7

Eén trans-Atlantische vlucht en een aantal dagen later, opende Jessica eerst het ene met slaap gevulde oog en daarna het andere. Omdat ze uit een diepe slaap ontwaakte, was ze suf en wist niet zo goed waar ze was, totdat alles langzaam op zijn plek viel en begon door te dringen. Ze was natuurlijk in haar kamer in het Dorchester in Engeland.

      Ze rekte zich uit. Wat een heerlijk hotel was dit toch. Misschien niet zo ‘rock and roll’ als zoiets als het Sanderson of het Mayfair, maar het was typisch Engels en ongegeneerd luxueus. Het op art deco geïnspireerde interieur riep de sfeer op van de glamour van de jaren twintig van de vorige eeuw. Nooit eerder verbleef ze in een van de gewone kamers, die minder groot waren dan de suites die ze gewend was. Er was amper genoeg kastruimte om al haar bagage kwijt te kunnen maar het bed was ongelooflijk comfortabel en het uitzicht op Hyde Park geweldig. Het enige wat haar minder comfortabel maakte waren de twijfel en het schuldgevoel die haar bleven overvallen. Zodra ze hier was aangekomen was het haar opgevallen dat de meerderheid van de gasten óf veel ouder waren dan zij óf overduidelijk rijk en/of op zakenreis, wat haar zich had doen afvragen of hier logeren nou eigenlijk wel zo ‘gewoon’ was.

      Ze dacht terug aan wat voor nieuwigheid het vliegen van toeristenklasse was geweest, iets wat ze per se wilde doen om te demonstreren hoe serieus ze was over het schuwen van haar bevoorrechte levensstijl. Toen de landing werd ingezet, had ze uit het raampje gestaard naar de onverwachte grijze, met regen gevulde deken van wolken die boven Heathrow hing. Van die mistroostige dreiging kregen de andere passagiers de neiging zodra ze waren geland het eerste vliegtuig terug te nemen, maar Jessica was overspoeld met onverholen enthousiasme en het gevoel dat ze absoluut goed deed aan dit avontuur. Ze had niet alleen behoefte aan een adempauze van haar vader, maar ook van Los Angeles. L.A. was een keiharde stad, alles was erop gespitst het te ‘maken’, dus als je niet wist welke ladder je wilde beklimmen, laat staan een voet op de eerste sport had, was het een moeilijke stad om je te bevinden. Maar in Londen zou niemand behalve zijzelf de touwtjes in handen hebben en kon ze het juk van haar identiteit afwerpen. Ze had toen al het gevoel dat de jaren van schuldbeladen bevoorrechting die aan haar kleefden als kalkaanslag, begon af te brokkelen. Hoewel ze wel moest toegeven dat ze de beenruimte had gemist...

      Het was jammer dat ze Dulcie niet persoonlijk had kunnen vertellen dat ze wegging. Ze had het meerdere keren geprobeerd maar was er niet in geslaagd er ook maar één niet aan trouwen gerelateerd woord tussen te krijgen, zelfs niet tijdens hun borrel bij wijze van voorvrijgezellenfeest. Hun band was absoluut verslechterd en hoewel ze het vreselijk vond, had Jessica geen idee wat ze eraan kon doen, behalve Dulcie aan een stoel vast te binden en haar tot luisteren te dwingen. En dat was niet iets waar ze haar toevlucht toe wilde nemen. Nee, Dulcie moest er zelf maar achter komen. De volgende keer dat ze Jessica belde om haar te vervelen zou ze een buitenlandse kiestoon horen.

      Wat ze in de tussentijd in de eerste plaats nodig had was een baan. Londen bleek een grotere uitdaging dan ze verwacht had. Ze had zich ijverig toegelegd op het zoeken naar werk, maar tot nu toe hadden honderden telefoontjes en e-mails naar uitzend- en rekruteringsbureaus niets opgeleverd en ze vroeg zich af of dat aan haar spervuur-aanpak kon liggen. Toch was ze vastbesloten het niet op te geven, dus vandaag gingen Pam (als morele steun) en zij de straat op om zo een baan te zoeken. Maar eerst ontbijten. Ze haalde één arm onder de dekens vandaan en pakte de telefoon. ‘Roomservice alsjeblieft. Hoi, mag ik een omelet, koffie, het bord fruit en een sinaasappelsap? Voor kamernummer... oh, dat weet je al. Oké, bedankt.’

      Drie kwartier later verliet Jessica haar kamer en liep naar de liften, klaar om de wereld tegemoet te treden en vol vertrouwen dat ze er in haar zwarte broekpak toonbaar, netjes en bovenal inzetbaar uitzag. Punctueel als altijd wachtte Pam haar op in de lobby. Jessica glimlachte toen ze doelbewust naar haar toe schreed.

      ‘Goeiemorgen lieverd, je ziet er mooi uit.’

      Jessica grijnsde en nam haar bij de arm. ‘Jij ook. Ontzettend bedankt dat je met me mee wil.’

      ‘Ooh, met plezier, lekker dier.’

      De maand mei liep ten einde en toen ze uit het hotel de warme zonneschijn in stapten, voelde Jessica zich, niet voor het eerst, dankbaar voor Pams gezelschap. Haar tante was zo warm en lief als Jessica zich herinnerde en bezorgde haar een geruststellend thuisgevoel in een vreemde stad. Vanaf het moment dat ze op het vliegveld was aangekomen was het Jessica zelfs opgevallen dat daar haar meeste genen vandaan moesten komen. Hun gelijkenis was iets waar ze eerder te jong voor was geweest om te waarderen, maar nu kwam het bijna als een opluchting, alsof een mysterie was opgelost.

