10

De volgende ochtend was Rebecca zich voor het ontbijt aan het aankleden toen ze hun butler Griffin de voordeur hoorde opendoen voor een bezoeker. Ze knoopte haar bloes verder dicht en ging op blote voeten naar beneden om te kijken wie het was. Zonder schoenen en sokken lopen was een heerlijke luxe die mevrouw Worthington met afschuw zou vervullen, maar zij droeg waarschijnlijk nog crinolines als ze in haar kist lag. De hal was leeg, op Griffin na, die een zilveren dienblaadje vasthield waarop het visitekaartje van het bezoek lag. ‘Wie was er aan de deur?’ vroeg Rebecca.

‘Mevrouw Worthington, juffrouw. Ze wacht in de bibliotheek op u en meneer Hawes.’

‘Dus ik moet voor de rechtbank verschijnen?’

‘Kennelijk.’ De butler grijnsde even. Ook hij moest niet veel van de weduwe hebben, of van de arrogante ‘verbeteringen’ die ze van hem en de andere bedienden eiste.

Rebecca haastte zich weer naar boven om haar schoenen op te halen en Flora, die zich voorbereidde op haar schooldag, voor de komende confrontatie te waarschuwen. ‘Mevrouw Worthington is er,’ zei ze nadat ze op de deur van haar zus had geklopt. ‘Ik vermoed dat ze gehoord heeft dat ik Freddy’s aanzoek heb afgewezen.’

‘O, hemel.’

‘Ik ben in de bibliotheek ontboden. Kom alsjeblieft mee, Flora. Ik heb je steun nodig.’

Hun vader had de laatste paar weken in bed ontbeten en was daarna laat naar zijn werk gegaan, maar nu kwam hij in zijn ochtendjas en pantoffels naar beneden. Rebecca kon zich niet herinneren dat hij dat ooit eerder had gedaan. Hij ging in de bibliotheek achter het bureau zitten, tegenover mevrouw Worthington. Rebecca zelf was te nerveus om te gaan zitten en ze gaf de stoel naast de weduwe aan Flora.

‘Heeft Rebecca je verteld wat ze heeft gedaan, Edward?’ vroeg de weduwe zonder enige opmaat.

‘Ik heb nog geen kans gehad om…’ begon Rebecca.

‘Ze heeft Freddy’s huwelijksaanzoek gisteravond afgewezen.

Haar vader keek verrast. Hij fronste naar Rebecca alsof hij op haar uitleg wachtte. ‘Het is waar, ik heb hem afgewezen. En ik moest wel, omdat…’ Ze hield op. Het was te vroeg op de ochtend en ze was veel te opgelucht na de bevrijding van Freddy om alle redenen te gaan opsommen. Ook wilde ze geen oorlog met mevrouw Worthington ontketenen door alle gebreken van haar neef op te noemen. Ze zuchtte alleen. ‘…Omdat ik niet van hem houd. Ik heb het geprobeerd, maar ik houd gewoon niet van hem, en hij niet van mij. Ik geloof dat liefde belangrijk is in een huwelijk. U ook?’

Haar vader leunde achterover in zijn stoel. ‘Je beslissing stelt me natuurlijk teleur, maar…’

‘Flora daarentegen heeft het aanzoek van Thomas heel vriendelijk geaccepteerd,’ kwam de weduwe tussenbeide. Ze leek vergenoegd, omdat ze in elk geval één overwinning had geboekt.

‘Dat wilde ik u vanochtend vertellen, papa,’ zei Flora.

Edward keek zijn dochters afwisselend aan en Rebecca hield haar adem in. Hoe zou hij reageren? ‘Jullie zijn allebei slimme en verstandige jonge vrouwen,’ zei hij uiteindelijk. ‘Daarom heb ik jullie altijd de ruimte gegeven om je eigen beslissingen te nemen. En dat geldt des te meer als het om zoiets belangrijks gaat als een huwelijk. Misschien komt er iemand anders voor jou, Rebecca.’

Ze voelde zich opgelucht, maar dat duurde maar even. De weduwe wilde het laatste woord hebben. ‘Maar zie je dan niet in hoe egoïstisch Rebecca was om Freddy zo lang aan het lijntje te houden?’ Ze leverde het perfecte plaatje van de beschaafde boosheid af, bleef volstrekt beheerst zitten en verhief zelfs haar stem niet, hoewel Rebecca kon zien dat ze van binnen kookte. ‘Je hebt veel kostbare tijd van hem verknoeid, Rebecca. Hij is tamelijk terneergeslagen.’

‘Is hij terneergeslagen omdat hij van mij houdt of omdat hij mijn geld nooit gaat erven?’

Haar vader schraapte zijn keel. ‘Rebecca…’

Maar ze was nog niet klaar met de weduwe. ‘Hebt u Flora en mij niet beloofd dat er tientallen mogelijke kandidaten voor ons in de rij zouden staan? Waar zijn die allemaal?’

