39
Eerste bataljon: duurbetaalde advocaten.
Tweede bataljon: duurbetaalde mediaoffensieven.
Een poging de Times te lijmen omdat Myron Wydette golfde met de uitgever, bleek contraproductief en de daaropvolgende zelfgenoegzame verontwaardiging had veel weg van een slapstick. Grappenmakers beweerden dat het onderliggende probleem was dat Wydette vals speelde bij het golfen en dat zijn golfmaatje daar eindelijk genoeg van had.
De handafdruk op de garage van Sal Fidella bleek van Quinn Glover te zijn. De juridische commandotroepen van Quinn Glover, die daarop, en op overweldigend bewijsmateriaal in de vorm van ooggetuigen en forensische sporen, een antwoord moesten verzinnen, probeerden Tristram Wydette uit te leveren in de hoop op een lichtere straf, en volgden de lijn dat Quinn een wat volgzame slappeling was die zich had laten meeslepen door het kwade charisma van Tristram Wydette.
Tristram, zo beweerde zijn tot voor kort beste vriend, had het allemaal bedacht omdat Stanford voor hem het allerbelangrijkste op de wereld was. Tristram had zich de minkukel van het gezin gevoeld. Aidan was het brein.
Toen hij te horen kreeg dat Aidan ook gebruik had gemaakt van de diensten van Trey Franck als stand-in bij de SAT-toets, was de jongen oprecht verbaasd: ‘Nee! Waar was dat voor nodig?’
‘Mag jij mij vertellen, Quinn,’ zei Milo.
‘Hij leek mij altijd zo slim.’
‘Misschien was hij toch niet slim genoeg.’
‘Oh jaah, meneer. Dat zal het zijn.’ Lachend.
‘Wat is er zo grappig, Quinn?’
‘Hij zal het wel gewoon verkloot hebben, meneer. Net als wij allemaal, denk ik.’
‘Dat is een aardige inschatting.’
‘Inschatting, ander woord voor assessment,’ zei Quinn. ‘Vragen ze naar bij de SAT-toets. Het beoordelen of bepalen van de waarde van iets.’
‘Hoe schat je jouw situatie in, Quinn?’
‘T heeft het allemaal bedacht, meneer. Ik vond het maar niks, maar wat moest ik doen?’
‘Geen enkele keuze.’
‘Precies, meneer. T bedacht dat met dat droogijs. T heeft haar, mevrouw Freeman bedoel ik, in het ijs gelegd. Hij heeft ook die loser op zijn hoofd geslagen, we zouden hem eigenlijk neerschieten, T zou hem eigenlijk neerschieten, maar we waren het pistool vergeten bij T thuis en we hadden het hele eind ernaartoe al gereden, dus zei T laten we het maar gewoon doen.’
‘Hoe ging het precies?’
‘Die loser kwam aan de deur. We... T duwde hem naar binnen, zag die biljartkeu staan en sloeg hem op zijn hoofd.’
Milo zei: ‘Er waren geen sporen van een worsteling, Quinn. Dat betekent dat iemand meneer Fidella vasthield.’
‘Als u dat zegt, meneer.’
‘Het zou heel wat gemakkelijker zijn als twee grote kerels een loser van middelbare leeftijd zouden vasthouden.’
De advocaat van de jongen, die tot dan toe zwijgend met zijn iPhone in de weer was geweest, zei: ‘Ik geef er de voorkeur aan als hij daar niet op reageert.’
Milo protesteerde niet. ‘Dus T heeft die loser de hersens ingeslagen. En toen?’
‘Toen is T in de Jaguar gestapt.’
‘En toen ben jij weggereden in de Corvette van de loser.’
De advocaat zei: ‘Ik geef er de voor...’
‘En ik geef er de voorkeur aan mijn tijd niet te verknoeien, meneer Neal. Autodiefstal is niet bepaald het grootste probleem voor uw cliënt.’
‘Daar gaat het niet om, het gaat erom...’
Milo stond op. Gebaarde naar mij dat ik dat ook moest doen.
‘Dat is alles?’ zei Quinn.
‘Volgens meneer Neal wel, jongen.’ Tegen de advocaat: ‘Tot dusverre heb ik nog niets gemerkt van enige bereidheid medewerking te verlenen aan de rechtsgang. John Nguyen zal daar niet blij mee zijn. Zeker niet gezien het feit dat er meerdere slachtoffers zijn, dat er moord is gepleegd voor eigen gewin, dat er sprake is van handelingen met een door en door verdorven karakter, van voorbedachten rade...’
‘Goed,’ zei Neal. ‘Hij reed in die auto.’
