9

Dokter Van de Weegen zette de dimmer van de plafondlamp in Celina Deemoeds huiskamer op maximale sterkte. Hij was orthopedisch chirurg in het regionaal ziekenhuis en het werk als politiedokter deed hij er op uurbasis bij. “Dit maken we in deze gemeente niet elke week mee, meneer Vosmeer,” zei hij, terwijl hij zijn tas op de tafel zette en alle vakken wagenwijd opende. “Ziet er niet fris uit.” Hij toverde uit het diepst van zijn tas een set latex handschoenen tevoorschijn, trok ze met een handig gebaar uit de steriele verpakking en begon zijn verkennende werkzaamheden.

“Ik denk dat hij al ruim vierentwintig uur hier ligt. De zon staat in de middag vol in de kamer en dat doet er geen goed aan. Kan er misschien een raam of een deur open?” Leendert Vosmeer liep met een ruime bocht om het dode lichaam heen en zette de balkondeur open. Onmiddellijk drong het ruisen van de zee naar binnen, uitbundig begeleid door het krijsen van ruziënde meeuwen. Met een pincet pulkte Van de Weegen zorgvuldig in de bebloede massa. “In het lab kan ik het allemaal wat preciezer bekijken, natuurlijk. Maar zo op het eerste oog durf ik wel te zeggen dat hij met een ijzeren staaf of de klassieke loden pijp is doodgeslagen. Misschien zelfs met de kolf van een klein vuurwapen. Hoe dan ook, de dader was een krachtpatser. Het slachtoffer heeft zich verdedigd, maar was waarschijnlijk geen partij.” Leendert knikte.

“Dit is niet zijn eigen flat. Hij kwam hier om de plantjes water te geven en voor de kanaries te zorgen.”

“Merkwaardig,” zuchtte de arts. “Wat een manier om aan je einde te komen.” Hij stond op, trok de handschoenen uit en zei: “Laat hem maar ophalen. Ik kijk straks wel verder, dan hebben jullie morgenochtend vroeg mijn rapport.”

“We moeten nog even wachten,” zei Leendert Vosmeer. “Ik kan pas over een paar uur een politiefotograaf krijgen, maar ik heb al iemand anders geregeld.”

“Bezuinigingen zeker?”

Leendert schudde zijn hoofd. “Deze regio is nu eenmaal opgebouwd uit eilanden. Ik denk dat onze vaste man op Tholen of zo bezig is. Het kost in deze contreien veel tijd om van A naar B te reizen.”

“Voormalige eilanden, meneer Vosmeer,” verbeterde de arts hem. “En met de infrastructuur van deze regio is niets mis. Een moord krijgt toch onmiddellijk de hoogste prioriteit, mag ik aannemen?” Hij klapte zijn koffer dicht en liep naar de gang. “Het zijn overigens parkieten, die vogels in de kamer. En de plantjes hebben inderdaad hard water nodig.”

Hij glimlachte minzaam en tilde zijn voeten onnodig hoog op toen hij over de drempel de gang in stapte. Daar ontdeed hij zich onmiddellijk van de witte steriele overall.

“Gaan we verzegelen, meneer Vosmeer?” vroeg de agent bij de voordeur. Leendert schudde zijn hoofd. “Nee, dat is een beetje overdreven. Span maar een lintje, dat is genoeg.”

“Dan haal ik even een rol lint en een paar stickers.”

“Luister, Rinus. Onze fotograaf zal er zo wel zijn. Jij gaat bij de lift staan. En je laat niemand op de galerij toe. Oké?” Hoofdagent Rinus Engels keek op zijn klokje en baalde zichtbaar.

“Als het dan moet,” zei hij stuurs. “Ik haal even de spullen uit de wagen.”