2
Op vijftien mei om ongeveer 8. 45 uur verliet de veertigjarige verpleegster Angela Lamond haar huis in Altmayer Street in Winter's End, voor de korte wandeling naar de kliniek in Main Street waar ze werkte. Ze werd gezien door haar buurman toen ze elkaar goedemorgen wensten, en ook door winkelpersoneel in Main Street. Uit niets bleek dat er iets mis was. Zoals gewoonlijk opende ze om acht uur de kliniek, vijf minuten voor de komst van dokter Nathan Vallence, de enige fulltime arts in de stad. Haar werkdag verliep volkomen normaal. Geen van de patiënten van die dag was iets ongewoons opgevallen. Dokter Vallence had in ofrond de kliniek niets verdachts opgemerkt. Om ongeveer 13.00 uur was Angela Lamond vertrokken voor haar lunchpauze, waarbij Jennifer Mitchell, de andere verpleegster, zoals gewoonlijk het volgende uur in haar eentje deed. Angela gebruikte de lunch in Martha's Garden, een klein restaurant iets verderop in de straat. Ze bleef ongeveer een halfuur binnen, pratend met vriendinnen die ze de meeste dagen op die tijd ontmoette. Geen van hen had aan Angela iets vreemds opgemerkt, of kon zich herinneren dat ze iets ongewoons had gezegd. Alvorens weer terug te gaan naar de kliniek, was ze van Martha's Garden snel even bij Eyecare binnengewipt om daar een paar nieuwe contactlenzen op te halen. De middag verstreek ongeveer zoals de morgen, waarna Angela de kliniek even na sluitingstijd om kwart voor vijf had verlaten.
Bij haar vertrek had ze Jennifer gedag
gezwaaid. Daarna had niemand haar meer levend gezien. Om 21. 40
uur, bijna vijf uur nadat ze de kliniek had verlaten, troffen
sheriff Dale Townsend en hulpsheriff Andy Miller, beiden na hun
dienst onderweg naar huis, op Route 11, ongeveer vijf kilometer ten
zuiden van de stad, het naakte lichaam van Angela Lamond aan. Het
ogenblik van overlijden werd geschat op een tijdstip na 20.40 uur.
Bij navraag kon niemand zich herinneren Angela op haar weg naar
huis te hebben gezien. Ook waren er geen meldingen van individuen
of voertuigen die zich in dat gebied verdacht hadden opgehouden.
Bij controle van Angela's huis vond de politie haar post op de
deurmat, en op haar antwoordapparaat stonden drie onbeantwoorde
boodschappen. Op een oproep om informatie kwam maar één reactie,
van een chauffeur van een houttruck, die verklaarde de betreffende
plek om 21.15 uur in zuidelijke richting te hebben gepasseerd
zonder dat hem iets bijzonders was opgevallen. Het forensisch
onderzoek van de plaats van het misdrijf was ernstig bemoeilijkt
door de uitzonderlijk hevige regen. Testen met Luminol en
fenolftaleëne toonden alleen maar vage bloedsporen aan in de
onmiddellijke omgeving van het lichaam, direct onder het verwonde
gedeelte van de torso, die in de stroomrichting van het water snel
werden verdund.
Gezien de kleine hoeveelheid die werd aangetroffen, amper genoeg om
opge- spoord te worden, was het onmogelijk om te bepalen of dit de
feitelijke plaats van de moord was of niet. Ook op de twee wapens
die op de plek van het misdrijf waren aangetroffen, werd geen
aantoonbare hoeveelheid bloed gevonden. Onderzoek van de directe
omgeving van de plaats van het misdrijf leverde weinig op. Het
enige dat mogelijk interessant zou kunnen zijn voordat de technici
van het forensisch team de omgeving zouden uitkammen, was een
onderzoek van de brede, met hoog gras begroeide bermen aan
weerskanten van de weg. Maar in het gras werden geen sporen
gevonden, wat later nog eens door de bemanning van een
overvliegende helikopter van de State Police werd bevestigd.
Waaruit de politie concludeerde dat het slachtoffer de plaats van
het misdrijf over de weg moest hebben bereikt, en niet lopend door
de velden. Op de kleren van de verdachte werden geen bloedsporen of
vreemde vezels aangetroffen, en evenmin haren van het slachtoffer.
In het zooiprofiel van de schoenen van de verdachte zaten drie
stukjes gravel van het wegdek en een zeer kleine, nauwelijks te
testen met de omgeving overeenkomende hoeveelheid grond.
Plantenresten of bladeren werden niet aangetroffen. De plaats waar
het lichaam werd gevonden bevindt zich op een voormalige, in het
plaatselijke bos ontgonnen schapenweide. De oude velden, die een
rechthoek vormen van zes kilometer lang en ruwweg twee kilometer
breed, en tot op bijna tweehonderd meter van de gemeentegrens
doorlopen, worden vrijwel perfect door midden gesneden door Route
11.
