Tien verrukkelijke meisjes

 

Het was een van die kwasi 'mannelijke' met leer beklede bars, en omdat alles nog nieuw was, rook het er als in een nieuwe auto. Men had er een soort Tiroolse 'Stube' van gemaakt met een grote open haard waarin enorme houtblokken brandden, en luchters in de vorm van karrewielen met rode, elektrische 'kaarsen'. Het interieur bevatte een groot aantal voorwerpen van smeedijzer: wandlichtjes, asbakken en tafellampjes. De bar was opgevrolijkt met kleurige vlaggetjes en miniatuur likeurflesjes. Uit een verborgen luidspreker klonk aangename citer-muziek. 'Geen plaats om je serieus in te bezatten,' dacht Bond. Toen hij de met leer gecapitonneerde en met koperen knopjes afgewerkte deur gesloten had viel er een ogenblik stilte, maar prompt daarop was er druk gepraat als camouflage voor de steels op hem geworpen blikken. Bond had een vluchtige indruk van de mooiste groep `girls die hij ooit had gezien. 

Irma Bunt, gekleed in een afschuwelijk zelfgeweven en zelfgemaakt 'aprèsski' waarin de kleuren zwart en oranje de boventoon voerden, maakte zich uit het groepje los en legde onmiddellijk beslag op hem. 'Sir Hilary' — de hand die de zijne greep deed hem denken aan een apenklauw — 'hoe aangenaam! Kom, laat ik u aan mijn meisjes voorstellen.' Het was verschrikkelijk heet in het vertrek. Bond voelde dat het zweet hem aan alle kanten uitbrak. Hij hoorde namen zoals Ruby, Violet, Pearl, Anne, Elizabeth, Beryl, maar in feite zag hij niets dan een zee van knappe, bruinverbrande gezichten en een opeenvolging van prachtige, in truitjes verpakte boezems. Het was alsof hij midden tussen de Tiller of de Bluebell Girls stond. Tenslotte belandde hij bij de plaats die voor hem gereserveerd was. Hij ging zitten tussen Irma Bunt en een verrukkelijke blondine met een prachtig figuur en grote, blauwe ogen.

Bond was volkomen overdonderd. De barman zwierf om hem heen. Bond vermande zich. 'Een whisky soda graag,' hoorde hij zichzelf uit de verte zeggen. Traag stak bij een sigaret op. In de halve cirkel van vier tafels, die overdag een prachtig uitzicht over het berglandschap moest bieden, klonk de gebruikelijke, weinig zeggende conversatie. Tien meisjes plus Irma; allemaal Engels. Geen achternamen. Geen enkele man. Ongeveer een jaar of twintig. Werkende meisjes. Het 'air-hostess' type. Opgewonden omdat ik de enige man ben — en dan nog wel een baron! 'Neem mij niet kwalijk,' zei hij tegen de blondine. 'Uw naam is mij ontgaan.'

'Ik heet Ruby.' De stem klonk vriendelijk maar gereserveerd. 'Het lijkt mij voor u nogal een beproeving — tussen al die meisjes, bedoel ik.'

'Ik moet toegeven dat het even een verrassing was. Een aangenamme, bedoel ik. Het zal moeite kosten jullie namen allemaal te onthouden. Doe mij een plezier,' zei hij op vertrouwelijk gedempte toon, 'en noem ze nog eens voor mij op.'

De whisky werd gebracht. Bond merkte tot zijn genoegen dat bij behoorlijk sterk was. Hij nam een lange maar bescheiden slok en merkte op dat de meisjes cola of vruchtensap dronken niet hier en daar een cocktail: Orange blussom, of Daiquiri. Ruby dronk een Dalquiri. Er bestond kennelijk geen bezwaar tegen alcohol, maar hij zou zich toch maar beheersen.

Ruby scheen het prettig te vinden dat het ijs gebroken was. 'Goed, ik zal rechts beginnen,' zei ze. 'Dat is Miss Bunt, een matrone, zo te zeggen. U kent haar al. Die daar, met die paarse camelot sweater, heet natuurlijk Violet. En nu het volgende tafeltje. Die met dat groen en gouden Pucci-bloesje heet Anne en het meisje naast haar in het groen heet Pearl. Zij is zo'n beetje mijn beste vriendin.'

