Gauloises en Knoflook
James Bond keek uit het raampje van de Caravelle en zag het Kanaal onder zich wegglijden. In zijn zak zat een paspoort op zijn eigen naam en tegen zijn buik voelde hij het warme lederen holster van zijn Walther PPK. Gelukkig, hij was weer helemaal de oude! Hij keek naar het nieuwe Rolex-horloge aan zijn pols. De winkels waren nog steeds dicht geweest, maar hij had er de kwartiermeester een kunnen ontfutselen.
Er was tijd genoeg. Om zes uur zouden ze in Marseille zijn. Tjonge, jonge, was me dat haasten geweest! Tot laat in de nacht had hij op het hoofdkwartier gewerkt aan de persoonsbeschrijving van Blofeld, had gesprekken over hem gevoerd met Ronald Vallance en via de telex contact gezocht met Post Z. Hij had zelfs niet vergeten Sable Basilisk in te schakelen in verband met de achternamen van de tien meisjes en had een stamboom 'op perkament met gouden letters' van Ruby Windsor besteld.
Tegen middernacht had hij Tracy opgebeld in München. 'Ik heb al een tandenborstel, James,' had ze gezegd, 'en een stapel boeken. Morgen ga ik naar de Zugspitze om in de zon te zitten. Allemaal om mij mooi te maken voor jou! Je raadt nooit wat ik vanavond gegeten heb: "Krebsschwänze mit Dilltunke". Ja, dat is kreeft met rijst en room en dillesaus. Ja en ook nog -Rehrücken mit Sahne", reerug met room! Waarschijnlijk beter dan wat jij hebt gehad!'
`Ik heb twee broodjes met ham en bergen mosterd gegeten. Daarna heb ik een kwart liter "Harper's Bourbon" opgedronken. De Bourbon was beter dan de ham! Luister Tracy en blaas niet zo door de telefoon.'
Ik hijgde alleen maar van liefde!
`O, het lijkt wel windkracht vijf! Morgen stuur ik je per post mijn geboortebewijs, samen met een brief aan de Britse Consul waarin staat dat ik zo gauw mogelijk met je wil trouwen. Nu is het windkracht tien! Luister in 's hemelsnaam naar wat ik zeg! Ik ben hang dat het nog een paar dagen zal duren. De consul zal wel uitleggen waarom. Jij moet hem ook je geboorte-bewijs geven. Wat zeg je? Heb je dat al gedaan?' Bond had geschaterd van de lach. 'Goed zo. Dan is alles geregeld. Ik moet nog een dag of drie werken. Morgen ga ik je vader opzoeken en je hand vragen. Niet alleen je hand. Ook je voeten en de rest. Nee, jij blijft waar je bent! Dit is mannenwerk. Zou hij nog wakker zijn? Goed, ik zal hem direct bellen. Ga maar gauw slapen!'
Ze hadden bijna geen afscheid van elkaar kunnen nemen. Toen de laatste telefonische kus was uitgewisseld, draaide Bond het Marseillaanse nummer van de 'Appareils Electriques Draco'. Marc-Ange leek even opgewonden als zijn dochter. Bond dempte na enige tijd het enthousiasme over de 'fiangailles' een beetje af en zei: 'Luister, Marc-Ange. Ik wil een huwelijkscadeau van je hebben.
'Natuurlijk, beste kerel. Alles wat ik bezit staat tot je beschikking.' Hij lachte. 'Ook alles wat ik misschien nog tot mijn bezit zal maken. Wat kan ik voor je doen?'
Dat zal ik je morgenavond allemaal vertellen. Ik vlieg met de Air France naar Marseille. Wil je iemand naar het vliegveld sturen? Ja. Het is zakelijk. Kunnen de andere directeuren ook aanwezig zijn? Wij zullen al onze hersens moeten gebruiken. Het gaat over onze verkooporganisatie in Zwitserland. Er moet met spoed iets aan gedaan worden!'
'Ah! Juist.' Marc-Ange had het begrepen. 'Ja, je hebt gelijk. Die verkooporganisatie moet nodig ontbonden worden. Natuurlijk, de collega's zullen allemaal aanwezig zijn! Ik beloof je dat ik alles zal doen wat in mijn vermogen ligt om je te helpen! Ik zal er voor zorgen dat je wordt afgehaald. Jammer genoeg kan ik persoonlijk niet bij je aankomst aanwezig zijn. Maar er zal heel goed voor je worden gezorgd. Welterusten, beste kerel!' Het contact was verbroken. De oude vos! Was hij bang dat Bond zich verspreken zou? Of had hij een 'verklikker', een fijn instrumentje dat onmiddellijk iedere poging tot meeluisteren registreert?
