10

Doctor Leschar Soggdon deed haar mond open en dicht, en toen weer open. Zo hield ze hem enkele tellen, tot ze de beheersing over haar stem terugvond. 'U bent... U bent gouverneur Kresh,' zei ze ten slotte.

'Ja,' antwoordde haar bezoeker geïrriteerd. 'Ik weet wie ik ben. Ik moet met de tweeling over een klimaatontwerp praten. Onmiddellijk.'

Soggdon wist nu helemaal niet meer hoe ze het had. 'Meneer, dat gaat zomaar niet. U kunt niet plompverloren binnen komen wandelen en...'

'Ik wel,' zei Kresh. 'En ik kan het weten. Ik heb de regels gemaakt.'

'O, ja, ja, meneer, natuurlijk. Ik bedoelde niet dat u niet binnen zou mogen komen. Maar u weet niet hoe we hier te werk gaan, hoe onze procedures zijn. Het is verstandiger wanneer u uw vragen schriftelijk aan de Algemene Terravormingscommissie voorlegt en dan...'

'Wie bent u?' vroeg Kresh, haar onderbrekend. 'Wat is uw positie hier?'

Soggdon bloosde en ging rechtop staan. Haar ogen kwamen ongeveer ter hoogte van de aanzet van Kresh' nek. 'Ik ben doctor Leschar Soggdon,' zei ze zo waardig mogelijk. 'Ik ben het hoofd van de nachtploeg.'

'Mooi zo, doctor Soggdon. Luistert u goed, alstublieft. Ik ben hierheen gekomen omdat ik dergelijke tijdverspilling juist wil, nee móet voorkomen. Het betreft een uiterst dringende en belangrijke zaak en ik moet er volkomen zeker van zijn dat mijn informatie rechtstreeks uit de bron komt. Ik kan het risico niet nemen dat de een of andere expert mijn vragen, of de antwoorden van de tweeling, verkeerd interpreteert. Ik kan niet wachten tot de commissie samenkomt en de zinvolheid en de betekenis van mijn vragen bespreekt. Ik moet ze nu stellen, en ik moet nu een antwoord hebben. Is dat duidelijk? Want zo niet, dan bent u ontslagen.'

'Ik eh... eh... eh, meneer, ik eh...'

'Ja? Hebt u uitzicht op ander werk?'

Ze slikte moeizaam en begon opnieuw: 'Goed dan. Maar, meneer, met alle respect, ik wil dat u een verklaring tekent dat u tegen mijn advies handelt en mij uitdrukkelijk hebt bevolen mee te werken.'

'Ik teken alles wat u wilt,' zei Kresh. 'Maar nu wil ik de tweeling spreken.' De gouverneur trok zijn poncho uit en gaf hem aan de dichtstbijzijnde robot. Daarna liep hij naar de andere kant van de enorme ruimte, waar de twee halfronde omhulsels stonden. Daar binnenin bevonden zich de twee controlecentra voor het terravormingsproject. De ene was een door de Ruimters gebouwde, onbeweeglijke roboteenheid, en de andere een door de Blijvers gebouwd computersysteem.

Voor de twee machines stond een soort communicatiepaneel. Gouverneur Kresh trok een stoel bij en ging zitten. 'Goed dan,' zei hij. 'Wat moet ik doen?'

Soggdon kwam sterk in de verleiding hem gewoon te laten zien welke knoppen hij moest gebruiken en hem verder zijn gang te laten gaan. Maar ze wist hoe groot de schade kon zijn die de kleinste verspreking kon aanrichten. De gedachte dat Eenheid Dee in een ernstig Eerste Wet-conflict zou raken, alleen omdat Kresh zijn zin wilde hebben, was te veel voor haar. Ze moest haar mond opendoen. 'Meneer,' zei ze, 'het spijt me, maar u moet een paar dingen begrijpen, voordat u begint. En ik zal er voor zorgen dat u ze inderdaad begrijpt, zelfs al zou ik daardoor mijn baan verliezen. Anders zou u Eenheid Dee enorme schade kunnen toebrengen.'

Kresh keek haar geërgerd en verrast aan, maar toen verzachtten zijn harde trekken iets. 'Goed,' zei hij. 'Ik zeg altijd dat ik liever heb dat de mensen hun mond tegen me opendoen. Ik denk dat dit mijn grote kans is om dat te bewijzen. Vertelt u me wat ik moet weten, maar doe er niet te lang over. U mag beginnen met mij te vertellen wat "D" betekent.'

Zijn vraag verraste haar. Soggdon nam hem zorgvuldig op, voordat ze sprak. Hoe kon iemand die niet eens wist wat, of wie, Eenheid Dee was, hier zomaar binnen komen stormen en de leiding overnemen? 'Ik bedoelde niet de letter "D", meneer, ik bedoelde Eenheid Dee. Zo noemen we het Robotcontrolesysteem voor het terravormingsproject. Eenheid Dee.'

Kresh fronste zijn wenkbrauwen en keek naar de twee apparaten, en voor het eerst zag hij de.twee keurige bordjes die aan de bollen waren bevestigd. Op het bordje dat aan de ronde koepel hing, stond EENHEID DEE, en op het bordje aan de hoekige koepel EENHEID DOM.

'Ah, ik zie het,' zei hij. 'Ik moet toegeven dat ik niet weet hoe u de boel hier leidt. Ik ben hier tijdens de bouw een keer of wat geweest, maar niet meer sinds jullie operationeel zijn. Ik weet dat de codenaam voor de twee controlesystemen "de tweeling" is, maar meer niet. Ik neem aan dat die namen acroniemen zijn?'

Soggdon fronste haar voorhoofd. Voor iemand die zo vastberaden kwam binnenstormen en de boel overnam, liet hij zich wel snel door bijzaken afleiden. 'Ik dacht dat de naam Eenheid Dee naar het vierde en laatste ontwerp verwees. Ik geloof dat het later een soort privé-grap van de dagploeg is geworden,' zei ze. 'Ik moet toegeven dat ik nooit heb uitgezocht wat voor grap. Misschien heeft het er iets mee te maken dat Eenheid Dom, nou, dom is, zonder enig bewustzijn. Maar de juiste betekenis van Eenheid Dee weet ik niet.' Soggdon haalde haar schouders op. Ze had nauwelijks gevoel voor humor.

'Goed,' zei de gouverneur. 'Volgende stap,' vervolgde hij. 'Wat moet ik weten om te voorkomen dat ik de tweeling schade toebreng?'

