Vijf
ZAGROSGEBERGTE (IRAN), 16 AUGUSTUS 1953
De zon, die boven de Grote Zoutwoestijn onderging achter een dunne sluier van roet, dompelde de stad in een waas van vloeibaar koper. Uit het kapotte silhouet van het andaroen steeg een vaalbruine rookkolom op, die honderd meter hoger door de avondbries tot tegen de flank van de berg werd gedrukt. Een laatste zonnestraal legde een koperen band om de randen van de rookkolom en soms was het alsof op de berg een gigantische lichtreclame stond opgesteld. De Sikorsky klom er dwars doorheen en gestadig stijgend volgden ze de kronkelende schaduw van de Tharisbergpas in noordoostelijke richting.
Razdi zag Teheran en de muren van Chinvat achter een heuveltop verdwijnen. Naast hem luisterde Fariman met schuingehouden hoofd naar de geluiden van de helikopter. Hij verdeelde zijn aandacht over het tumult van de motor achter het hittebestendige schot en het zwiepen van de rotorbladen boven hun hoofd. Met zijn linkerhand op de collective pitch control stick naast zijn stoel en zijn rechterhand op de cyclic stick tussen zijn benen zocht hij naar een betere instelhoek en vermogensstand. Blijkbaar slaagde hij daarin, want het lawaai verminderde en de piloot ontspande zich.
Razdi vroeg: ‘Waar breng je me naartoe?’
Fariman diepte een rond instrument op uit zijn vliegersjack en legde het in Razdi's handpalm.
‘Wat is dit?’ vroeg Razdi.
‘Het reservekompas.’ Fariman wees naar het instrumentenbord, waarvan een groot deel aan diggelen lag. Daaronder, rechts in de vloer tussen de twee voetpedalen, was de onmiskenbare oorzaak: een kogelgat zo groot als een vuist. In zijn baan door de cockpit had de kogel een viertal instrumenten vernield en een gat in het dak geslagen. Gelukkig was de cockpit van de Hoverfly geen sferische koepel van plexiglas, maar een metalen geraamte met vlakke perspex panelen, zodat de stabiliteit van het toestel niet in het gedrang kwam.
‘Het gebeurde toen ik uit de Darbandkloof tevoorschijn kwam. De kogel verschroeide bijna mijn wenkbrauwen.’ Fariman grinnikte. ‘De Wijze Heer vindt me blijkbaar nog niet rijp voor het paradijs.’
Razdi stak het kompas omhoog. ‘Wat moet ik hiermee?’
In plaats van te antwoorden manoeuvreerde Fariman de helikopter naar links en liet hem een wijde boog beschrijven, tot de neus in westelijke richting wees. ‘Hou in de gaten of we deze richting blijven volgen,’ zei hij. ‘Na een poos zullen we een spoorweg kruisen. Die volgen we in westelijke richting tot Dezfoel. Dan wordt het pas moeilijk, zonder gyrokompas, kunstmatige horizon of hoogtemeter.’
‘Dezfoel is de kant uit van Irak,’ zei Razdi.
‘Klopt. Waar kan een opstandige generaal zich beter schuilhouden dan in het Zagrosgebergte? Omringd door de leden van de Moqqadamstam die hem trouw gezworen hebben, en dicht bij de Iraakse grens en de hulp van de Britten in Bagdad.’
‘Zahedi wordt verondersteld in Teheran te zijn.’
‘Daar was hij ook tot vanmiddag. Toen heeft hij wijselijk de benen genomen naar een bergdorp in de omgeving van Dezfoel. Op dit ogenblik heeft Mossadegh het ook in de hoofdstad voor het zeggen.’
‘Wat is er verkeerd gegaan?’
‘Je plan is mislukt door een gebrek aan communicatiemiddelen, Darius. Bovendien zaten jullie te ver uit elkaar. Sjah Reza in zijn zomerverblijf aan de Kaspische Zee. Jij op je landgoed op de voetheuvels boven Sjemiran. En Zahedi in Ekhtaria, een buitenwijk van Teheran. Toen het telefoonverkeer uitviel, waren jullie van elkaar afgesneden.’
‘Ik heb een koerier gestuurd. Door een stom toeval viel hij in handen van een bende opstandelingen.’