De winterse zon wierp een laatste oranje gloed over het wolkendek dat zich tienduizend voet onder het vliegtuig over het land uitstrekte en ging ter guste.
Even voordat Bond onder zeil ging, nam hij zich voor zo gauw mogelijk alle slaap in te halen die hij zolang tekort was gekomen.
Bond werd opgewacht door een taxi-chauffeur die uit een toneelstuk gestapt had kunnen zijn — het prototype van alle 'Mariussen', met het gezicht van een zeerover. Hij sloeg het messcherpe taaltje uit dat zo kenmerkend is voor de Franse `missie-halls' van minder allooi. Iedereen op het vliegveld scheen hem , te kennen. Bond werd door de douane heen geloodst onder een stroom van geintjes over de 'Engelse Lord'. Marius — de man heette waarachtig nog Marius ook — plaatste zich hierdoor in het centrum van de belangstelling,' zij het ten koste van Bond. Toen ze evenwel in de taxi zaten bood Marius over zijn schouder vriendelijk zijn excuses aan. Zijn Frans vertoonde plotseling geen spoor van dialect meer, maar zijn adem bleef naar carbid ruiken.
`Mij is opgedragen u zo onopvallend mogelijk af te halen. De aandacht moest zo min mogelijk op u gevestigd worden. Ik ken alle agenten. en alle agenten kennen mij. Als ik u met teveel voorkomendheid behandeld had, zouden er teveel nieuwsgierige blikken op u gericht geweest zijn. Ik heb gedaan wat onder de gegeven omstandigheden het beste was, mon Commandant.
`Natuurlijk, Marius. Maar die grappen van jou deden mij bijna in lachen uitbarsten. Dat had fataal geweest kunnen zijn.' `Verstaat u dat taaltje van ons dan?'O ja.
'Zo!' Er viel een stilte. 'Helaas, sinds Waterloo mag men de Engelsen niet meer onderschatten!' sprak hij tenslotte gelaten. `Dat geldt ook voor de Fransen. liet heeft maar weinig gescheeld,' antwoordde Bond. Lieve hemel wat waren ze beleefd! `Hoe is de bouillabaisse bij Guido tegenwoordig? Nog. altijd even goed?'
`Gaat wel,' antwoordde Marius. 'Maar de echte bouillabaisse bestaat niet meer. Er is geen vis meer in de Middellandse Zee. Voor bouillabaisse heb je "rascase" nodig. Tegenwoordig gooien ze er maar grote stukken kabeljouw in. De saffraan en de knoflook zijn hetzelfde gebleven, maar daarmee zou zelfs vrouwenvlees goed smaken. Nee, het best kunt u naar een van de kleine kroegjes bij de haven gaan en een "Plat du Jour" bestellen en een Cassis drinken. Wat een visser goed vindt is goed voor iedereen. De w.c. is smerig. Een kniesoor die daar iets van zegt. U bent een man. U raakt het overal voor niets kwijt!'
Met vaardige hand loodste Marius zijn wagen door het verkeer van de Cannebière. Een groot deel van zijn tijd werd besteed aan het uitschelden van andere chauffeurs. Bond rook de zee. In de cafés hoorde hij de accordeons spelen. Het deed hem denken aan vroeger. Het amuseerde hem dat hij ditmaal in deze keiharde en meest misdadige stad van alle Franse steden, aan de kant van de duivel stond.
Helemaal aan het eind van de Cannebière, bij de Rue de Rome, sloeg Marius rechtsaf en sloeg vervolgens links af de Rue St-Ferréol in. Zij bevonden zich vlak bij de Quai des Belges en de Vieux Port. Even zag hij de lichten van de haven en toen stopten zij voor een afschuwelijk lelijk, maar pas gebouwd appartement met een brede etalage aan de straatkant. Op de gevel stond met vurige neon-letter 'Appareils Electriques Draco'.
Zoals te verwachten was bevatte het goedverlichte interieur van de winkel een aantal radio's, televisietoestellen, grammofoons, strijkijzers en elektrische fans. Marius pakte Bonds koffer en bracht deze snel door de draaideur naar binnen. De hal was weelderiger ingericht dan Bond had verwacht. Een man die uit het portiershokje naast de lift kwam, nam de koffer zwijgend over. Marius greep Bonds hand, glimlachte, zei: 'A la prochaine' en verdween.
