19
Jessica had het de rest van de dag druk met de nasleep van Dulcies spontane bezoekje aan het kantoor. Ze zat in de rats over wat er in Natasha’s hoofd omging. Die had duidelijk besloten dat er iets verdachts was aan Jessica en hield alles wat ze zei en deed nauwkeurig in de gaten. Ze bleef maar naar informatie vissen over haar leven in L.A., stelde vraag na vraag, bijna in de hoop dat ze zich zou verspreken. Toch hield Jessica zich robotachtig aan Dulcies verhaal terwijl ze zo weinig mogelijk details losliet, want hoe minder ze zei, hoe minder ze zou moeten onthouden. Toch was er één vraag die haar moeilijk viel, en het was niet Natasha die hem stelde.
Het was de volgende dag, na het werk, met het vaste groepje in de pub. Jessica kletste met Luke toen Paul uit het niets vroeg: ‘Hoe kun je met zo iemand bevriend zijn?’
Hoewel ze wel zoiets van hem had verwacht, stelde Jessica het niet op prijs dat hij het aankaartte waar de hele groep bij was. Ze vond het ook een beetje belachelijk dat hij zo persoonlijk beledigd klonk door haar vriendschap met Dulcie.
‘Als je haar kent, valt ze wel mee,’ verdedigde Jessica haar. ‘Diep vanbinnen is het een schat.’
Paul keek verbijsterd. ‘Echt? Van waar ik zat, leek ze een verschrikking. Verwend en egoïstisch, en dat waren nog de beste eigenschappen.’
Jessica voelde aan dat Pauls teleurstelling voortkwam uit het feit dat hij een hogere dunk van haar had, wat een soort indirect compliment was maar wel een dat ze niet wilde. Al had Dulcie een slechte eerste indruk gemaakt, welk recht had hij om een oordeel te vellen over haar vriendin?
De avond na het hele debacle was Jessica thuisgekomen en had een berouwvolle Dulcie in Pams keuken gevonden. Nu ze de tijd had gehad de dingen te overdenken, had ze oprecht spijt van wat ze had gedaan en Jessica kon merken dat de nogal lauwe ontvangst van Jessica’s collega’s haar niet koud had gelaten. Ze leek er ook door te zijn gaan beseffen hoe moedig het was wat Jessica deed en het hielp Dulcie eindelijk te accepteren dat ze geen dag vrij zou nemen. Evengoed zou ze maar een weekje in de stad zijn, dus ze wilde Jessica wel elke avond zien. Met het harde werken, alle activiteiten na het werk plus het pendelen, eiste Jessica’s ‘gewone’ levensstijl nu al zijn tol en begon ze in te zien hoe makkelijk ze het altijd had gehad.
Op woensdag was ze zo moe dat toen Kerry haar vroeg of ze tijdens de lunch meeging naar Primark voor wat retail therapy, ze de uitnodiging afsloeg. De andere meiden spraken toegenegen over ‘Primani’, maar de enige keer dat ze met hen mee was gegaan had ze niets kunnen vinden, wat haar had doen beseffen dat ze tóch haar moeders modesmaak min of meer had meegekregen.
Alleen en diep in gedachten liep ze naar de kantine. Tien minuten later was ze bijna aan het einde van de altijd langzame rij.
‘Waar denk je aan?’ klonk een stem in haar oor.
Jessica schrok, draaide zich om en zag Paul die haar met die schitterende ogen van hem aankeek.
‘Oh, hai... eh, oh niets,’ antwoordde Jessica. ‘Ik vroeg me gewoon af wat jullie Britten tegen verse groenten en fruit hebben.’
Paul keek naar haar. Jessica Bender had iets wat hem intrigeerde. Een voorkomen waardoor hij haar genadeloos wilde plagen aan de ene kant en aan de andere kant... voor haar wilde zorgen of zoiets. Als hij niet zo in de ban van Natasha was, zou hij haast het idee krijgen dat hij op haar viel. Toch was Jessica in zoveel opzichten niet zijn type en bezat ze eigenschappen waar hij normaal gesproken niet van hield. Maar op de een of andere manier vormde wat hem in anderen ergerde – haar naïviteit, haar zeer Amerikaanse persona, haar gebrek aan scherpte over bepaalde dingen – een aanlokkelijk pakket. Jessica Bender zette hem voor een raadsel, realiseerde hij zich tijdens een plotseling moment van helderheid.