‘Niks stom toeval. Nog vóór de molla van Resvanieh met zijn Bentley door de poort van Chinvat reed, wist Hassan al dat hij een boodschap naar de Amerikaanse ambassade wilde brengen. Het was een koud kunstje hem door de oproerlingen te laten opvangen.’
‘Van wie kreeg Hassan die informatie? Luitenant Ghaffani?’
‘Precies. Op Mehrabad hield de luchthavencommandant me op de hoogte van het verloop van de gebeurtenissen. De man stond eigenlijk aan onze kant, maar met Mossadegh op de luchthaven moest hij zich wel koest houden. Over een van zijn radio's hoorde ik Hassan smoezen met Ghaffani, maar ik kon je niet waarschuwen omdat jouw radio het niet deed.’
‘Met Ghaffani heb ik al afgerekend.’ Razdi schudde ongeduldig met het hoofd. ‘Maar dat zijn bijkomstigheden. Alles draait om de radiotoespraak van de sjah. Die zou het startsein van de operatie zijn. Toen die er niet kwam, gingen de anderen aan het twijfelen. Dat is de reden waarom alles spaak is gelopen.’
‘Misschien heb je daar in de eerste plaats zelf schuld aan.’ Fariman glimlachte licht spottend als om de ernst van zijn eigen woorden te ondergraven. Hoewel hij zich bij zijn broer heel wat kon permitteren, moest zelfs hij ervoor waken zijn kritiek niet te ongezouten te laten overkomen.
‘Hoezo, ik had er zelf schuld aan?’ vroeg Razdi scherp.
‘Voel je dat?’ vroeg Fariman. Hij pakte Razdi's hand en legde die op de cyclic stick. ‘Er scheelt iets mee. Hij trilt abnormaal en de neus trekt naar links. Als bij een vortex.’
‘Wat is een vortex?’
‘Zoiets als een vrille bij een vliegtuig. Als een helikopter in zijn eigen luchtstroom gevangen raakt, riskeert hij als een steen uit de lucht te vallen.’
Razdi voelde niets. Hij trok zijn hand terug. ‘Stel je voor.’
‘Wees maar gerust. Het volstaat de juiste procedure te volgen om eruit te geraken. Je hebt natuurlijk snelheid nodig.’ Fariman tuurde door het kapotte perspex van het dak naar de draaiende rotor. ‘Ik hoop maar dat die kogel geen rotorblad heeft beschadigd.’
‘Zou dat catastrofaal zijn?’
‘Niet aanbevelenswaardig, zou ik zeggen.’ Gedurende een halve minuut wijdde Fariman al zijn aandacht aan de twee stuurknuppels en de antitorsievoetpedalen. Toen de frons uit zijn voorhoofd verdween, vroeg Razdi: ‘Je zei dat ik er schuld aan had?’
‘Je vierde je bruiloft op het verkeerde moment, Darius. Doordat allen die in Iran iets te betekenen hebben op één plaats bijeen waren, werden ze volkomen uitgeschakeld toen Mossadegh de telecommunicatie lamlegde. Je hebt het de oude leeuw wel erg gemakkelijk gemaakt.’
Razdi schudde zijn hoofd. ‘Je begrijpt er niets van, broertje,’ zei hij, niet eens boos. ‘Dat mijn trouwfeest zou samenvallen met de start van de operatie, maakte deel uit van het plan. Onder de genodigden waren er heel wat van wie we niet wisten voor wie ze partij zouden kiezen.’ Hij zweeg toen een onverwachte trilling door het toestel trok. ‘Wat is dat?’
‘Geen idee,’ zei Fariman. ‘Het lijkt wel of iemand aan de staart schudt.’
De trilling verdween. Razdi vervolgde zijn betoog, emotieloos. ‘En wie denk je dat in de ogen van de wereld de schuld zal krijgen van de brand in het andaroen? O, ja, dat weet jij nog niet. Een van de pantserwagens heeft het vrouwenverblijf met fosforgranaten in brand geschoten. Alle vrouwen zijn omgekomen. Er waren vrouwen van diplomaten bij.’
‘Wat zeg je? Alle vrouwen? Ook die van jou? En de kinderen?’
Razdi knikte somber. ‘Iedereen. God zij hen genadig.’
Fariman zweeg geschokt. Minutenlang was alleen het lawaai van de helikopter hoorbaar. Fairman voelde zich misselijk worden, alleen al bij de gedachte dat als zijn twee dochtertjes niet bedlegerig waren geweest door een aanval van rodehond, zij en zijn vrouw Najeeb nu dood zouden zijn geweest.
