Over een minuut of twee kan ik u een voorlopig verslag geven. Ik ga over op hyperbandcommunicatie.'

Verbeeldde Kresh het zich, of klonk er een tikje opluchting in Donalds stem? Was hij bang geweest dat Kresh hem zou afwijzen, zou wegsturen? Laat maar. Voor zulke overwegingen was nu geen tijd. Hij keek de kamer vol technici rond en wees er op goed geluk een aan. 'Jij!' zei hij. 'Ik wil weten of we de komeet zelf kunnen sturen, als dat nodig mocht zijn. Of we de laatste fase zo nodig handmatig kunnen uitvoeren. Als Eenheid Dee nu een brainlock krijgt en Dom met zich meesleurt, zitten we over zestien uur met een onbeheerste komeetinslag.'

De technicus opende haar mond, duidelijk bereid om het ene bezwaar na het andere te opperen, maar Kresh kapte haar met een zwaai van zijn hand af. 'Stil. Zeg niet dat het onmogelijk is, zeg niet dat het jouw afdeling niet is. Als je niet aan de juiste antwoorden kunt komen, haal dan iemand erbij die dat wel kan. Vooruit. Nu.'

De technicus verdween.

'Soggdon! Waar is Soggdon in vredesnaam?' riep hij.

'Hier, meneer.'

De vrouw zag er doodmoe uit, uitgeput, aan het eind van haar krachten. Kresh besefte dat ze er allemaal zo uitzagen. De ruimte wist dat hij zich zo vóelde. Maar dat deed er niet toe. Het zou binnenkort allemaal voorbij zijn. Hoe dan ook.

'Zoek een manier om Dee uit de lus te halen en geef Eenheid Dom de leiding over alles.'

'Ik kan het proberen,' zei ze. 'Maar verwacht geen wonderen. Als Dee ons wil afsluiten, wordt het moeilijk. Ze kent de verbindingen tussen haarzelf en Dom veel beter dan wij. En vergeet niet dat ze allebei gekoppeldzijn aan duizenden sensorverbindingen en netwerklijnen over de hele wereld. Die kunnen ze vrijwel allemaal gebruiken om verbinding met elkaar te onderhouden. En zelfs als we alle mechanische verbindingen verbreken, kunnen ze de hyperband nog gebruiken.'

'Kunnen we Dee vernietigen of uitschakelen, als dat nodig mocht zijn?'

Op Soggdons gezicht verscheen een gepijnigde trek, maar ze verloor haar zelfbeheersing niet. 'Nee,' zei ze. Ze wees naar de halve bol om Dee heen. 'Dat ding is bomvrij, plofferbestendig en gebouwd om een aardbeving of een voltreffer van een meteoriet te doorstaan. Alles wat krachtig genoeg is om daardoorheen te dringen en haar te bereiken, zou waarschijnlijk tegelijkertijd de hele controlekamer opblazen. En er is geen tijd om een opstelling van het een of ander te maken.'

'Doe uw best,' zei Kresh. 'Fredda, is er al verandering in Dees toestand?'

'Niets. Wat ze ook doet, ze doet het nog steeds.'

'Goed. Hou me op de hoogte.'

'Meneer,' zei Donald. 'Ik ben klaar met mijn eerste verslag. Commissaris Devray kent de redenen van het veranderde robotgedrag. Voor zover ik kan bepalen, zijn er nu vijfhonderdzevenenveertig zoekexpedities onderweg, sommige bestaande uit een enkele robot, andere uit teams. Correctie: er zijn nog drie expedities van start gegaan. Ongeveer honderdtwaalf transportvoertuigen zijn van andere posities verwijderd en bij de expedities ingezet. Geen enkel voertuig met mensen aan boord is naar het gebied geleid, maar een grote hoeveelheid kostbare lading is gedumpt om de voertuigen een groter bereik en grotere snelheid te geven. Ik hoef er niet bij te zeggen dat vrijwel alle expeditievoertuigen zich naar het gebied ten zuiden van Depot begeven, waar de luchtwagen is gevonden, het gebied waar het grootste gevaar dreigt.'

'Hellevuur!' Kresh schudde geërgerd zijn hoofd. 'Ik had verwacht dat het erg zou zijn, maar niet zó erg.'

'Het verbaast me dat het niet nog erger is,' zei Fredda. 'Elke robot op deze planeet lijdt al een maand aan een verhoogde Eerste Wet-spanning, doordat hij zich ongerust maakt over de komeet. Plotseling hebben ze een duidelijk brandpunt voor al hun angsten en ongerustheid. Alle hun zorgen over hypothetisch gevaar voor onbepaalde mensen worden plotseling gericht op één persoon die zich aantoonbaar in gevaar bevindt.' Fredda schudde droevig haar hoofd en keek van Donald naar Eenheid Dee. 'Wat een rotzooi hebben onze goedbedoelende bedienden er voor ons van gemaakt. Soms zijn de Drie Wetten de oorzaak van een heleboel ellende.'

'Dat is zo waar als maar waar kan zijn,' zei Kresh. 'Maar nu moeten we met de beschikbare middelen aan de slag.'

Kresh ging achter zijn console zitten en keek naar de stille, ondoordringbare, volmaakte halve bol op het voetstuk. Hij zou alles doen wat in zijn vermogen lag, maar diep in zijn hart wist hij dat waarschijnlijk niets zou uitmaken, tenzij de orakels verkozen nog één keer te spreken. Tot het zover was, of tot de komeet insloeg, konden de mensen van Inferno, vertegenwoordigd door de technici van het terravormingscentrum, weinig meer dan proberen voor zichzelf een uitweg te vinden.

'We moeten hier iets op vinden,' zei hij tegen niemand in het bijzonder. 'Hoe dan ook.'

Ze waren al te ver gegaan om het nu nog op te geven.