‘Je mag nee zeggen hoor, maar ik pak even snel een latte en moet dan mijn teksten voor morgen nog doornemen. Misschien wil je ernaar luisteren en feedback geven?’ vroeg hij terwijl hij zich afvroeg waarom hij zich ineens zo onzeker voelde.
‘Ja hoor,’ antwoordde Jessica verbaasd. ‘Lijkt me leuk, maar ik betwijfel of je veel aan me hebt...’
‘Kom mee,’ zei Paul grijnzend. ‘En laat die latte maar zitten, ik maak wel een oploskoffie op kantoor.’
‘Goed,’ zei Jessica met plezier haar dienblad weer achterlatend.
Paul liep terug in de richting van het productiekantoor en Jessica ging hem achterna en glimlachte bij zichzelf. Ze voelde zich belachelijk blij dat hij haar had uitgekozen, maar sprak zichzelf meteen vermanend toe. Dit was kritische Paul, dus wie wist hoe lang het zou duren voordat hij haar weer beledigde. Toch boekte ze absoluut vooruitgang en kon ze er niet omheen: als ze in zijn buurt was voelde ze zich murw van verlangen. Hij was sexy, moest ze bekennen. Supersexy.
Toen ze op kantoor aankwamen liep Paul rechtstreeks naar de ketel. ‘Koffie?’ vroeg hij.
‘Nee, dank je. Ik heb warm water in mijn tas.’
‘Vergeten,’ antwoordde Paul en hij keek haar zijdelings aan. ‘Je lichaam is je tempel, toch? Geen bier, geen sterkedrank, geen cafeïne. Het is vast een wilde boel bij jullie thuis.’
Jessica haalde alleen maar haar schouders op. Hij moest eens weten wat zich allemaal bij hen thuis afspeelde, de mensen die langskwamen; hij zou er nog van opkijken.
‘Maar wel een mooie tempel,’ zei hij en hij pakte zijn mok en liep naar Mikes kamer in de hoek.
Terwijl ze zich afvroeg of ze het goed had gehoord, bloosde Jessica van top tot teen, boos dat hij haar plaagde. Waarom zei hij zulke flirterige dingen? Wist hij dat ze hem leuk vond? Waarom voelde ze zich altijd op het verkeerde been gezet door hem?
Paul keek of niemand anders de kamer in gebruik had en schoof haar Mikes lege kantoor in zodat ze niet gestoord zouden worden. Toen hij de deur eenmaal achter hen had dichtgedaan, werd Jessica zich ineens bewust van het feit dat ze alleen waren. Ze voelde dat voor hem hetzelfde gold.
‘Heerlijk dat Mike er niet is,’ zei hij uiteindelijk om de ongemakkelijkheid te verdrijven. ‘Laten we hopen dat hij het zo naar zijn zin heeft in Toscane dat hij besluit daar te blijven.’ Hij legde zijn spullen op Mikes bureau, inclusief zijn voeten die hij er oneerbiedig op neer kwakte.
‘Waarom mag je Mike niet?’ vroeg Jessica verlegen. ‘Hij leek me wel oké.’
Paul keek op en Jessica’s maag en hart leken een salto te maken toen hij haar bedachtzaam aanstaarde. Hij gaf altijd de indruk dat er bij hem twee keer zoveel gedachten door zijn hoofd gingen als bij anderen. Ze zou willen dat ze wist wat hij dacht.
‘Het is niet dat ik hem echt niet mag, ik vertrouw hem gewoon niet en ik kan het niet uitstaan als mensen je niet de hele waarheid vertellen,’ zei hij uiteindelijk.
Jessica slikte. ‘Wat kan er nou zo erg zijn aan Mike?’ opperde ze bedeesd.
‘Niet wat, maar wie,’ antwoordde hij raadselachtig terwijl hij de computer voor zijn neus aanzette. ‘Goed, ik zal je de teksten voorlezen maar alleen lachen als het écht grappig is. Als ze slecht zijn, wil ik dat liever nu weten.’
‘Oké,’ zei Jessica voordat haar nieuwsgierigheid het van haar won. ‘Heeft hij een affaire of zo?’