Het was Razdi die de stilte verbrak. ‘Waarom heeft de sjah gisterenavond zijn radiotoespraak niet gehouden?’
Fariman, nog in de war door Razdi's mededeling over de dood van diens gezin, had geen behoefte aan een gesprek. Hij draaide aan een knop van de radiozender. Zijn hoofdtelefoon hing rond zijn nek, maar uit het luidsprekertje tussen hen beiden in kwam alleen maar een zacht sissend geluid. ‘Deze radio heeft tien watt zendvermogen,’ mompelde hij. ‘Je zou denken dat dat genoeg is, maar die verdomde bergen houden alles tegen.’
‘Je antwoordt niet op mijn vraag,’ zei Razdi ongeduldig. ‘Ik vroeg je waarom Reza Pahlavi zijn toespraak niet heeft gehouden toen het nog kon.’
Nieuwe trillingen. Fariman bewoog met een bezorgd gezicht de voetpedalen die de staartrotor bedienden voor hij antwoord gaf. ‘Hij weifelde. Prinses Asjraf wachtte in Rome het verloop van de gebeurtenissen af. Jij was niet bereikbaar. Je weet hoe moeilijk hij kan beslissen als hij alleen is.’
‘Kon hij niet beslissen omdat ik niet bereikbaar was? Of waren er anderen die hem een tegengesteld advies gaven?’
‘In Iran zijn er altijd anderen. Intrigeren is onze nationale bezigheid, dat weet je best.’
Razdi keek naar de trillende naald op het kompas. Fariman had niet helemaal ongelijk. ‘Ik had met de mogelijkheid dat sjah Reza bakzeil zou halen rekening gehouden,’ weerlegde hij. ‘Daarom had ik met generaal Zahedi afgesproken dat hij vanmorgen voor dag en dauw het gebouw van de staatsradio en de telefooncentrales zou bezetten. Waarom heeft hij dat niet gedaan?’
‘Omdat Schwarzkopf hem tegenhield. Hij wilde dat Mossadegh een ruime kans kreeg om de boel op stelten te zetten, voor het leger tussenbeide zou komen.’
Razdi knikte. ‘Schwarzkopf, hè?’ mompelde hij.
Fariman klopte met zijn knokkels op de kapotte hoogtemeter en haalde de schouders op. ‘Luister eens, Darius. Het is niet aan mij om jou de les te lezen. Maar de afwezigen hebben altijd ongelijk.’ Hij hield zijn beide handen om de greep van de cyclic stick, die hij tussen zijn dijbenen klemde, alsof hij op het punt stond te masturberen. ‘De laatste dagen was je voor niemand bereikbaar. Je hebt in Yazd de eerste steen gelegd voor een tehuis voor verwaarloosde kinderen, dat je aan de stad schenkt ter gelegenheid van je huwelijk. Je hebt in het Centraal Ziekenhuis van Qomm een afdeling voor kindergeneeskunde geopend, nadat je er geld voor had ingezameld. Héél prijzenswaardig. We weten dat je van kinderen houdt. Maar je had daar een ander tijdstip voor kunnen kiezen. Nu leek het alsof je je wilde indekken voor het geval de staatsgreep faliekant afliep. Daarom aarzelde sjah Reza Pahlavi. Je had bij hem moeten blijven.’
‘Je wijkt af.’
‘Hè?’
‘Je zit vijftien graden te ver naar het zuiden.’ Razdi duwde het kompas onder Farimans neus.
‘Er is iets mis met de rotor of met de staartrotor of met allebei,’ zei Fariman. ‘Ik moet de hele tijd mijn koers corrigeren.’
‘Hoe is de toestand nu?’ vroeg Razdi.
‘De cyclic stick beeft als een oude man die aan een goedaardige tremor lijdt. Voel maar.’
‘Ik had het over de politieke toestand in Teheran.’
‘O, dat. Zoals ik al zei: uiterst verward. Toen vanmorgen een officier van de Koninklijke Garde naar de ambtswoning van dr. Mossadegh reed om hem namens de sjah zijn ontslagbrief te overhandigen, werd hij door gendarmes gearresteerd en in de gevangenis geworpen. Toen de sjah dat in Ramsar vernam, kreeg hij het zo benauwd dat hij met koningin Soraya in zijn tweemotorige Beechcraft naar Bagdad is gevlogen. De sjah was weg en jij was niet te bereiken. Gevolg: de generaals die Zahedi steun hadden beloofd, trokken die in. Er bleef Zahedi niets anders over dan zich uit de voeten te maken.’