De portier hield de deur van de lift open. Bond zag de verdikking onder zijn linkerarm. Nieuwsgierig liep hij kwasi per ongeluk tegen de man op. Tjonge, jonge, geen kleinigheid! De man keek Bond verveeld aan. Zoiets van: 'Linke jongen, hè!' en drukte op de knop. Zij werden boven opgewacht door zijn tweelingbroer — of iemand die het best had kunnen zijn — bruine ogen, donkere huid, stevig, fit. Hij nam Bonds koffer over en bracht hem via een gang naar een bijzonder comfortabele slaapkamer. Bond nam aan dat hij, wanneer hij het gordijn zou openschuiven, een prachtig uitzicht op de haven zou hebben. 'Monsieur Draco sera immédiatement á votre disposition,' zei de man. Bond vond het tijd worden dat hij iets van een eigen wil toonde. 'Un moment, je vous en prie,' zei hij en liep naar de badkamer om zichzelf op te knappen. Het viel hem op dat de zeep van Engelse makelij was: 'Pears Transparent'. Op de wastafel stond een fles 'Mr. Trumper's Eucris'. Marc-Ange wilde kennelijk dat zijn Engelse gast zich thuis zou voelen!
Bond haastte zich niet. Toen hij klaar was, volgde hij de man naar het eind van de gang, De deur werd zonder kloppen geopend en achter Bond gesloten. Marc-Anges bruine gezicht plooide zich tot een brede glimlach, versierd met enorme gouden tanden. Hij liep op Bond toe, sloeg zijn armen om zijn nek en zoende hem vierkant op beide wangen. Bond onderdrukte zijn neiging om hem af te weren en gaf hem een paar vriendschappelijke klopjes op de rug. Marc-Ange liet hem los en lachte. `Goed, goed! Ik zal het nooit meer doen. Dit was voor het eerst en Voor het laatst. Het is nu eenmaal mijn Latijnse temperament. Vergeef mij! Ja? Goed. Kom, laten we iets drinken' — hij wuifde naar het welvoorziene dressoir — `ga zitten en vertel mij wat ik voor je doen kan. Ik beloof je dat ik niet over Teresa zal beginnen voordat je hebt gezegd wat je op je hart hebt! Maar, wat ik zeggen wilde — alles is toch nog goed tussen jullie? Je bent toch niet van gedachten veranderd? Bond glimlachte. 'Natuurlijk niet, Marc-Ange! Hoe kom je erbij? Alles is geregeld. Binnen een week zijn we getrouwd. In München. Op het Consulaat. Ik heb twee weken verlof gekregen. Wij willen onze wittebroodsweken in Kitzbühel doorbrengen. We zijn allebei 'bijzonder op die plaats gesteld. Kom je ook op de bruiloft? Of ik op de bruiloft kom? Man, het zal je moeite kosten mij in Kitzbühel kwijt te raken! Zo' — hij wuifde opnieuw in de richting van het dressoir — 'schenk jezelf wat in. Ik moet een beetje kalmeren en mijn hersens laten werken. Twee van mijn beste medewerkers wachten in de kamer hiernaast, maar ik wilde je een ogenblikje voor mijzelf alleen hebben.
James Bond schonk zichzelf een stevig glas whisky in. Toen liep hij naar het bureau en nam de meest rechtse van de drie stoelen die in een halve cirkel voor het bureau van de 'Capu' waren neergezet. 'Dat wilde ik ook, Marc-Ange. Er zijn namelijk een paar dingen die mijn land betreffen en die ik onder vier ogen met je had willen bespreken. "Herkus Oodontoon": het blijft achter "de haag van je tanden". Afgesproken?'
Marc-Ange tilde zijn rechterarm op en sloeg langzaam en met nadruk een kruis. Op zijn gezicht was een uitdrukking van dodelijke ernst verschenen. Hij boog zich voorover en leunde met zijn ellebogen op het bureau. 'Ga verder!' zei hij.
