11
James Winterthorn zat te rillen op zijn stoel.
Milo zei: ‘Vertel ons eens van die ene keer.’
‘U weet het al, waarom dan nog spelletjes spelen?’
‘Wat weten we al, Jim?’
‘Dat is uw tactiek,’ zei Winterthorn. ‘U stelt alleen vragen waarop u het antwoord al weet. Net als advocaten.’ Bittere glimlach. ‘Mijn moeder is strafpleiter.’
‘Vertel het toch eens, Jim.’
‘Maar één keer, verdomme, goed? We waren allebei nog laat aan het werk en toen liepen we samen naar onze auto’s en toen is het gebeurd.’
‘In een van jullie auto’s.’
‘In die van haar. Ik bracht haar naar haar auto. Galant en zo.’ Een schraal lachje. ‘Ze bedankte me en gaf me een kus op mijn wang.’ Winterthorn sloeg zijn armen voor zijn borst over elkaar. ‘Ze draaide haar hoofd naar me toe en in plaats van mijn wang zocht ze mijn lippen en toen... Wat maakt het uit? Het was maar één keer en we hebben het er geen van beiden daarna ooit nog over gehad en het had absoluut niets te maken met seksuele intimidatie en als zij iets anders beweert, dan was ze niet goed snik.’
Milo zweeg.
‘In feite was zij degene die het initiatief nam, zij begon, ik was alleen maar stom. We hadden niet eens traditionele seks, nee, dat bedoel ik niet, we deden geen rare of perverse dingen, ik bedoel dat we geen gemeenschap hadden. Begrijpt u?’
‘Niet helemaal, Jim.’
‘Ze ging voor mij op de knieën, oké?’ Winterthorn sprong overeind, liep naar de tuindeuren, keek naar buiten, naar balsemien, begonia’s en varens, naar een grappig paadje geplaveid met ronde keitjes. ‘En toen was het voorbij en we hebben er nooit meer over gepraat en het is onbelangrijk omdat Elise niet belangrijk voor me was en ik ben ervan overtuigd dat het voor haar net zo was.’
Hij keek ons aan. ‘Ik betekende helemaal niets voor haar. Dat maakte ze genoegzaam duidelijk.’
‘Hoe deed ze dat, Jim?’
‘Toen ze klaar was, veegde ze haar mond af en lachte en zei: “Haal je niets in je hoofd, Jimmy, ik had er gewoon even zin in.”’
‘Zo’n houding kan je best kwaad maken.’
‘Ik was alleen maar kwaad op mezelf. Ik ben altijd trots op mezelf geweest omdat ik trouw was en tot dat moment was ik dat ook altijd geweest. Ik was gewoon een vreselijke klootzak. Ik begrijp nog steeds niet hoe het heeft kunnen gebeuren, maar ik heb zeker niet achter haar aan gezeten. Integendeel, ik wilde niets met haar te maken hebben.’
‘Ze had je overvallen.’
‘Dat kun je wel zeggen, ja, maar daarom was ik nog niet minder een klootzak. Ik weet dat ik als een vrouw klink als ik het zeg, maar ik voelde me gewoon vies door dat hele gedoe.’
‘Daar kun je makkelijk kwaad door worden.’
‘Ik heb haar niet vermoord!’ Winterthorn sloeg met een vuist tegen een ruitje. Wiebelde op de bal van zijn voeten. ‘Verdomme!’
‘Ga maar weer zitten, Jim.’
‘Ik sta liever.’
Milo zei: ‘Ik ga een paar tijdstippen noemen en dan wil ik graag dat je me vertelt waar je toen was.’
Hij schetste in het kort een tijdschema van de dag van de moord.
Winterthorn zei: ‘Ik was bij... nee, ik was niet bij Emily, godzijdank. Ik was bij mijn moeder. Ze voelde zich niet goed en mijn vader was naar een vergadering, dus ben ik naar haar toegegaan en heb ik bij haar gezeten.’ Hij keek ons aan. ‘We hoeven Emily hier niet bij te halen, toch?’
‘Ik hoop van niet, Jim.’
‘Alstublieft. Ik heb helemaal niets te maken met de dood van Elise.’
‘Ook al bezorgde ze je een rotgevoel.’
‘Dat was één keer,’ zei Winterthorn. ‘Dat heb ik achter me gelaten.’
‘Een heleboel kerels zouden zo’n herinnering met genoegen koesteren.’
‘Ik ben niet een heleboel kerels.’
‘Blijkbaar niet.’
‘Dat betekent nog niet dat ik een moordenaar ben.’
Milo zei: ‘Laten we het nog eens even over die ene gebeurtenis hebben. Jij zegt min of meer dat Elise jou aanrandde, Elise had het erover dat ze slachtoffer was van langdurige seksuele intimidatie.’
‘Dat is belachelijk. Ik heb geen idee waar ze dat vandaan haalt. Waarom ik, in vredesnaam?’
‘Wie anders?’
Winterthorn keek opzij. ‘Dat bedoel ik niet.’