Een stem klonk hol in de luidspreker. ‘Koffiemolen? Hoor je me?’
Fariman schakelde over naar zijn hoofdtelefoon en regelde de frequentie. ‘Vrij zwak en niet helder, maar verstaanbaar.’
Op een teken van Fariman zette ook Razdi zijn hoofdtelefoon op. Zahedi's stem klonk hem in de oren als het geluid van een krassende grammofoonplaat. ‘Zet het volume hoger. Ik versta je niet.’
Fariman drukte op zijn microfoonknop. ‘Die klote-reostaat staat helemaal open.’
Een pauze en alleen maar holle storing in zijn hoofdtelefoon. Toen het rauwe keelgeluid van Zahedi. ‘Ik hoor alleen vreselijk gekraak. Ik hoop dat het jouw koffiemolen niet is die uit elkaar aan het vallen is. Geef antwoord.’
‘Krijg de klere,’ zei Fariman.
‘Ik versta er niets van, maar het zal wel waar zijn. Luister, als de hazarapatisj bij jou is, moet je hem zonder verwijl naar Bagdad brengen. Reza Pahlavi wacht op hem in de ambassade. Hoor je mij? Je moet doorvliegen naar Bagdad. Nu! Ik herhaal…’ De stem stierf weg. Stilte, het sissen van een open lijn in de hoofdtelefoon.
Fariman keek Razdi aan. ‘De man is gek,’ zei hij. ‘Met wind mee heeft deze machine een maximumvliegbereik van 700 km. Dat is in het beste geval de afstand van Teheran tot aan de Iraakse grens.’ Hij drukte de microfoonknop in. ‘Hé, Zahedi? Zorg jij voor bevoorrading in de lucht? Of moet ik in het Zagrosgebergte landen en een paar geiten melken om brandstof te hebben?’
Er kwam geen antwoord, alleen gekraak en het zoemen van een leeg kanaal.
‘Wat doen we nu?’ vroeg Razdi.
Fariman schoof zijn hoofdtelefoon van zijn oren. ‘Zonder bijtanken halen we zelfs de grens niet.’
‘Kun je geen tussenlanding maken?’
Fariman krabde aan zijn hoofd alsof hij zijn hersenen tot meer activiteit wilde aansporen. ‘Ik kan trachten Ilam te bereiken. Dat ligt niet ver van de grens en er is daar een klein vliegveld. Maar de luchthavencommandant is een kluns. Ik weet niet of hij aan onze kant staat.’
Razdi tastte naar de colt in zijn jaszak. ‘Ik wel,’ zei hij.
‘Zoals je wilt.’ Fariman stak zijn hand uit. ‘Geef dat kompas maar hier.’
Met het kompas in de hand bestudeerde hij een kaart. ‘Als je nog kunt bidden, doe het dan nu. In de richting waarin we vliegen, liggen een paar hoge bergtoppen. Moeilijk bestuurbare toestellen blijven daar liefst een eind uit de buurt.’
Het was donker geworden. Razdi keek naar de uitgestrekte leegte onder hem, met als enig baken de spoorstaven die in het licht van de opkomende maan glinsterden en die verdwenen toen de helikopter naar het noorden afboog. Razdi tuurde naar de sterren aan de horizon. Farimans onthulling dat het Schwarzkopf was die die morgen Zahedi had gedwarsboomd, zette hem aan het denken. Misschien had de CIA meer dan één concept voor operatie-Azadi gemaakt. Een variant kon zijn dat de weifelende Reza Pahlavi géén toespraak zou houden, dat Mossadegh gedurende een paar dagen de grote trom mocht roeren en dat een bende oproerkraaiers, met de hulp van een paar muitende soldaten, Chinvat met de grond gelijk zou maken. Dat zich daar toevallig een deel van de Iraanse elite ophield, was mooi meegenomen. Het zou voor de CIA-getrouwe generaals een goede aanleiding zijn om de macht te grijpen.
