Gran Turismo

     

Ongeveer vierentwintig uur eerder had Bond met zijn drie jaar oude Continental Bentley op het goede maar enigszins saaie weggedeelte van Route Nr. 1, tussen Abbeville en Montreuil gereden, de weg die Engelse toeristen via de Silver City Airways en Le Touquet, of via de boot van Boulogne naar Calais, naar Londen brengt.

Hij had de automatische piloot — die in alle Ralley-clans' bestuurders schijnt te zijn ingebouwd — aangezet en reed snel maar voorzichtig tussen de tachtig en de negentig mijl per uur.Zijn geest werd volkomen in beslag genomen door de ontslag. brief die hij had getracht op te stellen. De brief droeg als opschrift:

Persoonlijk: M. 

en had het volgende stadium bereikt:

Zeer geachte Heer,

Hierbij heb ik de eer u te verzoeken mij mijn ontslag te willen verlenen bij de Geheime Dienst en wel met ingang van heden.De redenen die tot dit verzoek hebben geleid en die ik tot mijn leedwezen naar voren moet brengen, zijn de volgende:

l- Tot ongeveer een jaar geleden hield mijn werk verband met de Dubbel 0 sectie. U was toen zo vriendelijk van tijd tot tijd uw goeddunken omtrent de door mij verrichte werkzaamheden kenbaar te maken — werkzaamheden die ik trouwens met veel genoegen heb verricht. 

Tot mijn leedwezen (Bond had dit altijd een bijzonder fascinerende uitdrukking gevonden) kreeg ik na de geslaagde voltooiing van de Operatie Thunderball' persoonlijke instructies om mij — zonder evenwel te vernemen wat de tijdslimiet zou zijn — volledig te concentreren op het opsporen en volgen van Ernst Stavro Blofeld zomede van alle leden van Spectre' voor zover laatstgenoemde groep, na haar destructie tijdens de 'thunderball actie, nog zou bestaan.

2. Zoals u zich zult herinneren, aanvaardde ik deze opdracht met tegenzin. Het kwam mij voor, en ik gaf daarvan ook blijk, dat het slechts een gewoon onderzoek betrof dat evengoed door andere afdelingen - eventueel met medewerking van de Geheime Diensten van bevriende mogendheden en van Interpol - afgehandeld had kunnen worden. 

Aan mijn bezwaren werd evenwel niet, de minste aandacht besteed en bijna een jaar lang werd ik in verschillende werelddelen ingezet voor iets wat door mij als gewoon routinewerk werd. beschouwd — werk dat mi. reeds lang tot vruchteloosheid was gedoemd, daar de inlichtingen die werden verkregen niet op feiten berustten. De desbetreffende persoon was onvindbaar en van een wederopleving van de 'Spectre'-groep was geen spoor te bekennen.

3. Mijn veile en herhaalde verzoeken om te, worden ontlast van deze vermoeiende en vruchteloze taak werden, zelfs wanneer ze tot u persoonlijk werden gericht, genegeerd of kortweg afgewezen en op mijn herhaalde verzekeringen (niet slecht!) dat Blofeld niet meer leefde, werd gereageerd op een wijze welke, op zijn zachtst uitgedrukt, ontoereikend genoemd mocht worden. (Was dit laatste niet een beetje te subtiel?)

4. Genoemde omstandigheden spitsten zich onlangs toe tijdens het voltooien van mijn 'Palermo'-opdracht. (Ref.RS.PX. 437/007). Ik kreeg toen sterk de indruk dat ik 'met een kluitje in het riet werd gestuurd'. De gezochte persoon bleek een zekere Blauenfelder te zijn, een volkomen onschuldig Duits staatsburger die zich, zo dit laatste u mocht interesseren, (Rustig, ouwe jongen, dit toch liever anders zeggen.) onledig houdt met de wijnbouw, in het bijzonder met het enten van Moezeldruiven op Siciliaanse druivensoorten om het suikergehalte ervan te verhogen. 

Tijdens deze opdracht kwam ik in aanraking met de Mafia en mijn vertrek uit Sicilië was, op zijn zachtst uitgedrukt, oneervol.

5. Met het oog op het bovenstaande en op het feit dat herhaaldelijk misbruik werd gemaakt van mijn — zij het bescheiden — kwaliteiten, die in het verleden evenwel belangrijk genoeg bleken tot het voltooien van belangrijkere en voor mij meer bevredigende taken, verzoek ik u hierbij nogmaals mij uit de Dienst te willen ontslaan.