We gingen weer zitten.
Milo zei: ‘Jij reed weg in de Corvette van meneer Fidella.’
‘Kutkar,’ zei Quinn. ‘Maakte allerlei rare geluiden.’ Glimlachte in de hoop enig begrip te vinden.
‘En toen?’
De cliënt gluurde naar de verdediging. De verdediging knikte.
‘We zijn naar Tristrams huis gegaan en hebben hem in de garage gezet. Zijn vader heeft een gigantische garage daar met wel twintig auto’s.’
‘En toen?’
‘Niks tot de volgende dag. Toen reed Tristram in de Jag en ik in die kutkar. Ik dacht gewoon dat hij het niet eens zou halen.’
‘Wat zou halen?’
‘Pasadena.’
‘Waarom Pasadena?’
‘Daar woonde hij.’
‘Wie?’
‘Die nerd die de toets deed.’
‘Trey Franck.’
‘Jaah... ja, meneer.’
‘Waarom gingen jullie daarheen?’
‘T zei van het is net als mijn moeder, die heeft gewoon smetvrees. Maakt niet uit of je een kruimel van een koekje op de bank laat vallen of dat je er afbaggert, ze gaat helemaal over de rooie. Dus we moesten het even afmaken.’
‘Niet slim om een kruimel chaos achter te laten,’ zei Milo.
‘Precies, meneer. We moesten wel grondig te werk gaan.’
‘Hoe ging dat met Trey Franck?’
‘De bedoeling was dat we zouden aankloppen en dan zouden zeggen dat er een vriend voor de deur stond of zo, maar net toen we aankwamen, kwam hij naar buiten en begon hij te lopen. We zijn naar hem toe gereden. Het was donker en er was niemand in de buurt, dus we zijn uit de auto gesprongen en hebben hem tegengehouden en buiten westen gemept. Hij ging compleet knock-out, en dan bedoel ik: out.’
‘We?’
‘T heeft geschoten.’
‘Wie heeft hem buiten westen gemept?’
Aarzeling. ‘Ik denk dat ik dat heb gedaan. Maar T hield hem vast en trapte hem onder zijn ballen. Tegen de tijd dat ik hem sloeg, was hij al een heel eind heen. Zo hard heb ik hem niet eens geraakt.’
‘En toen?’
‘T nam hem mee en ik ben er in de Corvette achteraan gereden.’
‘Waar was meneer Franck?’
‘In de kofferbak van de Jag. T had hem geboeid met van die plastic dingetjes.’
Iets wat werd bevestigd door speeksel- en bloedsporen in de zeer onlangs gestofzuigde en zorgvuldig gereinigde auto.
‘Jij reed achter hem aan in de Corvette van Sal Fidella.’
‘Ja, meneer.’
‘Waar gingen jullie heen?’
‘We zijn naar een huis gereden dat Tristram kende omdat zijn neef daar in de buurt een ranch heeft en omdat hij daar met zijn vader in de bergen ging wandelen en jagen toen hij klein was.’
‘Tegenwoordig niet meer?’
‘Absoluut niet,’ zei Quinn Glover. ‘Hij praat niet meer met zijn vader. Hij haat hem en hij denkt dat zijn vader een hekel heeft aan hem.’
‘Dus jullie waren op een plek die T kende,’ zei Milo.
‘T sleepte hem uit de kofferbak.’
‘Was Franck toen bij bewustzijn?’
‘Ik geloof het wel,’ zei Quinn Glover. ‘Hij maakte van die jammergeluidjes, helemaal opgerold. T rolt hem op zijn rug en zegt: “Volgens mij ben je toch niet zo heel slim, klootzak,” en schiet hem zo door het hoofd.’
Hij raakte met zijn wijsvinger een plek aan op een gebruind, rimpelloos voorhoofd. ‘We probeerden die kutkar in die kuil te duwen, maar hij bleef steken, dus heeft T hem in de fik gestoken en daarna zijn we ervandoor gegaan.’
‘Nadat jullie een honkbalpetje in de auto hadden gelegd.’
‘Dat had T bedacht, meneer.’
‘Waarom?’
‘Iemand anders verdacht maken.’
‘Wie?’
‘Een Mexicaan. Iedereen wist dat hij een bloedhekel aan haar had.’
‘Een bloedhekel aan wie?’
‘De bi... mevrouw Freeman.’
‘Hoe kan dat, dat iedereen dat wist?’
‘Hij zei het tegen iedereen die het maar wilde horen. Zij mocht hem ook niet.’
‘Klaagde Elise Freeman over Martin Mendoza?’
