21
Het was niet moeilijk om de keizer te spreken te krijgen. Agis' ogen schitterden toen hij Hari Seldon zag. 'Hallo, oude vriend,' zei hij. 'Ben je gekomen om me ongeluk te brengen?'
'Ik hoop het niet,' zei Seldon.
Agis trok de ruime mantel die hij droeg uit, gooide hem met een vermoeide grom in een hoek van de kamer en zei: 'Jij daar, liggen blijven.'
Hij keek Seldon aan en schudde zijn hoofd. 'Ik haat dat ding. Hij is walgelijk zwaar en kokend heet. Ik moet hem altijd dragen als ik overladen word met betekenisloze woorden en als een standbeeld rechtop moet blijven staan. Het is gewoon afgrijselijk. Cleon is ermee opgegroeid en had er de bouw voor. Ik niet. Ik had gewoon de pech dat ik een derde neef van hem aan mijn moeders kant was, zodat ik ervoor in aanmerking kwam keizer te worden. Ik zou de titel graag voor een klein bedrag willen verkopen. Wil jij geen keizer worden, Hari?'
'Nee, nee, ik moet er niet aan denken, dus hoopt u maar nergens op,' zei Seldon lachend.
'Maar zeg eens, wie is die buitengewoon knappe jonge vrouw die je vandaag met je mee hebt genomen?'
Wanda bloosde, waarop de keizer vriendelijk zei: 'Doe maar niet zo verlegen, kindje. Een van de weinige extra's die een keizer toekomen is het recht dat hij alles mag zeggen wat hij wil. Niemand kan daar bezwaar tegen maken of protesteren. Ze mogen alleen "sire" zeggen. Maar ik wil geen "sire" van jou horen. Ik haat het woord. Noem me Agis. Al is dat ook niet de naam waarmee ik ben geboren. Het is mijn keizerlijke naam en daar ben ik aan gewend. Zo... vertel eens hoe het ermee gaat, Hari. Hoe staan de zaken met je sinds de vorige keer dat we elkaar hebben ontmoet?'
Kort zei Seldon: 'Ik ben twee keer aangevallen.'
De keizer scheen niet zeker te weten of dit een grap was of niet. Hij zei: Twee keer? Echt?'
Het gezicht van de keizer versomberde toen Seldon over de aanvallen vertelde. 'Er was zeker geen beveiligingsbeambte in de buurt toen die acht mannen je bedreigden.'
'Niet een.'
De keizer kwam van zijn stoel overeind en gebaarde naar de andere twee te blijven zitten. Hij liep heen en weer, alsof hij probeerde zijn kwaadheid te luchten. Toen draaide hij zich om en keek Seldon aan. 'Duizenden jaren lang,' begon hij, 'als er iets dergelijks gebeurde, zeiden de mensen: "Waarom doen we geen beroep op de keizer?" of "Waarom doet de keizer niets?" En uiteindelijk kòn de keizer iets doen en dééd hij dat ook, zelfs al was het niet altijd het verstandigste dat hij kon doen. Maar ik... Hari, ben machteloos. Volkomen machteloos.
O ja, er is een zogenaamde Commissie voor Openbare Veiligheid, maar die schijnt zich drukker te maken om mijn veiligheid dan om die van het volk. Het is een wonder dat ons dit gesprek nog wordt toegestaan, want je bent allesbehalve populair bij de commissie.
Ik kan nérgens iets aan doen. Weet je wat er is gebeurd met de status van de keizer sinds de val van de junta en het herstel van de - ha! - keizerlijke macht?'
'Ik denk het wel.'
'Vast niet helemaal. We hebben nu democratie. Weet je wat democratie is?'
'Zeker.'
Agis fronste zijn voorhoofd. Hij zei: 'Je vindt het vast iets goeds.'
'Ik vind dat het iets goeds kan zijn.'
'Ha, kijk eens aan. Dat is het dus niet. Het heeft het Imperium volkomen in de war gestuurd.
Stel dat ik meer agenten de straten van Trantor op wil sturen. Vroeger trok ik een vel papier uit de map die door de keizerlijke secretaris voor mij was klaargemaakt en tekende het met een krullende handtekening, waarna er meer beveiligingsbeambten zouden komen.