 

Hoogachtend, 007

 

Een groot deel van de brief zou natuurlijk moeten worden herschreven, dacht Bond, terwijl hij zijn lange wagen door een S-bocht loodste. Het geheel was hier en daar veel te pompeus en enkele tinnetjes waren beslist te sarcastisch... Hoe dan ook, de essentie ervan stond op papier. Hij zou de brief aan zijn secretaresse kunnen dicteren als hij overmorgen weer op kantoor kwam. Als ze maar niet in tranen zou uitbarsten, want dan kon ze opvliegen. Ja, hij meende het! Hij had schoon genoeg van het achtervolgen van dat 'Blofeld' spook en dat gold ook voor de hele `Spectra' groep. Zelfs een genie als Blofeld 'Zou — aangenomen dat hij nog in leven was en dat was zo goed als uitgesloten — een dergelijke organisatie niet opnieuw leven kunnen inblazen ... Plotseling, op een tien mijl lang weggedeelte door een bos, gebeurde het. Een driedubbele autohoorn schreeuwde hem zijn schrille tonen tegemoet en een lage, witte twoseater, een Lancia Flaminia Zagato Spyder waarvan de kap was neergeslagen scheurde hem als een raket voorbij, sneed hem brutaal en ging er toen als een wervelwind vandoor, terwijl het bronstige geronk van de dubbelde uitlaatpijpen door de boswanden weerkaatst werd. Aan het stuur zat een meisje met een vlam van een hoofddoek om. Een van de slippen wapperde als een vurig vaantje achter haar aan. Als er één ding was dat James Bond — behalve een vuurgevecht — verschrikkelijk opwond, dan was het als een mooie vrouw hem op de weg probeerde in te halen. Hij wist uit ervaring dat vrouwen die dat soort dingen deden, altijd knap ... en opwindend waren. Het schreeuwende signaal van de autohoorn had alle mijmeringen van die dag op slag verjaagd. De 'automatische piloot' sloeg af. Met een verbeten glimlach drukte hij het gaspedaal op de plank, hield zijn stuur standvastig op kwart voor drie en zette de achtervolging in. 100...110...115     ... Hij scheen geen centimeter op haar in te lopen. Zijn Bentley sprong letterlijk naar voren! 120...125.. . Ja, hij liep toch op haar in! De afstand werd kleiner ...50 ... 40...30 meter! Hij kon haar ogen nu in haar spiegeltje zien. Jammer, het goede weggedeelte was afgelopen., Rechts van hem zag hij een van die uitroeptekens waarmee in Frankrijk langs de weg op een gevaarlijke passage wordt gewezen. Een korte klim, een kerktoren, samenhokkende dorpshuisjes aan de voet van een steile helling en een slangenteken dat een S-bocht aankondigde ... Beide wagens minderden vaart, 90... 80 .... 70 ... Haar achterlichten gloeiden aan. Bond en het meisje tastten gelijktijdig naar de handrem. Toen waren ze allebei in de S-bocht en Bond keek jaloers naar de wijze waarop haar achterwielen zich voegden naar het ruwe wegdek. 

Kijk, daar was het eind van het dorp! Zij kwispelde even met haar staart en schoot als een pijl uit de boog de kaarsrechte steilte op. Bond was intussen vijftig meter achter geraakt. 

Zo joegen ze verder; Op rechte weggedeelten liep Bond iets op haar in, maar in de dorpen moest hij het tegen de Lancia afleggen. Montreuil 5 — Royale-Ies-eaux 10 .. Le Touquet-Paris Plage 15 ... las hij op een groot Michelinbord. Hij vroeg zich af welke richting zij nemen zou en overwoog of hij Royale en dat avondje in het Casino dat hij zichzelf had beloofd, maar niet zou vergeten. 

De beslissing werd hem ontnomen. Montreuil is een stad met gevaarlijke kromme straatjes met kinderhoofdjes en veel boerenverkeer. Bond volgde haar op vijftig meter afstand door de buitenwijken. Tegen de tijd dat hij de stad achter zich had gelaten en bij het kruispunt Parijs-Etables was aangekomen, bleek het meisje verdwenen te zijn. Links kwam de zijweg naar Royale in zicht. Zag hij in de verte een stofwolkje? Hij sloeg linksaf. Iets in hem zei dat hij haar terug zou zien. Hij boog zich naar voren en drukte het rode knopje omlaag. Het geluid van de uitlaat stierf weg. Het werd stil in de wagen. Hij ontspande zijn spieren en vroeg zich af of de `super-charges' de motor beschadigd zou hebben. Ondanks de ernstige waarschuwingen van Rolls-Royce had hij een Arnot-versnelling in zijn wagen laten aanbrengen.. Men had hem gewaarschuwd dat de zuigers het niet zouden uithouden en toen hij openlijk bekende wat hij gedaan had, zeiden ze hem dat ze de verantwoordelijkheid niet langer wilden dragen en hun handen aftrokken van hun aan zijn bestemming ontvreemde kind. Het was de eerste keer dat hij de 200 gehaald had, maar de temperatuur en de olie waren O.K. Ook had hij geen verontrustende geluiden gehoord. Het was wat fijn geweest! James Bond treuzelde een beetje langs de mooie invalswegen van Royale, wegen omzoomd door jonge berken en geurende dennenbomen. Hij verlangde naar de avond. 

