4
In je dromen is het twintig minuten zoeven vanuit Van Nuys naar het oosten, naar het bureau van de Chief in Parker Center.
Een andere plaats van handeling en veel te veel verkeer maakten van dat droomritje één grote, van uitlaatgassen vergeven kruiptocht naar het westen die een uur en tien minuten duurde.
De Stagecoach Bistro keek uit op de negende hole van een countryclub in Calabasas, die er zeer exclusief uitzag, maar waar iedereen terechtkon die de maandelijkse contributie kon opbrengen.
Rijdend naar het gravel parkeerterrein maakten de perfect geschoren gazons en de absoluut niet voor dit klimaat geschikte, gemodelleerde peperheesters plaats voor stof en landelijk hekwerk. Te midden van een handjevol auto’s stond de marineblauwe Lincoln Town Car die Milo herkende als het privévervoermiddel van de Chief. Geen lijfwacht te zien, geen escorte.
Het gebouw was opgetrokken uit stammen en gedekt met shingles. Een menu bij de ingang vermeldde een Franse chef-kok. Er werd ‘nouveau-Tex-Mex-Thai comfort cuisine’ geserveerd.
Een parmantige hostess met een paardenstaartje leidde ons naar een picknicktafel van redwood die in een hoekje van een patio was weggestopt in de schaduw van passende vegetatie: oude Californische eiken, kromgegroeid en verwrongen onder eeuwenlange Santa Ana-winden. De Chief had zich op zijn beurt verstopt achter de reusachtige stam van de stamvader van al die eiken.
Zijn eetstokjes bleven in beweging toen wij gingen zitten. Hij wees naar twee menukaarten.
Comfort Cuisine liet zich vertalen als heldhaftige porties en proza waar je hoofdpijn van kreeg.
Het rechthoekige bord van de Chief was meer dan een halve meter breed.
‘Wat eet u, meneer?’
‘Nummer zes.’
Tweeëndertig kruidige Mekong-garnalen zwemmend in aspergecoulis en getint met een reductie van citroengras-oregano, genesteld in een terroir van geitenkaas met een accent van refried black beans en afgezet met paleismuren van huisgeconserveerd buikspek van het varken.
De Chief zei: ‘Omdat jij een gourmet bent, Sturgis.’
‘Dank u wel, meneer, dat waardeer ik.’
De Chief trok de klep van een grijze suède honkbalpet wat omlaag. In plaats van zijn gebruikelijke zwarte pak en stropdas van vijfhonderd dollar droeg hij een spijkerbroek en een bruin leren bomberjack. De pet en de pilotenbril met spiegelglazen dekten een groot deel van zijn ongenadig pokdalige, merkwaardig driehoekige gezicht af. Een borstelige witte snor onttrok nog meer gemarteld vlees aan het zicht.
Hij is een van de weinige mensen bij wie vergeleken Milo een stralend fris uiterlijk heeft.
Nog zo’n paardenstaartmeisje kwam op ons af, een handterminal in de aanslag. ‘En wat kan ik deze mannen vandaag serveren?’
Milo zei: ‘Nummer zes.’
Ik liet mijn ogen over de menukaart gaan en bestelde een elandburger met bacon van de bizon.
De Chief zei: ‘Voorzichtig met cholesterol, dr. Delaware?’
‘Ik houd van bizon.’
‘Jij houdt van bizon. Buffalo Bill ook. En de indianen op de prairie. Zit er inboorlingenbloed in jou?’
‘Samen met nog een heleboel ander spul.’
‘Een bastaard, net als ik.’
Het enige wat ik ooit over hem gehoord had, was dat hij honderd procent Iers was.
Hij zei: ‘Er zit nog een beetje Seneca hier. Dat beweert de grootmoeder van mijn vaders kant tenminste. Ik ben daar niet zo zeker van eigenlijk. De vrouw dronk graag een borrel.’ Hij speelde met een eetstokje. ‘Net als jouw vader.’
Ik reageerde niet.
Hij zette zijn zonnebril af. Kleine, zwarte ogen dwaalden over mijn gezicht alsof hij een dermatoloog was op zoek naar huidafwijkingen. ‘Tast je oordeelsvermogen aan, zwaar drinken.’
‘Het is een probleem in sommige families.’
