Bloed en sneeuw

 

Het terrein was golvend en verraderlijk. De magnesiumtoortsen zakten lager en lager en elke zwarte schaduw kon een ravijn zijn. Bond moest er zich telkens van overtuigen dat dit niet zo was en iedere 'Christiania' vestigde op een pijnlijke manier de aandacht op zijn knieën en enkels. Hij wist evenwel te voorkomen dat hij viel, bereikte hijgend de vlag en keek toen achterom. De gondel was tot stilstand gekomen. Ze stonden telefonisch in verbinding met de top en de voet van de berg, maar waarom waren ze gestopt? Als antwoord zag hij uit de voorste cabine twee blauwe vlammetjes flitsen, maar Bond hoorde geen kogels fluiten. Onmiddellijk daarop werd hoog boven hem, snel achtereen gevuurd. Kogels flopten in de sneeuw om hem heen. De gidsen zaten nu dus achter hem aan! Die val had hem minuten gekost. Hoeveel voorsprong zou hij nog hebben? In ieder geval minder dan tien minuten. Er schampte een kogel langs een van zijn ski's. Bond haalde diep adem en vervolgde opnieuw zijn weg, aldoor naar links, weg van het kabelbaanstation en naar beneden in de richting van de volgende vlag, die als een verre vlek op de rand van de schaduw stond die door de Matterbornachtige top van Piz-Gloria op de sneeuw werd 'geworpen.

Hij had het gevoel dat een vage herinnering tot zijn bewustzijn trachtte door te dringen, een herinnering die een waarschuwing inhield. Wat was er ook alweer? Het was iets naars, iets vervelends. Mijn God! Ja, nu wist hij het! De laatste vlag! Hij was op de Zwarte Baan! De baan die gesloten was wegens lawinegevaar. Lieve hemel! Dit deed de deur dicht! Tijd om de Rode Baan op te zoeken had hij niet meer en bovendien bevonden grote stukken van de Rode Baan zich vlak onder de kabels. Hij moest het er maar op wagen. Mooie tijd had hij uitgekozen, vlak na een zware sneeuwval en met die explosies! Als er lawinegevaar was mocht je van de gidsen zelfs niet spreken! Naar de duivel ermee! Bond schoot verder over de onafgebakende baan, bereikte de volgende vlag en ontdekte de daarop volgende, vlak bij de boomgrens op de berghelling. Te steil voor een `schuss'! Hij zou het in 'S-en' moeten doen. En toen schoten die verdomde schoften drie nieuwe lichtkogels af, gevolgd door een groot aantal toortsen die achter elkaar tussen de sterren ontploften. Natuurlijk! Pracht idee van ze! Ze waren bestemd voor de wachters in de vallei die zich natuurlijk hadden afgevraagd wat er boven op de berg aan de hand was. Ze zouden denken dat er daarboven een feestje gehouden werd. Die rijke lui deden de gekste dingen! Plotseling herinnerde Bond het zich: Het was

Kerstmis. Stille nacht, heilige nacht! Bond hoorde zijn ski's suizen terwijl hij over de prachtige sneeuwvlakte vloog. Witte Kerst! Ze hadden het niet beter kunnen uitkienen.

Toen, hoog boven hem, hoorde hij het meest' gevreesde geluid van het hooggebergte: een kort maar hevig gerommel. Hun laatste troef: Een lawine ...

De bodem onder zijn ski's begon hevig te schudden. Het aanzwellende gerommel leek op het geluid van sneltreinen die gelijktijdig door honderden tunnels razen. Vervloekt! Hij was er geweest! Wat moest je ook alweer doen? 0 ja. De punten van je ski's recht naar beneden richten en zorgen dat je vóór bleef! Bond koos de richting van de boomgrens, liet zich op zijn hurken vallen en schoot met krijsende ski's de witte ruimte in.