Hij herinnerde zich zijn vorige, jaarlijkse bedevaarten naar deze plaats en vooral dat grote gevecht met Le Chiffre, vele jaren geleden. Sindsdien was er heel wat gebeurd. Hij had heel wat kogels moeten ontwijken en had veel meisjes liefgehad, maar die geschiedenis had een bijzonder tragische kant gehad. In ieder geval werd hij ieder jaar naar Royale getrokken. Hij ging dan eerst naar het Casino en daarna naar het kerkhofje met het kleine granieten kruis waarop 'Vesper Lynd. R.I.P.' te lezen was. Wat zou hem op deze prachtige septemberavond te wachten staan? Groot gewin? Groot verlies? Een meisje? Dat prachtige meisje? Laten we eerst aan het gokken denken,' dacht hij. Dit weekend vond de 'cloiture annuelle' plaats. Het was de laatste avond van het seizoen. Een belangrijk evenement. Er zouden zelfs 'pelgrims' uit België en Holland komen en natuurlijk de rijke 'vaste' klanten uit Rijsel en Brussel. Daarbij kwam dat het ‘Syndicative d'Initiative et des Bains de Mer de Royale' traditiegetrouw haar deuren opende voor al haar leveranciers. De champagne was vrij en als bewijs van erkentelijkheid voor de verleende dien~ zou er bovendien worden gezorgd voor een enorm koud buffet. Het werd meestal een enorme braspartij die dan doorging tot de vroege ochtend. De speeltafels zouden overvol zijn en de inzetten bijzonder hoog. Bond stond aan het hoofd van één miljoen francs — oude natuurlijk, wat neerkwam op plus minus 8000 gulden. Hij schatte zijn kapitaal altijd in oude francs. Dat gaf hem een rijk gevoel. Onkosten gaf hij natuurlijk in nieuwe franken op. Vanavond was hij miljonair. Dat hij het morgenavond nog mocht zijn! Hij reed de Promenade des Anglais op. Daar had je die afschuwelijke namaak-Empiregevel van Hotel Splendide! Lieve hemen! Bij de trap stond de kleine witte Lancia. Een huisknecht met een gestreept jasje bracht net een paar koffers naar binnen. Haha! James Bond stalde zijn wagen in de miljonairs-rij en gaf de huisknecht, die op dat ogenblik een aantal kleine, maar bijzonder dure spullen uit de Lancia haalde, opdracht ook zijn koffers naar binnen te brengen en liep vervolgens naar de receptie. De directeur van het hotel nam onmiddellijk de taak van de receptionist over en begroette Bond met veel vertoon van vullingen en gouden tanden. Hij kon weer een goede beurt maken door de hoofdcommissaris op de hoogte te stellen van Bonds komst ... Deze laatste zou dan weer een goede beurt kunnen maken door de boodschap telefonisch door te geven aan het Deuxième Bureau te Parijs. Tussen twee haakjes, meneer Maurice,' zei Bond, 'wie is die dame eigenlijk die zoëven met een Lancia is gearriveerd? Logeert ze hier? Inderdaad, mon Commandant. De enthousiaste glimlach breidde zich uit met enkele extra gouden tanden. 'De dame is een oude bekende. Haar vader is een groot-industrieel uit het Zuiden. Zij heet gravin Teresa di Vicenzo. U zult haarnaam de laatste tijd wel in de krant gelezen hebben. Zij is een vrouw die — hij wierp Bond een blik van verstandhouding toe  — die ... hoe zal ik het zeggen ... uitbundig leeft. Juist,' zei Bond, 'dank u. Hoe was het seizoen? Het gesprek kabbelde voort terwijl de directeur hem persoonlijk met de lift naar boven bracht en hem een van de mooiste grijs-witte kamers in 'Directoire'-stijl liet zien met de dieproze bedsprei die hij zo goed kende. Nadat er nog wat beleefdheden waren gewisseld nam de directeur afscheid. Bond was een beetje teleurgesteld. Een. gravin?. Het klonk een beetje onbereikbaar. Hij hield niet van vrouwen die — evenals filmsterren — min of meer openbaar bezit zijn. Hij gaf de voorkeur aan 'privé-meisjes, meisjes die hij zelf kon ontdekken en tot de zijne kon maken. Hij moest toegeven dat dit een soort omgekeerd snobisme was. Misschien, ' en dit was minder eervol, omdat zogenaamde 'beroemde' meisjes minder gemakkelijk te veroveren waren. Zijn twee versleten koffers werden boven gebracht en hij' begon op zijn gemak uit te pakken. Daarna bestelde hij een fles Taitlinger Blanc de Blanc, zijn lijfdrank als hij in Royale was. Toen de fles, ijsgekoeld, in een zilveren emmer boven was gebracht, dronk hij er achter elkaar een kwart van op. Daarna nam hij een ijskoude douche en waste het stof uit zijn haar met Pinaud Elixir, de beste aller shampoos. Vervolgens trok hij een donkerblauwe, kamgaren broek aan, een wit sporthemd en een paar loafers (hij had een afschuwelijke hekel aan veters), ging voor het raam zitten, keek naar de boulevard en de zee, en vroeg zich af wat en waar hij die avond zou eten. James Bond was geen fijnproever. Als hij in Engeland was, leefde hij van gebakken tong, gepocheerde eieren, koud vlees en aardappelsla. Op reis vormden de maaltijden evenwel een welkome onderbreking, iets waar je naar toe leefde en dat je zenuwen deed ontspannen als je urenlang achter het stuur had gezeten. Na de afstand Ventimiglia—Royale op zijn gemak in drie dagen te hebben afgelegd (waarom zou hij zich ook haasten) had hij echter meer dan genoeg van al die waardeloze valstrikken die voor smulpapende toeristen worden uitgezet, méér dan genoeg van 'Hostelleries', 'Vieilles Aubérges', 'Relais Fleuris', 'Fines Bouteilles', 'Spécialités du Chef. Deze laatste waren meestal niet meer dan een vette saus van room met wijn waaraan een paar champignons werden toegevoegd om de slechte kwaliteit van het vlees of van de vis te verdoezelen. Hij had tabak van heel het smakkende ritueel der fijnproevers! De vorige avond , had beslist de deur bij hem dichtgedaan. Hij had Orléans willen vermijden, was ten zuiden van deze weinig aantrekkelijke stad gestopt en had zijn keuze laten vallen op een namaak: Bretons restaurant aan de zuidelijke oever van de Loire. Hij had zich niet laten afschrikken door de vele diepliggende raampjes en de nep-balken. Hij negeerde de porseleinen kat op het dak die een porseleinen vogeltje achterna zat. Tenslotte was dit de oever van de Loire, de mooiste rivier die Bond kende. Hij aanvaardde stoïcijns de koperen beddepannen, kwispedoors en andere antieke kitschvoorwerpen die in groten getale de wanden van de hal bedekten, had zijn koffer in zijn kamer laten staan en daarna een prachtige wandeling langs het traag stromende water geraakt, waarover de zwaluwen scheerden. Het interieur van de eetkamer had een alarmbelletje in hem aan het rinkelen gebracht. Boven een open haard met elektrisch 'brandende' houtblokken, had een gekleurd schild gehangen met het opschrift: Ill Doulce France. Op alle borden stond het hinderlijk duistere rijm: Jamais en vair, Toujours en vin. Een knorrige ober bracht hem een vliesdun plakje Paté Maison (hij bestelde onmiddellijk een nieuwe portie) en een 'Poularde á la Crème' die het enige onvervalst antieke voorwerp in het gebouw bleek te zijn. Bond spoelde het een en ander weg met Pouilly Fuissé. De rekening die hem de volgende dag overhandigd werd, was de druppel die de emmer deed overlopen ... Daar hij al deze onsmakelijke herinneringen wilde laten vervagen liet Bond, terwijl hij af en toe een slok Taitlinger nam, de mérites van de plaatselijke eetgelegenheden