Zesentwintig
NEW YORK (VERENIGDE STATEN), 29 NOVEMBER 1971
De moord op de Jordaanse premier Wasfi Tell is in grote delen van de Arabische wereld officieel met ontsteltenis, maar niet officieel met voldoening begroet. Een van de drie moordenaars boog zich over Wasfi Tell heen, die op slag dood was, en dronk diens bloed.
(Kroniek van de 20ste eeuw)
De vergadering van tankerkoningen, pijpleggers, blanke oliesjeiks en wereldbankiers werd besloten met een motie dat regeringsleiders en politici onder druk moesten worden gezet om zonder verder uitstel toestemming te verlenen tot de aanleg van de pijpleiding in Alaska. Ze hadden elk voor zich astronomische bedragen geïnvesteerd om de olie van de noordkust van Alaska te kunnen weghalen en nu werd hun de pas afgesneden door milieubeschermers en militante conservatieven, die zich meer zorgen maakten over een beer die in zijn winterslaap gestoord zou kunnen worden dan over banen voor de dertien tot vijfentwintig procent van de bevolking die daar zonder zat.
Toen Darius Razdi met Cyrus de salon binnentrad waar de afscheidsborrel werd gegeven, kwam een middelgrote man van een jaar of vijftig met uitgestoken hand naar hem toe.
‘Blij dat we vandaag één lijn trekken, Darius Razdi,’ begroette hij hem.
‘Dat mag wel eens voor een keer, Howard Page.’
Ze schudden elkaar grinnikend de hand.
Razdi legde zijn hand op de schouder van Cyrus. ‘Howard, dit is nu mijn zoon Cyrus.’ Hij verkondigde dit op een toon alsof Page al zijn hele leven naar de kennismaking had uitgekeken. ‘Cyrus, dit is dé Howard W. Page, vice-president van Standard Oil of New Jersey. Met hem heb ik in 1954 na veel ruziën het olieakkoord afgesloten tussen Iran en het consortium De Zeven Zusters, dat nu nog altijd onze relaties beheerst.’
Page schudde Cyrus de hand. ‘Geen vice-president meer, Darius,’ zei hij terechtwijzend. ‘Alleen nog maar voorzitter van de Raad van Commissarissen. Ik ben met pensioen.’
‘Geloof hem niet, Cyrus,’ zei Razdi. ‘Page is de woordvoerder van de Amerikaanse olielobby. Zelfs president Nixon dient met zijn mening rekening te houden. Hij lijkt minzaam, maar in werkelijkheid is hij een wolf in een schapenvacht.’
Page wierp een vlugge, onderzoekende blik op Cyrus. ‘Hij lijkt op jou, Darius. Dat is duidelijk. Maar op het eerste gezicht heeft hij wel betere manieren.’
Razdi keek met welgevallen naar zijn zoon. Cyrus bezat de ruige schoonheid van een filmster: hij was bijna 1,90 m lang en breedgeschouderd en hij had de gebogen neus en de wilskrachtige vierkante kaak van zijn vader. ‘Hij heeft in minder dan geen tijd aan een van de beste Zwitserse scholen zijn eindexamen gehaald,’ zei hij trots.
‘Gefeliciteerd,’ zei Page. ‘En nu?’
Razdi antwoordde voor Cyrus. ‘Nu studeert hij aan Stanford University. Geologie der petroleumlagen en problemen rond… eh…’
‘Mammoettankers en pijpleidingen,’ vulde Cyrus in.
Een hostess in een lichtblauw uniform serveerde drankjes en deelde sigaren rond. De drie mannen gingen zitten aan een salontafel, waarvan het blad het westelijk halfrond voorstelde. Page en Razdi volbrachten het ritueel van het aansteken van een sigaar.
‘En hoe denkt onze jonge vriend over de haalbaarheid van een pijpleiding dwars door Alaska?’ vroeg Page tussen twee pufjes door.
‘Wetenschappelijk erg interessant, meneer Page.’
‘Maar…?’
‘Nou, ja…’ Cyrus wierp een vragende blik naar zijn vader.
‘Recht voor de raap, Cyrus,’ zei Razdi.
Cyrus schraapte de keel. ‘De meeste rectoren en geleerden van Amerikaanse universiteiten zijn fel tegen het TAPS-project gekant. Ook het transport met supertankers van Valdez naar de Amerikaanse oostkust via het Panamakanaal zien ze met lede ogen aan.’
‘Platgetreden paden, Cyrus. De groene jongens komen al op straat sinds het eerste voertuig met ontploffingsmotor op de openbare weg verscheen.’
‘Ik zou hun invloed niet onderschatten, meneer Page. Ze beschikken over voldoende wetenschappelijke argumenten om aan te tonen dat zo'n supertanker van 250 000 ton vroeg of laat zal vergaan en dat de verspilde olie al het dierlijke leven in de Golf van Alaska voor tientallen jaren zal vernietigen.’