Zo ging het een tijdje door. Bond ving af en toe een zinnetje op. 'Fritz zegt dat ik niet genoeg Vorlage heb en dat mijn ski's een loopje met mij nemen.' 'Precies als bij mij' — gegiechel —'mijn "je-weet-wel" is gewoon bont en blauw ... 'De graaf zegt dat ik aardige vorderingen maak. Ontzettend hè, dat we hier weer weg moeten!'. . . 'Ik vraag mij af hoe het met Polly gaat. Ze is al weer een maand weg.' ... 'Skol is het enige middel tegen zonnebrand. De rest is alleen maar bak- en braadvet.' Enfin, de gebruikelijke kletspraatjes die je van een aantal bruinverbrande, gezonde jonge meisjes die ski-les hebben, kunt verwachten. Alleen werd nu en dan, kennelijk met veel eerbied, de naam van de graaf ter sprake gebracht en werden steelse blikken in de richting van Irma Bunt geworpen.

Terwijl Ruby discreet doorging met het opnoemen van de namen, trachtte Bond zich de bijbehorende gezichten in te prenten. Deze meisjes hadden allemaal iets met elkaar gemeen — een soort meisjespadvinderachtige eenvoud, zowel in hun gebaren als in hun manier van spreken. In Engeland zat dit soort meisjes naast hun vrindjes stilletjes van een ijsje te genieten om daarna onwennig een sigaretje te puffen. Het waren keurige meisjes, van het soort dat 'Bederf het nu niet allemaal' of 'Alle mannen willen hetzelfde' of 'Haal alsjeblieft je hand weg' tegen je zegt.

Er waren sporen te ontdekken van allerlei dialecten: de diepe klinkers uit Lancashire, het zangerige accent van Wales, de rollende r uit Schotland en de keelklanken van het Cockney.

'Je kunt me nog meer vertellen,' dacht Bond, toen Ruby haar uiteenzettingen besloot met 'En dat is Beryl — die met de parels en de twin-set. Zo. Nu kent u iedereen!'

Bond keek in de grote, geamuseerde, blauwe ogen. 'Als ik eerlijk mag zijn — nee! Ik voel mij een beetje als een filmkomiek die verzeild is geraakt in een meisjeskostschool.'

Zij giechelde. (Bond zou tot de ontdekking komen dat ze vrijwel onafgebroken giechelde. Ze voelde zich blijkbaar te `netjes' om d'r mond open te doen en gewoon te lachen. Ook merkte hij dat zij niet niezen kon maar een onderdrukt en bescheiden kreetje losliet in een kanten zakdoekje en dat ze piepkleine hapjes nam die ze met haar snijtanden fijnkauwde om ze daarna nauwelijks merkbaar doof te slikken. Zij had kennelijk een 'goede opvoeding' genoten.) 'Lijken we echt op kostschooimeisjes?

Wat erg! Hoe kunt u zoiets zeggen?'

Zomaar een idee,' zei Bond luchtig. 'Mag ik u nog iets aanbieden?'

'Wat graag.'

'En u?' vroeg Bond terwijl hij zich naar Fraulein Bunt keerde. `Heel graag! Een appelsap, alstublieft.'

Violet, het vierde meisje aan het tafeltje zei: 'Voor mij geen cola meer. Ik moet er van boeren,' legde ze uit.

- 'Maar Violet!' riep Ruby gechoqueerd uit. 'Hoe kun je zoiets zeggen!'

Nou, en toch is het zo,' antwoordde Violet koppig. 'Ik krijg er ook de hik van. Dat is toch niet erg?' 'Eén-nul voor Manchester; dacht Bond.

Hij stond op en liep naar de bar. Hoe moest bij in 's hemels naam deze en de volgende avonden doorkomen! Hij bestelde de drankjes en kreeg plotseling een briljant idee. Hij zou ze een spelletje laten spelen! Hij vroeg om een tumbler en liet de rand ervan bevochtigen. Toen nam hij een papieren servetje en ging terug naar zijn tafeltje. Alle ogen waren op hem gericht. 'Zo,' zei hij terwijl hij ging zitten. 'Stellen jullie je eens voor dat wij onze consumpties hier betalen moeten. Dit spelletje bepaalt wie het rondje betalen moet. Ik leerde het toen ik in dienst was.'

Hij zette de tumbler midden op tafel, vouwde het servetje open en spreidde het over de rand van het glas zodat het bleef kleven. Vervolgens haalde hij wat klein geld uit zijn zak, zocht er een vijf-centime stukje uit en legde dit voorzichtig midden op het servetje. 'Zo,' zei hij en bedacht dat hij dit spelletje het laatst gespeeld had in de goorste kroeg van Singapore. 'Wie, rookt er nog meer? Ik zoek nog drie mensen met een brandende sigaret.'

Aan hun tafeltje was Violet de enige die rookte. Irma klapte gebiedend in haar handen. 'Elisabeth, Beryl, kom hier! En jullie daar ook. Sir Hilary doet een spelletje.' Blij dat er iets ging gebeuren dromden de meisjes om hem heen. Wat moet er gebeuren? Hoe moet het?'