de revue passeren. Tenslotte was zijn keuze beslist. Het was een van zijn meest geliefde restaurants in Frankrijk, een onopvallend etablissement recht tegenover het station. Hij reserveerde telefonisch bij de eigenaar, Monsieur Bécaud, een tafel. Na een Turbot poché, sauce mousseline' en de beste geroosterde patrijs die hij in zijn leven gegeten had, soldaat gemaakt te hebben, begaf hij zich twee uur later op weg naar het Casino. Opgewekt en gestimuleerd door een half flesje Mouton Roth-schild '53 en een glas tien jaar oude Calvados en drie koppen koffie, liep hij vrolijk de trappen op van het Casino. Hij was er van overtuigd dat dit een onvergetelijke nacht zou worden. Le coup de déshonneur. De Bombard-reddingsboot had de klaaglijk luidende bel-boei gerond en vervolgde hotsend en botsend zijn weg stroomopwaarts. In de verte langs de rechteroever werden de vrolijke lichtjes van de jachthaven zichtbaar. James Bond vond het beter nog even te wachten voordat hij zijn mes in de rubberbodem zou steken. Hij had zwemmend de oever willen proberen te bereiken maar in gedachten hoorde hij de revolverschoten en het geluid van kogels die sissend in het water slaan om even daarna een verblindende lichtflits te zien en te beseffen dat .hij er geweest was. Trouwens, zou het meisje wel goed genoeg kunnen zwemmen? De stroom was niet om mee te spotten! Hij had het ontzettend koud. Hij leunde dichter tegen het meisje aan en trachtte zich de vorige avond opnieuw voor de geest te halen. Misschien zou het hem lukken iets meer van het hele geval te begrijpen ... Na een wandeling door de Salie d'Entrée, langs de etalages van Van Cleef, Lanvin, Hermes e.a., volgde het korte oponthoud van de identificatie, het betalen van het entre-geld voor de speelzaal, de snelle schattende blik van de gelaatkundige bij de deur. Hij bleef een ogenblik bij de kassa staan. Zijn neusvleugels begonnen te trillen toen hij de elektrisch geladen atmosfeer van de overvolle, met elegante mensen gevulde zaal opsnoof. Hij liep langzaam naar de bovenste 'Chemin de fer tafel naast de ingang van de luxueuze bar. Hij werd onmiddellijk ontdekt door Monsieur Pol, de 'chef de jeu' van de hogere inzetten. Bond kreeg nummer zeven toegewezen. Een bediende borstelde -vluchtig het laken af, wreef een asbak schoon en schoof een stoel aan. Bond ging zitten. De 'slof bevond zich aan de overzijde, bij nummer drie. Terwijl de changeur honderdduizend francs voor hem wisselde in rode fiches van duizend francs, bestudeerde Bond. opgewekt en ontspannen de gezichten van zijn mede-spelers. Hij maakte keurige stapeltjes van zijn fiches en bekeek het spel dat, zoals hij kon aflezen van het bord dat tussen de groene lampekappen boven de tafel hing, een minimum inzet eiste van honderd nieuwe francs. Hij zag dat door ieder der bankhouders werd ingezet met bedragen die opliepen tot vijfhonderd nieuwe francs, wat ongeveer overeenkwam met vierhonderd gulden. Niet kinderachtig. De spelers vormden het gebruikelijke internationale allegaartje:  drie textiel-baronnen in avondkleding, een paar dikke vrouwen, behangen met juwelen en waarschijnlijk afkomstig uit België en een Agatha Christie achtig Engels dametje dat rustig en kennelijk met succes speelde en waarschijnlijk de eigenares van een paar villa's was. Verder waren er twee, enigszins aangeschoten Amerikanen van middelbare leeftijd die waarschijnlijk uit Parijs waren gekomen en die zich kennelijk amuseerden. Bovendien waren er twee rijen toeschouwers, die af en toe inzetten. Er was geen enkel mei* bij. Er scheen niet veel animo te zijn. De slof ging langzaam de tafel rond. Ieder op zijn beurt verloor bij de gevreesde 'derde coup' die om een of andere reden de 'geluidsbarrière' die je moet doorbreken, schijnt te vormen als je een spel wilt maken. Iedere keer als hij aan de beurt was, vroeg Bond zich af of hij zich niet beter kon aanpassen bij het patroon van het spel en de bank zou doorgeven na de tweede 'coup'. Een uur lang trachtte hij er zich van te overtuigen dat hij het 'patroon zou kunnen doorbreken, dat kaarten geen geheugen bezitten en dat er nu verandering in het spel zou komen. Iedere keer ging hij, evenals de andere spelers, bij de derde coup voor de bijl. Bond liet het geld op tafel liggen en slenterde wat rond. Hij bleef bij de andere tafels staan, bekeek het roulettespel, de 'trente et quarante' tafels en de baccarat-tafel, en zag uit naar het meisje. Toen zij hem die avond in de Lancia voorbij gereden was, had hij niet meer van haar kunnen zien dan wat blond haar en een zuiver, maar nogal autoritair profiel. Toch wist hij dat hij haar onmiddellijk zou herkennen als hij haar zag. Maar er was geen spoor van haar te bekennen. Bond ging terug naar zijn tafel. De croupier rangschikte de acht pakken kaarten in het langwerpige blok dat daarna in de slof zou worden geschoven. Omdat Bond naast hem stond gaf de croupier hem de neutrale rode kaart om het pak mee te snijden. Bond wreef de kaart tussen zijn vingers en stopte hem, schijnbaar na veel overleg, vrijwel in,het midden van het blok kaarten. De croupier glimlachte en verrichtte de goocheltrucs die de rode kaart te zijner tijd vóór in de slof zouden brengen, precies zes kaarten voor het eind, stopte de kaarten in de slof, schoof het metalen plaatje dat hen bij elkaar hield op zijn plaats en sprak op luide toon: 'Messieurs (de 'mesdames' worden niet genoemd want sinds de dagen van koningin Victoria worden dames niet geacht te gokken) les jeux sopt faits. Numéro six á la main.' De 'Chef de Jeu', gezeten op zijn troon achter de croupier, herhaalde dit, de bedienden waarschuwden spelers die waren weggelopen en het spel begon opnieuw. James Bond banco-de de magnaat uit Lille die links van hem zat, won, en verdubbelde de inzet tot tweeduizend nieuwe francs. Weer won hij. Het volgende spelletje eveneens. En nu de hindernis van de derde coup! Hij won opnieuw. Achthonderdduizend in de bank! (volgens zijn berekening). Ditmaal won hij ook, zij het met moeite — zijn zes tegen een vijf. Hij besloot het zekere voor het onzekere te nemen en wat kapitaal te verzamelen. Hij liet zeshonderd francs'en garage zetten en hield dus een bank van één miljoen over. Opnieuw won hij. Nu stopte hij een miljoen 'en garage'. De tafel kreeg langzamerhand genoeg van deze kalm spelende, donkere Engelsman, genoeg van de zelfverzekerds glimlach om zijn nogal wrede mond. Wie was hij? Waar kwam hij vandaan? Wat deed hij? Er klonk opgewonden gemompel. Zou de Engelsman zijn kleine fortuintje bij elkaar pakken en vertrekken? Of zou hij bankhouder blijven? James Bond had zijn besluit al genomen. Kaarten hebben geen geheugen. Noch als er gewonnen wordt, noch als er verloren wordt. Hij bleef de bank nog driemaal beheren en wist iedere keer een miljoen 'en garage' te bergen. Toen begon het Engelse dametje dat tot zover de anderen hun gang had laten gaan en banco-de hem met de tiende slag. Bond glimlachte haar toe. Hij wist dat ze zou winnen en dat was ook zo. Om de tafel klonk een zucht van verlichting. De ban was verbroken. 