‘Wie, Mike? Nee. Waarom denk je dat?’
‘Ik weet het niet,’ zei ze schouderophalend. ‘Ik dacht misschien... met Natasha?’
Er flitste even een vreemde blik over Pauls gezicht. ‘Nee, het enige verdachte aan Mike, voor zover ik weet tenminste, is dat zijn directe baas, David Bridlington, zijn schoonvader is.’
‘Oh, oké,’ zei Jessica, die niet echt als door de bliksem getroffen leek door deze openbaring.
‘Dus hij hoeft waarschijnlijk niet erg bang te zijn dat hij ooit zijn baantje kwijtraakt, snap je?’ legde Paul lichtelijk bevoogdend uit voordat hij gelukkig van onderwerp veranderde.
‘Is het heel anders om in Londen te werken dan in L.A.?’ vroeg hij terwijl hij zijn wachtwoord intikte. ‘Je zei dat je bij Fox en voor een agent hebt gewerkt, maar wat deed je dan precies?’
Jessica had inmiddels genoeg ervaring met het beantwoorden van dit soort vragen om ze beide onmiddellijk en overtuigend te beantwoorden.
‘Ik heb stage gelopen bij Fox en daarna heb ik een tijdje een agent geassisteerd, daardoor ben ik denk ik niet al te geïntimideerd door de agenten hier.’ Toen verplichtte haar open en eerlijke karakter haar ertoe daaraan toe te voegen: ‘Ik heb ook even als receptioniste voor een galerie gewerkt en een tijdje liefdadigheidsevenementen helpen organiseren.’
Paul keek verbaasd. ‘Klinkt alsof je veel hebt gedaan. Je bent niet vies van een beetje werk, zeg.’
‘Eh, zoiets ja,’ antwoordde Jessica, die vanbinnen ineenkromp om het compliment dat ze niet verdiende. Ze kon zich maar al te goed voorstellen wat Paul ervan zou vinden dat elk baantje dat ze ooit had gehad haar op een presenteerblaadje was aangegeven en dat ze de rest zelf had verzonnen. Op dat moment ging haar mobiele telefoon. Het was een geheim nummer.
‘Hallo...?’
‘Jessica, fijn dat ik je te pakken krijg,’ zei een onmiskenbaar Franse stem.
Shit, het was haar moeder. Ze had vast een raar gezicht getrokken want Paul trok vragend zijn wenkbrauwen op.
‘Oh, hoi, eh... het komt nu niet zo goed uit.’
‘Sorry, maar ik probeer je al een eeuwigheid te bereiken,’ zei Angelica. ‘Ik heb je voicemail tig keer ingesproken maar toen je niet terugbelde was ik bang dat je boos op me was. Ik vind het echt heel erg dat we laatst zo snel weg moesten. Ik denk dat Graydon gewoon bezorgd om me was. Ik moet toegeven dat het een schok was om Pamela na zo’n lange tijd weer te zien, maar ik zou graag aan je uit willen leggen–’
‘Ja, ja,’ onderbrak Jessica haar. Ze wilde dat ze ophing. ‘Nou, fijn dat je belt, maar kan ik je later terugbellen?’
‘Oké,’ zei Angelica, maar ze klonk gekwetst. Ze wist dat ze afgepoeierd werd. ‘Ik ben nu in L.A. maar volgende week ben ik terug, dus laten we dan afspreken. En ik bel je vanavond in het hotel.’
‘Nee, doe maar niet, bel me maar weer op mijn mobiel want ik logeer bij Pam,’ zei Jessica, vastberaden daar niet verontschuldigend over te klinken.
‘Oh...’ zei Angelica, ‘aha. Dat zal ik doen, want we hebben zoveel te bespreken–’
‘Oké, spreek je gauw,’ antwoordde Jessica vrolijk voordat ze snel ophing. Ze voelde zich schuldig, maar vermengd met een vleugje boosheid. Waarom had haar moeder altijd zo’n spectaculair slechte timing? Ze gaf toe dat ze haar eerder terug had moeten bellen, maar het was nooit een goed moment als je toch niet wist wat je moest zeggen.
‘Alles goed?’ informeerde Paul.
‘Super,’ antwoordde Jessica iets te opgewekt.