'Nou, Eenheid Dee is de enige die schade zou kunnen oplopen. Eenheid Dom is een computersysteem zonder gevoelens. Hij is geen robot. Hij beschikt over een pseudo-zelfbewuste interface waarmee hij in beperkte mate kan communiceren, maar hij is geen robot en hij is niet aan de Drie Wenen gebonden. Eenheid Dee is een ander verhaal. Zij is weinig meer dan een enorm positronisch brein dat aan een groot aantal interfaces is gekoppeld. Een robotbrein zonder conventioneel robotlichaam, maar ze is, hoe dan ook, toch een driewetrobot. Gewoon een die zich niet kan bewegen.'

'En wat is het probleem?' vroeg Kresh geprikkeld, op het punt staand zijn geduld weer te verliezen.

'Dat is toch duidelijk,' reageerde Soggdon, die net een seconde te laat besefte hoe grof haar opmerking was. 'Tenminste... mijn excuses, meneer, maar vergeet u alstublieft niet dat Eenheid Dee een complete planeet opnieuw moet opbouwen, een planeet die onderdak biedt aan miljoenen mensen. Ze is ontworpen om enorme hoeveelheden informatie te verwerken en nauwkeurige lange-termijnvoorspellingen te doen. En ze moet zowel op een enorme schaal als op zeer gedetailleerd niveau kunnen werken.'

'Nou en?'

'Nou, wanneer je een planeet opnieuw moet opbouwen, zullen er altijd ongelukjes gebeuren. Er zullen mensen uit hun huis moeten worden gezet, mensen zullen te lijden hebben van overstromingen, droogten en stormen die met opzet zijn veroorzaakt door de daden en opdrachten van deze twee besturingssystemen. Ze zullen onvermijdelijk sommige mensen op sommige plaatsen schade toebrengen.'

'Ik dacht dat het systeem erop was gebouwd om zulke Eerste Wet-conflicten aan te kunnen. Ik heb over systemen gelezen die zich met grote projecten bezighielden en waren geprogrammeerd om voor- of nadelen voor de mensheid als geheel te beschouwen, niet voor elk individu apart.'

Soggdon schudde haar hoofd. 'Dat werkt alleen in heel beperkte of gespecialiseerde gevallen, en ik heb nog nooit gehoord dat het bleef werken. Vroeg of laat komt het moment waarop als robots denkende machines die zijn geprogrammeerd om op die manier te denken, ermee stoppen. Ze branden door of er gaat op talloze andere manieren iets mis. En de gevallen waarop u doelt, zijn robots die heel vage, abstracte situaties moesten afhandelen. Eenheid Dee moet zich buigen over een eindeloze reeks dagelijkse beslissingen die van invloed is op miljoenen individuen. Met sommigen daarvan staat ze rechtstreeks in contact en wisselt ze gegevens uit. Ze kan niet op die manier denken. Ze ontkomt er niet aan om mensen als individuen te zien.'

'Wat is dan de oplossing?' vroeg Kresh.

Soggdon haalde diep adem en ging toen haastig verder, alsof ze het allemaal zo snel mogelijk achter de rug wilde hebben. Ze hief haar hand op en maakte een weids gebaar. 'Eenheid Dee denkt dat dit allemaal een simulatie is,' zei ze.

'Wat?' zei Kresh.

'Ze denkt dat het hele terravormingsproject, zelfs de hele planeet Inferno, niet meer is dan een heel complexe en zeer uitgewerkte simulatie, die bedoeld is om meer te weten te komen als voorbereiding op een echt terravormingsproject ergens in de toekomst.'

'Maar dat is absurd!' protesteerde Kresh. 'Dat kan niemand geloven.'

'Nou, gelukkig voor ons schijnt Eenheid Dee dat wel te kunnen.'

'Maar er is zoveel bewijs van het tegendeel. De wereld is veel te gedetailleerd om een simulatie te kunnen zijn.'

'We beperken datgene dat ze kan horen en zien heel zorgvuldig,' antwoordde Soggdon. 'Vergeet niet, we hebben controle over haar input. Ze krijgt alleen de informatie die wij haar geven. Soms voeren we zelfs zogenaamde fouten in of sturen we haar beelden en informatie die onzin zijn. Daarna corrigeren we de "fouten" en gaan weer verder. Dat maakt alles minder echt, en geeft haar ook het idee dat er dingen mis kunnen gaan. Als we dan fouten maken in onze berekeningen, of ontdekken dat we een variabele over het hoofd hebben gezien, of haar gewoon iets hebben laten zien wat ze niet had mogen zien, kunnen we het corrigeren zonder haar achterdochtig te maken. Ze denkt dat Inferno verzonnen is, speciaal voor haar uitgevonden. Voor zover zij weet, bevindt ze zich in een laboratorium op Baleyworld. Ze denkt dat het project een poging is om erachter te komen hoe we voor toekomstige terravormingsprojecten moeten samenwerken met Blijverapparatuur.' Soggdon aarzelde even en besloot toen dat ze hem ook maar meteen het slechtste nieuws moest vertellen. 'Ze denkt zelfs, gouverneur, dat u deel uitmaakt van die simulatie.'

'Wat!'

'Dat was echt noodzakelijk. Als ze zou denken dat u een bestaand persoon bent, zou ze zich natuurlijk afvragen wat u in de verzonnen wereld van haar simulatie doet. We moeten erg ons best doen haar te laten geloven dat de echte wereld iets is wat we voor haar hebben verzonnen.'

'En daarom moest u haar vertellen dat ik niet echt besta.'

'Inderdaad. Vanuit haar gezichtspunt zijn denkende wezens in drie groepen verdeeld. Een: degenen die in de echte wereld bestaan, maar niets met haar te maken hebben. Twee: mensen uit de echte wereld, hier in het laboratorium en in het veld, die met haar praten en op haar reageren. En drie: simulaten, gesimuleerde intelligentsia.'

'Simulaten,' zei Kresh, duidelijk niet als een vraag. Hij vroeg het haar niet, maar beval haar de uitdrukking uit te leggen.

'Ja, meneer. Dat is de vaste industriële term voor verzonnen mensen en robots in een simulatie. Eenheid Dee denkt dat de hele bevolking van Inferno slechts een verzameling simulaten is. En u maakt deel uit van die bevolking.'

'Probeert u me duidelijk te maken dat ik niet met haar kan praten omdat ze dan zal merken dat ik niet verzonnen ben?' vroeg Kresh.

'O jawel, meneer. U kunt gerust met Eenheid Dee praten. Ze praat elke dag met ecologische ingenieurs en veldrobots, en anderen. Maar ze denkt dat die allemaal een rol spelen. Het is van essentieel belang dat ze hetzelfde van u denkt.'

'Anders zal ze zich gaan afvragen of haar gesimuleerde werkelijkheid niet de echte wereld is, en dan zal ze zich afvragen of haar daden mensen geen kwaad hebben berokkend,' zei Kresh.