Hij keerde zich naar Milo. ‘Wat had je verdomme eigenlijk gedacht toen je hem zonder toestemming meesleepte naar dat huis van Freeman, en vervolgens Creighton allerlei onzin verkocht? Dat hij geen contact zou opnemen met mij?’
‘Ik ging ervan uit dat hij dat zou doen, meneer.’
Het eetstokje kletterde neer op tafel. ‘Een kwestie van hij kan barsten?’
‘Nee meneer. Het was een kwestie van ik doe mijn werk zo goed en zo kwaad als het gaat gezien de beperkingen.’
‘Kun je je werk niet doen zonder hem? Hebben we hier te maken met de een of andere psychologische afhankelijkheid?’
‘We hebben het over een voorkeursaanpak op basis van ervaring in het verleden, meneer.’
‘Functioneer je alleen als een zielenknijper je handje vasthoudt?’
‘Als een zaak ongewoon is en als dr. Delaware tijd heeft, heb ik veel aan zijn hulp. Ik dacht dat u het daarmee eens zou zijn, dus voorzag ik geen problemen.’
‘En Creighton?’
‘Creighton is een bureaucraat.’
De Chief pakte het eetstokje weer op en liet het op indrukwekkende manier langs zijn vingers rollen. De zwarte ogen schoten heen en weer tussen Milo en mij. ‘Je voorzag geen problemen.’
‘Op basis...’
‘Ik snap het. Maar het is nog steeds flauwekul. Het verbaast me dat de dokter zich nog met je inlaat.’
Tot twee keer toe had de Chief me bij het korps een voornaam klinkende baan aangeboden die ik had afgewezen.
‘Ik kan begrijpen dat een zielenknijper handig is bij vreemde zaken, Sturgis, maar in dit geval kan ik geen psychoseksuele griezeligheid ontdekken.’
Milo zei: ‘Een lijk verpakt in droogijs, geen duidelijke doodsoorzaak en volledig voorbijgaan aan standaardprocedures bij het onderzoek, maakt het voor mij een ongebruikelijke zaak.’
‘Vind jij het ongebruikelijk, Delaware?’
‘Het is anders.’
‘Heeft Sturgis je uitgelegd waarom discretie van het grootste belang is?’
‘Dat heeft hij gedaan.’
‘Wat heeft hij je precies verteld?’
‘Dat uw zoon op Windsor Prep zit en zich heeft aangemeld voor Yale.’
‘Wat vind je van Yale?’
‘Topuniversiteit.’
‘Geweldige reputatie,’ zei hij. ‘Net zoals de hedgefonds-tovenaars en idioten bij Fannie Mae totdat iemand hun de broek van de kont trok, en raad eens wat daaronder zat? Niets.’
‘U vindt Yale maar niets?’
‘Yale interesseert me te weinig om het iets te vinden, dokter. Ze zijn allemaal hetzelfde. Het zijn hokken waarin we een tijdlang verwende rijke rotkinderen opsluiten, en kinderen die eropuit zijn om nog rijkere, verwende rotkinderen te worden. Een paar jaar geleden hebben de genieën in de toelatingscommissie bij Yale duizenden slimme, gekwalificeerde Amerikaanse jongens afgewezen, maar wel een of andere Afghaan toegelaten die woordvoerder was geweest bij de taliban. Wedden dat die knaap nooit iets aan wiskunde had gedaan en nooit aanvoerder was geweest van het debatteam voor de Model United Nations? En vervolgens lieten ze een zogenaamde studente in de beeldende kunst toe. Het toppunt van kunst was voor haar dat ze zich liet bezwangeren en daarna aborteren, en de hele rotzooi op video vastlegde. En daarna deed ze de hele wanstaltige vertoning nog eens en nog eens dunnetjes over. Of misschien was het nog wel nep ook. We leven in een bizarre wereld, Rembrandt zou zich omdraaien in zijn graf.’
‘Ongetwijfeld,’ zei ik.