Het gebied ligt er al zo'n vijftig jaar of meer
verwaarloosd bij. Er staan geen verlaten gebouwen, en afgezien van
kleine duikers aan weerszijden van de weg zijn er geen
drainagegreppels, wat de mogelijkheid om onopgemerkt te blijven
beperkt tot het lange gras. Dr. Gemma Larson, de lijkschouwer van
de county, verrichtte op de morgen van 16 mei sectie op het lichaam
van Angela Lamond. De dood was veroorzaakt door twee tien
centimeter diepe steekwonden in de borstholte. Bij de ene wond was
het mes de rechter hartkamer binnengedrongen, bij de andere was de
rechterlong doorboord tussen de zesde en de zevende rib, waarbij
het mes duidelijke sporen op het bot had achtergelaten. Uit de hoek
van de wonden in het lichaam viel op te maken dat ze door iemand
vanaf de rugzijde van het slachtoffer waren toegebracht, over de
schouder, of rechtsom, door een rechtshandige dader. De veertien
andere wonden in de borst en maagstreek van het slachtoffer waren
minder diep dan de fatale wonden - sommige hadden alleen de
bovenste huidlagen doorboord - en allemaal na haar dood
toegebracht. Armen en handen van het slachtoffer vertoonden geen
verwondingen die waren ontstaan door pogingen om zich te
verdedigen. Wel was er op haar rechterschouder een lichte kneuzing
zichtbaar met een patroon alsof ze daar was vastgegrepen. Er was
niets wat wees op een seksueel misdrijf. Schraapsels vanonder
Angela's vingernagels onthulden niets. Evenals controle op haar en
vezels. Nergens op haar huid waren hand- of vingerafdrukken te
vinden, zelfs niet tijdens het eerste onderzoek op de plaats van
het misdrijf.
Eerdere toxicologische testen hadden niets ongewoons in haar bloed
aangetoond. Angela's maag en maagdarmkanaal waren bijna leeg, wat
erop duidde dat haar lunch in het restaurant vrijwel zeker het
laatste voedsel was dat ze had gegeten. In dit stadium ben ik niet
geïnteresseerd in de verdachte, maar in de feiten van de zaak. Ik
begrijp nu waarom Dale hulp zoekt; die vent lijkt verdomme wel een
geest. Geen vingerafdrukken, geen sporen, geen bloed. In de
forensische wetenschap geldt een wet die zegt dat elk contact
tussen twee personen leidt tot overdracht van sporen, hoe miniem
ook. Deze vent moet met teflon zijn bekleed. We hebben hem
aangetroffen op wat wel of niet de plaats van het misdrijf kan
zijn, met in elke hand een mes dat wel of niet het moordwapen kan
zijn. Maar als hij daar niet op de politie had blijven staan
wachten, dan hadden we nooit geweten dat hij daar zelfs maar was
geweest. Mijn gedachten concentreren zich op de moordenaar. Niet op
de man die de politie in hechtenis heeft, maar op de feiten die me
meer over de moordenaar kunnen vertellen. Wat me het eerst opvalt
is de overkill aan verwondingen bij het slachtoffer. Degene die ze
heeft veroorzaakt moet uitzinnig van woede zijn geweest. Op vrouwen
in het algemeen, of op een bepaald type vrouw, of op het
slachtoffer in het bijzonder. Ze is naakt, vernederd, en na haar
dood verminkt.
Toch is er ondanks haar naaktheid niets wat wijst op seksuele
drijfveren. En na afloop heeft de verdachte zich niet uit de voeten
gemaakt, wat me doet veronderstellen dat er sprake is van
persoonlijke motieven. De moordenaar heeft gedaan wat hij moest
doen en hij is tevreden. Vluchten is niet nodig; hij is klaar. Wat
nog niet wil zeggen dat de moordenaar van Angela Lamond een
jaloerse ex-minnaar was. Zijn 'persoonlijke' motieven kunnen
misschien zijn ingegeven door het waandenkbeeld dat zij de
antichrist was, gekomen om de wereld te vernietigen.