Koel en nuchter overwoog hij dit alles, zonder dat drang naar vergelding zijn geest vertroebelde. Schwarzkopf was een intrigant, dat stond buiten kijf, maar zonder dat zelf te beseffen was de Amerikaan een werktuig van de Raad der Vaderen en diende hij hun uiteindelijke doel: de heerschappij over het Koninkrijk der Perzen. De kaarten waren geschud; na de putsch zou generaal Zahedi premier worden onder het bewind van Reza Pahlavi, met Darius Khaleghi Razdi als de sterke man achter de schermen. Ze waren alledrie lid van de Hogere Raad van het Koninkrijk der Perzen en met hun drieën zouden ze het bewind voor de volgende vijfentwintig jaar monopoliseren.
Tegen die tijd zou zijn zoon de heerschappij overnemen. Zijn gezag zou tot ver over de grenzen van het huidige Iran reiken. Hij zou over een wapen beschikken waarmee hij de hele wereld op de knieën kon krijgen: olie.
Daarom kreeg het verwekken van een zoon, hem opvoeden en hem de betekenis van plicht en rechtvaardigheid leren, de hoogste prioriteit. Voor een Pers betekende een zoon het voortbestaan van de familie, de continuïteit van het eigen koninkrijk binnen een web van clans. Zonder mannelijke opvolging verloor een Perzische familie haar status.
Voor Darius Khaleghi Razdi betekende mannelijke opvolging wereldheerschappij; de eindfase, waarin de triomf van Ahoera Mazda volkomen zou zijn.
Zijn gedachtegang werd verstoord door een gekraak, achter in de staart. Het toestel zwiepte opzij. Fatimeh slaakte een gesmoorde gil.
Fariman trapte op de voetpedalen en hanteerde beide stuurknuppels tegelijk. De helikopter ging weer min of meer rustig vliegen.
‘Wat was dat?’
‘Hij schuift naar binnen. Zomaar. Hij lijkt wel een dronken zeeman op schaatsen.’
‘Hoe komt dat?’
‘Joost mag het weten.’
‘Wat doen we nu?’
‘Wat dacht je ervan dit stuk oud ijzer ergens neer te zetten en eens grondig te inspecteren?’
‘Wat mij betreft vlieg je door tot in Bagdad, maar jij bent de piloot. Jij beslist.’
Ze vlogen verder.
Razdi keek om. Fatimeh zat met gebogen hoofd en haar geweeklaag zwol aan en af met het ritme van de rotorbladen boven haar hoofd. Haar bidsnoer klikte, ze noemde afwisselend namen van martelaressen uit de donkere dagen van het islamitische geloof en van de in Chinvat omgekomen vrouwen en telkens als ze een van Razdi's vrouwen of dochters bij naam noemde, keek ze beschuldigend naar hem op.
Razdi wendde het hoofd af. Voor het eerst stond hij zichzelf toe aan de dood van zijn dochters en zijn twee vrouwen te denken. Ook tantes en nichten waren in de brand om het leven gekomen. Hij onderzocht zijn geweten. Had hij er werkelijk schuld aan dat de kanonnier van de pantserwagen fosforgranaten had gebruikt? Misschien had hij zijn bevel duidelijker moeten formuleren. Als legerofficier had hij moeten beseffen dat een tankcommandant geneigd is brandgranaten te gebruiken om huizen te beschieten. Hij vroeg zich af of de vrouwen en kinderen nog in leven zouden zijn geweest als hij geen bevel tot schieten had gegeven. Nee. Hij was ervan overtuigd dat in het andaroen iedereen ten dode opgeschreven was toen de opstandelingen er binnendrongen. Het had geen verschil gemaakt als hij onmiddellijk en onvoorwaardelijk had gecapituleerd. Wreedheid, het uitmoorden van clans en het martelaarschap maakten sinds lang deel uit van de Iraanse islamitische samenleving. Het ging terug tot lang vóór het zevende-eeuwse bloedbad van Kerbala, dat ieder jaar op Asjoera werd herdacht.
De Sikorsky schokte hevig.
‘Ik kan hem niet houden,’ zei Fariman. ‘Hij slipt weer. De voetpedalen reageren niet.’
‘Waar zijn we?’ vroeg Razdi. Onder hen kronkelde een bergpas als een slang tussen met sneeuw bedekte bergtoppen. ‘Is dit het Zagrosgebergte?’
