8

Terwijl we van Santa Monica naar West L.A. reden, probeerde Milo de Chief te bellen. Hij kwam niet verder dan de buitenste ring secretaresses en verbrak de verbinding.

‘En wat vond je van Il Presidente?’

‘Verzot op zijn baan, die doet alles om te blijven zitten waar hij zit.’

‘Met wat het hem oplevert, gaat hij waarschijnlijk over lijken om zijn baan vast te houden, Alex.’ Trommelend op het stuur. ‘Jammer dat opgeblazen gedrag geen misdaad is.’

‘Ik vond die vergelijking met biefstuk nogal treffend.’

‘Ja... mijn schooljaren waren meer een soort goedkope gehakt. Weet je waar ik me echt aan ergerde, Alex? Die paternalistische valse bescheidenheid – ik ben gewoon maar een domme, ploeterende prutser die op de een of andere manier een cum laude heeft gekregen van Brown.’

In een andere tijd,’ zei ik. ‘Maar misschien schuilt daar toch wel wat waarheid in. Zoals de Chief al zei zijn de meeste universiteiten in de Ivy League begonnen met godsdienstonderwijs en hebben ze zich van daaruit razendsnel ontwikkeld tot vergaarbakken voor rijke, blanke jongetjes. Nog weer later, toen de toelatingseisen werden versoepeld, werden het meritocratische toevluchtsoorden, maar Helfgott is zo oud dat hij waarschijnlijk voor die tijd heeft gestudeerd.’

‘Jij bent een echte bolleboos, waarom ben jij nooit naar zo’n Ivy geweest?’

‘Mijn high school was een arbeidersschool, net als die van jou. De decaan stuurde je naar beroepsonderwijs. Bij de meeste leerlingen kwam het niet eens in hen op om te gaan studeren. Ik mikte hogerop omdat ik mijn familie wilde ontvluchten. Op de avond dat ik ben vertrokken uit Missouri, ben ik het huis uit geslopen zonder iets te zeggen en op weg gegaan in een oude rammelkast die ik stiekem had gekocht.’

‘Zestien jaar oud. Lefgozer.’

‘Het was een kwestie van overleven,’ zei ik. ‘En dan nog wat, dat heb ik nog nooit aan iemand verteld: ik heb gelogen bij mijn inschrijving op de universiteit. Mijn moeder had een oude vriendin die vroeger zelf thuis was weggevlucht, naar Oakland, waar ze onderwijzeres was geworden. Ze wist waar ik mee te stellen had, verklaarde dat ze mijn tante en voogd was en dat ik al jaren in Californië woonde. Als ze dat niet had gedaan, had ik me nooit het collegegeld kunnen permitteren dat je moet betalen als je uit een andere staat komt. Ik heb twee weken bij haar in huis gewoond. Het gras gemaaid en de goten geverfd. Toen heb ik voor haar een bosje margrieten gekocht, een briefje achtergelaten en ben ik er midden in de nacht weer vandoor gegaan, naar L.A. Pas jaren later tijdens mijn studie ben ik ooit weer terug geweest in Oakland.’

‘Mijn maatje de oplichter. Tijd om je diploma’s in te trekken.’

Ik zei: ‘Jij wordt te goed betaald om je met fraudezaken bezig te houden.’ En een kilometer verder: ‘Als je alle donaties bij elkaar optelt die ik als oud-leerling heb gedaan, heb ik dat collegegeld meer dan goed gemaakt.’

Hij lachte. ‘Voor alles is een boetedoening, hè?’

‘Je moet ergens beginnen.’

 

Terug op het bureau belde Milo dr. Clarice Jernigan op het kantoor van de lijkschouwer.

Vorig jaar had hij de zaak opgelost van de moord op een van Jernigans medewerkers, iemand die Bobby Escobar heette, al was het oplossen van die zaak officieel geboekstaafd als een verdienste van het bureau van de sheriff. Op het moment dat de zaak hopeloos vast leek te zitten, had Jernigan in een opwelling voorkeursbehandeling aangeboden in ruil voor een oplossing.

Een vrouw die haar woord hield.

Milo schakelde zijn telefoon op handsfree toen de pittige stem van Jernigan het kleine kantoortje vulde.

‘Ik heb je slachtoffer net weer dichtgemaakt, Milo. Welke halfgod staat er behalve mij nog meer bij je in het krijt?’

‘Wat bedoel je, dok?’

‘Het lijk van Freeman wordt hier afgeleverd, belandt ondanks alle achterstallige klussen met een reuzenzwaai in één keer op de snijtafel, samen met een niet getekend briefje op heel ander papier dan we hier gebruiken, met de opdracht er direct aan te beginnen en de resultaten voor me te houden. Ik probeer mijn baas te bellen, maar die is zogenaamd de deur uit, terwijl ik weet dat hij gewoon op zijn plek zit. Mijn hoofdonderzoeker zegt dat dat briefje er niet bij zat toen het lijk werd binnengebracht. Wat bevestigd wordt door de chauffeurs van de lijkwagen, dus op de een of andere manier lukt het iemand een etiket aan het lijk te hangen zonder dat iemand anders het doorheeft. Ik dacht dat jij dat misschien had gedaan, een beetje overdreven met het oog op onze afspraak, maar goed. En toen ik goed en wel met het lijk bezig was, belde iemand me op mijn privélijn, de lijn die mijn kinderen gebruiken als ze me nodig hebben, en waarschuwde me dat ik heel discreet te werk moest gaan met Elise Freeman. Letterlijk was het: “Dit moet met de grootst mogelijke stilte worden afgehandeld.” Toen ik wilde vragen waarom, hing ze op.’

‘Wie is die ze?’