'Ze heeft de dood van enkele mensen veroorzaakt,' zei Soggdon. 'Dat was onvermijdelijk, en het ging per ongeluk, maar alleen om andere mensen op andere plaatsen te redden. Ze heeft die incidenten vrij goed doorstaan, maar alleen omdat ze dacht met simulaten te maken te hebben. En ik wil eraan toevoegen dat ze de neiging heeft in haar simulaten te geloven, zich om hen te bekommeren. Zij vormen de enige wereld die ze ooit heeft gekend.'

'Zij zijn de enige wereld die er is,' zei Kresh. 'Haar simulaten zijn echte, levende mensen.'

'Natuurlijk, natuurlijk, maar het gaat erom dat zij weet dat ze denkbeeldig zijn, en toch is ze in hen gaan geloven. Ze gelooft in hen zoals je in personages in een stuk fictie gelooft, of zoals iemand praat tegen zijn huisdier, dat niet kan denken. Op een bepaald niveau weet Eenheid Dee dat haar simulaten niet echt zijn, maar ze ervaart toch echte gevoelens voor hen, en ondergaat echte, zij het zwakke, Eerste Wet-conflicten als een van hen omkomt en ze het wellicht had kunnen voorkomen. Het veroorzaken van de dood van simulaten is uiterst moeilijk voor haar geweest.

Als ze zou ontdekken dat ze echte mensen heeft gedood, nou, dan zou dat het einde betekenen. Ze zou gewoon een enorm Eerste Wet-conflict krijgen en volkomen vastlopen. Ze zou een brainlock krijgen en doodgaan. Of erger nog: misschien overleeft ze het.'

'Waarom zou het erger zijn als ze het overleeft?' vroeg Kresh.

Soggdon slaakte een lange, gelaten zucht en schudde haar hoofd. Ze keek naar de enorme bollen. 'Ik weet het niet. Ik kan er alleen naar gissen. In het gunstigste geval denk ik dat ze een manier zou vinden om de hele operatie tot stilstand te brengen. We zouden natuurlijk proberen haar tegen te houden, maar ze is te wijd vertakt, en ze is verschrikkelijk snel. Ik denk dat ze opdracht zou geven de stroom af te snijden en een manier zou vinden om Eenheid Dom uit te schakelen, zodat hij de show niet in zijn eentje kan leiden. Ze zou computerbestanden wissen, en dergelijke. Ze zou het her-terravormingsproject afgelasten, omdat het mensen zou kunnen verwonden.'

'Dat gunstigste geval klink behoorlijk akelig. En het slechtste?'

'In het slechtste geval zou ze proberen de schade te herstellen, dingen terug te brengen in hun oorspronkelijke staat.' Soggdon glimlachte humorloos. 'Ze zou proberen de planeet te on-her-terravormen. Het heelal mag weten wat de gevolgen daarvan zouden kunnen zijn. We zouden haar natuurlijk uitschakelen, of dat in elk geval proberen. Maar ik moet niet denken aan de schade die ze zou kunnen aanrichten.'

Kresh knikte bedachtzaam. 'Nee, dat zeker niet,' zei hij. 'Maar ik moet haar toch spreken, samen met Eenheid Dom. Het valt me op dat u over hem weinig te vertellen hebt.'

Soggdon haalde haar schouders op. 'Daar valt weinig over te vertellen. Ik vind dat we hem zelfs geen "hij" zouden moeten noemen. Hij is zonder meer een "het", een zielloze, geesteloze machine die zijn werk uitstekend doet. Wanneer u met hem praat, hebt u in feite te maken met zijn pseudo-zelfbewuste interface, een persoonlijkheidsinterface, waar ik aan wil toevoegen dat het met opzet geen al te goede is. We willen onszelf niet voor de gek houden door Eenheid Dom als iets te gaan zien wat hij niet is.'

'Maar zo te horen zou hij de situatie in de hand kunnen houden als Eenheid Dee zou vastlopen.'

'Theoretisch zou Eenheid Dom het hele terravormingsproject in zijn eentje kunnen leiden, ja. Praktisch gezien vinden we hier allemaal dat het verstandig is om niet al te veel vertrouwen in één enkel besturingssysteem te stellen. We hebben meer meningen nodig. We hebben behoefte aan een tweede oordeel. Ze vormen samen trouwens een uitstekend team. Ze werken goed samen. Ze zijn met zijn tweeën waarschijnlijk drie of vier keer zo efficiënt als wanneer ze apart zouden werken. Maar we zijn nog maar een paar jaar bezig met een project dat wel een eeuw of langer in beslag kan nemen. Het is nog veel te vroeg om onze primaire werkwijze op het spel te zetten en al het werk aan reservesystemen toe te vertrouwen. Wat als dat reservesysteem nu eens problemen krijgt?'

'Ik begrijp u volkomen,' zei gouverneur Kresh. 'Waar moet ik dus op letten wanneer ik met hen praat?'

'Verlies uw kalmte niet wanneer Eenheid Dee u neerbuigend behandelt. Ze denkt tenslotte dat u niet echt bent. U bent in feite niets meer dan een stuk op het speelbord, wat haar betreft. Schrik niet wanneer ze heel veel over u blijkt te weten, en daar geen geheim van maakt. Maar verbeter haar ook niet als ze iets verkeerds zegt. We hebben haar informatiebestanden om allerlei redenen op sommige punten aangepast. Soms zijn het opzettelijke fouten om het meer op een simulatie te laten lijken, in andere gevallen ging het om procedurekwesties. Probeer eraan te denken dat u niet echt bent. Dat is het belangrijkste. Verder zult u via een hoofdtelefoon contact met haar hebben, en ik luister mee. Als er dingen zijn die u moet weten, kom ik tussenbeide.'

Gouverneur Kresh knikte bedachtzaam. 'Is het u wel eens opgevallen, doctor Soggdon, hoeveel van onze energie wordt verspild aan het hanteren van de Drie Wetten? Om te proberen ze te omzeilen en de wereld eraan aan te passen?'

Eerst schrok Soggdon van deze plotselinge opmerking. Niet omdat ze het niet met zijn woorden eens was - integendeel - maar omdat ze uit Kresh' mond kwamen. Nou, als de gouverneur zich aan ketterij waagde, waarom zou ze er zelf dan niet over beginnen? 'Zo denk ik er al heel lang over, gouverneur,' zei ze. 'Ik ben zelfs van mening dat deze wereld zo diep in de problemen zit door de Drie Wetten. Ze hebben ons te voorzichtig gemaakt, we zijn te druk bezig ervoor te zorgen dat vandaag precies gelijk is aan gisteren, en we zijn veel te bedeesd om plannen voor morgen te durven maken.'

Kresh lachte. 'Niet slecht gezegd,' merkte hij op. 'Eerdaags zult u me er misschien op betrappen dat ik uw woorden heb gestolen.' De gouverneur keek van systeem-Eenheid Dee naar systeem-Eenheid Dom, en toen weer naar Soggdon. 'Goed,' zei hij. 'Laten we aan de slag gaan.'