Er klonk jaloers gefluister toen de zware paarlmoeren fiches,: dertig centimeter hoog gestapeld en een waarde van vier miljoen zes honderdduizend francs vertegenwoordigend — een bedrag ongeveer gelijk aan dertigduizend gulden — door de croupier naar Bond werden toegeschoven. Bond schoof de croupier een fiche van duizend nieuwe francs toe en werd door deze bedankt met het gebruikelijke: 'Merci Monsieur! Pour le personnel!' en het spel werd voortgezet. James Bond stak een sigaret op en besteedde weinig aandacht aan de slof die werd weggeschoven. Hij had een stoot geld gewonnen, een bliksemse hoop geld! Hij moest voorzichtig zijn. Er bovenop gaan zitten. Maar niet al te voorzichtig. Dit was een fijne avond. Het was pas even over twaalven. Hij had nog geen zin om naar huis te gaan. Zo zij het! Hij zou de bank proberen te houden als hij hem kreeg, maar geen onnodige risico's meed ,nemen. Hij wilde zijn vingers niet branden. Bond had gelijk gehad. Toen de slof bij nummer vijf was beland, een van de magnaten uit Lille die twee plaatsen van Bond vandaan zat — een onbeschofte, luidruchtige speler die een sigaar rookte uit een pijpje van goud en amber en naar de kaarten greep met overdreven gemanicuurde, platte vingertoppen en ze op tafel smeet als een kolenwerker — werkte deze snel drie coups af en zette er vaart in. Bond hield zich afzijdig. - Bij de zesde coup stond de bank op tweehonderdduizend nieuwe francs — twee miljoen oude — en de tafel had er opnieuw genoeg van. Iedereen zat weer boven op zijn geld. Opnieuw klonk de roep van de croupier en de Chef de Jeu: `Un banco de deux cent mille! Faites vos jeux, messieurs. Il reste á compléter! Un banco de deux cent mille! 