‘Ik heb niets tegen Yale wat ik niet ook tegen de andere Ivy League-universiteiten heb. Wat ik niet snap, is dat Charlie erheen wil terwijl mijn vrouw naar Columbia is geweest en daarna naar Penn Law School en ik die belachelijke masterstitel aan Harvard heb gehaald. Twee jaar op en neer naar Boston, elke week, en als beloning luisteren naar opgeblazen idioten die over niks kleppen. Ik heb de vergissing begaan om naar het uitreiken van de bul te gaan, mijn vrouw mee en mijn moeder, Charlie was er nog niet. De ceremonie wordt buiten gehouden op het terrein. Dat was prima in de achttiende eeuw toen er alleen maar een paar rijke watjes theologie studeerden. Tegenwoordig is er maar ruimte voor ongeveer een kwart van alle mensen die erop afkomen. Je krijgt een nummer van de stoel waar je moet gaan zitten, en alle rijke klootzakken die gebouwen sponsoren zitten vooraan. Mijn vrouw en mijn zevenentachtigjarige moeder hebben twee uur in de zon gestaan bij een temperatuur van meer dan dertig graden. Toen ze eindelijk bij hun stoelen kwamen, hebben ze geen flikker gezien, omdat een stelletje onbehouwen rotzakken de hele tijd voor hen stond. Een groepje aardige zwarte dames uit de Bronx zat in de rij achter hen, hun nichtje was de eerste in de familie die naar de universiteit was geweest, en ze hadden geen flauw benul van wat er gaande was. Mijn vrouw keerde zich om en zei: ‘Dit zijn de genieën die de oorlog in Vietnam hebben gevoerd.’ Ze zijn allemaal hetzelfde, dokter. Arrogant, oppervlakkig, wereldvreemd.’
‘Ivy League-universiteiten.’
‘Alle elitaire universiteiten. Het is allemaal zo puberaal: onzekere klootzakken verzekeren zich van populariteit door anderen uit te sluiten.’ Hoofdschuddend. ‘Mijn zoon krijgt voorrang bij Columbia, Penn en Harvard, omdat mijn vrouw en ik daar hebben gezeten, en hij raakt goddomme geobsedeerd door Yale.’
‘Zo zijn kinderen,’ zei ik.
‘Stom en halsstarrig?’
‘Ze proberen anders te zijn.’
‘Psychologengelul,’ zei hij. ‘Ja, ja, dat zegt mijn vrouw ook. Blijkbaar gaat Charlie zwaar gebukt onder de geweldige schaduw van zijn vader en dus moet hij zich onderscheiden als individu. Belachelijk, ben ik intimiderend? Niet naar hem toe, geloof me maar. Hij is twee keer zo slim als ik en hij speelt godbetert cello.’
Milo’s glimlach was vliesdun, maar de Chief merkte hem op.
‘Jij vindt dit prachtig, hè? Om mij in een situatie aan te treffen waarin ik je niet met mijn gebruikelijke doeltreffendheid en doortastendheid een schop onder je kont kan geven.’ Tegen mij: ‘Ik zei tegen Charlie dat hij zich bij Harvard moest aanmelden voor een vroege toelating. Daar zit je niet aan vast en dan zou hij wat hebben om op terug te vallen. Nee, zei hij, dat zou niet eerlijk zijn tegenover anderen die echt naar Harvard willen. Wat denk je dat het gemiddelde toelatingspercentage was voor de grote drie, Harvard, Yale en Princeton? Zes kutprocent en dit jaar wordt het nog erger door de babyboom. Charlie scoort meer dan 4.0 als je alle extra klassen meetelt, hij had een score van 1540 op zijn SAT, in één keer. Eitje om aangenomen te worden, toch? Vergeet het maar.’
Ik zei: ‘Het klinkt alsof hij op eigen kracht al goede papieren heeft, en dan ook nog een keer als kind van u en uw vrouw – dat moet toch ook helpen.’
‘Waarom?’
‘U bent beroemd.’
Hij priemde met een vinger naar zijn borst. ‘Als ik een hersendode acteur was met een hersendood kind, dan was ik beroemd. Voor die sukkels daar ben ik een rechtse onderkruiper die probeert zich omhoog te wurmen op de sociale ladder. Denk maar niet dat het niets met politiek te maken heeft. Ja, Charlie is briljant, maar zelfs onder de meest gunstige omstandigheden ga ik nog niet van tevoren een vlucht naar New Haven boeken. En nu dit weer. Eerst maakt ze die stomme dvd, en dan gaat ze verdomme inderdaad de pijp uit. Geef de sukkels een excuus om mijn zoon opzij te schuiven ten faveure van de een of andere techneutische Hamaswhizzkid uit Gaza die ze kunnen leren om nog betere klotebommen te maken, en ze springen erbovenop.’