Buig voorover, stommeling! Hou je handen voor je uit! De weerstand van de lucht bouwde als het ware een muur voor hem op en trachtte hem keer op keer uit zijn evenwicht te brengen. Het oorverdovende gerommel achter hem nam nog steeds in kracht toe. Overal op de berghelling maakten zich nieuwe, zij het kleinere, lawines los. Verdomd nog aan toe! De hele berg was op hol geslagen! Zelfs als hij de boomgrens haalde had hij praktisch geen kans. Om een kans te hebben zou hij een eind in het bos moeten zijn, want de eerste paar honderd meter dennen zouden onder het geweld van de aanstormende sneeuwmassa's als luciferhoutjes afknappen. Bond vermande zich en stuurde een eindje naar links. Het gedeelte van de baan dat dwars door het bos was aangelegd moest zich hier ergens bevinden. Als hij het niet vond was hij er geweest! De wilde, tomeloze 'Schuss' naderde zijn einde. Hij zag de bomen op hem afstormen. Was er dan geen opening in die ellendige zwarte massa? Ja! Maar nog meer naar links. Bond zwaaide naar links, minderde opgelucht vaart en lette intussen gespannen op het donderende geweld dat achter hem aankwam. Het kon niet ver meer zijn! Het schudden van de bodem werd heviger en heviger. Zelfs in de opening zou een heleboel van die rotzooi hem blijven achtervolgen. Juist! Daar was de vlag! Bond sprong in een rechtse 'Christie'. Links van hem sloegen de eerste bomen krakend tegen de vlakte. Het leek wel vuurwerk. Kerstvuurwerk! Bond schoot langs de brede witte baan tussen de bomen naar beneden maar merkte dat hij terrein verloor. Het gekraak van afknappende bomen kwam dichter en dichterbij. De kokende branding van de donderende witte vloed zat hem vlak op de hielen. Wat moest je ook alweer doen, als je door een lawine werd over. vallen? Er was maar één stelregel: Je enkels beetgrijpen! Als je dan bedolven werd, bestond er nog kans dat je je van je ski's kon ontdoen en dat je je naar de oppervlakte kon wurmen. Deed je het niet, dan werd je levend begraven als een onontwarbare kluwen van ski's en stokken!God zij dank! Het eind van de bosbaan en de gemakkelijke skiweiden bij de finish kwamen in zicht. Het donderende gekraak achter hem werd evenwel luider en luider. Hoe hoog zou de voortstormende sneeuwwal zijn? Vijftig meter? Honderd meter? Bond bereikte het eind van de baan en sprong in een rechtse 'Christie'. Hij had maar één hoop: dat de lawine niet het gehele bos omver zou maaien en dat hij erachter veilig zou zijn. Recht voor het witte monster uit blijven lopen, zou zelfmoord betekenen!De 'Christie' lukte, maar Bonds rechter ski bleef achter een wortel haken. Hij vloog door de lucht, viel met een smak in de sneeuw en bleef hijgend liggen. Nu was het met hem afgelopen! Hij had zelfs de kracht niet meer om zijn enkels beet te grijpen. Een geweldige windvlaag, gepaard met een sneeuwstorm, stortte zich op hem. De grond onder hem schokte hevig heen en weer en de lucht was vervuld van angstaanjagend gerommel.

Bond veegde de sneeuw uit zijn ogen, en kwam onzeker overeind. Zijn ski's waren losgeraakt en zijn sneeuwbril was verdwenen. Op een Steenworp afstand zag hij een geweldige sneeuwmassa van een meter of acht hoog majestueus uit het bos en in de richting van de weiden stromen. De vooruitstormende piek van de lawine, die veel hoger was, lag een meter of honderd lager. Op de plaats waar Bond stond, was het nu stil, maar in het bos klonk nog steeds het gekraak en het geknal van de afknappende bomen. Hij moest niet langer blijven treuzelen. Bond trok één van zijn doordrenkte handschoenen uit en greep in zijn zak.