‘Kan je je concentreren als ik muziek opzet?’ vroeg Paul. Hij pakte een cd uit zijn tas, zwaaide zijn voeten weer van het bureau en deed de cd in Mikes stereo.
‘Dan gaat het juist beter.’
‘Dat heb ik ook,’ zei Paul en hij glimlachte op zo’n manier naar haar dat haar ingewanden alarmerend aangenaam door elkaar schudden.
‘Wie is dit?’ vroeg Jessica toen een nummer met een aparte, ongewone sound begon.
‘Eh... Elbow?’ antwoordde Paul, schijnbaar stomverbaasd dat ze het niet kende.
‘Kijk niet zo,’ zei Jessica giechelend om het overdreven verbouwereerde gezicht dat hij trok. ‘Ik ben dol op muziek maar er is zoveel, dus het is toch logisch dat ik niet hetzelfde ken als jij?’
‘Dat zal dan wel,’ gaf Paul toe. Hij leunde met zijn armen achter zijn hoofd achterover in Mikes draaistoel. Aan zijn ontspannen pose viel af te leiden dat hij meer interesse in kletsen had dan echt werken. ‘Nou, kom maar op, mevrouw Bender. Wat ken je wel? Wat staat er bijvoorbeeld op je iPod?’
Kortstondig overwoog Jessica een iets opgesmukter antwoord te geven. Meer wat ze altijd dacht dat anderen wilden horen: The Beatles, Mozart, The Stones, gevolgd door een zooi coole bands (zoals Elbow), naast de toegestane hoeveelheid vereiste kitschpop die aantoonde dat je niet te vol van jezelf was. Maar ze zag er vanaf. Behalve dat ze genoodzaakt zou zijn te liegen, mocht ze Paul graag genoeg om te willen dat hij de ware Jessica leerde kennen.
‘Nou,’ antwoordde ze terwijl ze aarzelend op de stoel tegenover Paul ging zitten, wat haar alleen nog maar meer het gevoel gaf dat ze ondervraagd werd, ‘ik ben altijd dol geweest op Motown-muziek, maar ik moet toegeven dat waar ik het meeste naar luister pure, onvervalste pop is. Vooral uit de jaren tachtig en negentig. Ik hou van elektronisch klinkende groepen als The Pet Shop Boys en Erasure. En van Madonna, Michael Jackson, Duran Duran, George Michael, Abba, Stevie Wonder, Diana Ross, The Eurythmics... ’k weet niet... van alles... alles wat opgewekt klinkt en waar ik vrolijk van wordt. Ik hou van housemuziek en, ooh... Coldplay en The Killers,’ maakte ze enthousiast af.
Paul hield zijn hoofd schuin. Jessica vond het vreselijk dat ze zich zo onzeker voelde terwijl ze zijn reactie afwachtte. Het had haar nooit eerder iets kunnen schelen wat iemand van haar muzieksmaak vond, dus waarom nu dan wel? Omdat ze Pauls ondoorgrondelijke blik niet langer kon trotseren, staarde Jessica naar haar handen.
Paul lachte. ‘Wat is er?’
Jessica fronste. ‘Niks.’
‘Oké, maar je werd ineens knalrood. Ben ik echt zo’n eikel dat je me niet eens durft te vertellen van welke muziek je houdt?’
‘Nee,’ zei Jessica, maar haar wangen verrieden haar blijkbaar dus ze besloot uit te weiden. ‘Maar je lijkt me gewoon iemand die anderen beoordeelt op basis van hun muzieksmaak.’
Paul keek licht beledigd. ‘Echt? Jeetje, ik weet dat ik een chagrijnig stuk vreten kan zijn, maar zo erg ben ik toch ook weer niet? En als je mijn zus kende, zou je wel anders praten. Die heeft pas een dubieuze muzieksmaak. In mijn moeders huis hoor je vooral Take That, Girls Aloud en Katy Perry, en dat is nog op een goeie dag.’
‘Klinkt als een vrouw naar mijn hart.’
‘Ze is vijftien,’ voegde Paul er grijnzend aan toe.
‘Zie je wel,’ zei Jessica, niet langer beschaamd en nu verontwaardigd. ‘Je oordeelt wel en je hebt nu net beweerd dat ik een – hoe noemen jullie dat hier ook alweer? – o ja, “muts” ben omdat ik van een bepaald soort muziek hou.’