'Kijk,' zei Bond die zich voelde als de spelleider aan boord

van een passagiersschip. 'Nu branden we één voor één met onze sigaret een gaatje in het papier. Kijk Zo! Eerst de as van de sigaret tippen en dan met het gloeiende puntje even, heel even het papier rondom het muntje aanraken. Zie je? Zo ontstaat er een klein gaatje'   

De randjes van het gaatje gloeiden even. 'Eerst Violet, dan Elisabeth en daarna Beryl. Na een tijdje wordt het papier een soort zeefje waar het muntje nog maar net op blijft liggen. Hij die, maakt dat het geldstuk in het glas valt, moet het rondje betalen.

. Er klonken opgewonden kreetjes. 'Wat een enig spelletje!' ... 'Kijk uit, Beryl!' Lieve gezichtjes verdrongen zich om Bond en heerlijk geurend haar streelde langs zijn wangen. De drie meisjes kregen het, spelletje snel onder de knieën maakten piepkleine gaatjes zodat het 'zeefje' intact bleef. Bond, die zichzelf als een expert beschouwde, besloot grootmoedig te zijn en verbrandde met opzet het laatste verbindende strookje. Er klonken luid gelach en opgewonden kreten toen het muntje rinkelend op de bodem van het glas viel.

'Hebben jullie het gezien, meisjes?' Het leek wel alsof Irma het spelletje had uitgevonden. 'Sir Hilary betaalt het rondje: Een leuk spelletje. Kom,' zei ze, terwijl zij op haar mannelijke polshorloge keek, 'drinken jullie je glas nu leeg. Over vijf minuten gaan wij eten!'

`Ach, nog één spelletje, miss Bunt,' werd er geroepen maar Bond stond beleefd op. 'Morgen gaan we door. Alleen hoop ik dat jullie nu niet allemaal gaan roken! Ik geloof vast dat het door de tabaksfabrikanten is uitgevonden!'

Er steeg gelach op. Bond had een enorm succes. Ze vonden hem wat een aardige kerel. En ze hadden nog wel gedacht dat hij een stijve meneer zou zijn. Het ijs was gebroken. Ze stonden allemaal aan zijn kant. Ze waren niet langer bedeesd en hij zou ongedwongen met ze kunnen praten.

Heel tevreden met zichzelf liep hij achter de strakke broek van Irma Bant naar de ernaast gelegen eetzaal. Het was half acht. Bond voelde zich plotseling uitgeput. Hij zag enorm op tegen de verveling, tegen de moeilijkste rol uit zijn loopbaan en het raadsel van Piz Gloria. Wat voerde die ouwe schurk in zijn schild?

Hij ging rechts van Irma Bunt aan tafel zitten. Evenals aan de bar zat de donkere, bescheiden Violet, tegenover en Ruby rechts van hem. Bond vouwde somber zijn servet open. Blofeld had er kennelijk een hoop geld tegenaan gesmeten. Hun drie tafeltjes stonden in een verre hoek van de enorme, lage, zeer luxueus. ingerichte ruimte in would-be Duitse barok. Aan het plafond hingen rijkversierde luchters die op hun beurt weer aan de buikjes van zwaar vergulde cherubijntjes hingen. Langs de muren hingen de donkere portretten van onbekende edellieden. Blofeld scheen hier voorlopig niet weg te willen gaan. Wat zou het gekost hebben? Vast niet veel minder dan een miljoen pond sterling en. een flinke hypotheek op de onkosten verbonden aan het bouwen van de kabelbaan. Het huren van een Alp en het exploiteren van een kabelbaan in samenwerking met de plaatselijke ingenieurs en de plaatselijke autoriteiten — dat wist Bond — was de nieuwste manier om 'zwart geld' te investeren. Als je

succes had, als je de plaatselijke gemeenteraad kon omkopen en de boeren toestemming kon afdwingen voor het gebruik van hun - weiden, het oprichten van masten en het kappen van doorgangen op de beboste hellingen, was het alleen nog maar een zaak van voldoende publiciteit en het inrichten van een eetgelegenheid. Voeg daar aan toe de snobistische aantrekkelijkheid van een zeer selecte club, met gekroonde G's en een geheimzinnig onderzoekingscentrum geleid door een graaf — en alles loopt op rolletjes. De skisport was vandaag de dag de meest populaire sport ter wereld, had Bond gelezen. De skisport eiste veelmeer aan uitrusting dan andere sporten: kleren, schoenen, ski's en verder nog het hele 'après-ski' gedoe vanaf vier uur 's middags als de zon begon te verdwijnen, vormden tezamen een enorme geldwinning. Als je een goeie Alp kon bemachtigen — Blofeld was dit blijkbaar gelukt — ging de rest vanzelf. Het enige risico was de sneeuw, maar dat zal wel goed op deze hoogte. Als na een jaar of drie, vier de hypotheek was afgelost, zat je op fluweel. Je moest maar boffen! Kom, er moest weer eens iets gebeuren!