 

Als hij ooit een  borrel nodig had gehad dan was het nul Hij goot de inhoud van de kleine flacon in zijn keelgat en gooide de fles weg. Gelukkig Kerstfeest! mompelde hij en boog zich over zijn ski's.

Een beetje duizelig maar met de heerlijke warmte van de Schnapps in zijn maag, begon hij aan de laatste mijl van zijn tocht. Verrek! Er was een hek langs de weide. Hij zou dus de normale route moeten nemen die langs het kabelbaanstation voerde. Tot dusver leek alles veilig. Er was geen gondel te zien maar de kabels gonsden. Zou die laatste gondel weer naar boven gegaan zijn? Misschien hadden ze gedacht dat de lawine hem gedood had.

Er stond een grote zwarte wagen op het terrein bij het station. In het station brandde licht, maar er was geen mens te bekennen. Het was de enige manier om van de skibaan af te komen en om de weg te bereiken. Bond liet zich op zijn gemak naar beneden glijden. Ziezo, nu kon hij zijn benen en knieën uit laten rusten en weer op adem komen! De scherpe knal van een pistool van zwaar kaliber deed hem echter plotseling verstijven. Hij maakte een zijwaartse sprong en keek snel naar rechts in de richting van het schot. Het wapen vuurde opnieuw. Een man op ski's kwam snel achter hem aan. Eén van de gidsen! Natuurlijk! Die had de rode baan genomen! Zou die andere vent hem op de zwarte baan gevolgd hebben? Hij hoopte het. Bond gromde en zette er opnieuw vaart in. Hij ging op zijn hurken zitten en maakte af en toe grillige sprongen. Het ene schot na het andere werd op hem afgevuurd. Wie van hen zou het eerst bij het eind van de baan zijn? -Het was een dubbeltje op zijn kant!

Bond concentreerde zich op de `finish', die nu snel naderde. Hij zag een grote opening in het hek, bestemd om de skiërs door te laten, een parkeerterrein voor het station en een lage wal die tot bescherming diende van de spoorlijn naar Pontresina en de Bernina Pas. Aan de overzijde van de spoorlijn en iets lager gelegen, strekte zich de weg van Pontresina naar' Samaden uit. Het kruispunt naar St. Moritz lag waarschijnlijk niet meer dan twee mijl verderop in de vallei. Een kogel sloeg vlak voor hem in de sneeuw. Het was de zesde. Als hij een beetje geluk had was zijn revolver nu leeg! Veel zou dat niet helpen. Kracht om te vechten had hij nu toch niet meer.

Op de spoorlijn verscheen plotseling een sterke lichtbundel. Voordat hij achter het station verdween, zag Bond dat het een sneltrein was, een elektro-diesel. Mijn God! Dat dat ding juist voorbij moest komen als hij over de rails wilde! Zou hij het halen? Zou hij over de wal en de rails heen kunnen komen voordat de trein er was? Het was zijn laatste kans! Bond stak zijn stokken in de sneeuw om zoveel mogelijk snelheid te krijgen. Verrek! Er was een man uit de zwarte wagen gekomen, die kniel- de en op hem richtte. Bond sprong van de ene kant naar de andere terwijl de ander op hem vuurde. Maar hij zou hem wel krijgen. Hij stak de scherpe punt van zijn skistok recht voor zich uit en voelde hoe de spits in het lichaam drong. De man gaf een schreeuw en viel. De gids die nog maar een paar meter van Bond verwijderd was, schreeuwde iets. Het grote, gele oog van de diesel schoof over de rails. Bond kon nog net de geweldige rode sneeuwploeg zien die zich als een waaier naar twee kanten uitspreidde en de verse sneeuw links en rechts in de berm wierp. Nu!