‘Jaah.’
‘Vooral tegen jou?’
‘Als we daar voor bijles kwamen, ja,’ zei Quinn Glover.
‘Hoe kwamen jullie zo te praten over Martin Mendoza?’
‘Hij vertrok toen wij kwamen en wij zeiden: “Geef je hem bijles?” Want zij was duur, weet je, en die knaap had geen geld. Ze zei: “Helaas. Blijkbaar zit het in mijn functieomschrijving om dat soort mensen les te geven.” Of zoiets, meneer.’
‘En wat bedoelde ze daar volgens jou mee?’
‘Dat ze een hekel had aan Mexicanen.’
‘Wat zei jij toen?’
‘Niets,’ zei de jongen.
‘Maar het schoot jullie later weer te binnen toen jij en T besloten om de verdenking voor de moorden op Martin te schuiven.’
‘T had het bedacht.’
‘Wat hebben jullie gedaan met het lichaam van Trey Franck?’
‘Schoongepoetst met een aantal oude lappen uit de Jag, en toen weer in de Jag gelegd.’
‘En toen?’
‘Dat weet u al.’
‘Wat weet ik?’
‘U hebt hem gezien, meneer, wat T met hem heeft gedaan.’
‘T heeft hem in stukken gezaagd.’
‘Ja, meneer.’
‘Maar dat hebben jullie in de werkplaats van jouw vader gedaan, Quinn. Al dat gereedschap dat hij daar bewaart om hout te bewerken.’
‘Hij maakt vogelhuisjes.’ Mompelend.
‘Wat zeg je, Quinn?’
‘Niks.’
‘Wat zei je zonet, jongen?’
‘Mafketel. Al die stomme vogelkooitjes.’
‘Waar heb je een kettingzaag voor nodig bij het maken van vogelkooitjes?’
‘Die is voor de bomen,’ zei Quinn Glover. ‘We hebben land in Washington met een heleboel bomen. Daar rent hij rond met die kettingzaag en dan zaagt hij bomen om. Daar wordt hij rustig van, zegt hij. Daarna maakt hij er vogelkooitjes van.’
‘Het lijkt me dat je vader een nieuwe kettingzaag zal moeten kopen.’
‘Ik denk het.’
Neal keek op. ‘Duurt dit nog lang?’
Milo negeerde hem. ‘Even terug naar iets wat je net zei, Quinn. Toen jullie Martin Mendoza zagen. “Toen wij kwamen.” Bedoel je te zeggen dat T en jij gezamenlijk bijles kregen van mevrouw Freeman? Want dat lees ik niet in de bestanden op de laptop die we bij T thuis in zijn slaapkamer hebben gevonden. En ook niet in de bestanden op de computer van meneer Fidella. Die had kopieën van alle bestanden van mevrouw Freeman.’
Quinn Glover likte langs zijn lippen.
Milo zei: ‘Jullie hadden afzonderlijk bijles.’
‘Ja, meneer.’
‘Dus misschien was jij het wel die dat gesprek over Martin voerde met mevrouw Freeman, en niet jullie beiden.’
De advocaat zei: ‘Geen antwoord geven.’
We stonden opnieuw op.
‘O, kom op, inspecteur. U moet kijken naar het evenwicht tussen wat hij wel en niet heeft verteld.’
‘Moet ik dat?’ zei Milo.
‘U begrijpt wat ik bedoel, inspecteur.’
‘U bent advocaat, meneer Neal. Dat betekent dat niemand, zelfs u zelf niet, weet wat u bedoelt. Tot ziens.’
‘Dat is misplaatst... en overijld.’
‘Kijk eens aan,’ zei Milo. ‘Twee woorden die zo in de SAT-toets kunnen, voor de prijs van één.’
Toen de details van de gepleegde fraude bij de SAT-toetsen nationaal in het nieuws kwamen, kondigde de Education Testing Service een diepgaand onderzoek aan naar alle toetsen die door leerlingen van Windsor Prep in de afgelopen vijf jaar waren afgelegd.
De bestanden op de computer van Sal Fidella toonden aan dat hij na de dood van Elise naar nieuwe slachtoffers voor chantage had gezocht. De bestanden die Tristram en Quinn daar nog aan toegevoegd hadden, hadden vooral te maken met porno, muziek, foto’s van excentrieke auto’s en motoren. E-mail die de beide jongens hadden uitgewisseld waarin ze hun moorddadige feestpartijen vooral heel hilarisch vonden, dat ze zich afvroegen hoe het zou zijn om eens een meisje een beurt te geven of aan de haak te slaan.