‘Daar is het nu te laat voor. Iedereen nam aan dat jij en Freddy een stel waren.’

‘Dan kunt u al die mensen nu vertellen dat we dat niet zijn. En aangezien u er nu toch bent, mevrouw Worthington, kunt u ook alle ontvangsten en partijtjes voor de rest van de maand uit mijn agenda schrappen. Of liever voor het hele jaar. Als een toekomstige echtgenoot mij het hof maakt, of omgekeerd, wil ik niet dat het zo’n stijve en saaie bedoening wordt waarvoor ik me in korsetten en petticoats moet hijsen. Ik wil kennismaken met iemand die ervan houdt om samen met mij langs het meer te wandelen, op een zondagmiddag door het park te lopen, of de trein te nemen en het platteland te verkennen. En bovenal wil ik iemand leren kennen die even graag wil reizen als ik.’

‘Daar kan ik je niet mee helpen,’ antwoordde de weduwe ijzig. ‘Niet als je onze manier van leven versmaadt.’

‘Maak alsjeblieft geen ruzie,’ zei Flora, altijd de vredestichtster. ‘Laten we hierover verder praten als we een beetje zijn afgekoeld. Hebt u al ontbeten, mevrouw Worthington? Eet u met ons mee?’

‘Nee, dank je.’ Ze stond op van haar stoel. ‘Ik moet gaan. Ik wilde er alleen zeker van zijn dat je weet wat je dochter heeft gedaan, Edward.’

‘Alsof ik Freddy in koelen bloede heb vermoord…’ mompelde Rebecca, en Flora moest een hand voor haar mond houden om een grijns te verbergen.

scheidingsteken

Rebecca genoot twee maanden lang van haar vrijheid. Maar toen, op een zonnige dag in mei, stortte haar wereld in en leek het zoeken van een echtgenoot absoluut onbelangrijk. Twee weken voordat Flora afstudeerde en een maand voordat de weduwe Worthington hun stiefmoeder zou worden, vond de secretaris van hun vader hem dood op de vloer van zijn kantoor. Rebecca en Flora waren ontroostbaar.

‘Het is veel te vroeg,’ huilde Rebecca, die zich aan Flora vastklampte. ‘We hadden nog veel meer jaren samen moeten hebben.’

‘Hij had mij moeten weggeven in de kerk, als ik met Thomas trouw,’ zei Flora.

‘Ik voel me zo schuldig dat ik hem heb teleurgesteld. Hij wilde er zo graag zeker van zijn dat wij onder de pannen waren voordat hij overleed.’

‘Maar hij wilde niet dat je met iemand zou trouwen van wie je niet hield.’

‘Ik weet het niet, Flora… ik vind het vreselijk dat hij is overleden voordat alles was opgelost.’

Hun vader had geschreven instructies voor zijn herdenkingsdienst en begrafenis achtergelaten, wat goed was, omdat Rebecca en Flora te verdrietig waren om helder te kunnen denken. Rebecca moest de deur naar de bibliotheek afsluiten omdat ze het niet verdroeg zijn lege bureau daar te zien staan of de geur van zijn sigaren en boeken te ruiken. Ze hoorde de bedienden ook huilen en besefte dat ook zij van haar vader hadden gehouden. Rufus wreef nog steeds in zijn ogen toen hij iedereen naar de begrafenisdienst in de overvolle kerk bracht. Rebecca hoorde nauwelijks iets van de ronkende grafredes die de meest vooraanstaande burgers van Chicago afstaken. Ze had geen anderen nodig om haar te vertellen wat een fantastische man haar vader was geweest. De etiquette schreef voor dat ze zichzelf moest beheersen en haar tranen voor thuis moest bewaren, zoals mevrouw Worthington deed, maar daar trok ze zich niets van aan. De hele afscheidsdienst huilde ze, net als later aan het graf, en ze zag nauwelijks dat de seringen op de begraafplaats in bloei stonden toen hun vader zijn laatste rustplaats kreeg naast hun moeder.

Rebecca verlangde ernaar samen met haar zus te kunnen rouwen, maar de Worthingtons en alle andere rouwgasten kwamen met hen mee naar huis voor de maaltijd die de bedienden hadden bereid. Het hoorde bij het rouwproces om de rol van gastvrouw te spelen en de condoleances in ontvangst te nemen, maar eigenlijk wilde ze alleen maar de tuin in rennen en huilen. Die avond viel Rebecca uitgeput van verdriet in haar bed. Wat moest ze met de rest van haar leven beginnen nu ze haar studie had afgerond en geen uitzicht had op een huwelijk?