Hij vloog over het parkeerterrein en schoof recht op de berm af. Toen drukte hij met al de kracht die in hem was zijn beide stokken in de sneeuw. Terwijl bij door de lucht vloog, zag hij heel even een stuk rails onder zich. Met een klap kwam hij op het bevroren wegdek terecht, probeerde te stoppen, schoot dooi en kwam met een harde schok tegen de sneeuwwand tot stilstand. Op het zelfde ogenblik hoorde hij achter zich een afschuwelijke kreet, het geluid van krijsende remmen en splinterend hout. De opspuitende sneeuw van de ploeg werd plotseling rood. Bond veegde het rood van zijn gezicht en zijn hart draaide om in zijn lichaam. Mijn God! De man die hem gevolgd had, was te laat geweest en was in de messen van de sneeuwploeg terecht gekomen! Gehakt!

Bond nam een handvol sneeuw en veegde daarmee zijn gezicht en zijn trui schoon. Plotseling zag hij dat de mensen in de trein de coupéraampjes hadden opengeschoven. Sommigen waren zelfs al uitgestapt. Bond vermande zich en gleed weg over het zwartbevroren wegdek, achternageschreeuwd door boze treinreizigers. In gedachten zag hij voor zich het rondflitsende rode mes. Volkomen uitgeput en half-hallucinerend liet hij zich voortglijden in de richting van dit lokkende, bloedige visioen.

Bleek, en verstijfd als een ledepop, slaagde Bond er niettemin in de twee mijl van de lichte Samaden helling in 'Langlauf af te leggen. Een passerende auto met kletterende sneeuwkettingen drong hem in de berm. Even bleef hij snakkend naar lucht tegen de besneeuwde wand geleund staan. Toen dwong hij zich om verder te gaan. Mijn God, hij was een heel eind gekomen en had zijn best gedaan! Nog een paar honderd meter en hij zou in veiligheid zijn! De slanke toren van de kerk werd verlicht door schijnwerpers. Links daarvan zag hij een warme zee van licht. Huizen! Door de ijskoude nachtlucht klonken de tonen van een wals. De ijsbaan! Een schaatsfeest op Kerstavond! Dat moest hij net hebben. Een mensenmenigte! Vrolijkheid! Verwarring! Precies wat hij nodig had om te ontkomen aan de jacht ... de jacht die zowel door de 'Spectre' als ... de Zwitserse politie op hem was ingezet. Bond struikelde over een hoop paardevijgen, viel tegen de sneeuwwand en kwam moeizaam en vloekend overeind. Vooruit! Nog een klein rukje. Gedraag je behoorlijk! Tenslotte is het Kerstavond. Gelukkig, hier hebben we de eerste huizen. Uit een Gasthaus met een prachtig smeedijzeren uithangbord boven de deur, klonk heerlijke, melancholieke accordeonmuziek.  Nu nog een kort, bochtig stuk heuvelopwaarts: de weg naar St. Moritz. Bond schoof naar boven en plantte voorzichtig zijn stokken in de sneeuw. Hij haalde zijn vingers door zijn verwarde haren, trok de zweetdoordrenkte zakdoek naar beneden en stopte deze tussen zijn kraag. De muziek van de ijsbaan, die baadde in een zee van licht, klonk dreunend in zijn oren. Bond trachtte zo recht mogelijk op zijn ski's te staan. Hij zag een groot aantal geparkeerde auto's, ski's die rechtop in de sneeuw stonden, sleetjes, lampions en veelkleurige serpentines. Voor de ingang hing een groot bord waarop in drie talen: 'Groot Kerstbal! Bal Masqué! Entree 2 frs! Neem al uw vrienden mee! Hoera! Bond boog voorover om zijn ski's los te maken maar viel met zijn gezicht in de sneeuw. O, kon hij maar blijven liggen! De harde grond voelde aan als een donzen deken! Hij kreunde en slaagde erin om op zijn hurken te gaan zitten. De klemmen om zijn schoenen waren stijf bevroren en bedekt met een laagje ijs. Hij nam een van zijn stokken en begon er slapjes op te slaan. Gelukkig, de klemmen sprongen los! Wat zou hij met zijn ski's moeten doen? Waar zou hij die verdomde dingen met hun opzichtige merktekens kunnen verbergen?