 

'Goeeede morrrgen, gouverrrneur Kresssh.' Twee stemmen spraken hem tegelijk door de hoofdtelefoon toe, de ene een zachte, vrouwelijke sopraan, de andere een ernstige, enigszins slordige, geslachtloze alt. Ze spraken tegelijkertijd dezelfde woorden, maar niet helemaal synchroon.

De stemmen leken uit het niets te komen. Dat was ongetwijfeld een illusie die werd veroorzaakt door het stereo-effect van de hoofdtelefoon, maar het was toch verwarrend. Alvar Kresh fronste zijn wenkbrauwen en keek achter zich, alsof hij daar twee robots verwachtte, een achter elk oor. Hij wist heel goed dat er niets te zien zou zijn, maar iets in hem wilde het toch even controleren.

Het leek allemaal krankzinnig, irrationeel, maar de ijzeren hand van de Drie Wetten gelastte dat er een dergelijke regeling moest worden getroffen. Kresh besloot er het beste van te maken. 'Goedemorgen,' zei hij in de microfoon die aan de hoofdtelefoon was bevestigd. 'Ik neem aan dat ik met zowel Eenheid Dee als Eenheid Dom praat?'

'Daaat isss juissst, gouverrrneur,' antwoordden beide stemmen. 'Sommmige bezzzoekers vinnnden heeet verwarrrend om onsss alllebei te hoooren. Zzzullen wwwe eennn stemmm uitfilllteren?'

'Dat lijkt me handig,' zei Kresh. Verwarrend was nog zwak uitgedrukt. Twee stemmen die als één probeerden te praten, het was ronduit angstaanjagend.

'Goed dan,' zei de vrouwelijke stem in zijn linkeroor uit zichzelf, en ze sprak nu plotseling op kwieke toon. Misschien vond ze het gemakkelijker te praten zonder dat ze zich met Eenheid Dom moest synchroniseren. 'We staan allebei nog met u in contact, maar u zult slechts één van ons tegelijk horen. Zo nu en dan zullen we van kanaal wisselen, om u aan onze dubbele aanwezigheid te herinneren.' De stem die hij hoorde, klonk bijna overdreven vrolijk, met een vreemde, jeugdige toon erin. Een speelse stem, vol vermaak en in een goed humeur.

'Deze hogere stem, die ik nu hoor,' zei Kresh, 'is dat Eenheid Dee?'

'Dat klopt, meneer.'

Plotseling sprak de andere, lagere, onpersoonlijke en enigszins slordige stem in zijn rechteroor. 'Dit is de stem van Eenheid Dom.'

'Goed. Mooi. Wat dan ook. Ik wil jullie beiden spreken.'

'Zegt u het maar, gouverneur,' zei Eenheid Dee in zijn linkeroor. Kresh begon zich af te vragen of het omschakelen van de stemmen een soort spel was dat Eenheid Dee speelde, een manier om hem op het verkeerde been te zetten. Zo ja, dan zou dat haar niet lukken.

'Dat zal ik zeker,' zei hij. 'Ik wil eerst over een oud project met jullie praten, uit de tijd van de eerste pogingen om deze wereld te terravormen.'

'Over welk project dan wel?' vroeg Eenheid Dee.

'Het voorstel om een Poolzee aan te leggen en daarmee de temperaturen op de planeet te matigen. Ik wil dat jullie, gebaseerd op dat oude concept, een plan in overweging nemen.'

'Klaar om gegevens op te nemen,' zei de ernstige, mechanische stem in zij n rechteroor. Het was duidelijk dat er weinig moeite was gedaan om Eenheid Dom een gesimuleerde persoonlijkheid te geven. Dat was misschien maar goed ook. Nu kreeg Kresh de indruk dat hij met een schizofreen sprak.

'Het plan is het volgende. Stel dat de bestaande Pooldepressie nu onder water zou worden gezet, met een verbinding naar de Zuidelijke Oceaan, via een kanaal door de streek Utopia heen, in het oosten van Terra Grande, en door de loop van de rivier de Lethe, in het westen, te verleggen. Stel dat dat werk heel snel zou kunnen worden uitgevoerd, binnen enkele jaren.'

Er volgde een heel korte pauze. 'Daardoor zou er een Poolzee ontstaan,' vervolgde Eenheid Dom. 'Maar het plan is onwerkelijk. Zo'n enorm bouwkundig project zou nooit binnen een dergelijk krap tijdsbestek kunnen worden voltooid.'

'Zelfs als het wel mogelijk zou zijn, ik ben ervan overtuigd dat de bijkomende schade aan bestaande ecosystemen en eigendommen enorm zou zijn,' zei Eenheid Dee duidelijk meer tegen Eenheid Dom dan tegen Kresh.

'De huidige voorspellingen zijn, dat de schade aan ecosystemen en eigendommen binnen twee en twee komma vijf standaardeeuwen hypothetisch zal zijn,' reageerde Eenheid Dom.

'Waarom hypothetisch?' vroeg Kresh, bang voor het antwoord.

'Omdat,' antwoordde Eenheid Dee op hoorbaar ongemakkelijke toon, 'onze huidige voorspellingen laten zien dat alle ecosystemen zullen instorten en alle mensen - de bezitters van de eigendommen - tegen die tijd dood zullen zijn of van de planeet zijn geëvacueerd.'

Kresh was oprecht verrast. 'Ik wist niet dat we er zo slecht voorstonden. Ik dacht dat we in elk geval een kans hadden het te overleven.'

'O ja,' zei Eenheid Dee. 'Er is een kans dat het menselijk leven het hier zal overleven. Dat is in grote mate een keus die onze afstammelingen moeten maken. Menselijke wezens kunnen overleven op een levenloos, luchdoos, steriel stuk steen als ze dat willen. Als er een koepel over de stad Hades zou worden gebouwd, of als de stad ondergronds zou worden herbouwd en op de juiste wijze beschermd, zou er ongetwijfeld een beperkte bevolking eindeloos lang in kunnen blijven wonen, zelfs nadat het klimaat teloor is gegaan.'

'Maar we gaan juist vooruit!' protesteerde Kresh. 'We boeken vooruitgang!'

'Inderdaad. Op dit moment, plaatselijk. Maar er bestaat weinig twijfel over dat de huidige verbeteringen op korte termijn niet kunnen worden volgehouden of op langere termijn in stand kunnen worden gehouden. Er is gewoon niet voldoende arbeidskracht of apparatuur voorhanden om de gebieden met een verbeterd klimaat ver genoeg uit te breiden en ze een stevige basis te geven.'

