74
Om negen uur parkeerde Harry Scheepers gewoontegetrouw zijn motor naast het pand van persagentschap De Lage Landen. Hij viste de sleutel van de voordeur uit zijn jack en zag dat er iemand voor de deur op hem wachtte. “Goedemorgen,” zei hij tegen de man. “Dat betwijfel ik,” zei de ander. “Bent u de redacteur waar Tanja Maaslant altijd mee samenwerkt?”
“Dat klopt,” zei Harry. “Is er iets aan de hand?”
“Ik moet u spreken. Binnen.”
Harry knikte, reikte hem zijn motorhelm aan en stak de sleutel in het slot. Er klonk een knetterende herrie achter hen. Dennis Elenbaas arriveerde op zijn bromscooter. Hij scheurde nodeloos hard en luid de hoek om. “Laat de voordeur maar open,” zei Harry hard. Het knetteren hield plotseling op. “Hoe ze het doen weet ik niet,” vervolgde hij. “Ze komen altijd samen binnen.” Hij begon zich uit zijn motorpak te werken. Een paar tellen later kwam Dennis binnen, op de voet gevolgd door een spichtig donker meisje. “Morgen Dennis, Kelly…”
“Een heel goede morgen vandaag!” riep Dennis. Hij was net zo lawaaierig als zijn vervoermiddel. “We hebben meteen visite, zie ik?”
“Ik ben Vosmeer, recherche.”
“Wij kennen u wel,” zei Kelly. “Politie en pers komen elkaar overal tegen.”
Leendert Vosmeer knikte en keek Harry aan. “Het was niet zo’n goede morgen, zei u. Wat is er aan de hand?” vroeg Harry. “Tanja Maaslant is zoek.” De anderen keken hem verbluft aan.
“Hoezo, zoek,” zei Dennis. “Spoorloos?” Leendert Vosmeer zette Harry’s helm op tafel. “Weten jullie waar ze aan werkte?”
“Ja, min of meer,” zei Harry Scheepers aarzelend. “Ze is bezig met een hele pagina over de uitbreiding van de zeehaven. Maar die moordzaken op de boulevard hadden haar ook te pakken.”
“Wanneer heeft u voor het laatst contact met haar gehad?”
“Eergisteren. Ze vroeg alle namen en adressen van de bedrijven die in de race zitten om dat havenproject binnen te slepen. Ze ging in elk geval dezelfde dag nog naar North Sea Offshore in de Spuistraat en naar De Veth van Steenis, de wethouder.”
“Dat heeft ze inderdaad geprobeerd,” zei Leendert Vosmeer. “Dat heb ik gecheckt.”
“Het gebeurt vaker dat we haar een dag of drie, vier niet te zien krijgen. Waarom is er nu reden tot ongerustheid?”
“Haar auto stond zomaar ergens. Ik heb hem open laten maken. Haar tas en papieren waren weg, die heeft ze dus bij zich, maar haar aluminium fotokoffer stond er wel in.”
“De spullen in die koffer hebben een vermogen gekost,” wist Dennis. “Die zal ze nooit ergens onbeheerd laten staan.” Kelly zette de koffïemachine aan.
“Ik weet niet of het belangrijk is,” zei ze. “Tanja vroeg naar foto’s die ik vorig jaar heb gemaakt. Die heb ik voor haar opgezocht. Maar…”
Ze aarzelde en keek in verwarring naar haar chef. “Waar zijn ze?”
“In een envelop, in haar kastje. Alleen…”
“Wat bedoel je nou, Kelly?”
Kelly dribbelde naar de overkant van het kantoor en kwam terug met een grote witte envelop in haar hand. Ze gaf hem aan Vosmeer. “Het heeft namelijk met u te maken. Of eigenlijk met…”
De envelop was niet dichtgeplakt. Hij opende de klep en schoof voorzichtig een serie van acht kleurenfoto’s naar buiten.
“Maar dat is…mijn vorige auto! Daar is mijn vrouw mee verongelukt!”
“Ik reed erachter toen het gebeurde,” zei Kelly. “Ik heb een hele serie gemaakt. Maar de redactie plaatste de meest neutrale foto, zeg maar. Ik denk dat Tanja ze aan u wilde geven.”
“Ik heb met haar over dat ongeluk gesproken, ja. Dank je wel.”
Hij keek het kringetje rond. “Weten jullie wie er een sleutel van haar huis heeft?”
“Ik,” zei Harry. “Dat wil zeggen: ik heb geen sleutel, maar er ligt een bos met sleutels in de la van het bureau waar ze gewoonlijk zit. Wil je die even pakken, Dennis? Kelly, schenk jij intussen koffie in.”
Leendert Vosmeer bestudeerde de foto’s. Zijn handen begonnen te trillen.
“Suiker? Melk?” vroeg Kelly. Dennis Elenbaas legde de sleutelbos voor hem neer.
Leendert zag spierwit en likte gejaagd met zijn tong over zijn lippen.
“Suiker? Melk?” vroeg Kelly nog een keer. Maar Leendert Vosmeer greep de sleutelbos, griste de foto’s van tafel en liep zonder een woord te zeggen het kantoor van De Lage Landen uit.