 Hij boog zich gedwee naar Fräulein Bunt. 'Vertelt u mij eens,' zei hij, 'wat is eigenlijk het verschil tussen een Piz, een Alp en een Berg?'

De gele oogjes begonnen te glimmen van vakkundig enthousiasme. 'Ah, Sir Hilary, dat is een interessant probleem! U bent de eerste die mij die vraag stelt. Kijk eens, in dit gedeelte van Zwitserland heet een bergtop een "Piz". Men zou denken' dat een "Alp" kleiner is dan een "Berg", meer een heuvel, of een bergweide, maar dat is niet zo. Dit' — en zij wuifde net haar hand — 'zijn allemaal "Alpen" en toch, zijn het zeer hoge bergen. Hetzelfde geldt voor Oostenrijk, zeker voor Tirol. Maar in Duitsland, in Beieren bijvoorbeeld — mijn geboorteland — zijn het,allemaal "Bergs". Nee, Sir Hillary, het is te ingewik-

keld. Het is té ingewikkeld. Maar waarom wilt u dat weten?'

'Ina mijn beroep,' sprak Bond plechtig, `is de exacte betekenis van een woord van het allergrootste belang. Voordat wij elkaar in de bar ontmoetten, heb ik voor de aardigheid uw naam opgezocht. Bunt betekent in het Duits "vrolijk" óf "gelukkig". In Engeland is deze naam veranderd tot "Bounty", misschien zelfs in "Brontë", de grootvader van de beroemde schrijversfamilie veranderde daarin inderdaad de minder aristocratisch klinkende naam Brunty. Dit is een interessant geval.' (Bond wist dat dit allemaal onzin was maar het kon geen kwaad als hij zijn heraldische spieren eens rekte.) 'Hebben uw voorouders misschien iets met Engeland te maken gehad? Bunt — Brontë, misschien is het mogelijk hier een zekere verwantschap aan te tonen. Trouwens, admiraal Nelson noemde zich graaf van Brontë.'

Het schot was raak! Een gravin! Irma Bunt ging er onmiddellijk op in en begon met een saaie opsomming van voorvaderen met inbegrip van de verre verwantschap met een zekere Graf von Bunt. Bond luisterde beleefd en beperkte zijn vragen meer en meer tot het meer nabije verleden. Zij noemde de naam van haar vader en moeder. Bond borg ze op in zijn herinnering. Hij beschikte nu over voldoende gegevens om te zijner tijd precies uit te kunnen zoeken wie zij was. IJdelheid was een pracht van een valstrik! Sable Basilisk had gelijk gehad. In ieder van ons huist een snob!

Bond zag -na enige tijd kans het gesprek in andere banen te leiden. De ober die zich enige tijd beleefd op een afstand had gehouden presenteerde een enorm menu. Het omvatte zowat alles — van kaviaar tot 'double mokka au whisky irlandais'. Ook stonden er een aantal 'spécialités' op vermeld: Spécialités Gloria — Poulet Gloria, Homard Gloria, Tournedos Gloria enz. enz. Ondanks het feit dat hij spécialités afgezworen had, besloot Bond de gebraden kip een kans te geven. Hij zei dit dan ook en verbaasde zich over het enthousiasme waarmee Ruby zijn keuze begroette. 'O ja, sir Hilary! Ik ben ook dol op kip. Mag ik dat ook bestellen, miss Bunt?'

Haar stem klonk opvallend gretig. Bond keek naar Irma Bunt. Vreemd! Er was iets van enthousiasme, ja zelfs van triomf op haar gezicht te lezen. Hetzelfde gebeurde toen Violet extra veel aardappels bij haar tournedos bestelde. 'Ik ben dol op aardappelen,' zei ze tegen Bond. 'U ook?'

'0 ja,' zei Bond. `Tenminste, als je maar lichaamsbeweging neemt.

 

`O, ze zijn heerlijk!' zei Violet en haar ogen glansden. 'Vindt u ook niet, miss Bunt?'