'En daarom heeft het geen zin om je druk te maken over ecologische schade en verlies van eigendommen,' zei Kresh. 'Mooi zo. Negeer die twee punten, of beter nog: betrek in de berekeningen de resultaten van pogingen er iets aan te verhelpen, pogingen om de schade te herstellen.'

'Bij die berekening komt een bijna oneindig aantal variabelen kijken,' zei Eenheid Dom. 'Ik stel voor een eerste opzet te maken om een bereik af te bakenen van scenario's met de beste vooruitzichten, en duidelijk mislukte varianten te schrappen.'

'Goedgekeurd,' zei Kresh.

'Zelfs het maken van een eerste opzet zal enkele minuten in beslag nemen,' zei Eenheid Dee. 'Een ogenblik geduld, alstublieft.'

'Alsof ik veel keus heb,' zei Kresh tegen niemand in het bijzonder. Daar zat hij, en keek van Eenheid Dees glooiende, volmaakte halve bol naar het hoekige, vreemde omhulsel waarin Eenheid Dom was opgeborgen. Doms omhulsel, of houder, of hoe je het ook wilde noemen, zag er tenminste als een machine uit. Dom zag eruit alsof hij echt iets deed, met dingen bezig was, dingen deed gebeuren. Hij was een brok techniek. Hij was tastbaar en stevig met de werkelijkheid verbonden door middel van stroomkabels en verbindingen voor het uitwisselen van gegevens. Dom was van deze wereld.

Dee was dat in meerdere opzichten duidelijk niet. Zij werd tegen het harde heelal om haar heen afgeschermd. Zij was glooiend en volmaakt, afgegrendeld in haar geïdealiseerde omhulsel, en moest op een speciale manier worden behandeld. Dee zag er meer uit als een abstract kunstwerk dan als een werkende robot. Ze zag eruit als iets wat op afstand moest opvallen, alleenstaand, een orakel dat werd geconsulteerd, in plaats van een machine die werk moest verrichten. En was de werkelijkheid wel zo veel anders? Kresh keek naar Soggdon, die aan de andere kant van het laboratorium stond en deed of ze ergens mee bezig was, terwijl ze Kresh zenuwachtig en slecht op haar gemak in de gaten hield.

Ja, inderdaad, Eenheid Dee was haar acoliet, met priesters die aan haar nukken voldeden en hun best deden de wereld naar haar wensen te vormen, die op eieren liepen om het goddelijke wezen, waar alles van afhing, niet te ergeren of boos te maken. Plotseling moest Kresh aan de orakels uit bijna vergeten legenden denken. Die hadden grote macht gehad, maar ze waren ook heel grillig en sluw geweest. Hun voorspellingen kwamen altijd uit, maar nooit zoals verwacht, en altijd tegen een onvoorziene prijs. Dat was geen plezierige gedachte.

'Ik geloof dat we klaar zijn om aan de behandeling van het probleem te beginnen,' zei Dee. Haar stem klonk zo abrupt in de stilte, dat Kresh bijna tien centimeter opveerde. 'Wilt u bij ons werk toekijken?' vroeg ze.

'Ja, zeker,' zei Kresh, die geen idee had wat ze van plan waren.

Plotseling gingen de lichten uit en flitste er, stil en onverwacht als een bliksemschicht in de verte, een afbeelding van de wereldbol van de planeet Inferno aan, midden in de lucht tussen Kresh' stoel bij de console en de omhulsels van de twee controlesystemen.

De bol was een hologram met een doorsnede van ongeveer drie meter, waarop de oppervlakte van de planeet gedetailleerder werd getoond dan Kresh ooit had gezien. Elke oneffenheid was vlijmscherp. Zelfs de stad Hades lag duidelijk aan de oever van de Grote Baai. Als hij opstond en naar de bol zou lopen, en goed genoeg zou kijken, zou hij de afzonderlijke gebouwen van de stad kunnen zien.

Inferno was een studie met een blauwe oceaan en een bruinige landmassa, met armzalig weinig vlekjes en stipjes mooi en koel groen, die alleen hier en daar op de enorme massa van Terra Grande te zien waren. Kresh probeerde zichzelf ervan te overtuigen dat ze vooruitgang boekten, dat het een goed teken was dat hun pogingen op zo'n schaal werden uitgevoerd, dat het resultaat vanuit de ruimte zichtbaar was. Maar al te geloofwaardig klonk het niet, zelfs niet voor hemzelf. De afgelopen dagen was het hem op de een of andere manier duidelijk geworden dat de enorme inspanningen die ze zich getroostten, niets voorstelden, dat de prachtige vooruitgang, waar hij zo trots op was, nauwelijks iets te betekenen had.

Maar hij had geen tijd om lang na te denken. De bol draaide op zijn kant, zodat de Noordpool naar Kresh werd gericht. En terwijl hij keek, begon het landschap te veranderen. De rivier de Lethe, een dunne, blauwe streep die uit de bergen ten westen van de Groot Baai kwam, werd plotseling breder, en een nieuwe blauwe streep begon zich een weg te banen naar de Pooldepressie, tot de combinatie van kanaal en rivier heel Terra Grande doorsneed. Ja, Kresh zag het. Diep het kanaal ver genoeg uit, zodat er een stroming naar de bovenloop van de Lethe ontstaat, en zorg ervoor dat het kanaal zichzelf uitslijpt, in plaats van dicht te slibben. Dan moest het lukken. Water zou van de Poolzee naar de Grote Baai stromen. Als er tenminste een Poolzee was, natuurlijk. De simulatie liet nu nog niets anders dan saai, wit ijs zien. Een aanzienlijk deel van de watervoorraad van de planeet was diep ingevroren, zodat het geen enkel nut had.

Maar Dom en Dee waren nog lang niet klaar. Kresh keek naar het westen van Terra Grande. Het was duidelijk dat de zaak daar lang niet zo eenvoudig lag. Steeds opnieuw verscheen er een wigvormig kanaal van blauw water. Het noordelijkste deel van het kanaal veranderde steeds van positie, werd breder, smaller, dijde uit, kromp en verdween even helemaal, om even later ergens anders terug te komen. De twee systemen zochten duidelijk naar de optimale route voor het kanaal.

Uiteindelijk kwamen ze uit op een breed kanaal dat dwars door Utopia, pal naar het noorden liep. Kresh schudde zijn hoofd en vloekte binnensmonds. De optimale ligging voor het kanaal, die de twee systemen hadden berekend, volgde bijna exact dezelfde route die Lentrall hem had laten zien. Misschien wist de opdringerige, jonge opschepper wel degelijk waarover hij het had.

'Het afgebeelde kanaal ligt binnen één procent van de theoretisch optimale configuratie,' zei Eenheid Dom. 'Dat getal ligt ruim binnen de gemiddelde onzekerheidsfactoren van de gebruikte variabelen.'