De moordenaar heeft Angela ontvoerd kort nadat ze naar huis was vertrokken. Dat, en het feit dat haar kleren en de plaats waar hij haar waarschijnlijk heeft vastgehouden nog niet zijn gevonden, zijn een indicatie dat de moordenaar zijn daad heeft gepland. Om vanuit de meest geschikte plaats te kunnen toeslaan, moet hij geweten hebben welke route ze liep en hij moet een goede schuilplaats gevonden hebben om van daaruit toe te slaan, en ook een veilige manier om haar weg te krijgen zonder de aandacht te trekken. Als we nog steeds op zoek waren naar de dader, dan zou ik me concentreren op de mensen die langs en in de buurt van Angela's route woonden, aangezien haar van de straat een huis in sleuren en haar daar verbergen een eenvoudige manier zou zijn. Ook zou ik nagaan wiens auto vaak genoeg in het gebied heeft rondgereden om geen verdenking meer op te wekken. En ook zou ik graag weten hoe het de moordenaar was gelukt om een naakte vrouw over een openbare weg ongezien vijf kilometer buiten de stad te brengen. Dat moet ondanks de duisternis en de stromende regen toch zijn opgevallen? 'Route slachtoffer' en 'lopen overweg?', krabbel ik op een stukje papier. Dan concentreer ik me op de haastig voorbereide en nogal summiere verslagen van de ondervragingen van de verdachte die Dale en zijn mensen in de twee dagen na zijn arrestatie hebben gedaan. Transcriptie 1 van bandopname ondervraging, Aroostook County Sheriffs Department 16 mei Zaak: Moord 'Lamond'. A1015-144 Ondervraging verricht door sheriff Dale Townsend (DT) en inspecteur B. Watts (BW). Verdachte (V) ziet af van recht op advocaat. DT: Begin ondervraging om 00. 35 uur. Aanwezigen: Sheriff Dale Townsend en inspecteur Bruce Watts van Aroostook County Sheriffs Department, en verdachte. Ik wijs u erop dat u het recht heeft om te zwijgen. Alles wat u zegt kan bij een proces tegen u worden gebruikt. U heeft het recht om een advocaat te raadplegen en het recht op zijn aanwezigheid tijdens de ondervraging. Als u zich geen advocaat kunt veroorloven, dan krijgt u die kosteloos toegewezen. Begrijpt u deze rechten die ik u heb voorgelezen? V: Natuurlijk. DT: Momenteel wordt u niet vertegenwoordigd door een advocaat. Ziet u voorlopig af van het recht op verdediging? V: Ik heb alle advocaten die ik kan wensen. Ik denk alleen niet dat ik ze hier nodig heb. DT: Dus u ziet af van - V: (interrumperend) Ja, ik zie af van mijn recht op een advocaat. DT: Noem voor de opname uw naam, alstublieft. V: Dat zal niet gaan, vrees ik. BW: Sorry? V: Ik zal bij dit verhoor mijn naam niet noemen.
Wist u dat mensen vroeger geloofden dat je, als je iemands echte naam wist, op allerlei manieren macht over hem had? Een aantrekkelijk idee, ook al is bijgeloof niet meer wat het was. BW: U weet dat een weigering om een naam te geven u additionele straf kan opleveren? V: Dat zal ik in gedachten houden, maar gezien het feit dat u me hier heeft gebracht om me te ondervragen over moord, verbaast het me dat u denkt dat additionele straf me bang zou maken. Staat op obstructie van de rechtsgang tegenwoordig de doodstraf? DT: Oké, dan slaan we dat even over. Totdat we zijn echte naam weten, wordt aan verdachte gerefereerd als 'Nobody'. BW: Wat genoteerd zou moeten worden, is dat de verdachte een 'etterbak' is. DT: Laat maar, Bruce. Meneer Nobody, vertelt u ons om te beginnen eens wat u daar op de weg deed. V: Wachten. DT: Wachten waarop? V: Dat weet je pas wanneer het gebeurt. BW: Heeft u de vrouw daar op die plek gedood, of heeft u haar vanuit de stad daarheen gebracht? V: Vanuit Winter's End? BW: Inderdaad. V: Weet u hoe die stad aan zijn naam is gekomen, inspecteur? Een groep pioniers werd ten noorden van de rivier de St. John overvallen door de invallende winter, net toen ze zich daar wilden vestigen, op de plek die nu New Brunswick heet. Hun steeds krapper wordende voorraden dwongen hen naar het zuiden te gaan. DT: Laten we op de gebeurtenissen van vanavond terugkomen. V: Ze bl even weken doorgaan. Er waren geen paden, en ze schoten maar langzaam op, zeker nadat ze hun lastdieren hadden gedood voor het vlees. Waarschijnlijk geen mensen genoeg die goed konden jagen, veronderstel ik. DT: Zou u ook kunnen vertellen wat u vanavond voor het tijdstip dat u bent gearresteerd heeft gedaan? V: Door honger en sterfte bleven ze daar waar ze de eerste lentedauw zagen. De nederzetting die ze daar stichtten, werd door hen Winter's End genoemd. Wist u dat het daardoor ouder is dan de grote noordelijker gelegen steden? BW: Heel interessant. V: Natuurlijk lijkt het een prachtig voorbeeld van pioniersgeest, van de strijd van de mens tegen de elementen. Maar in werkelijkheid was het gewoon een stelletje onnozele pioniers dat op zoek was naar een stukje land om van te kunnen eten. Dat wat de geschiedenis betreft. DT: Dus u kent de stad goed? V: Een scherpzinnige conclusie. In ieder geval zou ik het ooit in een toeristenfolder gelezen kunnen hebben. BW: Zijn er plaatsen waar u graag komt? Zelf pak ik graag een biertje bij Larry's als ik in de buurt ben. Maar die tent moet je wel liggen. V: (zacht lachend) Leuk geprobeerd, inspecteur. Ik ben onder de indruk. DT: Luister, vriend, het is laat en we zijn allemaal moe.