`Zeker kind, dat zijn ze. Trouwens, heel goed voor je. Fritz, geef mij maar wat aangemaakte sla en wat kaas. Ze probeerde pruilend te kijken. 'Helaas,' zei ze tegen Bond, 'ik moet een beetje op mijn lijn letten. Die kinderen hebben lichaamsbeweging genoeg, maar,ik zit de hele dag op mijn kantoor.

Bond hoorde hoe het meisje met het Schotse accent aan het andere tafeltje om een 'even aangebraden biefstuk' vroeg, waarbij het water haar uit de mond leek te lopen.

'Wat is hier aan de hand?' dacht Bond. 'Een congres van smulpaapjes?' Hij begreep er niets van. Kom, hij zou maar weer eens een balletje opgooien. Hij boog zich in de richting van Ruby. 'Zie je hoe belangrijk achternamen kunnen zijn? Vertel mij jouw achternaam eens, dan kunnen we kijken wat daar van te maken is.'

Fräulein Bunt viel hem scherp in de rede. 'Hier worden geen achternamen genoemd, Sir Hilary! Het is tegen de regels. We noemen de meisjes hier bij hun voornamen. Het is een onderdeel van de behandeling — verschuiving van de persoonlijkheid, als u begrijpt wat ik bedoel.'

'Ik begrijp er niets van,' antwoordde Bond opgewekt.

'De graaf zal het u morgenochtend ongetwijfeld uitleggen. Hij houdt er speciale theorieën op na, theorieën die de wereld eens verbaasd zullen doen staan.'

'Daar twijfel ik niet aan,' sprak Bond beleefd. 'Zo . . .' zei hij, zoekend naar een onderwerp dat zijn geest minder in beslag zou nemen, 'vertellen jullie mij eens iets over skiën. Maken jullie goede vorderingen? Ik moet tot mijn spijt erkennen dat ik er zelf niet aan doe, maar misschien kan ik iets leren van jullie lessen. Het was een goede vondst. Terwijl het eten werd gebracht — het bleek uitstekend te zijn — ontstond een levendige discussie tussen Ruby en Violet. 'Poulet Gloria' bestond uit vers geslachte en direct gebraden kip met mosterdroom-saus. De meisjes waren er stil van en aten met nauwelijks beheerste gulzigheid. Ook aan de andere tafeltjes werd het stil. Bond praatte een beetje over de inrichting van de eetzaal. Hij kreeg daardoor de kans om de obers eens goed op te nemen. Het waren er twaalf en het kostte weinig moeite ze in groepjes te verdelen: drie Corsikanen, drie Duitsers, drie kerels die afkomstig waren uit een of ander Balkanland: Turken, Bulgaren of Joegoslaven en drie met uitgesproken Slavische gelaatstrekken. Waarschijnlijk waren er nog drie Fransen in de keuken. Was dit niet de traditionele samenstelling van de 'Spectre', de veelbeproefde communistische`cel'-samenstelling: drie man uit ieder van de grote Europese gangster- en spionage-organisaties? Waren die drie Slaven ex-'Smersh-mannen? Het zootje zag er gevaarlijk genoeg uit. Stuk voor stuk 'profs' om zo te zien. Die kerel van het vliegveld was er ook bij. Bond herkende ook de receptionist en de man die het tafeltje naar zijn kamer zou brengen. Hij hoorde dat de meisjes hen Fritz, Joseph, Iwan en Achmed noemden. Sommige van hen schenen overdag skileraar te zijn. Een mooi stelletje!

Toen het diner was afgelopen verontschuldigde Bond zich onder het voorwendsel dat hij nog wat wilde werken. Hij ging naar zijn kamer en stalde zijn boeken en papieren uit op het extra tafeltje dat intussen gebracht was. Hij ging zitten en deed alsof hij studeerde. In werkelijkheid werd zijn geest in beslag genomen door de dingen die hem die dag waren overkomen.

Tegen een uur of tien hoorde hij op de gang de meisjes elkaar goedenacht wensen en daarna het geluid van deuren die in het slot vielen. Hij ontkleedde zich en zette de thermostaat aan de muur van vijfentachtig op zestig, draaide het licht uit en bleef daarna in het donker een tijdje op zijn rug liggen nadenken.

Met het oog op de verborgen microfoons loosde hij een diepe zucht, draaide zich op zijn zij en viel in slaap.

Later, veel later werd hij wakker van zacht gemompel. Het scheen ergens onder de vloer vandaan te komen, maar de oorsprong ervan moest heel ver weg liggen. Soms leek het op een zacht, nauwelijks hoorbaar gefluister. Hij kon er evenwel geen woord van verstaan. Het zullen de verwarmingsbuizen wel zijn, dacht hij — draaide zich om en viel opnieuw in slaap ...