'Met andere woorden: nauwkeuriger kunnen we het nu niet berekenen, en het is nauwkeurig genoeg voor een eerste schatting,' zei Eenheid Dee. 'We zijn nu klaar voor een voorlopige lange-termijnberekening van het klimaat.'

Kresh verwachtte half het oppervlak van de planeet te zien veranderen, zoals hij zo vaak op simbollen en andere klirnaatsimulatoren had gezien. En hij zag inderdaad iets gebeuren, of, dat dacht hij tenminste. Maar de bol zelf werd overspoeld door tabellen en grafieken, kaarten met isobaren voor de temperaturen, luchtdruk, vochtigheid, kleurige diagrammen met verspreidingen van honderd verschillende diersoorten, grafieken waarin de regenval stond aangegeven seizoensveranderingen van de straalstromen en tientallen andere symbolen, die Kresh geen van alle kende. Alle gegevens waren aan verandering onderhevig, stegen, daalden, beïnvloedden elkaar en reageerden op elkaar. Een vloed van getallen en symbolen bedekte de planeet. De veranderingen gingen steeds sneller, tot de symbolen, getallen en gegevensetiketten samensmolten en een vaag pulserende grijze wolk vormden, die de hele planeet omvatte.

En toen, binnen een oogwenk, stopte het. De wolk van getallen was verdwenen.

In de lucht voor Kresh hing een nieuwe planeet. Een waarin de oude wereld duidelijk herkenbaar was, maar tegelijk nieuw en anders. Alvar Kresh had in zijn tijd veel hypothetische Inferno's gezien en honderden keren honderden verschillende toekomsten gezien. Maar dit Inferno had hij nooit eerder. De piepkleine, geïsoleerde groene spikkels, hier en daar, waren verdwenen, of liever gezegd: ze waren gegroeid en samengesmolten tot een deken van koel, mals groen dat half Terra Grande bedekte. Er waren nog woestijnen, hier en daar, maar die waren een uitzondering, geen regel. En zelfs een goed geterravormde planeet had enkele woestijnen nodig.

De steriele, bevroren, levenloze ijskap op de Noordpool was geheel verdwenen en had plaatsgemaakt voor de Poolzee, een donkerblauwe vlakte van leven schenkend, vloeibaar water. Zelfs op deze schaal, zelfs voor Kresh' ongeoefende ogen was te zien dat het zeeniveau op de hele wereld was gestegen. Even vroeg hij zich af waar het water vandaan was gekomen. Waren de controlesystemen ervan uitgegaan dat de import van komeetijs zou doorgaan? Ofwas het zeeniveau gestegen door de dooi van de ijskappen en het verdwijnen van de permafrost? Het deed er niet toe. Het ging erom dat het water er was, dat er leven was.

'Dat is de mooiste, meest positieve projectie die ik ooit heb gezien,' zei Soggdon. Kresh keek enigszins geschrokken over zijn schouder. Ze stond achter zijn stoel en staarde vol verbazing naar de geprojecteerde wereldbol. 'Wacht, ik wil een extern contact met de audio van uw hoofdtelefoon maken.'

'Wat is een extern contact?' vroeg Kresh.

Soggdon pakte een hoofdtelefoon, net zo een als Kresh droeg. Soggdon keek Kresh aan terwijl ze hem opzette. 'Dee en Dom zullen denken dat u niet kunt horen wat u tegen me zegt. Als ze met u praat, praat ze met een simulaat. Als ze met mij praat, een echt menselijk wezen, verbreekt ze alle verbindingen met simulaten. Om het experiment niet ingewikkelder te maken, zorgt ze ervoor dat de simulaten geen dingen te horen krijgen die ze niet mogen horen. In werkelijkheid luistert u gewoon met me mee. Maar het is van wezenlijk belang dat u niet reageert op wat ze tegen me zegt, of omgekeerd. In Dees wereld bent u gewoon een gesimuleerde persoonlijkheid in een computer. Ik ben een echt persoon, buiten de computer. U kunt niet weten dat ik besta. Is dat duidelijk?'

'Ja,' zei Kresh, hopend dat dat inderdaad zo was. Hij voelde zich alsof hij een spiegelzaal binnenwandelde. Het werd steeds moeilijker fantasie van werkelijkheid te onderscheiden.

'Goed,' zei Soggdon, en ze zette een schakelaar op haar hoofdtelefoon om. 'Dee, Dom, dit is Soggdon, van buiten de simulatie.'

'Goedemorrrgen, doctor. Weee hebbben mmmet het simmmulaat-KKKresh gepppraat.' De twee stemmen spraken weer samen, maar het leek Soggdon niet te deren. Nu hij beide stemmen apart had gehoord, merkte Kresh iets op wat hem eerder was ontgaan. Als de twee systemen samen spraken, was het niet zomaar een dubbele stem. In het geluid van de twee samen klonk een cadans die bij geen van de twee aparte stemmen leek te behoren. De gezamenlijke stem maakte andere woordkeuzes en reageerde op een andere manier dan Dee of Dom zou hebben gedaan. De gezamenlijke stem bestond niet zomaar uit twee tegelijk sprekende stemmen. Het waren twee stemmen die samen een nieuwe stem vormden, die in bepaalde opzichten grootser klonk, in andere minder dan de som van de beide delen. Dee en Dom versmolten zo met elkaar, dat ze een andere, derde persoonlijkheid werden. Of deed Dee dat alleen? Als Dom echt niet kon denken, kon hij geen persoonlijkheid hebben. Dit was duidelijk een mysterie dat moest worden opgelost, maar het was even duidelijk dat dat tot een andere keer moest wachten. 'Het Kresh-simulaat vroeg ons na te denken over het maken van een Poolzee.'

'Ja, ik weet het,' zei Soggdon. 'En ik zie dat jullie een indrukwekkende planetaire projectie hebben gemaakt. Kan iemand van jullie daar meer over zeggen?'

'Beiiiden zulllen sprrreken, en dan elllkaparrrt,' zei de gezamenlijke stem. 'Wwwe hebben eennn prrrojectie vwan vwierduizend jaarrr voorrruit gemmmaakt, ommmdat we ontdddekten dattt een goed vwoorbereid plannn binnnen drrriehonderd jjjaar tottt een plannneet zalll llleiden mmmet een ecolllogie die gggeen onderrrhoud behoeffft. In onzzze projectie bbblijft het klllimaat van ddde plllaneet volllkomen stabielll, corrrigeert het zichchchzelf en wwwordt het allleen mmmaar krrrachtiger gedurrrende de perrriode van de metasssimulllatie. In gggeen vwan de uitgggevwoerde simmmulaties lllijkt er gevaar ttte bbbestaan dddat het klllimmmaat binnnen de ppperiode vwan de mmmetasssimulatie ttterugvwalt.'