‘Natuurlijk. Maar het Zagrosgebergte is uitgestrekt. Zie je die hoge top aan de rechterkant? Als hij 4500 meter hoog is, zou het de Zard Hoeh kunnen zijn. Maar als hij niet hoger is dan 3000 meter, is het misschien de Sji Razi. Die twee bergtoppen liggen 100 km van elkaar. Snap je wat ik bedoel?’ De maan verdween achter de bergtop en het werd pikdonker onder hen. Fariman haakte de microfoon van de radio. ‘Zahedi? Hoort u mij? Hier Koffiemolen.’
Razdi wierp een blik omlaag. Geen lichten, alleen een lege duisternis, zodat het niet mogelijk was een geschikte landingsplaats uit te zoeken. Hij kreeg het rare gevoel dat de helikopter een langzame tolbeweging maakte, alsof hij met de grote rotorbladen wilde meedraaien.
Fariman reageerde onmiddellijk. ‘We moeten omlaag. Ik heb snelheid nodig of we raken in onze eigen luchtwerveling gevangen.’ Hij drukte de collective pitch control stick omlaag, terwijl hij met de draaigreep het motorvermogen regelde.
Met scheurend geluid viel de helikopter opeens zijwaarts weg, zodat Razdi volledig gedesoriënteerd in de riemen hing, niet wetend waar de lucht en waar de grond was. Hij zag dat de wijzers op de instrumenten die nog heel waren, bliksemsnel begonnen rond te draaien. De microfoon, die door Fariman was losgelaten, zwiepte door de lucht en klapte tegen zijn voorhoofd.
Fariman kreeg het toestel weer min of meer horizontaal, maar de helikopter kwam in een langzame spin terecht, zodat de witbesneeuwde bergtoppen in een waanzinnige hoek aan Razdi voorbij waaierden. Achter hem sloeg Fatimeh haar beide armen om zijn hals en snikte van angst.
‘De staartrotor doet het niet meer,’ zei Fariman merkwaardig kalm. ‘Zet jullie schrap, mensen. We gaan landen.’ Hij draaide een schakelaar om en plotseling doorkliefde een lichtbundel vanuit de helikopter de duisternis onder hen.
Fariman liet een kort gesnuif horen. Uit het duister doemden alleen vage beelden van diepe kloven, uitstekende rotspunten en boomkruinen op. Hij liet het toestel scherp overhellen en schoot zijdelings naar beneden, weg van de opdoemende rotswand, maar daardoor werd de spin erger, de lichtbundel zwaaide als de staart van een komeet over de grond, terwijl Fariman met trillende handen en drijfnat van het zweet vocht om het toestel onder controle te krijgen. Het lukte. Het landschap draaide niet langer om hen heen.
Gedurende een fractie van een seconde was op de grond in de snel voortglijdende lichtbundel een armzalig huis van kleisteen naast een onverharde weg te zien. Twee mannen, gevangen in de felle lichtcirkel, maakten zich in paniek uit de voeten. Razdi greep Fariman bij de elleboog. ‘Een huis aan een weg. Daarnaast ligt een weide. We zijn er net voorbij.’
Fariman had het ook gezien. Hij liet het toestel zijdelings wegdrijven, maar de helikopter raakte opnieuw in een vortex, er ging een hevige siddering door de cockpit, er knapte iets en met een misselijkmakend gevoel begreep Razdi dat ze naar beneden stortten. Fatimeh klemde haar armen zo stevig om zijn hals dat hij, als hij al niet in de crash omkwam, door wurging het leven erbij zou inschieten. Hij wrikte haar handen los, maar ze klauwde zich onmiddellijk weer vast. Onder hen danste de lichtbundel over gras. Een kort ogenblik zag het ernaar uit dat ze toch normaal zouden landen, maar toen kwamen de pijnbomen bliksemsnel op hen af. De grote rotor onthoofdde met een zwiepende klap de hoge kruinen en haakte zich toen vast, waardoor het toestel overslag ging. Razdi werd zijdelings tegen de cockpitwand geslingerd. Een opeenvolging van waanzinnige geluiden en beelden: het schuren door bomen, het breken van takken, het barsten van perspex, het door merg en been dringende gillen van een vrouw.
Stilte.
De smaak van bloed in zijn mond.
De geur van benzine.
Fariman die hem opzij duwde en het contact verbrak voor hij boven op hem in zwijm viel.