Fragmenten uit een brief van mijn moeder aan haar man, door haar geschreven te Batavia C, terwijl zij nog in het Tjideng-kamp verbleef, op 5 October 1945: 'Mijn liefste Sjoekie, Wat was ik gelukkig, toen ik vanmorgen je brief ontving. Eindelijk een levensteken na bijna twee jaren. Je laatste brief uit Tokio was van 8 Dec. '43, daarna niets meer; je zult wel begrijpen, hoe reikhalzend ik iederen dag uitzag na enig bericht van je; en vooral als je dagelijks links en rechts om je heen brieven ziet bezorgen, mannen ziet thuis komen, nou dan krijg je 't wel eens te kwaad. Ofschoon ik dagelijks bad met de kleintjes voor 't Lieve Vrouwke voor de behouden thuiskomst van Pappie en nu is ook ons gebed verhoord. We mogen zeker dankbaar zijn, dat we allemaal bij elkaar zijn gezond en wel en straks opnieuw met frisse moed een andere toekomst tegemoet, desnoods van onder af aan; maar met ons allen. Ik ben blij, dat je werkelijk gezond ben en nu weer zo fijn bent aangekomen. Wat zal je mager geweest zijn joch 47 Kilo. Heb je anders zo geen narigheden overgehouden, ik moest dikwijls aan je ogen denken, je hoorde zo van blindheid. Enfin volgende keer moet je me maar uitvoeriger schrijven. En nu zit je in Manilla, ik heb de jongens op de kaart gewezen, waar dat precies is. Hoe lang nog Sjoek? Ie bent nu bijna 4 jaren weg, je weet niet hoe onuitsprekelijk veel ik naar je verlang.'(...)

'Met mij gaat 't momenteel ook goed; ik woog nog maar 38 kilo en leek meer op een geraamte dan wat anders, dikke benen, vlekken vanwege vitaminengebrek, enfin van alles wat, maar nu we weer van alles krijgen, kom ik alweer aardig bij en weeg nu alweer 42 kilo en begin er alweer beter uit te zien. Ik hoef nu geen broche meer te dragen om te zien waar de voorkant is.' (...)

'Moeder en Vader zijn allebei gestorven en betrekkelijk kort na elkaar. Moeder 4 Mei 1.1. aan dysenterie, hongeroedeem en algehele uitputting. Vader eind Juli, juiste datum weet ik nog niet, waaraan weet ik ook niet, maar in zijn geval is dit gelukkig, temeer daar hij Moeder zou moeten missen. Ook dit heb ik me heel erg aangetrokken, vooral waar 't Moeder betrof.' (...)

Over mijn zus: '... die is een flinke meid geworden en is zo handig als iets, maakt vuren aan, kookt en doet, dat 't een lust is, je lacht je dood om haar, ik denk dat je vaderhart barst van verwaandheid, want ze is een echte schat, nog even blond als vroeger.' (...)

'Dan onze Jeroen een kleine hoef, g��n van de andere is /� stout geweest als hij. Hij is jouw evenbeeld innerlijk en uiterlijk, een verkleinde uitgave in je handel en wandel en is me dit in deze beroerde jaren een grote troost geweest. Hij slaapt iedere dag met jouw photo, isn't nice.' (...)

'Lieverd ik heb gezellig met je geboomd, ik eindig nu maar, omdat de post sluit, ik hoop gauw weer wat van je te horen, nog liever je te zien. Met veel liefs en zoenen van ons allen en 't meeste van je verlangende Vrouwtje.'

'P.S. Informeer eens naar: Pieter Franciscus Stenvert, Landstormsergeant stbno 168816, was in Sensuy.'