Bond vertelde hem alles. Zelfs het avontuurtje met Ruby. Hij had respect voor deze man gekregen en mocht hem bijzonder graag. Waarom wist hij niet. Misschien kwam het wel door zijn-magnetische persoonlijkheid en door het feit dat hij volkomen open kaart met Bond speelde. Marc-Ange luisterde met een onbeweeglijk gezicht naar wat Bond te vertellen had. Alleen zijn sterke, dierlijke ogen bewogen. Toen James was uitgesproken leunde hij achterover in zijn stoel. Hij haalde een blauw pakje Gauloises te voorschijn, stak er een op en begon te praten. Klein blauwe rookwolkjes ontsnapten regelmatig' uit een van zijn mondhoeken. 'Ja,' zei hij. 'Dit is inderdaad een vuil zaakje. Er moet een eind aan gemaakt worden. Ook aan die kerel. Beste James - zijn stem klonk somber - ik ben een misdadiger. Een groot misdadiger. Ik exploiteer bordelen en prostituees, smokkel en steel van de rijken. Ik heb veel wetten overtreden en vaak mensen gedood die mij in de weg stonden. Er komt evenwel een dag dat ik met dit alles ophoud. Denk evenwel niet dat dit gemakkelijk is, niet als je "Capu" van de "Union Corse" bent. Zonder de protectie 'van mijn mannen zou ik niet lang leven. Enfin, we zullen zien. Maar die Blofeld is een schoft. Je vraagt of de "Union" oorlog met hem wil voeren en hem wil vernietigen. Nee, je hoeft niets te zeggen. Het is zo. Natuurlijk kan zoiets niet officieel gedaan worden. Daarin heeft je chef gelijk. Met die Zwitsers bereik je niets. Je wilt dat ik en mijn mannen, dit karweitje opknappen . . .' Plotseling glimlachte hij. `Dat is het huwelijksgeschenk dat je wilde hebben, nietwaar?' `Inderdaad, Marc-Ange. Maar ik wil ook het mijne er toe bijdragen. Ik zal er ook zijn. Ik heb een persoonlijk appeltje met Blofeld te schillen.'
Marc-Ange keek hem in gedachten verzonken aan. 'Dat laatste vind ik niet zo prettig, James. En je weet best waarom.' Zijn stem werd minder hard. 'Je bent een grote dwaas, James. Je mag blij zijn 'dat je nog leeft.' Hij haalde zijn schouders op. `Nou ja, ik verknoei mijn tijd. Je hebt een lange weg afgelegd om die kerel te pakken te krijgen en je wilt die weg tot het einde toe afleggen. Nietwaar?
'Juist! Ik beschouw Blofeld als mijn persoonlijke buit.'
O.K., O.K. Zullen we nu de anderen binnenlaten? Luister, ze hoeven niets te weten over hetgeen je mij verteld hebt. Mijn orders worden blindelings gehoorzaamd. Hoe we het zaakje moeten opknappen is belangrijk. Niet waarom we het opknappen. Ik heb wel een paar ideeën. Volgens mij kan het gedaan worden. Vlug gedaan worden. Belangrijk is dat het ook goed gedaan wordt. Dit is geen karweitje dat slordig kan worden opgeknapt.'
Marc-Ange greep de telefoon en sprak enkele woorden. Even later ging de deur open. De twee mannen die binnen kwamen gunden Bond nauwelijks een blik en namen plaats op de twee overblijvende stoelen.
Marc-Ange knikte in de richting van de man die naast Bond zat; een os van een kerel met twee enorme bloemkooloren en een gebroken neus. 'Dit is Ché-Ché.. . Ché-Ché oftewel "Het Dwangbevel". Reken maar dat-ie dwingen kan!' sprak Marc-Ange grimmig.
Bond ving een blik op uit twee geelbruine ogen die hem snel en onwillig aankeken en vervolgens de 'Capu'. 'Plaisir,' zei hij. 'En dit hier, is Toussaint, alias "De Plof". Hij is een kneed-bomexpert. We zullen hem hard nodig hebben.'
Inderdaad,' zei Bond. 'En zonder vertraagde ontsteking!'
Toussaint boog voorover om zichzelf te laten zien. Hij was een magere man, met een grijze huid en een Foenicisch profiel dat bijna knap genoemd zou kunnen worden. Zijn huid was door de pokken geschonden. Bond kreeg de indruk dat hij heroïne gebruikte, maar geloofde niet dat hij er aan verslaafd was. Hij glimlachte snel en samenzweerderig in de richting van Bond 'Plaisir,' zei hij en keek daarna onmiddellijk weer voor zich uit.