      Pamela was wat je zou beschrijven als een knappe vrouw. Bijgestaan door een garderobe van goede kwaliteit, straalde ze een nette soort glamour uit en vandaag droeg ze een lila mantelpak, marineblauwe schoenen van Russell & Bromley en een bijpassende handtas. Haar nagels waren in de voor haar kenmerkende lichtroze tint gelakt en haar zilvergrijze, geföhnde haar zat onberispelijk als altijd. Het glinsterde toen ze Park Lane op stapten. De combinatie van een man die zijn zaken netjes had achtergelaten toen hij stierf en een welgestelde en vrijgevige broer, betekende dat Pam zich nooit te zeer zorgen hoefde te maken over geld. Maar goed ook, want toen Bernard overleed was ze te intens verdrietig geweest om veel meer te doen dan louter functioneren.

      ‘Oké, waar gaan we heen?’ vroeg Pam, terwijl de portier zijn arm opstak om een taxi aan te houden. ‘Wat staat er als eerste op de planning?’

      ‘Laat maar, bedankt,’ zei Jessica tegen de portier. ‘Vandaag doen we het op de Londense manier en gaan we lopen,’ voegde ze eraan toe. Ze voelde zich vol goede moed en positief. ‘We blijven gewoon lopen, totdat we iets zien wat ons aanstaat.’

      ‘Doen we,’ zei Pam pragmatisch. ‘Een prima plan. Iets wat ons aanstaat.’

      Maar twee uur later, toen Jessica moe, ontmoedigd en gedesillusioneerd uit de zoveelste winkel kwam lopen, was haar enthousiasme sterk afgenomen. Pam, die buiten op de stoep stond te wachten, trok vragend een wenkbrauw op. ‘En?’

      Jessica schudde alleen maar het hoofd.

      ‘Oké,’ zei Pam en ze wees naar een café. ‘Daarheen.’

      ‘Kunnen we die niet overslaan? Ze zoeken vast niemand en ik kan wel een pauze gebruiken.’

      ‘En ik kan wel een latte gebruiken en een lekker groot stuk gebak,’ pufte haar tante.

      ‘Oh,’ antwoordde Jessica en ze liep neerslachtig achter haar aan.

      Met een opkikkerende kop koffie voor hun neus hielden ze beraad.

      ‘Ik denk niet dat doelloos over straat lopen de beste manier is om een baan te vinden, lieverd,’ zei Pam. ‘Misschien heb je meer aan een echte strategie.’

      ‘Het was denk ik wel naïef van me,’ gaf Jessica toe, ‘maar ik had niet gedacht dat mensen zo afwijzend zouden reageren. Die man van dat eethuis was vreselijk, en ik maar denken dat iedereen in Londen zo vriendelijk was. En die meiden in die kledingwinkel deden ook nog eens hatelijk over mijn naam.’

      ‘Ja, dat zat erin,’ lachte Pam. ‘Waarom je jezelf hebt opgezadeld met een naam die homo betekent zal ik nooit begrijpen. Ik was zo blij dat ik er vanaf was toen ik met Bernard trouwde. Bernard Anderson, dacht ik, wat een perfecte naam. En dat was het ook, totdat die verrekte serie Baywatch kwam en de naam Pamela Anderson een hele nieuwe betekenis kreeg.’

      Ondanks haar stemming kon Jessica het niet laten te grijnzen. Pam keek bedachtzaam naar haar nichtje.

      ‘De banenmarkt valt op het moment niet mee, schat, dus kijk er niet raar van op dat je nog niks hebt gevonden. Zonder de hulp van je vader zal het een stuk moeilijker voor je worden, maar denk aan de vrijheid die je nu hebt om erachter te komen wat je echt wilt doen.’

      ‘Maar dat is het hem nou juist,’ zei Jessica wanhopig. ‘Dáárom moest ik weg uit L.A., juist omdat ik niet wéét wat ik wil. Ik hoopte een beetje dat het hier anders zou zijn.’

      ‘En dat is het ook,’ zei Pam overtuigend, ‘maar je moet het lot een handje helpen. Bernard zei altijd: “je krijgt van het leven wat je erin stopt.” Dus geef het niet op, Jess. Als je volhoudt, duikt er uiteindelijk wel iets op. En ondertussen is het heerlijk dat je er bent. Echt waar.’

      Jessica slaagde erin te glimlachen. Ze wist dat haar tante dat meende, dus deed ze tenminste nog iets goed. ‘Ik wou dat ik Bernard had gekend. Hij klinkt als een geweldige man.’

      ‘Dat was hij,’ antwoordde Pam alleen maar.

      Er volgde een stilte en de twee vrouwen waren aan hun eigen gedachten overgeleverd terwijl Pam op haar gebak aanviel.

      ‘Dat papa elke vijf minuten belt om te vragen of ik al iets heb, helpt ook niet echt,’ zei Jessica uiteindelijk.

      ‘Nee, hè,’ was Pam het roerend met haar eens terwijl ze de suiker van haar mond depte met haar servet. ‘Hij belt mij elke dag om te vragen of alles goed met jou is, meestal net tijdens Come Dine With Me. Ik begrijp echt waarom je daar weg moest; de ene ouder bemoeit zich veel te veel terwijl de ander zich juist te weinig met je bemoeit.’

      Jessica kromp ineen van deze steek onder water naar haar moeder en haar gedachten maakten overuren terwijl ze overwoog of ze wel of niet tegen Pam zou zeggen dat ze de volgende dag een afspraak met het onderwerp van haar minachting had. Waarschijnlijk beter om het niet te vermelden. Aan Pams gezichtsuitdrukking te zien zou het haar alleen maar buikpijn bezorgen.