Bri en Selma, bijvoorbeeld?
Jaah, dat gaat vast gemakkelijker, maar ik denk dat je toch wel een nieuw zaagblad nodig zou hebben.
John Nguyen zei: ‘Geen deal, zeker niet. Ik heb een lijk in twee stukken. Als ergens de doodstraf op staat, dan is dit het wel.’
Niemand wordt ooit geëxecuteerd in Californië, maar het openbaar ministerie verzamelt doodsvonnissen als voetbalplaatjes.
Uiteindelijk werd er wel een deal gesloten. Een pleidooi schuldig aan moord met voorbedachten rade in ruil voor levenslang, maar met een mogelijkheid tot vervroegde vrijlating, omdat beide daders jong waren, geen strafblad hadden, en ‘in principe corrigeerbaar’ waren.
Milo zei: ‘SAT-toetsen zijn corrigeerbaar.’
Wat nergens terug te vinden was, niet op de computer van Sal Fidella en ook niet op die van Elise Freeman, was wat er met al het geld van vier jaar SAT-fraude was gebeurd. Bij tarieven van vijftienduizend per keer en de mogelijkheid dat Trey Franck, met verschillende pruiken op, de truc in de afgelopen drie jaar meer dan twintig keer kon hebben uitgehaald, moest er toch een behoorlijk bedrag zijn binnengehaald.
Op een dag nadat het pleidooi schuldig in het nieuws was gekomen, belde dr. Will Kham Milo op uit het College Hospital in Santa Barbara om een afspraak te maken. We spraken af in Café Moghul, waar Milo de schade probeerde in te halen met een berg lamsvlees.
Kham, gekleed in een donkerblauw kostuum met een bijpassend shirt en stropdas, kwam steels het restaurant binnen.
Arts, maar hij had zijn doktersvalies die dag verruild voor een trolley. Er kwam een stapel papier uit. Achttien maanden afschriften van een bijkantoor van Citibank in Santa Barbara.
Negenhonderdachttienduizend dollar op een gezamenlijke rekening van Kham en de zuster van Elise Freeman, Sandra Stuehr.
Milo at en las. Toen hij het laatste blad omsloeg, zei hij: ‘Aandelen en bedrijfsobligaties, alles met elkaar genomen hebben jullie het niet slecht gedaan.’
‘Ik wil eruit,’ zei Kham. ‘Ik kan precies aangeven wat van mij is en wat van haar.’
‘Vertel het maar eens, dokter.’
‘De cijfers vertellen zelf het hele verhaal.’
‘Toch wil ik het graag horen.’
Niet goed van de tongriem gesneden, die Kham, maar na een aarzelende start kreeg hij toch het hele verhaal eruit.
Hij en Sandra waren van plan geweest om te gaan trouwen, maar het schandaal had alles veranderd. Zijn familie zou zoiets nooit tolereren. Bovendien had hij zelf zo zijn twijfels gehad.
‘Te gehaast. Het feit dat ze zo graag wilde, zette me aan het denken.’
Een jaar eerder had Sandra aangedrongen op een gezamenlijke rekening als ‘bewijs van de kracht van hun relatie’.
Kham had vijfhonderdtwintigduizend bijgedragen, Sandra iets meer dan driehonderdduizend. Aandelen die Kham op het dieptepunt van de crisis had gekocht, hadden nog eens bijna honderd extra aan winst opgeleverd.
‘Als ik erop terugkijk,’ zei Kham, ‘wist ik dat ze me gebruikte om het geld wit te wassen. Want eerder had ze juist tegen me beweerd dat ze het financieel moeilijk had, dat haar ex haar op allerlei manieren geld onthield dat haar toekwam. En dan heel plotseling laat ze een kascheque zien ter waarde van driehonderdnegenduizend. Toen ik haar vroeg waar dat vandaan kwam, zei ze dat het spaargeld was en begon ze over iets anders. Toen was ik nog stapelverliefd, dus heb ik het laten gaan. Maar ik heb het afschrift bewaard. Het zit erbij. Het geld is opgenomen bij een bank in Studio City. Toen ik hoorde wat haar zuster had gedaan, vond ik dat u het moest weten.’
‘Dat klopt, dokter. Heel erg bedankt.’
‘Bedank me maar,’ zei Kham, ‘door me te helpen mijn vijfhonderdtwintig terug te krijgen. Zij mag de rente houden wat mij betreft, dat is besmet geld, ik wil er niets van hebben.’
‘Klinkt alsof u een goede opvoeding hebt gehad.’
‘Dat zou je kunnen zeggen, inspecteur.’