Marc-Ange maakte een gebaar in de richting van Bond. 'En dit,' sprak hij, 'is mijn vriend. Onthoud het goed! Wij zullen hem "Le Commandant" noemen. En nu ter zake!'
Tot dusver had hij Frans gesproken. Nu brak er een stroom van Corsikaanse woorden los. Bond kon er geen woord van verstaan. Op een gegeven ogenblik haalde hij een enorme kaart van Zwitserland te voorschijn, spreidde hem voor zich uit en wees met zijn vinger op een plek midden in het Engadinse. De beide mannen bogen zich over de kaart en gingen daarna weer op hun plaatsen zitten. Ché-Ché sprak een paar woorden. Bond meende de naam 'Straatsburg' te herkennen. Marc-Ange knikte enthousiast. Hij boog zich in de richting van Bond en overhandigde hem een groot stuk papier en een potlood. 'Teken hier een situatie-kaartje op van de gebouwen. Afmetingen en onderlinge afstanden zijn bijzonder belangrijk. Later zal ik een volledige maquette in plasticine laten maken. Verwarring moet worden uitgesloten. iedere man zal zijn eigen taak hebben. Net als bij de commando's in de oorlog. Goed?'
Terwijl de anderen praatten, begon Bond te tekenen. De telefoon ging. Marc-Ange nam de hoorn op en schreef snel een paar woorden neer. Toen keerde bij zich tot Bond. Zijn ogen hadden even een wantrouwige uitdrukking. 'Het is een telegram voor mij uit Londen, getekend Universal. De inhoud is als volgt: 'De vogels hebben zich in de stad verzameld en vliegen morgen verder." Wat betekent dit, beste vriend?'
Bond had zichzelf wel kunnen schoppen. Hoe had hij zoiets kunnen vergeten! 'Sorry, Marc-Ange,' zei hij, 'ik had je moeten vertellen dat je dit telefoontje zou krijgen. Het betekent dat de meisjes in Zürich zijn en morgen naar Engeland vliegen. Het is goed nieuws. Het betekent dat we geen last van ze zullen hebben.
`Ah. Prachtig! Inderdaad, dat is goed nieuws. Natuurlijk, je kon het telegram niet naar jou laten sturen. Je bent hier niet en wij kennen elkaar niet. Goed zo!' Hij sprak snel een paar woorden in het Corsikaans. De beide mannen knikten.
De vergadering duurde niet lang meer. Marc-Ange bestudeerde de tekening die Bond gemaakt had en gaf hem door aan Toussaint. 'De Plof' vouwde de tekening voorzichtig op en stak hem in zijn binnenzak. Na met een kort knikje afscheid genomen te hebben, verlieten de mannen het vertrek.
Marc-Ange loosde een zucht van opluchting. 'Alles gaat goed,' zei hij. 'De hele ploeg krijgt extra gevarengeld. Bovendien zijn ze allemaal tuk op een flink robbertje vechten. Ze vinden het ook prettig dat ik de leiding op mij neem. Hij lachte een beetje verlegen. 'Van jou waren ze niet zo zeker, James. Ik heb evenwel gezegd dat je ze stuk voor stuk aankon. Als ik zoiets zeg, geloven ze mij. Ik heb ze nog nooit teleurgesteld. Ik hoop dat ik ook ditmaal gelijk heb gehad.'
`Daag mij alsjeblieft niet uit!' antwoordde Bond. 'Ik heb nog nooit met een Corsikaan gevochten en ik heb geen zin om er nu mee te beginnen!
Marc-Ange was in de wolken. 'Misschien zou je op de pistool winnen. Maar in een man-tegen-man gevecht? Het zijn rotzakken, die kerels van me. Enorme rotzakken! De grootste rotzakken die er bestaan! Ik neem er vijf van de besten mee. Jou en mij meegeteld betekent dat dat wij met z'n zevenen zijn. Hoeveel zijn er ook al weer daarboven, volgens jou?'
`Ongeveer acht man. De baas niet meegeteld.'
O ja, de baas,' sprak Marc-Ange peinzend, 'die mag beslist niet ontkomen.' Hij stond op. 'Beste kerel, ik heb een diner besteld. Een flink diner dat hier geserveerd wordt. Daarna gaan we naar bed. Stinkend naar knoflook en waarschijnlijk aangeschoten. Akkoord?'
`Ik kan mij niets prettigers voorstellen,' antwoordde Bond.