‘Wat bedoelde je, Jim?’
Winterthorns schouders zakten omlaag. ‘Dit is waanzin, pure waanzin. Dr. Helfgott sleept me uit mijn lokaal en vervolgens word ik verhoord als een zware crimineel.’
‘Ondervraagd,’ zei Milo.
‘Ik voel me verhoord. Erger nog, geïntimideerd. Zoiets als Guantánamo.’
‘Hoe ging het tussen Elise en jou na die “gebeurtenis”?’
‘Ik ontweek haar.’
‘Ze maakte je zenuwachtig.’
‘Misschien heeft ze me daarom wel op zo’n belachelijke manier beschuldigd. Ze voelde zich afgewezen.’
‘Ze probeerde je opnieuw te versieren en jij hield haar af?’
‘Nee, nee, ik vermeed oogcontact, ik heb haar niet eens een kans gegeven. Misschien vond ze dat vervelend, ik weet het niet. Maar wat moest ik anders?’
‘Dat docenten in science en talendocenten niet gezellig met elkaar babbelen, maakt dat wel makkelijker voor jou,’ zei Milo. ‘Maar er zijn toch ook wel momenten geweest dat jullie elkaar niet konden mijden?’
‘Hoe bedoelt u?’
‘Klaaguurtjes in de docentenkamer.’
Winterthorn lachte, te snel en te uitbundig. ‘Op Prep worden geen klaaguurtjes georganiseerd. Dat zou als iets onbetamelijks worden beschouwd.’
Milo zei: ‘Dat klinkt als een woord dat dr. Helfgott zou kunnen gebruiken.’
‘Het is zelfs een van zijn favoriete kwalificaties.’
‘Onbetamelijk,’ zei Milo. ‘Volgens mij kun je dat ook wel zeggen van moord.’
‘Dat zou dr. H. ongetwijfeld abominabel noemen.’
‘Hmm... Oké, Jim. Ik heb het telefoonnummer en het adres van je moeder nodig.’
Winterthorns ogen puilden uit. ‘U maakt een grapje.’
‘Ze is jouw alibi, Jim.’
‘Heb ik een alibi nodig?’
‘Jim, bekijk het eens van een afstandje: een vrouw beschuldigt jou van seksuele intimidatie en nu is ze dood.’
‘Ben ik de enige die ze heeft beschuldigd?’
‘Zouden er ook anderen moeten zijn, Jim?’
Stilte.
‘Als er iets is wat je wilt vertellen, is dit het goede moment.’
Winterthorn ging zitten en liet zijn hoofd zakken. ‘Waarschijnlijk trek ik een beerput open.’
‘Soms moet het eerst erger worden voordat het beter wordt, Jim’
De seconden tikten voorbij. Een mus landde op een kei in de tuin. Een raaf scheerde in een duikvlucht omlaag en joeg het kleine vogeltje weg.
Winterthorn sloeg een hand voor zijn mond, kreunde in zijn handpalm. Liet de hand weer zakken. ‘Als u die kant op wilt, zou ik met Enrico gaan praten, Enrico Hauer. Ik ben ervan overtuigd dat hij en Elise iets hadden samen.’
‘Hoezo?’
‘Dat ging niet echt heel stiekem, inspecteur. Elkaar lang in de ogen kijken, glimlachjes, per ongeluk elkaar aanstoten.’
‘Het lijkt wel alsof je ze in de gaten hield, Jim.’
‘Nee, nee. Dat bedoel ik nu juist. Het was zo openlijk, je kon er moeilijk omheen.’
‘Wat kun je me nog meer vertellen over meneer Hauer?’
‘Hij komt uit Argentinië. Het is iemand... met veel zelfvertrouwen. Geeft toegepaste sociologie en psychologie.’
‘En hij en Elise hadden iets samen.’
‘Die indruk kreeg ik.’
‘Het probleem is, Jim, dat het dan gescharrel is met wederzijdse instemming, dat is wat anders dan seksuele intimidatie.’
‘Dat geldt toch ook voor mij! Dat was ook met wederzijds goedvinden, zij begon, goddomme, en het was maar één keer. Terwijl Enrico...’
Winterthorns stem stierf weg.
Milo zei: ‘Oké, bedankt voor je hulp, Jim. Goed, wat is het nummer van je moeder?’
‘Wat gaat u haar vertellen?’
‘Dat het napluizen waar je bent geweest onderdeel is van een routineonderzoek.’
‘Dan wordt ze doodsbang,’ zei Winterthorn. ‘Kunt u niet zeggen dat ik niet word verdacht? Dat het om andere mensen gaat?’
‘Hmm... als je echt alles naar waarheid hebt verteld, zou dat misschien wel kunnen.’
‘Ik zweer dat het allemaal waar is. En u zegt niets tegen Emily, toch?’
‘Zelfde antwoord, Jim.’
‘Dank u. Dat meen ik.’ Er lag een waas over Winterthorns ogen. Milo reikte hem een tissue. De meeste mannen weigeren zo’n aanbod. Winterthorn niet.