Nawoord
De inspiratie voor deze roman kwam uit het ware verhaal van de opmerkelijke tweelingzussen Agnes en Margaret Smith, die in 1843 in Schotland werden geboren. Het verhaal hoe deze briljante, autodidactische vrouwen een codex met de Evangeliën uit 500 na Christus in het klooster op de berg Sinaï vonden, wordt beschreven in het fascinerende boek De tweeling van de Sinaï van schrijfster Janet Soskice. Ik gebruikte een aantal details uit hun leven, maar verhuisde mijn fictieve zussen naar Chicago, een stad waar ik vertrouwder mee ben.
Agnes en Margaret Smith ontdekten de ‘verborgen Evangeliën’ in een palimpsest, een handschrift dat werd uitgewist om er een nieuwe tekst overheen te schrijven, waarschijnlijk om op het schaarse schrijfmateriaal te besparen. Nadat de zussen de toplaag van de documenten hadden afgeschraapt, konden de Bijbelse manuscripten worden gefotografeerd en getranscribeerd, zodat ze beschikbaar kwamen voor wetenschappelijk onderzoek. De zusters Smith waren ook sleutelfiguren bij de ontdekking van de Genizah van Caïro, een verzameling van ongeveer 300.000 oude manuscriptfragmenten uit een opslagruimte in een Egyptische synagoge. Agnes en Margaret beheersten verschillende moderne en oude talen en waren zeer gerespecteerde geleerden in een tijdperk waarin er nog geen hoge academische graden aan vrouwen werden verleend. De zussen waren diepgelovig en reisden onbevreesd rond op kamelen vol met kratten kippen en kalkoenen in een bedoeïenenkaravaan door de Sinaï (maar zonder de amoureuze sjeik uit mijn roman). Ik leende ook het favoriete motto van de zussen: ‘God weet wanneer het onze tijd is. We hebben niets te vrezen.’ Dankzij hun vertrouwen op God kwamen ze tot bijzondere prestaties en leidden ze een rijk en avontuurlijk leven tot Gods glorie.
Voor lezers die geïnteresseerd zijn in de vroege archeologische ontdekkingen in het Midden-Oosten, beveel ik het boek Goden, graven en geleerden van C.W. Ceram aan. Om meer te weten te komen over de rationele argumenten voor het christendom die mijn hoofdpersoon Rebecca gebruikt om Timothy te overtuigen, beveel ik de boeken van Lee Strobel aan, zoals Bewijs genoeg of Pleidooi voor Pasen.
Ook wil ik graag de winnaars van een fondsenwervingsactie voor ons plaatselijke symfonieorkest danken voor het ‘uitlenen’ van hun namen. Ik laat het aan de lezers over om te raden welke twee figuren uit Land van belofte genoemd zijn naar de hoogste bieders, om met hun naam als een van de figuren in mijn roman te worden opgevoerd.