‘Dat was niet de bedoeling,’ zei Paul, die weer rechtop ging zitten in zijn stoel, met genoegen de kritiek aannemend en geamuseerd door Jessica’s gebruik van het woord muts. ‘Als het helpt, ik luister wel eens naar Neil Diamond.’
Neil Diamond was een goed zoenoffer en Jessica voelde zich weer rustig worden. Ze glimlachten allebei en ze vroeg zich ineens af wanneer Paul nou zijn teksten zou gaan oplezen, maar hij leek nog steeds geen haast te hebben.
‘In alle eerlijkheid,’ zei hij en hij liet zijn armen op het bureaublad rusten. ‘Ik heb veel liever mensen die gewoon eerlijk toegeven wat ze wel en niet leuk vinden dan dat ze antwoorden wat ze denken dat ze zouden moeten antwoorden. Maar het is nu eenmaal wel zo dat ik een geweldige smaak heb.’
‘Oh, natuurlijk,’ plaagde Jessica en ze kneep haar ogen tot spleetjes, blij dat ze geen lunch had gekocht want op dit ogenblik had ze toch geen hap door haar keel kunnen krijgen. Ineens viel haar blik op Pauls armen. Ze vond zijn horloge mooi. Het was oud, zag er versleten uit, was groot en van zilver en paste goed bij zijn pols, die ze nog mooier vond. Jezus, ze moest hier echt mee ophouden.
Paul had zich weer naar het scherm gedraaid en tuurde er geconcentreerd naar terwijl hij iets herlas wat hij had geschreven.
‘Maar je hebt wel gelijk,’ zei Jessica, ‘muziek is absoluut iets waardoor je kunt zien of mensen pretentieus zijn. Wil je trouwens weten waar ik een afschuwelijke hekel aan heb?’
Paul knikte terwijl hij tegelijkertijd iets typte.
‘Als je naar een club gaat en de dj achter elkaar saaie nummers speelt die niemand ooit eerder heeft gehoord. Niemand danst totdat hij eindelijk een bekend nummer opzet, iets wat iedereen kent en dan kan iedereen niet snel genoeg naar de dansvloer rennen. En dan is de dj ineens de held en realiseer ik me dat het niet zo gestoord is dat ik zoveel van popmuziek hou. Dat het “populaire” muziek heet, heeft een reden en als niemand daar meer laatdunkend over zou doen, zou dat het uitgaan een stuk leuker maken.’
‘Hartelijk dank hiervoor, mevrouw Bender,’ zei Paul opgeruimd en hij draaide zich weer naar haar toe. ‘Herinner me eraan dat ik je eens meeneem naar Hyde Park. Dan kan ik je Speakers’ Corner laten zien en kunnen we wat underground, serieuze trancemuziek meenemen om je op te zwepen. Dan mag je van wal steken en kun je naar hartenlust de nadelen van niet-populaire muziek verkondigen.’
Jessica moest wel lachen.
Paul pakte een balpen achter zijn oor vandaan en kauwde er bedachtzaam op. ‘Wat heeft je doen besluiten de vs voor Engeland te verruilen?’
Jessica overpeinsde wat ze zou antwoorden maar koos voor de waarheid. ‘Ik had thuis wat probleempjes en op een dag realiseerde ik me dat er op een handjevol mensen na niet veel was om voor te blijven.’
‘Geen vriendje dus?’ informeerde Paul terloops maar nieuwsgierig naar het antwoord.
‘Geen vriendje.’
‘En hoe zit het met je vader? Die zal het niet leuk gevonden hebben dat je wegging?’
‘Nee,’ antwoordde Jessica eerlijk en ze glimlachte toen ze aan haar lieve vader dacht, op wie ze altijd dol zou blijven hoe kwaad ze soms ook op hem was. Ze miste hem nu al verschrikkelijk. ‘Hij was er niet blij mee, maar hij weet dat ik terugkom... ooit.’
‘Zijn jullie close?’
‘Best wel,’ antwoordde Jessica vaagjes, ongemakkelijk met de richting die dit gesprek opging. ‘Maar goed, laten we het over iets anders hebben. Ik wil meer weten over die voortreffelijke muzieksmaak van jou. Wat zou je zeggen dat jouw lievelingsnummer is?’