‘Iemand die zei dat ze voor Parker belde. Klopt dat?’

‘Waarschijnlijk wel.’

‘Wat is er aan de hand, Milo? Ik heb Freeman opgezocht met Google en ze was niet rijk, niet beroemd en in alle opzichten onopvallend.’

‘Het is ingewikkeld, dok.’

‘Je bedoelt: kop dicht en snijden,’ zei Jernigan. ‘Hoe dan ook, ik heb alle irritatie maar aan de kant geschoven, heb mijn mond gehouden en ben gaan snijden en ik heb het volgende voor je: Freeman had drie keer zoveel alcohol in haar bloed als wettelijk is toegestaan. Daarnaast had ze een of andere opiaat verteerd. Geen sporen van naalden, dus het is waarschijnlijk gesnoven. Analyse van de stofwisseling duurt een tijdje. Er zijn ook duidelijke aanwijzingen voor een overdosis. Bij een betrekkelijk jonge vrouw.’

‘Betrekkelijk, hoe?’

‘Een lichte vorm van aderverkalking en een beetje littekenweefsel in de lever – het begin van cirrose. Dat betekent dat ze misschien wel behoorlijk tekeer is gegaan met de vloeibare snoepjes. Dat kan ook de dichtgeslibde aderen verklaren, al kan dat ook een kwestie van slechte genen zijn geweest. Of allebei. Maar op korte termijn zou dat allemaal geen problemen hebben opgeleverd. Ze had nog jaren meegekund. Er zijn geen sporen van geweld op het lichaam, geen beschadiging van het tongbeen die op wurging wijst en evenmin oculaire petechieën. Ze is niet seksueel misbruikt en ze is nooit zwanger geweest. Doodsoorzaak is een overdosis, maar hoe mag Joost weten.’

‘Kan het een onopzettelijke overdosis zijn geweest?’

‘Of zelfmoord. Of moord. Mijn hoofdonderzoeker heeft geen braaksel aangetroffen op de plaats delict, ook geen andere sporen van benauwdheid. Ook geen lege drankflessen en kleine plastic zakjes. Dat bad met droogijs is bizar, zoiets heb ik nog nooit eerder meegemaakt. Misschien is het wel een of ander erotisch spelletje geweest dat ze in haar eentje speelde, al kun je je moeilijk voorstellen hoe ze de pijn heeft kunnen verdragen.’

‘Kan het zijn dat ze zich met een overdosis verdoofd heeft en in dat ijs is gaan liggen net voor ze het bewustzijn verloor?’

‘In theorie wel, denk ik, dan voel je geen pijn. Enig idee waar dat ijs vandaan kwam? Mijn hoofdonderzoeker heeft nergens zakken gezien.’

‘Ik heb de zaak nog maar net, dok.’

‘Als je uitgaat van bedwelming door drugs,’ zei Jernigan, ‘zou je eerder verwachten dat ze met een smak in dat ijs terecht is gekomen in plaats van dat ze erin is gaan liggen, en dat zou een boel rommel hebben veroorzaakt. Misschien ook wel een bult op haar hoofd. Maar dat was er allemaal niet. Droogijs smelt niet, het verdampt, dus je verwacht geen plassen. Maar toch, ze lag er te mooi in en aan verbrandingen van de huid kon je zien dat ze er een aardige tijd heeft gelegen. We weten allebei dat het moord is, maar ik heb niet genoeg om dat op papier te zetten.’

‘Kun je op een of andere manier vaststellen of ze leefde of dood was toen ze in dat ijs terechtkwam?’

‘De rode tint van de verbrandingen suggereert dat ze nog leefde, maar in een rechtbank zou ik zeggen: “Ik weet het niet.” Hoe is dit op jouw bordje gekomen terwijl het een zaak is voor de Valley?’

‘Ik versta de kunst van het zwijgen, dok.’

‘Ik snap het,’ zei Jernigan. ‘Succes ermee.’

‘Bedankt, dok.’

‘Als je me werkelijk wilt bedanken,’ zei Jernigan, ‘zorg je ervoor dat ik buiten beeld blijf.’

 

Milo belde het laboratorium, pareerde een paar afleidingsmanoeuvres, ging geestdriftig in gesprek met iemand die Bill heette en zei: ‘Als ik nu niet meteen antwoorden krijg, kom ik naar je toe om me ermee te bemoeien. Instructies van boven.’

Bill zei: ‘Wat bedoel je, van boven.’

‘Gebruik je fantasie.’

‘Daar word ik niet voor betaald.’

‘Tot over een halfuur.’

‘Zo werkt dat niet, Milo. Wij hebben bindende instructies.’

‘Mijn instructies zijn vijf minuten oud en tellen zwaarder dan die van jou.’

‘Van wie komen die?’ zei Bill.

‘Van het hoogste niveau.’

‘Zomaar plotseling heb jij een direct lijntje naar God.’

‘Net als Sinterklaas. Maar je hoeft mij niet te geloven, ik zal je zijn nummer geven. En nu de antwoorden. Zijn er zakken van droogijs, lege drankflessen, drugs of drugsspullen gevonden?’

‘Negatief wat betreft de zakken,’ zei Bill. ‘Eén lege fles Grey Goose in de keuken, negatief wat betreft de dope. En nu komt de bonus: de enige vingerafdrukken in het hele huis zijn die van het slachtoffer. Die zaten op een hoek van het bed. En dat klopt niet. Wat ik denk? Iemand heeft het hele huis schoongepoetst. Maar ik ben niet bevoegd om over dat soort dingen te speculeren. Doe me een lol, wil je?’

‘En dat is?’

‘Bel me voorlopig niet meer op.’