Waarom hou je niet op met die flauwekul? Vertel ons gewoon wat er is gebeurd, dan kunnen we allemaal gaan slapen. V: Wat er is gebeurd? DT: Precies. V: Als ik me goed herinner, dan was er in den beginne het Woord. Of, als u dat liever heeft, de aarde was ledig. Er is nog veel meer, maar dat is een lang verhaal. DT: (zucht) Laat maar zitten. Morgen proberen we het opnieuw. Ondervraging is beëindigd om 01. 05 uur. Transcriptie 2-16 mei. Ondervraging verricht door sheriff Dale Townsend (DT) en inspecteur B. Watts (BW). Verdachte (V) zag af van recht op advocaat. DT: Begin ondervraging 09.45 uur. Aanwezig zijn sheriff Dale Townsend en inspecteur B. Watts, van Aroostook County Sheriffs Department, en verdachte, momenteel 'Nobody' genaamd. Ik wijs u erop wat u het recht heeft om te zwijgen. Alles dat u zegt kan bij een proces tegen u worden gebruikt. U heeft het recht om een advocaat te raadplegen en op zijn aanwezigheid tijdens de ondervraging. Als u zich geen advocaat kunt veroorloven, dan krijgt u die kosteloos toegewezen. Begrijpt u de rechten die ik u heb voorgelezen? V: Ja, en ik zie nog steeds af van mijn recht op een advocaat. DT: U weigert nog steeds uw naam aan het verhoor toe te voegen, veronderstel ik? V: Tot nu toe zeker weinig geluk gehad met het vinden van mijn identiteit? DT: Klopt. Nou? V: Vergeet het maar. BW: Waarom beginnen we niet met wat u gisteren hebt gedaan. Hoe heeft u uw dag doorgebracht? V: Het verbaast me om u hier weer te zien, sheriff. Je zou toch denken dat een druk man als u wel wat beters heeft te doen. Geen festiviteiten die moeten worden geopend. Geen voordrachten op school? DT: Dat klopt, meneer Nobody, ik heb inderdaad betere dingen te doen. Maar door uw stijfkoppigheid kom ik daar niet aan toe. Waarom laat u ons uw kant van het verhaal niet horen? Dan kunnen we het tenminste van twee kanten bekijken, zodat we niet alleen van onze lezing uit hoeven te gaan, die volgens mij niet bepaald in uw voordeel uitpakt. V: Wilt u mijn kant van het verhaal wel horen?
U lijkt nogal tevreden met uw versie. DT: Er moet iets zijn. V: Aangezien u alles wat ik zeg in twijfel trekt, wat voor zin heeft het dan om u dat te vertellen? Ik zou kunnen zeggen dat ik de hele dag aanwezig ben geweest bij een 24-uurs bridgedrive van de New England Steak Lovers' Association, of rennend door de bossen heb proberen te ontsnappen aan een bende moordlustige houthakkers. Maar wat voor zin zou dat hebben? BW: We zouden uw verhaal kunnen nagaan. En als u de waarheid heeft gesproken, zouden we opnieuw naar ons bewijs moeten kijken. V: Fijn dat u me dat even uitlegt, inspecteur. Tot vandaag had ik werkelijk geen idee wat het woord 'alibi' betekende. DT: Vertelt u ons dan in ieder geval wat u daar op de plek van de moord deed. V: Dat heb ik u gisteren al gezegd. Wachten. DT: Dat weet ik nog. Maar waarom juist daar? V: Het leek de juiste plek. BW: Kende u Angela Lamond? V: Heeft u een gezin, sheriff Townsend? Een vrouw, en kinderen? DT: Is dit een soort bedreiging? V: Gewoon nieuwsgierigheid. Ik zit hier veilig opgesloten, dus nauwelijks in een positie om te dreigen. Dus? BW: Laten we ons bepalen tot de gebeurtenissen van de vijftiende. V: Ik praat liever over iets anders. En zo gaat het nog even door. De verdachte laat niets los. Elke aan hem gestelde vraag over het misdrijf wordt consequent door hem ontweken, waarbij hij voortdurend afdwaalt naar andere onderwerpen zoals historie, sport en religie. Ik hoef me er niet verder in te verdiepen; ik weet genoeg. Ik ken de zaak en ik heb een indruk van de verdachte. De rest komt later wel.