Een week na de begrafenis gingen zij en Flora naar het advocatenkantoor van hun vader, waar zijn testament werd voorgelezen. ‘Wat doen zij hier?’ vroeg ze de executeur-testamentair toen ze zag dat ook Thomas en mevrouw Worthington bij het kantoor arriveerden.

‘Uw vader wilde hen erbij hebben,’ antwoordde de advocaat. ‘Thomas Worthington is verloofd met juffrouw Flora, en mevrouw Worthington wordt in het testament genoemd.’ Freddy was er in elk geval niet bij. Rebecca had geen andere keus dan samen met hen in het kantoor van haar vader te gaan zitten en te luisteren naar de executeur die de verdeling van het aanzienlijke fortuin voorlas.

De kerk van Rebecca’s vader en diverse liefdadigheidsinstellingen kregen ruime legaten. Edward Hawes was overleden voordat hij met mevrouw Worthington had kunnen trouwen, maar hij beloonde haar jaren van geduldig wachten met een ruimhartige toelage. De rest van zijn grote vermogen en overige bezittingen moest gelijkelijk verdeeld worden tussen zijn dochters, en Thomas Worthington zou Flora’s aandeel in bezit krijgen zodra ze trouwden. Terwijl de advocaat de lange lijst van bankcijfers en investeringen voorlas, was Rebecca verbluft over hoe reusachtig rijk zij en Flora waren. Had ze maar een idee wat ze met al die rijkdom moest beginnen.

Na het voorlezen van het testament haastte ze zich naar buiten om alleen te zijn, terwijl Flora met mevrouw Worthington en Thomas praatte. Rebecca was bang dat ze haar zelfbeheersing zou verliezen als ze iets anders dan verdriet op hun gezichten zag. Ze stond naast het rijtuig en deed haar hoed en sluier af om de warme bries door haar haren te laten blazen. Flora omhelsde de Worthingtons en nam afscheid. Rebecca was bang dat zij haar zus onder druk zouden zetten om snel met Thomas te trouwen, vanwege alle rijkdom die op het spel stond. Zodra ze bij het rijtuig kwam, ving Rebecca haar op. ‘Beloof me dat je geen datum voor je bruiloft vaststelt voordat de rouwperiode afgelopen is.’

Flora greep naar haar hoed, die van haar hoofd dreigde te waaien. ‘Maar Thomas wil…’

‘Het maakt niet uit wat hij wil. Ik smeek je om te wachten. Doe het voor mij. Alsjeblieft?’

Flora tilde de sluier uit haar gezicht en haar uitdrukking werd zacht en liefdevol. ‘Ja, natuurlijk wacht ik, Becky.’

Rufus deed het portier van het rijtuig open en Flora stapte in. Ook Rebecca zette een voet op het trapje, maar toen ze het interieur met de zwarte gordijntjes zag, kreeg ze het gevoel te stikken. Ze liet haar voet weer zakken. ‘Ik denk dat ik naar huis loop.’

‘Maar dat is heel ver, hoor.’

‘Dat vind ik niet erg. Ik heb tijd nodig om na te denken.’

‘Wil je dat ik met je meega?’

Ze keek naar de elegante schoentjes van Flora en schudde haar hoofd. ‘Nee, dank je. Ik wil even alleen zijn.’ Haar eigen schoenen waren niet veel steviger dan die van haar zus, met dank aan mevrouw Worthingtons bemoeizucht, maar toch liep Rebecca de drukke straat in. Het maakte haar niet uit hoeveel blaren ze zou oplopen. Het doordeweekse verkeer raasde langs haar heen en de inwoners van Chicago waren druk met hun dagelijkse bezigheden, zich niet bewust van Rebecca’s verlies. Ze rouwde niet alleen om haar vader, maar ook om de leegte die de komende dagen in haar leven dreigde te ontstaan. Ze wilde de zin van dat alles ontdekken.

In de verte klonk de stoomfluit van een trein die het station naderde. Het leek een sirenenzang die Rebecca hoop bood. Haar verlangen groeide nog meer toen ze Michigan Avenue af liep en even later voor het kantoor van Cunards scheepvaartmaatschappij stond, waar zij en Flora als schoolmeisjes naartoe waren gegaan. Ze deed de deur open en stapte naar binnen. Een uur later kwam ze weer naar buiten met twee passagebewijzen voor het stoomschip van New York naar Frankrijk. De rest van de weg liep ze met een vonkje hoop in haar hart naar huis.

Die avond zat ze met Flora zij aan zij in de eetkamer. Ze probeerden niet naar de lege stoel van hun vader te kijken. Rebecca dwong zichzelf de hele rouwperiode lang drie maaltijden per dag te eten, niet omdat ze trek had, maar omdat de bedienden erop stonden. En omdat Flora zei dat het gezwoeg van Maria Elena niet voor niets mocht zijn. Rebecca wachtte totdat Griffin het avondeten had opgediend en haalde toen de passagebewijzen tevoorschijn en legde ze voor haar zus op tafel.