En toen verscheen zij. Zij was verschenen uit het niets en stond naast de croupier. Veel meer dan gebruinde armen, een prachtig bruin gezicht, schitterende blauwe ogen, opvallend rood-geverfde lippen en een eenvoudige" witte japon, kon Bond niet zien, want toen kwam het: 'Banco! Iedereen keek naar haar en het was even stil. Daarna klonk het: 'Le banco. est fait' van de croupier en het monster uit Lille (zo zag Bond hem op dat moment) begon de kaarten uit de slof te trekken. De hare schoof de croupier op zijn spatule in haar richting. Zij, hoog zich voorover. Een bescheiden welving werd zichtbaar in de V-hais van haar japon. 'Une carte. Bond was ontmoedigd. Ze kon niets beters dan een vijf hebben. Het monster legde zijn kaart bloot. Zeven. Vervolgens peuterde hij een nieuwe kaart voor haar tevoorschijn en smeet hem verachtelijk op het laken. Een waardeloze koningin! Met de punt van zijn spatule keerde de croupier voorzichtig haar andere twee kaarten om. Een vier! Zij had verloren! Bond gromde en keek hoe ze haar verlies genomen had. Wat hij zag was niet bijzonder bemoedigend. Het meisje was in een haastig fluistergesprek met de croupier gewikkeld. Hij schudde zijn hoofd en het zweet stond op zijn voorhoofd. Er viel een akelige stilte rondom de tafel, de stilte die zich verlekkerd voorbereidt op het schandaal. `Mais est impossible. Je regrette, madame. Il faut vous arranger á la caisse,' hoorde Bond de croupier op vastberaden toon zeggen. Toen begon de vreselijkste aller fluisteringen als een akelig reptiel bij toeschouwers en spelers zijn ronde te doen: 'Le coup du déshonneur! C'est le coup du déshonneur! Quelle bonte! Quelle bonte! 'Aha!' dacht Bond. 'Ze heeft geen geld. Bovendien schijnt ze geen krediet bij de kassa te hebben! Het monster uit Lille trok duidelijk aan het langste eind. Hij wist dat het Casino hem, wat er ook gebeuren mocht, uiteindelijk betalen zou. Hij leunde met halfgesloten ogen achterover in zijn stoel en pufte aan zijn sigaar. Bond wist dat het meisje voor de rest van haar leven een getekende zou zijn. De Casino's van Frankrijk vormen een sterke, gesloten belangengroep. Dat moeten ze ook zijn. Morgen zouden de telegrammen verstuurd worden: 'Madame la Comtesse Teresa di Vicenzo, paspoort nummer X, moet op de zwarte lijst geplaatst worden.' Dit zou het einde van haar Casino leven in Frankrijk en Italië betekenen. Waarschijnlijk ook in Duitsland, Egypte en, heden ten dage ook in Engeland. Het was zoiets als een diskwalificatie bij Lloyd. 