Nu kan ik niets doen wat daarop lijkt. Ik moet de wetgevende macht een voorstel doen. Die bestaat uit zeveneneenhalfduizend mannen en vrouwen die meteen uitbarsten in een oorverdovend gesnater zodra iemand een voorstel doet. In de eerste plaats: waar komen de financiën vandaan? Je kunt niet, zeg, tienduizend extra agenten hebben zonder tienduizend extra salarissen te betalen. En zelfs als er dan daarover een soort overeenstemming is bereikt: wie selecteert de nieuwe beveiligingsbeambten? Wie bestuurt hen?
De wetgevende macht schreeuwt, ruziet, dondert en bliksemt naar elkaar, en uiteindelijk... gebeurt er niets. Hari, ik zou zelfs zoiets kleins als het repareren van de kapotte koepellichten die je hebt gezien niet voor elkaar kunnen krijgen. Hoeveel gaat het kosten? Wie gaat erover? O, de lichten worden wel gerepareerd, maar dat kan nog wel een paar maanden duren. Dat is democratie.'
Hari Seldon zei: 'Als ik het me goed herinner, klaagde keizer Cleon ook altijd dat hij niet kon doen wat hij wilde.'
'Keizer Cleon,' zei Agis ongeduldig, 'had twee uitstekende premiers: Demerzel en jij zelf. En jullie weerhielden Cleon er allebei van domme dingen te doen. Ik heb zeveneneenhalfduizend premiers die allemaal van begin tot eind even dom zijn. Maar je bent toch niet naar me toe gekomen, Hari, om over de aanvallen te klagen?'
'Nee, dat niet. Voor iets veel ernstigers. Sire... Agis... ik heb kredieten nodig.'
De keizer keek hem aan. 'Na wat ik je heb verteld, Hari? Ik heb geen kredieten. O ja, kredieten om dit huis te besturen, natuurlijk, maar om die te krijgen moet ik naar mijn zeveneneenhalfduizend wetgevers. Als je denkt dat ik naar hen toe kan gaan en "Ik heb kredieten nodig voor mijn vriend Hari Seldon" kan zeggen, en als je denkt dat ik ook maar een kwart van wat ik vraag binnen twee jaar zal krijgen, vergis je je. Dat is niet zo.'
Hij haalde zijn schouders op en zei vriendelijker: 'Begrijp me niet verkeerd, Hari. Ik zou je graag willen helpen, als ik kon. Ik zou je met name willen helpen om je kleindochter een plezier te doen. Als ik haar aankijk krijg ik het gevoel dat ik je alle kredieten zou moeten geven die je hebben wilt... maar het kan niet.'
Seldon zei: 'Agis, als ik geen fondsen aanboor, is het met de psychohistorie gedaan... na bijna veertig jaar.'
'Na bijna veertig jaar is er niets uit voortgekomen. Dus waar maak je je druk om?'
'Agis,' zei Seldon, 'op dit moment kan ik niets meer doen. Die aanvallen waren juist op mij gericht omdat ik een psychohistoricus ben. De mensen vinden mij een onheilsprofeet.'
De keizer knikte. 'Je brengt ongeluk, Raaf Seldon. Dat heb ik je al eerder gezegd.'
Seldon stond diep ongelukkig op. 'Dan is het afgelopen.'
Wanda stond ook op, naast Seldon, waarbij haar hoofd tot aan haar grootvaders schouder kwam. Ze keek de keizer strak aan.
Toen Hari zich omdraaide om te gaan, zei de keizer: 'Wacht, wacht. Ik heb ooit eens een versje uit mijn hoofd geleerd:
Ziek vergaat het land
Gehaast verziekt de vangst
Waar rijkdom wordt vergaard
En de mens ten onder gaat in angst.'
'Wat betekent dat?' vroeg een ontmoedigde Seldon.
'Het betekent dat het Imperium gestaag ten onder gaat en uiteenvalt, maar dat dit sommige mensen er niet van weerhoudt rijk te worden. Waarom wend je je niet tot een van onze rijke ondernemers? Die hebben geen wetgevende macht en kunnen, als ze willen, gewoon een kredietcheque tekenen.'
Seldon staarde hem aan. 'Dat zal ik proberen.'