Hij strompelde over de platgetreden sneeuw naar de vrolijk verlichte ingang, schoof de ski's en de stokken onder een grote geparkeerde auto en wankelde verder. De man die de kaartjes verkocht was even dronken als Bond eruit zag. Hij keek lodderig omhoog en zei: 'Zwo franken. Two Francs. Deux Francs:

Bond hield zich vast aan de rand van het tafeltje, legde het geld neer en kreeg zijn kaartje. De blik van de man vernauwde zich. 'Bal Masqué. Verplicht!' Hij greep in een doos die naast hem stond en wierp een zwart-wit masker op tafel. 'Eén franc!' zei hij. Op zijn gezicht verscheen een grimas die een glimlach moest voorstellen. 'Nu bent u een gangster, een spion. Ja? Zo is 't,' zei Bond. Hij betaalde en zette het masker op. Met tegenzin tiet hij de rand van de tafel los en baande zich een weg door de menigte. Rondom de grote vierkante ijsbaan stonden rijen houten banken. God zij dank. Op de voorste rij was een plaats vrij! Eindelijk zou hij kunnen gaan zitten. Bond strompelde de houten trap af en liet zich op de bank vallen. Hij hield zijn hoofd in zijn handen, probeerde rechtop te gaan zitten en zei: 'Sorry.' Het meisje naast hem, dat deel uitmaakte van een groepje harlekijnen, cowboys en zeerovers, trok haar rok opzij en fluisterde iets tegen de man naast haar. Het kon Bond niets meer schelen. Ze zouden hem er op deze avond toch niet uitgooien! Uit de luidsprekers klonk nu het wenende vioolspel van de 'Schaatsenrijderswals'. Plotseling klonk de stem van de ceremoniemeester: 'De laatste dans, dames en heren. En nu, hand in hand op de baan voor de finale!' Er klonk applaus en opgewonden gelach.

'Mijn God!' dacht Bond. 'Ook dat nog! Waarom laten ze mij niet met rust!' Hij viel in slaap. Maar, — het leek wel uren later — iemand begon hem heen en weer te schudden. 'Kom meneer, op de ijsbaan! De grote finale kan ieder ogenblik beginnen!' De man in het rood-met-goud-bestikte uniform naast hem keek ongeduldig op hem neer.

'Ga weg,' mompelde Bond schor. Maar een innerlijke stem waarschuwde hem onmiddellijk dat hij nu geen herrie moest schoppen, niet moest opvallen. Moeizaam stond hij op, wist zich wonder boven wonder staande te houden en liep wankelend in de richting van de ijsbaan. Als een gewonde stier, met neerhangend hoofd, keek hij moeizaam naar links en naar rechts, zag een opening in de kring van mensen die om de baan heen stonden en strompelde er op af. Iemand stak hem een hand toe. Hij greep hem dankbaar. Iemand anders trachtte zijn andere hand te grijpen. Toen gebeurde het! Van de overzijde van de baan schoot als een pijl uit de boog een meisje op hem af, een meisje in een kort zwart schaatsrokje met daarboven een opvallende, met bont omzoomde 'parka'. Met een ruk kwam zij voor hem tot stilstand. Bond voelde de ijssplinters tegen zijn benen slaan. Hij keek op. Het was een gezicht dat bij kende — die stralende blauwe ogen, die gebiedende uitdrukking, nu bijna geheel schuilgaand achter een opgewonden glimlach en een prachtige zongebruinde huid. Wie was . . .?

Het meisje kwam naast hem staan en schoof haar linkerhand in zijn rechterhand. James, oh, James!' fluisterde zij. 'James! Ik ben het! Tracy! Wat is er met je? Waar kom je vandaan?' `Tracy,' mompelde Bond. 'Hou me vast, Tracy. Ik ben er lelijk aan toe! Later ... zal ik ... alles vertellen.' '

Het 'Auld Lang Syne' werd ingezet en hand in hand begon- nonallen op de maat van de muziek heen en weer te zwaaien.