Page maakte een gebaar alsof hij de tafel schoonveegde. ‘Activisten hebben de vooruitgang nog nooit kunnen tegenhouden.’
Voor het eerst mengde Razdi zich in het gesprek. ‘Is hun argument over het gevaar voor het milieu niet overdreven, Cyrus? Twee jaar na de ramp met de Torrey Canyon was er van verontreiniging nog nauwelijks iets te bespeuren.’
‘Dat was in een warmer klimaat,’ weerlegde Cyrus rustig. ‘Proeven hebben uitgewezen dat de olie in het noordpoolgebied door de koude niet wordt afgebroken en…’
Page liet zijn hand zwaar op de tafel vallen. ‘Zal ik je eens wat zeggen, jongeman? We hebben de staat Alaska voor de concessies aan de North Slope meer dan 1 miljard dollar betaald. Genoeg om al zijn lopende uitgaven van de komende vijf jaar te dekken. Alaska hoeft niet eens meer belastingen te innen.’ Hij lachte honend. ‘Tenzij de gouverneur van Alaska dat bedrag plus de nodige schadevergoeding wenst terug te betalen, is het zijn taak het probleem van de groene jongens op te lossen. Wat zeg jij, Darius?’
Razdi zoog aan zijn sigaar en blies de rook uit in een lange, dunne sliert. ‘Je hoort het, Cyrus. Olie is macht.’
Page maakte een tent van zijn vingers en leunde achterover in zijn stoel. ‘Precies.’
‘Ik begrijp het, meneer Page.’
Page nam een slok van zijn glas. ‘Let op m'n woorden, Cyrus. Voor je het weet, hebben we een hele vloot supertankers in de vaart.’ Hij wendde zich tot Razdi en trok een gezicht alsof hij een geheime bondgenootschap voorstelde. ‘Eerlijk gezegd, ik had erop gerekend dat je zou meedoen.’
Razdi's gezicht bleef ondoorgrondelijk. ‘Dat hangt ervan af.’
‘Van wat?’
De hostess kwam heupwiegend voorbij en Razdi zag dat Cyrus onrustig werd. ‘Ga maar, Cyrus. Ik zie dat je nog een en ander te doen hebt.’ Hij keek Cyrus na en had moeite om niet te grijnzen. Maar toen hij zich weer naar Page wendde, was zijn gezicht opnieuw uitdrukkingsloos. ‘Heb je vanochtend de krantenkoppen gelezen?’ vroeg hij.
‘Waar heb je het over? De moord op de Jordaanse premier?’
‘Het is niet zomaar een moord, Page. Er zit meer achter. Wasfi Tell werd door leden van Al Fatah doodgeschoten nadat Khomeini hem voor superagent van het Amerikaans imperialisme had uitgescholden.’
‘Nou en? Wat wil je dat ik doe?’
‘Ik wil dat je president Nixon aan zijn verstand brengt dat, als hij Khomeini en zijn fundamentalisten hun gang laat gaan, de wereld…’
Page liet hem niet uitspreken. ‘Khomeini en zijn geloofsgenoten zijn voor Amerika een Iraanse binnenlandse aangelegenheid. Als die problemen geeft, zul je die zelf moeten oplossen. Het enige wat Amerika interesseert, is dat we tegen een redelijke prijs over Iraanse olie kunnen beschikken.’
‘Wat niet wegneemt dat je graag een deel van de oliedollars die je aan ons betaalt, zou willen zien terugvloeien om een tankervloot voor Alaska te helpen uitbouwen,’ zei Razdi bijtend.
‘Omdat we daar allemaal beter van kunnen worden.’
Razdi keek Page een ogenblik met een wrange glimlach aan. ‘Goed,’ zei hij toen. ‘Dit zijn mijn voorwaarden.’ Hij spreidde zijn lange vingers en telde af. ‘Ten eerste: wapens en technisch adviseurs voor de modernisering van het Iraanse leger.’ Hij nam een slok wodka en snoof luidruchtig. ‘Ten tweede: een participatie van vijf procent in de holding die de pijpleiding controleert.’
‘Dat zal je veel geld kosten.’
‘En het zal jou een niet te verwaarlozen commissieloon opbrengen.’
‘Hm. Nog iets?’
‘Ten derde: Cyrus in de directieraad van Standard Oil zodra hij zijn academische graad haalt. En dat zal vlugger zijn dan je denkt.’
‘Vind je niet dat hij te jong is voor zo'n belangrijke functie?’
‘Nee. Hij is een Razdi, een Perzische prins. Mohammed Reza Pahlavi was eenentwintig toen hij tot sjah van Perzië werd gekroond.’
‘Maar je zoon heeft nauwelijks enige ervaring.’
‘Mijn zoon is grootgebracht onder oliemensen. Bovendien…’ – Razdi zag Cyrus de salon verlaten in het gezelschap van een hostess – ‘… is hij volop bezig de nodige ervaring op te doen.’