In Amerikaanse hazard-kringen zou men haar waarschijnlijk geliquideerd hebben maar wat men haar in. Europa zou aandoen kwam zo'n beetje op hetzelfde neer. In de kringen waarin zij zich waarschijnlijk bewoog zou zij met de nek worden aangekeken en worden gemeden. Zij had zichzelf maatschappelijk ter 'dood veroordeeld. Zoiets deed men eenvoudig niet! Onverschillig voor dergelijke maatschappelijke vooroordelen, slechts denkend aan het lieve kind dat hem tussen Abbeville en Montreuil het nakijken gegeven, had, boog James Bond zich voorover en smeet twee van zijn kostbare fiches op tafel. Verveeld en met een lichte verwondering in zijn stem zei hij: `Neem mij niet kwalijk. Madame schijnt vergeten te hebben dat wij vanavond partners zijn.' Hij sprak deze woorden op autoritaire toon, zonder daarbij het meisje aan te kijken. Ik was even afwezig. Laat het spel doorgaan. De spanning om de tafel week. Had de Engelsman de waarheid gesproken? Dat moest wel! Men betaalt geen twee miljoen francs voor een meisje. Toch scheen er voordien geen enkele relatie tussen hen bestaan te hebben. Ze hadden aan weerszijden van de tafel gezeten en elkaar geen enkel teken van verstandhouding gegeven. En het meisje? Zij had van geen enkele emotie blijk gegeven. Even slechts, had zij de man strak aangekeken. Daarna was ze kalm naar de bar gewandeld. Er was beslist iets ongewoons aan de hand, iets onverklaarbaars. Maar het spel ging door. De Chef de Jeu had zijn voorhoofd afgeveegd en de croupier richtte het hoofd dat eerst — als in afwachting van een executie — voorover gebogen was, weer op. De dingen hernamen hun oude loop. 'La partie continue. Un banco de quatre cent mille! James Bond wierp een blik op de nog steeds aanzienlijke hoop fiches tussen zijn gebogen, ontspannen armen. Het zou leuk zijn als hij die twee miljoen francs zou kunnen terugwinnen. Het kon uren duren voordat een bank van dezelfde omvang zich opnieuw zou aanbieden. Tenslotte speelde hij met het geld van het Casino! Zijn winst bestond uit 'gevonden' geld. Als hij verloor zou hij altijd nog een kleine winst overhouden — genoeg om deze avond in Royale te betalen. Bovendien had hij een hekel gekregen aan die vent uit Lille. Het zou amusant zijn om de gang van zaken van het oude fabeltje om te keren: eerst het Miesje redden en daarna het Monsterdoden. Het werd tijd dat er eens een eind kwam aan het geluk van die knaap! En bovendien:-kaarten hebben geen geheugen!