‘Dus u denkt niet dat het zelfmoord is?’
‘Een lijk in het ijs, maar nergens zakken te vinden, pc van het slachtoffer foetsie, ze heeft al waarschuwingen opgenomen dat er mensen achter haar aan zitten? Waarom zou ik dat godallemachtig moeten zien als zelfmoord? Oh, Jezus.’ Schelle lach. ‘Jullie dachten echt dat ik je zou opzadelen met een zelfmoord? Er een soort Ice-Gate van maken? Kom op zeg, ik heb wel Harvard van binnen gezien.’
Hij begon weer te eten. Toen Milo ‘Meneer,’ zei, wuifde hij hem weg.
Twee happen later probeerde Milo het opnieuw: ‘Dus ik kan te werk gaan zoals ik denk dat het moet?’
‘Kijk,’ zei de Chief. ‘Dat klinkt paranoïde. Misschien ben je niet de juiste man voor deze zaak, gezien de psychologische kantjes die eraan zitten.’
‘Zelfs paranoïde mensen hebben vijanden,’ zei Milo.
‘Als het klootzakken zijn, zijn het er heel wat.’ De Chief begon rood aan te lopen, maar een volgende tirade werd in de kiem gesmoord door de komst van ons eten.
Mijn burger was droog en ik schoof hem opzij.
Milo vierde feest.
Toen hij zijn bord half had leeggegeten, haalde hij diep adem en legde hij zijn vork neer. ‘Meneer, mijn excuus als ik u beledig, maar het is mij nog steeds niet duidelijk wat er precies van me wordt verwacht.’
‘Die kutzaak afsluiten, dat is wat ik van je verwacht, maar wel discreet. Wat dat betekent? Oké, daar gaat hij: Je brengt niets in de openbaarheid zonder mijn voorafgaande toestemming. Geen onnodig tromgeroffel, geen rondgestrooide praatjes dat Windsor Prep een poel des verderfs is, geen aanval op het instituut alsof je een commando bent, het bestuur wordt niet geïntimideerd, docenten worden niet geïntimideerd, leerlingen niet, schoonmakers niet, de eekhoorns die daar in de bomen zitten niet, en zelfs de vogels die eroverheen vliegen niet.’
‘En die drie docenten die Freeman noemt?’
‘Die zullen je ter beschikking worden gesteld. Heb je die vriend van Freeman al aan de tand gevoeld, die Italiaan?’
‘Het enige wat ik tot nu toe heb gedaan, is de plaats delict bekijken en het dossier lezen, meneer. Wat daarvoor door moet gaan.’
‘Wat daarvoor door moet gaan, is voorlopig genoeg voor jou om mee te beginnen. Begin maar bij die vriend. Door wie worden vrouwen vermoord? Door de mannen waar ze iets mee hebben. Als er geen enkel smetje aan die Italiaan kleeft, mag je je bezondigen aan die docenten. En tot die tijd moet je me niet lastigvallen. Ik wil geen e-mail over de zaak, niet aan mij gericht en ook niet aan iemand anders, en dat geldt ook voor opnamen van telefoongesprekken. Je enige kroniek is het dossier, en daar noteer je uitsluitend in wat de regels voorschrijven. Dat betekent geen speculaties op papier. En ook niet verbaal naar burgers of andere politiemensen dan naar mij. Begrepen?’
‘Ja, meneer.’
‘Bovendien, wanneer je niet schrijft of leest in genoemd dossier, stop je het weg achter slot en grendel in je bureau. Dat geldt ook voor al je dagelijkse aantekeningen en boodschappenbriefjes. Zelfs al die kleine post-its berg je op. En je maakt geen fotokopieën van materiaal zolang ik dat niet heb gezien.’ Hij spietste een garnaal. ‘Maar voor de rest is het te werk gaan zoals altijd.’
‘En dr. Delaware?’
‘Nu je me voor een fait accompli hebt gesteld, kan ik maar net zo goed van zijn diensten gebruikmaken. Ik ben ervan overtuigd dat er geen problemen zullen ontstaan, want hij weet dat de tuchtraad korte metten maakt met loslippige psychologen.’
Hij tikte met een vinger tegen de klep van zijn pet en knipoogde: ‘Al denk ik niet dat hij ooit zover zou komen, dokter.’