Kresh fronste zijn voorhoofd. Metasimulatie? Toen begreep hij het. De gezamenlijke stem gebruikte die term om een simulatie binnen een simulatie aan te duiden, want wat Dom en Dee betreft was dat het ook.

Nu sprak Dom. 'Verwijzing naar Dees aanvankelijke bezwaren in verband met ecologische en economische schade. De projecties tonen aan dat de schade die wordt aangericht aan de algemene ecologie en het bruto planetair product, veroorzaakt door het graven van verbindingskanalen naar de Poolzee, binnen vijftien jaar na afronding van het project geheel zal zijn gecompenseerd.'

Maar terwijl de eerste twee aspecten van het gecombineerde controlesysteem alles even prachtig deden voorkomen, zette de derde stem iedereen weer met beide benen op de grond. 'Het klinkt allemaal fantastisch,' zei Dee. 'Er blijft natuurlijk een klein probleem, namelijk dat het onmogelijk is. We hebben de metasimulatie gedaan, gebaseerd op de veronderstelling dat het mogelijk is de kanalen te graven. Maar dat is onmogelijk. Het was een interessante oefening, moet ik toegeven, maar geen oefening die enig reëel verband met de wereld van onze simulatie heeft.'

'Ik was al bang dat ze dat zou zeggen,' mompelde Soggdon nadat ze haar microfoon had uitgeschakeld. 'Het lijkt alsof zij van de drie persoonlijkheidsaspecten de minst verstandige is, maar Dee is daarentegen altijd degene die een spaak in het wiel steekt. Ze herinnert ons altijd aan de praktijk.'

'Misschien is er deze keer meer mogelijk dan u denkt,' zei Kresh. Hij schakelde zijn eigen microfoon weer in en probeerde hetgeen hij te zeggen had zodanig te formuleren, dat hij niet zou verraden dat hij het gesprek met Soggdon had gehoord.

'Eenheid Dee, dit is een fantastische projectie. Mag ik daaruit opmaken dat je het aanleggen van een Poolzee een goed idee vindt?'

'Het is een goed idee dat niet kan worden uitgevoerd, gouverneur,' zei Eenheid Dee. 'U hebt de middelen niet, noch de tijd om de benodigde verbindingskanalen aan te leggen.'

'Dat is niet juist,' zei Kresh. 'Misschien bestaat er een praktische, werkbare methode om die kanalen te graven. Ik ben hierheen gekomen om je de voorgestelde procedure te laten evalueren. Ik wilde eerst weten of het de moeite waard zou zijn. Nu weet ik dat dat zo is.'

'Om wat voor procedure gaat het?' vroeg Eenheid Dee.

Kresh aarzelde even, maar gaf het toen op. Het was onmogelijk om het plan op een manier te beschrijven die niet gevaarlijk, wanhopig of zelfs waanzinnig klonk. Nou, misschien was het dat wel alledrie. Niets aan te doen. 'We gaan een komeet in stukken breken en de brokstukken in een rechte lijn, van de Zuidelijke Oceaan naar de Pooldepressie laten inslaan,' zei hij. Terwijl hij sprak, besefte hij dat hij zich onverhuld had uitgesproken. Hij had niet gezegd dat ze het misschien zouden kunnen doen, of erover nadachten. Hij had gezegd dat ze het zouden doen. Had hij al een besluit genomen, zonder het te beseffen?

Maar Dom en Dee, en Soggdon hadden duidelijk meer aan hun hoofd dan Kresh' reactie op zijn eigen woorden. Het bleef ruim een halve minuut doodstil, voordat een van hen reageerde. Het volmaakte holografische beeld van het toekomstige Inferno flakkerde, werd vager en verdween bijna helemaal, om daarna weer vaste vorm aan te nemen.

Eenheid Dee herstelde zich als eerste. 'Moet ik aan-aan-aannemen dat u dit als een serieus plan naar voren brengt?' vroeg ze. De spanning in haar stem was duidelijk, haar woorden kwamen pijnlijk traag.

'Niet goed,' zei Soggdon, met nog steeds uitgeschakelde microfoon. Ze draaide zich om naar een zijconsole, bladerde enkele schermen vol met informatie door en schudde haar hoofd. 'Ik heb u gewaarschuwd dat ze haar simulaten serieus neemt,' zei ze. 'Deze gegevens tonen aan dat u zojuist een mild Eerst Wet-conflict in haar hebt veroorzaakt. U kunt hier niet zomaar binnenkomen, spelletjes met haar spelen en zulke dingen verzinnen.'

Kresh schakelde zijn microfoon uit. 'Ik verzin niets,' zei hij. 'En ik speel geen spelletje. Er bestaat een serieus plan een uiteengevallen komeet op Utopia te laten neerkomen.'

'Maar dat is zelfmoord!' protesteerde Soggdon.

'Wat maakt het uit als de planeet over tweehonderd jaar toch dood is?' snauwde Kresh haar toe. 'En wat Dee betreft, ik denk dat het tijd wordt dat u al uw leugens voor haar uit de kast haalt. Herinner haar eraan dat het allemaal een simulatie is, een experiment. Herinner haar eraan dat Inferno niet echt bestaat en dat niemand schade wordt berokkend.'

'Moet ik dat haar zeggen?' vroeg Soggdon duidelijk geschokt. 'Nee, ik geef haar geen gevaarlijke, valse gegevens. Geen sprake van. U mag het haar zelf zeggen.'

Kresh hield zijn adem in, klaar om de vrouw toe te schreeuwen, haar de terechtwijzing te geven die ze verdiende. Maar nee, dat had geen zin. Het was duidelijk dat ze geen greintje redelijkheid of gevoel bezat, maar toch had hij haar nodig, haar hulp, haar redelijkheid en gevoel. Ze maakte deel uit van het team dat deze schertsvertoning had georganiseerd. Zij was degene die het proces zou moeten voorzetten. Hij zou haar koel en kalm tot rede moeten brengen. 'Het heeft geen zin dat ik haar zoiets vertel,' zei hij. 'Ze denkt dat ik een simulaat ben. Simulaten weten niet dat ze simulaten zijn. Ze zou me niet geloven als ik zeg dat er geen echt gevaar dreigt, omdat ze denkt dat ik geen mens ben. En dat denkt ze omdat u tegen haar hebt gelogen.'

'Dat is iets anders. Dat maakt deel uit van de opzet van het experiment. Het zijn geen valse gegevens.'

'Onzin,' zei Kresh. Zijn stem klonk al killer en minder vriendelijk. 'U hebt deze hele situatie zo opgezet met het doel haar risico's te kunnen laten nemen, haar haar werk te kunnen laten doen, omdat ze denkt dat ze geen mens kwaad doet.'

'Maar...'