James Bond bezat niet genoeg geld om het, gehele banco te nemen. Wel de helft ervan. Dit noemt men 'avec la table' wat betekent dat de andere spelers gezamenlijk de andere helft op zich kunnen nemen als zij daar zin in hebben. Bond vergat de voorzichtige strategie die hij zichzelf had opgelegd, boog zich even voorover, zei: 'Avec la table!' en schoof tweehonderdduizend nieuwe francs over de streep. Het geld van de anderen volgde. Was hij niet de Engelsman met de 'gouden vingers'? Bond merkte tot zijn genoegen dat het kleine Agatha Christievrouwtje hem met tienduizend francs terzijde stond. Een gunstig voorteken! Hij keek naar de bankhouder, de man uit Lifie. Hij hield de sigaar, die was uitgegaan, tussen zijn lippen geklemd en zweette als een rund. Hij overwoog kennelijk of hij deze slag voorbij zou laten gaan en de poet zou meenemen of dat hij het er nog eens op zou wagen. Zijn scherpe varkensoogjes tuurden in het rond. Zouden zijn vier miljoen gedekt zijn?

De croupier werd kennelijk ongeduldig. 'Cest plus que fait, monsieur,' zei hij vastberaden. De man uit Lille had een besluit genomen. Hij gaf een klap op de slof, veegde zijn hand af op het laken en peuterde een kaart tevoorschijn. Toen nam hij een kaart voor zichzelf, daarna een voor Bond. De vierde was weer voor hem. Bond tilde zijn kaarten voorzichtig een eindje van de tafel, schoof ze net genoeg uit elkaar om te zien hoeveel hij had en legde ze voorzichtig weer neer. Hij had een vijf! Lastig geval! De kansen dat je naar de negen toe of van de negen afraakt, zijn gelijk. 'Nee,' zei hij kalm en keek naar de twee anonieme roze kaartruggen die voor de bankhouder lagen. De man pakte ze en smeet ze verachtelijk op tafel. Twee boeren. Een 'büche'! Niks! Brandhout!

Nu waren er maar vier kaarten die Bond konden verslaan en maar één, de vijf, die een gelijkspeler zou betekenen. Bond's hart bonsde in zijn keel. De man uit Lille grabbelde in de slof, pikte een kaart en bekeek hem. Een negen! Ruiten negen! De beste! Het omkeren van Bonds kaart was niet meer dan een formaliteit maar rond de tafel klonk gekreun toen zijn armzalige vijf zichtbaar werd. 'Hij had een kaart moeten, trekken,' zei iemand. Maar als hij dat gedaan had, had hij de negen getrokken en als gevolg daarvan zou hij gedaald zijn tot vier. Alles hing af van de volgende kaart die zijn geheim verborgen hield in de slof. Bond had geen zin om nog te wachten. Hij glimlachte spijtig als om zich tegenover zijn medeverliezers te verontschuldigen, schoof de rest van de fiches in zijn jaszak, gaf een fooi aan de bediende en verdween naar de bar. De croupier riep triomfantelijk: 'Un banco de huif cent mille francs. Loop naar de bliksem! dacht Bond. Een half uur geleden bezat hij een klein fortuin. En nu had hij alles weer verloren. Dat had je van die Don Quichotterieën! Nou ja! Hij haalde zijn schouders op. Had hij niet gehoopt op een nacht die hij zich nog lang zou herinneren? Dit was dan de eerste helft. Wat zou de volgende helft brengen? Het meisje zat alleen. Voor haar stond een halve fles Pol Roger. Ze scheen in het niets te staren en keek nauwelijks op of om toen Bond naast haar ging zitten en zei: 'Ik ben bang dat ons syndicaat alweer verloren heeft. Ik heb geprobeerd het terug te winnen met een "avec". Ik had die kerel met rust moeten laten. Ik had een vijf en hij trok een "bitche" en daarna een negen.' 'Je had op die vijf door moeten gaan. Dat doe ik altijd.' Zij dacht even na. 'Maar ja, dan zou je een vier gehad hebben. Wat was de volgende kaart? `Daar heb ik niet op gewacht. Ik ben naar jou toe gegaan. Van opzij keek zij hem even welwillend aan. 'Waarom redde je mij eigenlijk toen ik die "coup du déshonneur" deed? Bond haalde zijn schouders op. 'Schone Jonkvrouw in Nood, je weet wel wat ik bedoel. Trouwens, we hadden al eerder op de dag vriendschap gesloten, tussen Abbeville en Montreuil. Je rijdt meesterlijk.' Hij glimlachte. `Maar geloof niet dat je mij gepasseerd zou zijn als ik er op verdacht was geweest. Ik reed niet harder dan 100 en nam geen moeite om in het spiegeltje te kijken. Bovendien was ik met andere dingen bezig! Ditmaal was het raak. Haar blik werd plotseling levendig. O ja?' zei ze. 'Ik had je zonder meer verslagen. Zeker in de dorpjes. Trouwens,' — haar stem klonk plotseling verbitterd — 'ik zou altijd van je gewonnen hebben, want jij hecht aan je leven. 'Is het dat!' dacht Bond; `aan het eind van d'r latijn!' Hij ging er niet op in. De halve fles Krug die hij besteld had, werd gebracht. 

De bediende schonk het glas half vol. Bond vulde het tot aan de rand en bood het haar rustig aan. `Mijn naam is Bond. James Bond. Blijf leven! Al was het maar voor vannacht.' Hij dronk zijn glas in één teug leeg en schonk het opnieuw tot de rand vol. Zij scheen hem ernstig te bestuderen. Toen nam ook zij een slok. 'Ik heet Tracy,' sprak ze. 'Dat is een afkorting van lange naam die ze je bij de receptie hebben genoemd. Teresa was een heilige. Ik ben dat niet. De eigenaar is een romanticus. Hij vertelde mij dat je naar mij gevraagd had. Zullen we nu maar gaan? Ik houd niet van gepraat. En jij hebt je beloning verdiend. Ze stond plotseling op. Bond, verward, volgde haar voorbeeld. `Nee, ik ga alleen. Je kunt later komen. Het nummer van mijn kamer is vijfenveertig. Als je wilt kun je daar de duurste vrijage van je leven beleven. Het zal je vier miljoen francs gekost hebben. Ik hoop dat het de moeite waard zal zijn!