Toen ze dit zei, leunde ze naar voren op het bureau precies op het moment dat Paul dat ook deed. Ineens was haar gezicht dichtbij genoeg bij het zijne om zich echt te kunnen inbeelden hoe het zou zijn die prachtige mond van hem te kussen. De lucht tussen hen in voelde zwaar van iets ongewoons, iets wat gedurende de afgelopen dagen was gegroeid. Ze staarden elkaar zo intensief aan dat toen Kerry haar hoofd om de deur stak, het even duurde voordat ze merkten dat ze er was. Maar toen het tot hen doordrong schrokken ze zich allebei kapot en gingen snel rechtop zitten.
‘Sorry Jess, ik vroeg me af waar je was,’ zei Kerry, die wel doorhad wat er gaande was. ‘Zijn jullie druk bezig of mag ik je wegkapen? Ik moet fruitmanden hebben voor onze gasten en ik hoopte jou daarmee op te zadelen. En ik wil je laten zien wat ik bij Primark heb gekocht. Strings voor een pond, en meer zou je ook niet moeten betalen voor iets wat de rest van zijn leven in je bilspleet doorbrengt, ja toch?’
Paul trok een heel vies gezicht en Jessica giechelde. ‘Natuurlijk,’ zei ze, nog nalachend. ‘Sorry dat je me niet kon vinden, we–’ Ze zweeg. Ze wilde zeggen dat ze aan zijn teksten hadden gewerkt maar dat was er niet eens van gekomen.
‘Ik had haar hierheen gesleept om me te helpen met wat teksten, maar in plaats daarvan heb ik haar uitgehoord over haar nogal spectaculair afgrijselijke muzieksmaak,’ zei Paul.
Kerry keek van hem naar haar assistent en glimlachte bij zichzelf. Het leek erop dat Jessica het nieuwste slachtoffer was dat voor de ongelooflijk complexe maar superleuke Paul was gevallen. En aan de onnozele uitdrukking op zijn gezicht te zien kon het wel eens wederzijds zijn.
‘Jess,’ zei hij nu, met die suffe glimlach nog op zijn gezicht, ‘is heel hulpvaardig geweest maar misschien eerlijker dan goed voor haar was. Ze luistert naar George Michael, maar wat doe je eraan.’
‘Ik heb George duizend keer liever dan Elbow,’ zei Jessica, die schuchter wegkeek.
‘Dus het is nu al “Jess”?’ plaagde Kerry.
Toen hij de insinuerende toon in haar stem hoorde, viel hij meteen weer terug in zijn rol. Het was alsof je een knop omzette. ‘Maar goed,’ zei hij bijna knorrig, ‘oprotten nu, jullie, ik heb het druk.’
En daarmee prikte hij zomaar de zeepbel door. Jessica’s gezicht betrok. Wat dacht ze wel niet? Het was maar goed dat Kerry was binnengekomen, besloot ze. Wat haar betrof was omgaan met Paul altijd vragen om moeilijkheden. Ze voelde zich nogal dwaas en stond op, maar Kerry, die spijt had van haar geplaag, besloot iets aardigs te doen.
‘O ja,’ zei ze nonchalant, ‘Jess gaat zaterdag met ons mee clubben, Paul. En ik denk dat er nog wel meer van kantoor gaan. Ga je ook mee? Jessica neemt zelfs haar kostelijke vriendin Veruca Peper mee, maar ze heeft ons ervan verzekerd dat die zich zal gedragen, dus laat je daar niet door afschrikken.’
Paul keek niet op, zo druk was hij nu met de eerder genegeerde teksten, maar na een paar tellen mompelde hij afgeleid: ‘Klinkt goed, waarom niet?’
Jessica was al bijna de deur uit en de enorme smile die onmiddellijk verscheen kon ze met geen mogelijkheid onderdrukken. Kerry grijnsde, maar niet in de richting van hypergevoelige Paul. Paul ging nooit met ze mee clubben, dus het leek erop dat haar voorgevoel toch juist was, wat haar echt plezierde hoewel het wel weer verdomde typisch was. Vond zij maar vlak onder haar neus hier op kantoor wat ze zocht. Sommige mensen hadden het echt veel te makkelijk.