Kresh bleef doorpraten en negeerde haar protesten. 'Ik zou haar zelfs kunnen beschadigen als ik haar zeg dat het alleen maar een simulatie is. Ergens moet ze eraan twijfelen of haar simulaten, de mensen van Inferno, echt zijn of niet. Anders zou ze geen enkel Eerste Wet-conflict ervaren als er iets met hen gebeurde. Als ik haar zelf verzeker dat ik niet echt ben, kan alleen de ruimte weten wat ze uit die paradox zal opmaken. Het lijkt me net zo waarschijnlijk dat ze tot de conclusie komt dat ik echt ben en dat ik tegen haar heb gelogen. Als ik tegen haar lieg, ziet ze misschien de waarheid, en waar blijft u dan, doctor Soggdon? U bent de enige die het kunt doen. U kunt haar als enige geruststellen. U moet het doen.'

Soggdon keek Kresh aan. Woede en angst stonden duidelijk op haar gezicht afgetekend, toen ze haar microfoon weer aanzette. 'Dee, hier doctor Soggdon. Ik volg de simulatie nog steeds en meet op het positronische volgscherm iets wat op een Eerste Wet-conflict lijkt. De Eerste Wet geldt niet in de huidige gesimuleerde omstandigheden.' Soggdon aarzelde, trok een gezicht en zei toen: 'Er kan absoluut geen enkel menselijk wezen kwaad worden berokkend,' zei ze. 'Is dat duidelijk?'

Er volgde opnieuw een korte pauze, en Kresh dacht dat hij het beeld van Inferno weer even zag flakkeren, al was het nu veel korter. Maar toen sprak Dee weer, en haar stem klonk vast en vol vertrouwen: 'Ja, doctor Soggdon, het is me duidelijk. Dank u. Neemt u me niet kwalijk, ik moet terug naar mijn gesprek met de simulaat-gouverneur.' Nog een pauze en toen sprak Dee tot Kresh. 'Neemt u me niet kwalijk, gouverneur, andere processen eisten even mijn aandacht op.'

'Het geeft niet,' zei Kresh. Natuurlijk, Dee stond ongetwijfeld in verbinding met duizend andere plaatsen en gebeurtenissen, en voerde op dit moment waarschijnlijk tientallen andere gesprekken met veldwerkers. Het was niet echt een leugen, maar het leek er wel sterk op. Robots konden eigenlijk niet liegen, maar deze was slim genoeg om een geloofwaardige, maar toch misleidende verklaring af te leggen. Dee was inderdaad een moderne machine.

'Kunt u me meer over dat... plan vertellen.?' vroeg Dee hem.

'Zeker,' zei Kresh. 'Het plan is iedereen uit het doelgebied te evacueren en voorzorgsmaatregelen te treffen voor de bevolking buiten het doelgebied.' Het kon geen kwaad eerst de nadruk te leggen op de veiligheidsmaatregelen. Laat haar weten dat zelfs de fictieve simulaten veilig zouden zijn. Ze moesten haar zoveel mogelijk beschermen tegen een reactie van de Eerste Wet. 'Wanneer dat is volbracht, wordt er een grote komeet in stukken gebroken en zullen de brokstukken afzonderlijk worden gericht. De overlappende kraters zullen door bestaand laagland lopen. Na afloop zullen er ongetwijfeld conventionele graafwerkzaamheden moeten worden uitgevoerd, maar de aaneengesloten, elkaar overlappende kraters zullen de basis vormen voor de verbinding door Utopia heen.'

'Ik begrijp het,' zei Dee, nog steeds met een geforceerd klinkende gespannen stem. 'Eenheid Dom en ik zullen nog veel meer informatie moeten hebben voordat we dit plan kunnen evalueren.'

'Zeker,' zei Kresh. Hij haalde een vel papier uit zijn tunica en vouwde het open. 'Ik verwijs naar de netwerk toegangsnode 4313, identiteit Davlo Lentrall, subgroep 919, referentiecode Komeet Grieg.' Lentrall had hem het netwerkadres eerder die dag gegeven. Dit leek het juiste moment te zijn om het te gebruiken. 'Bekijk de gegevens daar en je zult je evaluatie kunnen uitvoeren,' zei Kresh.

'Op toegangsnode 4313 zit geen Davlo Lentrall,' zei Dee meteen.

'Wat?' zei Kresh.

'Niemand met de naam Davlo Lentrall is aan die toegangsnode gekoppeld,' zei Dee.

'Misschien klopt het nummer niet,' zei Kresh.

'Waarschijnlijk niet,' zei Dee. 'Ik geef het aan Dom. Die is rechtstreeks met het betreffende netwerk verbonden en kan efficiënter zoeken.'

'Er is geen Davlo Lentrall op node 4313,' zei Dom vrijwel onmiddellijk en met een nog monotoner klinkende stem dan anders. 'Ik zoek alle nodes af. Geen Davlo Lentrall gevonden. Zoek onderhoudsarchieven. Informatie over identiteit Davlo Lentrall gevonden.'

'Doe verslag van die informatie,' zei Kresh. Hoe kon Lentralls bestand van het net zijn verdwenen? Er was iets mis. Er was iets ernstig mis, en dat beloofde weinig goeds.

'Netwerklogboek geeft aan dat alle bestanden, inclusief backups, gekoppeld aan de identiteit Davlo Lentrall, achttien uur, tien minuten en drie seconden geleden door externe factor definitief uit het net zijn gewist,' zei Eenheid Dom.

Kresh was ontsteld. Hij keek naar Soggdon, zonder precies te weten waarom hij van haar antwoord hoopte te krijgen. Hij schakelde zijn microfoon uit en zei tegen haar: 'Ik begrijp het niet. Hoe kan alles gewist zijn? Waarom zou iemand dat doen?'

'Ik weet het niet,' zei ze. 'Hij gebruikte een term die ik in deze context niet ken. Ik zal het nagaan.' Ze schakelde haar eigen microfoon weer in. 'Dom, hier Soggdon. Ik volg jullie nog steeds. Definieer betekenis van de term "externe factor" in huidige situatie.'

'Externe factor, contextuele definitie: uitgevoerd door een indringer, een aanval van buitenaf, de daad van een indringer.'

'Met andere woorden,' zei Kresh, zijn stem zo kil en zo hard als mogelijk was, 'iemand heeft ingebroken en de bestanden opzettelijk vernietigd.' Plotseling herinnerde hij zich wat Fredda had gezegd over dingen die je meende te weten. Ze had iets gezegd over iets nooit echt zeker weten. En nu gebeurde het weer. Hij had gedacht dat hij wist waar de komeet was. Nu wist hij het niet. 'Het lijkt erop,' zei hij, 'dat iemand daarbuiten het met u eens is, doctor Soggdon. Ze willen niet dat iemand met kometen speelt.'