‘Wat is dat, Becky?’

‘Lees maar.’ Ze gaf haar even de tijd om de kleine lettertjes te lezen voordat ze verderging. ‘We krijgen papa niet terug door in Chicago te blijven terwijl we rouwen. Ik heb besloten dat ik eindelijk onze lang geplande reizen naar Egypte ga maken. Misschien ga ik ook nog naar het Heilige Land. En naar Griekenland. Jij droomde er ooit ook van om al die plaatsen te bezoeken, weet je nog? Ik zou het heerlijk vinden als je met me meeging.’

‘Je bedoelt alleen wij tweeën?’

‘Ik heb geen kamenierster nodig als ik in een dahabeya de Nijl afzak, maar als je wilt kun je jouw meisje natuurlijk meenemen.’

‘Gaan we dan met een reisgezelschap?’

‘Liever niet. De man van Cunard zei dat we een reisagent kunnen inhuren om hotelkamers te reserveren en het transport te organiseren als we eenmaal een reisschema hebben. We nemen voor elke plaats die we bezoeken een plaatselijke gids in de arm, net als toen we met papa naar Frankrijk en Italië gingen.’

Flora kreeg tranen in haar ogen toen Rebecca hun vader ter sprake bracht. Rebecca kende haar zus goed, en nog voordat ze een woord had gezegd, wist ze dat zij zou weigeren. ‘Thomas zou het niet prettig vinden als ik zo ver reisde zonder een chaperon.’

‘Als je wilt, nemen we er een mee. Maar Thomas heeft niet het recht om beslissingen voor jou te nemen. Je bent nog niet met hem getrouwd. Je hebt zelfs je verloving nog niet officieel aangekondigd.’

‘Ik wil hem niet voor het hoofd stoten.’

‘Ik betwijfel of hij het risico wil lopen om jouw erfenis, of jouw liefde, mis te lopen door ruzie met je te maken. Ik vraag je niet om je verkering met hem uit te maken, alleen om een laatste reis met mij te maken voordat je met hem trouwt.’

Flora legde het passagebewijs neer alsof ze haar vingers eraan brandde. Ze keek naar haar lege bord en legde haar handen in haar schoot. ‘Het is zo vreemd dat we papa niet om advies kunnen vragen. Misschien moet ik eerst met Thomas of mevrouw Worthington gaan praten.’

Rebecca onderdrukte de neiging om haar door elkaar te schudden. ‘Voorlopig zijn we op onszelf aangewezen en moeten we voor onszelf denken, onze eigen beslissingen nemen.’

Uiteindelijk keek Flora weer op. ‘Waarom wil je zo vreselijk graag gaan, Becky?’

Hoe kon ze dat uitleggen? Ze wist alleen dat ze het moest proberen. ‘Die drang om te reizen is nooit weggegaan, nooit! Ondanks alle etiquettelessen, mijn rampzalige verkering met Freddy en zelfs het afronden van mijn studie. Het is als een stem in mijn hart die niet ophoudt me aan te sporen. Daarom heb ik het idee dat die stem wel belangrijk moet zijn, dat hij me naar iets groots leidt.’

‘En wat zou dat kunnen zijn, denk je?’

Rebecca zweeg even voordat ze antwoord gaf. ‘Weet je nog dat ik je overhaalde om naar het armste deel van Chicago te gaan? En hoe dat aanleiding werd voor ons krankzinnige plan om in die fabriek te gaan werken? Dankzij die ervaringen besefte jij dat je een roeping had om de armen te helpen, en die ben je sindsdien altijd gevolgd. Ik heb een hartstochtelijke liefde voor geschiedenis, maar ik moet nog ontdekken wat ik daarmee moet doen. Dat hoop ik met deze reis te bereiken.’

Flora luisterde echt naar haar. Op hun vader na was zij de enige die dat ooit had gedaan. ‘Ik begrijp het,’ zei ze. Maar ze keek nog steeds aarzelend.

‘Luister, Flora, als jij niet mee wilt, zoek ik iemand anders om met me mee te gaan. Maar ik zou die reis met niemand ter wereld liever willen maken dan met jou. Jij bent mijn zus, mijn beste vriendin. De reis biedt ons ook de kans om zonder afleiding van anderen om papa te rouwen. Hij zou het heerlijk vinden dat we eindelijk gingen. En het zou een geschenk zijn om nog een laatste keer samen een avontuur te beleven voordat je het huis verlaat om met Thomas te trouwen.’

Flora pakte het passagebewijs weer op, keek er even naar en keek toen Rebecca in de ogen. ‘Als ik het goed lees, vertrekt ons schip binnen een maand. We moeten dringend gaan pakken als we nog op tijd willen zijn.’

Rebecca juichte zeer ondamesachtig.